Waarom wij allen een resolutie dienen aan te nemen
DIT jaar droeg de vergadering van godvrezende personen uit vele landen de naam: Het ’Eeuwige goede nieuws’-congres. Het was een wereldomvattende vergadering, want in een tijdsverloop van tien weken (30 juni tot en met 8 september 1963) werd ze ten noorden en ten zuiden van de evenaar, rondom de hele aardbol, in vierentwintig steden gehouden. Honderden die het tot deze keten van vergaderingen behorende congres in New York bezochten, volgden de vergadering op haar weg naar het oosten, door, tot aan het laatste congres in het land waar zij begonnen waren, de opeenvolgende vergaderingen in de talrijke landen bij te wonen; dit maakte het werkelijk tot één voortdurend congres onder het thema van ’het eeuwige goede nieuws’. In haar geheel genomen, werd deze rond-de-wereld-vergadering door dragers van het Goede Nieuws uit honderd eenenzestig gebieden bezocht.
1. Wat zien wij op onze aarde thans duidelijk?
EEN wereldomvattend congres zoals dit, brengt iedereen op levendige wijze onder de aandacht dat er een ongewone stroom bestaat die zich onweerstaanbaar rond de aarde voortbeweegt. Het is een van de twee grote stromen die zich overal op aarde voortspoeden. Deze stromen hebben een verschillende bestemming of richting, maar worden beide door krachten voortgestuwd die bovenmenselijk en onzichtbaar zijn. Er speelt zich op het aards toneel meer af dan de mens met het blote oog kan waarnemen.
2. Waaruit blijkt dat de wijsheid van de bijbel veruit superieur is aan de wijsheid van deze wereld?
2 Het kan zijn dat personen die in werelds opzicht wijs zijn, bij de opmerking dat krachten hoger dan en onzichtbaar voor de mens, een verstandelijke, leidende rol spelen ten aanzien van de twee tegengestelde stromen onder de mensheid, wijs en wetend glimlachen. Dergelijke personen weten met hun wereldse wijsheid dat het geloof in het bestaan van de zogenaamde „van het lichaam bevrijde geesten” van personen die eens menselijke schepselen op aarde waren, wijdverbreid is, en zij verwerpen een dergelijk geloof als iets wat niet wetenschappelijk bewezen is. Duizenden jaren vóór de moderne wetenschap bewezen en leerden de heilige geschriften van de bijbel echter al duidelijk dat dergelijke „van het lichaam bevrijde geesten” niet bestonden, daar alle doden der mensheid dood zijn, hetgeen levenloos, niet bij bewustzijn en inactief betekent. De menselijke doden kunnen derhalve niet opnieuw tot leven worden gebracht doordat de „van het lichaam bevrijde geesten” weer met vlees worden bekleed, maar door een opstanding van de dode, sterfelijke menselijke zielen. Terzelfder tijd leert de bijbel het bestaan van intelligente, bovenmenselijke geesten, demonen, voor wier boosaardige invloed en manoeuvres de mensheid op haar hoede moet zijn.
3. Welke verstandige waarschuwing gaf Paulus de christenen in Efeze 1900 jaar geleden?
3 Negentien eeuwen geleden predikte de christelijke apostel Paulus ongeveer drie jaar lang in de stad Efeze in Azië, waar de mythologische Artemis of Diana in een tempel die een van de zeven wonderen van de antieke wereld was, als godin werd aanbeden. Dit bracht vele gelovigen uit Efeze ertoe hun boeken over magische kunsten, ter waarde van „vijftig duizend zilverstukken” of, in thans gangbare valuta omgerekend, van vele duizenden guldens, in het openbaar te verbranden. Later waarschuwde de apostel Paulus dezelfde gelovigen per brief tegen de demonen, de boze engelen. Paulus schreef: „Doet de volledige wapenrusting van God aan, opdat gij pal kunt staan tegen de kuiperijen van de Duivel; want wij hebben geen strijd tegen bloed en vlees, maar tegen de regeringen, tegen de autoriteiten, tegen de wereldregeerders van deze duisternis, tegen de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten.” — Ef. 6:11, 12, NW.
4. Hoe getuigen Christus Jezus en Paulus van de goddeloze geestenkrachten die thans op aarde werkzaam zijn?
4 Deze „goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten” bestaan werkelijk, hoewel wij ze niet kunnen zien, en de wetenschappelijke vooruitgang welke er in deze nucleaire ruimtevaarteeuw tot stand is gebracht, heeft hun bestaan niet uitgewist. De vorderingen en prestaties op wetenschappelijk gebied van zelfs het meest verlichte land hebben niets aan de dringende noodzaak afgedaan onszelf geestelijk te bewapenen, willen wij een succesvolle strijd kunnen voeren tegen deze krachten die machtiger zijn dan „bloed en vlees”. De moderne wetenschap heeft geen eind gemaakt aan de „kuiperijen van de Duivel”. De apostel Paulus noemt deze Duivel de „god van dit samenstel van dingen”, „de geest die thans werkzaam is in de zonen der ongehoorzaamheid” (2 Kor. 4:4; Ef. 2:2, NW). Jezus Christus, de Stichter van het christendom, noemde de Duivel de „regeerder van deze wereld”, en hij werd zelf door deze Duivel aan een beproeving onderworpen en moest met de geestelijke wapenrusting Gods strijd tegen hem voeren (Joh. 12:31; 14:30; Matth. 4:1, 8-11, NW). De Duivel wordt eveneens „de regeerder der demonen” genoemd, hetgeen betekent, dat hij de regeerder is van de „goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten” (Matth. 12:24-27, NW). Doordat hij de „god van dit samenstel van dingen” en bovendien de „regeerder van deze wereld” is, leiden hij en zijn demonen op onzichtbare wijze de grootste van de twee stromen die zich thans onder de mensheid voortbewegen.
5. (a) Wie zijn er echter nog meer in het geestenrijk werkzaam, en wie is hun Schepper? (b) Kunnen zij de rechtvaardige mensheid thans van enig nut zijn?
5 Hiertegenover bevinden zich in de hemelse gewesten ook geestenkrachten die goed, rechtvaardig, zuiver en heilig zijn en niets met magische kunsten te maken hebben. Zij staan niet onder de heerschappij van Satan de Duivel. Hun Regeerder is de Schepper, de God van het universum, en zij zijn zijn heilige engelen die voor Gods troon dienst verrichten. Zij zijn even werkelijk als de Duivel en zijn demonen, maar over de heilige engelen staat geschreven: „Zijn zij niet allen geesten voor openbare dienst, uitgezonden om te dienen ten behoeve van hen die redding zullen beërven?” (Hebr. 1:13, 14, NW). Willen wij door deze „geesten voor openbare dienst” geholpen worden? Willen wij voordeel trekken van hun bediening? Wanneer wij door hen geholpen en gediend worden, betekent dit dat wij gered zullen worden en in Gods rechtvaardige nieuwe ordening, welke thans zo nabij is, zullen leven. Terwijl de demonen Satan de Duivel als regeerder hebben, staan deze engelen, deze „geesten voor openbare dienst”, onder de Koning Jezus Christus, want toen hij een volmaakte man op aarde was, zei Jezus Christus betreffende onze tijd: „Wanneer de Zoon des mensen gekomen zal zijn in zijn heerlijkheid, en alle engelen met hem, dan zal hij op zijn glorierijke troon plaats nemen. En alle natiën zullen voor hem worden vergaderd, en hij zal de mensen van elkaar scheiden” (Matth. 25:31, 32, NW). Door deze profetie van Jezus wordt te kennen gegeven, dat de engelen aan dit scheiden van de mensheid zullen deelnemen.
6. Tegenover welke keuze zien wij ons in deze dag van oordeel geplaatst, en wat nadert onweerstaanbaar?
6 Het allerlaatste boek van de bijbel, de Apocalypse of Openbaring genaamd, licht toe welke belangrijke rol de demonen enerzijds en de heilige engelen anderzijds ten aanzien van menselijke aangelegenheden van deze tijd spelen. Wij worden óf door de demonen óf door de heilige engelen aangevoerd of geleid. Óf wij voeren strijd tegen de demonen en de kuiperijen van hun regeerder de Duivel, óf wij strijden tegen de heilige engelen en hun Regeerder, de Koning Jezus Christus. Wij worden geoordeeld. Dit is een tijd van oordeel. Voor wie zijn wij? Tegen wie zijn wij? Wij kunnen het feit niet negeren dat dit oordeel thans werkelijk aan de gang is. Wij kunnen niet onbekend blijven met de feiten en terzelfder tijd strijd voeren tegen de Duivel en zijn demonen. Wij kunnen niet onbekend blijven met de feiten en terzelfder tijd onder de leiding van de Koning Jezus Christus en zijn engelen voorttrekken. Onweerstaanbaar nadert het ogenblik waarop het scheidingswerk onder alle natiën voltooid zal zijn, en de Koning Jezus Christus tot degenen die verzuimd hebben de juiste weg te bewandelen, zal zeggen: „Gaat weg van mij, gij die zijt vervloekt, in het eeuwige vuur dat voor de Duivel en zijn engelen is bereid” (Matth. 25:41, NW). Het bijbelboek Openbaring geeft te kennen dat wij in harmonie kunnen handelen met de heilige engelen die door de Koning Jezus Christus worden geleid. Dat zal betekenen dat wij, in plaats van vervloekt en voor eeuwig vernietigd te worden, gezegend zullen worden.
7. Wat is de gedragslijn van de meerderheid der mensen sinds Noachs dagen geweest, en met welk gevolg?
7 Op het ogenblik luidt het hemelse gebod, God, de Schepper van hemel en aarde en de wateren op de aarde, te aanbidden (Openb. 14:6, 7, NW). In de duizenden jaren die sinds de wereldomvattende vloed van Noachs dagen zijn verstreken, hebben de mensen de Schepper de rug toegekeerd en pogingen aangewend op aarde een duurzame, stabiele toestand te handhaven. Ten einde op aarde en onder de volkeren een zekere orde te bewerkstelligen, hebben zij menselijke regeringen in het leven geroepen, de scheppingen van mensen. Deze bereiken thans het hoogtepunt van hun moeilijkheden en om deze regeringen in stand te houden, staan zij erop dat de mensen de Staat aanbidden. Zij hebben ook een internationale bond van staten opgericht om vrede en veiligheid onder de natiën te handhaven en de wereld van zelfmoord te weerhouden. In plaats dat de aanbidders van deze menselijke scheppingen met leven, vrede, voorspoed en geluk worden begunstigd, worden zij door een geestelijke plaag gekweld, welke te vergelijken is met een kwaadaardige zweer die beslist dodelijk is. — Openb. 16:2, NW.
8. Hoe valt thans duidelijk waar te nemen dat de stabiliteit op het gebied van regeringen hevig wordt geschokt?
8 Ontevreden over de aardse toestanden onder de traditionele, onder religieuze invloed staande politieke regeringen van de afgelopen millennia, zijn radicale elementen opgestaan. Zij hebben de schijnbaar stabiele regeringen woedend gebeukt zoals woeste golven van de zee rotsachtige kusten en voorgebergtes beuken. Sinds 1914 n. Chr. hebben zij geweldige revoluties, grote politieke omwentelingen, teweeggebracht en thans bedreigen zij de gehele mensheid met de wereldheerschappij. Zij beramen plannen om de menselijke aangelegenheden in een staat van onrust, instabiliteit en vrees te houden, en slagen daar ook in, maar zij brengen de mensen geen leven. Het is een politieke beweging des doods, waarin evenveel leven zit als in het gestolde vergoten bloed van een dood mens. Iedereen die zich bij deze politieke beweging laat betrekken, sterft. — Openb. 16:3, NW.
9. Hoe hebben mensen Gods nieuwe ordening die de belofte van leven inhoudt, verworpen, en wat zal het uiteindelijke gevolg zijn?
9 In plaats dat de mensen zich tot het levengevende Woord van God wenden dat door Jehovah’s getuigen wordt gepredikt, geven zij er hardnekkig en trots de voorkeur aan het drink-„water” dat zij nodig hebben om in leven te blijven, uit menselijke bronnen te betrekken. Zij verwerpen Jehovah God als de Bron van ware voorzieningen voor eeuwig leven in een rechtvaardige nieuwe ordening en zij blijven de wateren drinken van menselijke filosofieën, door mensen uitgedachte religieuze overleveringen, militarisme en materialistische wetenschap. Doordat zij zich hieraan te goed hebben gedaan, hebben zij de bladzijden der geschiedenis met bloed bevlekt. Hun drinkwater is als bloed. Dat zij dit drinken, zal tot gevolg hebben dat zij hun eigen bloed uit Gods hand zullen drinken, want hij zal hen met hun eigen leven laten boeten. — Openb. 16:4-7, NW.
10, 11. Wat heeft de mens bij zijn aanbidding genegeerd, en wat weigeren velen te doen, zelfs wanneer hun verkeerde aanbidding aan de kaak wordt gesteld?
10 De mensen zijn blij met de zon en zij genieten van haar licht en talloze andere voordelen; toch weigeren zij de Schepper van de zon als hun geestelijke Zon, de bron van geestelijk licht en geestelijke leiding die hen van de duisternis van zonde en dood kan bevrijden, te erkennen. Zij verheerlijken mensen en menselijke organisaties als de zon aan hun politieke, sociale, economische en religieuze firmament en behandelen deze als de bron van hun verlichting, de zon die hun leven de glans van vrijheid, materiële voorspoed, morele verheffing en sociale vooruitgang zal verlenen. Toch heeft de „zon” waarnaar zij voor genezing en verbetering van de toestanden opzagen, hen sedert het eind van de eerste Wereldoorlog met haar verdrukking verschroeid. Om deze reden lasteren zij Gods naam Jehovah, door in plaats van de mensen die in de aangelegenheden van deze wereld licht trachten te brengen, de Schepper de schuld te geven van hun droevige, verslechterde toestand. Zij hebben geen berouw en verheerlijken Jehovah God niet wanneer hij de menselijke scheppingen die een verzengende hitte op hen uitstralen, aan de kaak stelt. — Openb. 16:8, 9, NW.
11 De mensen hebben hun politieke stelsels naast God op de troon geplaatst, terwijl zij beweren dat hun regeerders krachtens het goddelijk recht en bij de gratie Gods regeren, alsof God, de Schepper van hemel en aarde, de oorsprong van hun politieke regeringen zou zijn. Zij weigeren te geloven dat Satan de Duivel de „regeerder van deze wereld” is en dat hun politieke regeringen sinds de dagen van Nimrod, de eerste koning van Babylon, hun oorsprong bij Satan vinden. Het is nog altijd een plaag voor hen, dat Jehovah’s getuigen, onder leiding van de engelen, aan de hand van de bijbel aantonen waarom het koninkrijk der wereldse politiek een koninkrijk van duisternis is, een koninkrijk waarin het licht van Gods gunst en zegen ontbreekt. Dat is de reden waarom zij die liever op de menselijke politiek vertrouwen dan dat zij Gods koninkrijk over zich laten regeren, hem lasteren en zonder berouw aan geestelijke „zweren” blijven lijden. — Openb. 16:10, 11, NW.
12. (a) Welk einde wacht de valse religie, en waardoor zal haar plaats worden ingenomen? (b) Trekken de politieke stelsels in de eerste plaats op naar een derde wereldoorlog, of waarheen?
12 De mensen hebben geen voordeel getrokken van het koninkrijk der valse religie. Zoals het oude door Nimrod gestichte Babylon schrijlings op de rivier de Eufraat zat, zo heeft het grote vals-religieuze stelsel dat door het oude Babylon werd afgebeeld, op onderdrukkende en veeleisende wijze op de grote mensenmenigten gezeten en aldus steun en bescherming gevonden. Nu moeten deze symbolische wateren worden opgedroogd om haar deze verdediging te ontnemen, opdat dit grote religieuze stelsel plaats kan maken voor Gods koninkrijk. De politieke koningen der aarde zijn geen voorstanders van Gods koninkrijk onder zijn Messias die het goddelijk recht op de universele heerschappij bezit. Zij lenen het oor aan de demonische propaganda die van de onzichtbare „regeerder van deze wereld” en van de politieke stelsels die hij macht over de aarde heeft laten uitoefenen, uitgaat. De koningen en hun legerscharen staan daarom onder invloed van deze door demonen geïnspireerde propaganda en trekken derhalve niet in de eerste plaats gezamenlijk op naar een derde wereldoorlog met kernwapens, maar naar de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige”. De Hebreeuwse naam voor het slagveld is Har–Mágedon (of, Armageddon). Zij voelen zich gekweld wanneer Jehovah’s getuigen hen ervan in kennis stellen dat zij onder de invloed van demonen tegen God de Almáchtige strijden, en dat zij in Har–Mágedon vernietigd zullen worden. — Openb. 16:12-16, NW.
13. (a) Wat is een verklaring voor de gewelddadigheid en goddeloze werken van thans, en wat móet er derhalve wel gebeuren? (b) Hoe reageren de politieke, religieuze en materialistische stelsels op deze waarschuwing?
13 De mensen ademen in deze tijd niet slechts de natuurlijke lucht, maar ook een slechte geest in. Het is de geest van deze wereld, en de geest van de wereld is de geest van Satan de Duivel. Dit verklaart waarom er thans zoveel gewelddadigheid en goddeloze werken van het gedegenereerde vlees onder de natiën voorkomen. Daarom zal de mensenmaatschappij als door een aardbeving met een intensiteit zoals men nog nooit eerder heeft waargenomen, worden geschokt, en de steden en politieke instellingen der mensen zullen instorten en verdwijnen. Voor de Almachtige God is de tijd aangebroken om zich de goddeloze daden van dat vals-religieuze stelsel dat door het oude Babylon werd afgebeeld, weer te binnen te brengen, en hij moet haar uit zijn beker de wijn laten drinken die haar zo dodelijk dronken zal maken, dat ze nooit meer zal ontwaken. De aankondiging van deze daad van de Almachtige God treft politiek, religieus of materialistisch gezinde mensen als hagelstenen van honderd pond, maar Jehovah’s getuigen moeten deze bekendmaking vóór de aardbeving van weergaloze wereldberoering, onder leiding van de engelen doen. Het verbaast ons niet dat zwaargetroffen mensen Jehovah God hierom lasteren. Er blijkt alleen maar uit dat zij de geest van de Duivel inademen. — Openb. 16:17-21, NW.
14. (a) Waar worden de inlichtingen over deze op plagen gelijkende toestanden aangetroffen, en wie komt daarom de eer voor deze inlichtingen toe? (b) Welke verstandige weg moeten wij nu volgen met het oog op het feit dat wij niet door de goddeloze demonen tot een handelwijze die tot een botsing met de Almachtige God leidt, gebracht wensen te worden?
14 Deze dingen, die voor deze wereld als plagen zijn, worden ons in het vijftiende en het zestiende hoofdstuk van de Openbaring 15, 16 aan de apostel Johannes, geopenbaard. Wij eisen niet de eer hiervoor op, maar geven God door bemiddeling van Jezus Christus de eer, en erkennen tevens het aandeel dat Gods heilige engelen hierin hebben, zoals ons levendig in deze hoofdstukken van Openbaring wordt afgeschilderd. Wij willen niet door de stroom die door de „goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten” wordt voortgestuwd, worden meegesleurd en in Har–Mágedon met de Almachtige God in botsing komen. Dat is de reden waarom wij, die deze vergaderingen welke over de gehele wereld worden gehouden, bijwonen, allen een resolutie dienen aan te nemen.