Wat is buitenzintuiglijke waarneming?
Wat is de bron van deze kracht? Dienen christenen haar tot ontwikkeling te brengen?
„DE MAN met hersenen als een röntgenapparaat”, „de man met de radarhersenen” — dit zijn de termen die soms worden gebruikt om buitenzintuiglijke waarnemers te beschrijven. Zij zijn personen, of het nu mannen of vrouwen zijn, die volgens zeggen over de middelen beschikken om zonder de hulp van een van de vijf zintuigen iets te weten te komen. Dit vermogen wordt meestal ESP, de afkorting voor „extrasensory perception” ofte wel „buitenzintuiglijke waarneming”, genoemd. Wat is deze mysterieuze hoedanigheid of ESP?
Volgens zeggen omvat ESP telepathie of de bewustheid van hetgeen in de geest van anderen plaatsvindt, en helderziendheid, een supranormale wijze van waarnemen, welke in een visueel beeld dat zich voor de bewuste geest manifesteert, kan resulteren. De waarneming kan zich bezighouden met voorwerpen of taferelen, of met vormen die wat ruimte of tijd — verleden of toekomst — betreft, ver verwijderd zijn.
Hieruit blijkt dat er bij ESP iets betrokken is wat buiten het terrein van de normale zintuigen ligt. „Ik geloof”, zo zei een buitenzintuiglijke waarnemer, „dat ESP mij een blik kan laten werpen op werelden en toestanden die buiten mijn horizon en buiten de horizon van enig schepsel uit deze twintigste eeuw liggen.”
GELEERDEN BESTUDEREN ESP
Met het oog op dergelijke beweringen van buitenzintuiglijke waarnemers komt de vraag bij ons op: Hoe bezien geleerden ESP? Velen zijn sceptisch. Zij zeggen dat proefnemingen die ESP hebben aangetoond, onjuist of vervalst moeten zijn, daar ESP „tegen het gezonde verstand” ingaat. Dr. D. O. Hebb, hoogleraar in de psychologie aan de McGill-universiteit, zegt: „Persoonlijk accepteer ik ESP geen ogenblik, want ze is onverklaarbaar. Mijn externe criteria, zowel op het gebied van de natuurkunde als van de fysiologie, zeggen mij dat ESP geen feit is.” Vele geleerden verwerpen ESP derhalve, of spreken zich er niet definitief over uit. „Indien wij deze waarnemingen [betreffende ESP] nemen voor wat ze zijn”, concludeert dr. W. Grey Walter in The Living Brain, „zijn ze voor ons onverenigbaar met de natuurkundige wetten van het universum, zoals wij deze thans definiëren. Wij kunnen de beweringen betreffende bovenzinnelijke communicatie verwerpen op grond van fouten die bij proefnemingen worden gemaakt of statistische onnauwkeurigheden, wij kunnen een oordeel achterwege laten, of wij kunnen ze verheugd aanvaarden als bewijzen van een geestelijk leven; het schijnt echter niet gemakkelijk te zijn om ze in termen van een biologisch mechanisme te verklaren.”
Hoewel zij ESP alleen maar in termen van het „onderbewuste” kunnen verklaren, erkennen vele psychologen thans het bestaan van ESP-verschijnselen. Sommigen maken er zelfs een hele studie van. Deze ESP-onderzoekers, parapsychologen genaamd, hebben talloze boekwerken gepubliceerd over proeven die door universiteitsgeleerden werden genomen om de beweringen betreffende ESP enige grond te verschaffen. Enkele van de bekendste proefnemingen werden geleid door dr. J. B. Rhine van de Duke-universiteit. Recente proeven in een laboratorium met een befaamde buitenzintuiglijke waarnemer brachten aan het licht dat de kans dat hier van toeval sprake zou zijn 1 op 1.000.000.000.000.000.000.000.000.000 is. In het boek Modern Experiments in Telepathy van S. G. Soal en F. Bateman werd verslag uitgebracht van een in Engeland ingesteld onderzoek; in dit werk komt men tot de conclusie dat de kans dat ESP op toeval berust, alleen maar in astronomisch grote getallen is uit te drukken. Ten aanzien van telepathie was de kans op toeval 1 op 1070, ofte wel een 1 gevolgd door zeventig nullen; de kans van 1 op een miljoen is slechts 1 op 106.
Dr. H. J. Eysenck verklaart in Sense and Nonsense in Psychology met betrekking tot de talloze proeven die door eerzame geleerden zijn genomen:
„De onbevooroordeelde waarnemer kan, tenzij er een gigantische samenzwering bestaat waarbij over de gehele wereld ongeveer 30 universiteitsafdelingen en verscheidene honderden zeer achtenswaardige geleerden op velerlei terrein betrokken zijn — van wie velen aanvankelijk vijandig stonden tegenover de beweringen van onderzoekers van psychische verschijnselen — alleen maar tot de conclusie komen dat er een klein aantal personen bestaat die met gebruikmaking van middelen welke de wetenschap nog niet kent, kennis verkrijgen die zich in de geest van andere mensen of in de objectieve buitenwereld bevindt.”
WAT ZIJ DOEN
Bij een aantal buitenzintuiglijke waarnemers komt hun helderziendheid tot uiting op een wijze die psychoscopie wordt genoemd, hetgeen duidt op het zien van gebeurtenissen met behulp van een voorwerp. „Psychoscopie”, zo verklaart een buitenzintuiglijke waarnemer, „is het ontvangen van een ’boodschap uit het geestenrijk’, of zoals ik het liever noem, een ESP-impressie, bij het vasthouden van een onbezield voorwerp dat nauw met de persoon verbonden is.”
Voor het ’lezen’ van een voorwerp gebruiken de beoefenaars van de psychoscopie geen glazen bollen, geen wichelroede en geen ouija-borden, hoewel sommigen wel in trance gaan. Velen van hen hanteren het voorwerp echter terwijl zij volkomen bij hun positieven zijn, en bijna onmiddellijk flitsen er dan bepaalde beelden door hun geest. Daarna maken zij hun opmerkingen over personen. In werkelijkheid ’lezen’ zij het voorwerp dus op betrekkelijke wijze. Door het lezen worden de persoonlijke gegevens — de eigenschappen en persoonlijke ervaringen — van degenen die het voorwerp hebben gehanteerd, tot uiting gebracht. Het voorwerp brengt alleen maar het „contact” tot stand. Het beginsel komt overeen met dat waarvan de vodou-aanhanger uitgaat wanneer hij een eigendom van een toekomstig slachtoffer dat hij wil betoveren, heeft en dit in de aanwezigheid van de tovenaar brengt; ook wordt wel een voorwerp van de vodou-aanhanger in de aanwezigheid van het eventuele slachtoffer overgebracht om het „contact” tot stand te brengen.
Bij psychoscopie kan het „contact” zelfs tot stand komen wanneer de persoon met wie het voorwerp in verband staat, dood is. Zelfs dit aspect van ESP is door wetenschappelijke proefnemingen bevestigd. In een onlangs verschenen boek over Peter Hurkos, een vooraanstaande buitenzintuiglijke waarnemer, wordt hiervan een voorbeeld gegeven: „In Antwerpen had ik met dr. R. Dellaerts, hoogleraar in de psychologie aan de universiteit van Leuven, samengewerkt ten einde enkele van de mysteries van buitenzintuiglijke waarneming te ontraadselen. Dr. Dellaerts gaf mij bijvoorbeeld een aantal foto’s van mannen en vrouwen en wanneer ik deze dan stuk voor stuk door mijn handen liet gaan, beschreef ik wat ik hierbij voelde. ’Deze man woont in Antwerpen’, zei ik van één, ’maar hij is nu veel ouder dan toen deze foto werd genomen — dat moet 20 jaar geleden zijn gebeurd.’ ’Deze vrouw is dood’, zei ik bij een andere foto. Bijna de helft van de foto’s was van personen die dood waren en bijna altijd kon ik zeggen of de afgebeelde mensen levend of dood waren.” — Psychic: The Story of Peter Hurkos.
ESP-impressies staan, of ze nu psychoscopisch zijn of niet, voor het merendeel met personen in verband. Vandaar dat men om vermiste personen en misdadigers op te sporen en om inlichtingen te krijgen over gestorven mensen, wel gebruik heeft gemaakt van buitenzintuiglijke waarnemers. Sommigen hebben zakelijke problemen geanalyseerd. Anderen hebben voorzeggingen gedaan over iemands toekomst, welke volgens zeggen verbazingwekkend nauwkeurig waren. Sommigen vinden verloren voorwerpen of bezittingen terug of kijken naar een kaart en wijzen dan een stuk land aan met kostbaar erts in de bodem of een plaats waar water te vinden is. Van sommigen wordt zelfs gezegd dat zij ziekten kunnen opsporen. Over het algemeen kan worden verklaard, dat zij het verleden waarnemen en de toekomst voorspellen.
HOE ZIJ ESP ERVAREN
Buitenzintuiglijke waarnemers geven meestal niet veel uitleg aan hun vermogen tot helderziendheid en de wijze waarop zij bepaalde indrukken ontvangen. Peter Hurkos zegt: „Ik kan er niet een eenvoudig antwoord op geven. Ik weet wat er met mij gebeurt — dat mijn persoonlijke leven en persoonlijke gedachten als door een golf worden weggespoeld, en dat ik de wereld werkelijk door de ogen van een ander wiens trillingen ik absorbeer, zie.”
Buitenzintuiglijke waarnemers beamen meestal dat hoe meer zij hun krachten gebruiken hoe sterker deze worden, hoewel sommigen een lange ESP-bijeenkomst uitputtend vinden. Zij zeggen dat zij gewoonlijk geen controle hebben over de beginontvangst van de impulsen, behalve dat zij deze soms naar een bepaalde persoon of een bepaald ding kunnen leiden. De meeste indrukken die hen bereiken, betreffen kleine dingen, in dezelfde zin als de boodschappen die via ouija-borden worden verschaft. En zoals een ouija-bord boodschappen in talen kan overbrengen welke de personen die de borden gebruiken, niet kennen, kunnen buitenzintuiglijke waarnemers soms in talen waar zij niets vanaf weten, zinnen uitspreken.
Een van de meest informatieve beschrijvingen van ESP en de wijze waarop ze tot een waarnemer komt, wordt gegeven door Ronald Edwin, die al meer dan dertig jaar een buitenzintuiglijke waarnemer is. In zijn autobiografie, Clock Without Hands, vertelt hij over de snelheid waarmee ESP-indrukken komen en vervolgens weer verdwijnen. „Dit”, zo verklaart hij, „vestigt onmiddellijk de aandacht op één belangrijke factor: Dat de normale herinneringsprocessen niet nauw bij ESP-impressies betrokken zijn, en helemaal niet in het beginstadium.” Verder verklaart hij nog:
„De ESP-gedachte schijnt sommige van de normale banen in mijn hersenen te gebruiken, maar ze heeft wat ik alleen maar een van een normale gedachte afwijkende ’structuur’ kan noemen. Meestal kunnen deze twee onmogelijk met elkaar verward worden. . . .
De ESP-gedachte komt altijd als een innerlijke stoornis tot mij. Ze arriveert zonder dat er gebruik wordt gemaakt van een van de normale zinnen, zoals de reuk, het gezicht, het gehoor of het gevoel. Haar interessantste kenmerk is een begeleidende drang om in verband hiermee iets te doen. Ik heb altijd een gevoel gehad alsof ik gedwongen werd om te zeggen wat er in mijn hoofd was gekomen, om iemand anders erover te vertellen of het op te schrijven. De komst van een ESP-impressie is haast niet te beschrijven. Óf ze schijnt plotseling in mijn hoofd te ontstaan zoals een luchtbel die uiteenspat . . . óf ze komt op als een plotselinge bewustwording van iets, alsof een gewoon bewust denkproces op het punt staat te beginnen. Ze schijnt onder een hoek van 45 graden van boven door het hoofd zelf mijn hersenen binnen te glijden. . . . Dikwijls komen er namen tot mij alsof ze in mijn hoofd werden uitgesproken.”
HET IDENTIFICEREN VAN DE BRON VAN DEZE KRACHT
„Waar komt ESP in de eerste plaats vandaan?” vraagt deze zelfde buitenzintuiglijke waarnemer. „Ik moet toegeven dat ik het niet weet.” Hij zegt dat de aanwijzingen minimaal zijn, indien ze al bestaan. Toch verschaft zijn eigen biografie er voldoende. Zo vertelt hij bijvoorbeeld van de tijd dat hij probeerde te bewijzen dat een spiritistische seance, met inbegrip van materialisaties met ectoplasma, gemakkelijk was na te bootsen. Hij kocht wat kaasdoek om het ectoplasma te imiteren. Gedurende de seance ging hij in trance en ontdekte later dat hij werkelijk ectoplasma had voortgebracht; uit een wetenschappelijk onderzoek bleek dat dit niet uit kaasdoek had bestaan, maar uit een soort van protoplasma.
„Een bepaald percentage van de gefotografeerde verschijnselen was . . . zeer waarheidsgetrouw. . . . In alle gevallen was ik mij bewust van een eigenaardig gevoel van ’uitbreiding’ en een onverklaarbare gewaarwording van verlies. . . . Hoewel ik bij een van deze gelegenheden in trance was, gaf ik een van de aanwezigen toestemming een stuk van de witte substantie die, zoals later op de foto was te zien, boven mijn hoofd hing, af te breken.
Dit zelfstandig verkregen stuk werd aan een officiële analist, P. Egerton, overhandigd. Voor degenen die er belang in stellen, laten wij hier zijn rapport volgen: ’. . . een kleverige stof die vele schilferachtige epitheelcellen met hun kernen bevat. Er waren ook een paar epitheelcellen zonder kern en enkele uiteengevallen cellen van een soortgelijk karakter. Er werd ook een groot aantal uitermate breekbare eivormige lichaampjes die op schuim leken, bij elkaar gezien en tevens een paar draadjes die veel van katoen weg hadden. Bovendien werden nog enkele organismen en veel amorfe afval, maar geen pus-cellen, waargenomen.’ Het is een vreemde gedachte dat iemand midden onder het plegen van bedrog ook nog werkelijke verschijnselen teweegbrengt.”
Wij zien hier hoe ESP met spiritisme in verband wordt gebracht, want de buitenzintuiglijke waarnemer kon tamelijk onverwacht de gedaanten van ectoplasma voortbrengen die bij spiritistische mediums een normaal verschijnsel vormen. Bovendien geeft deze zelfde buitenzintuiglijke waarnemer nog het volgende toe: „Zelfs in dit land [Engeland] wordt nog steeds toverij, met haar fundamentele aspecten van ESP en, in sommige andere gevallen, misschien ook nog van andere psychische verschijnselen, bedreven.” Merk op dat hij zegt dat toverij de „fundamentele aspecten van ESP” bezit. Voorts kunnen spiritistische mediums sommige van de verschijnselen teweegbrengen die ook gebruikelijk zijn bij buitenzintuiglijke waarnemers, hoewel zij hierbij niet altijd in een toestand van bewustzijn verkeren. Het beroemde Amerikaanse medium mevrouw Piper werd nauwkeurig door leden van de „Society for Psychical Research” bestudeerd, en, zoals het boek Beyond the Reach of Sense verklaart, „waren ze het er allen over eens dat zij een opmerkelijke gave van ESP bezat”.
Wat is dan de bron van ESP? Dezelfde als de kracht die achter spiritistische mediums, vodou-aanhangers, ouija-borden en dergelijke staat — de geestelijke schepselen die door de bijbel „de engelen” worden genoemd „die niet in hun oorspronkelijke positie zijn gebleven, doch hun eigen juiste woonplaats hebben verlaten” (Jud. 6, NW). Vóór de vloed in Noachs tijd materialiseerden deze geestelijke schepselen zich als mensen op aarde; dit betekende ongehoorzaamheid tegenover God, en aldus veranderden deze engelen zichzelf in demonen. Na de Vloed belette God dat zij zich weer zouden materialiseren, en nu opereren deze engelen, die zichzelf tot demonen hebben gemaakt, door bemiddeling van menselijke schepselen of mediums. Jezus Christus wierp door middel van Gods heilige geest demonen uit — deze demonische engelen die de macht bezitten om lichamelijke gebreken teweeg te brengen, mensen te martelen en in hen te gaan huizen. — Matth. 12:28; Luk. 9:38-43; 11:14, 20.
Demonenmachten kunnen menselijke schepselen het vermogen schenken om in het verleden te zien of de toekomst te voorspellen. Dat zij mensen helderziendheid schenken, is niets nieuws. De bijbel vertelt ons hoe de apostel Paulus eens een meisje ontmoette dat „de kunst van voorspelling” beoefende. Zij was een meisje „met een geest, een demon van waarzegging” (Hand. 16:16, NW). Of zij was, zoals The New Testament in Modern English het vertaalt, een „meisje dat een geest van helderziendheid had”, of volgens Knox „een meisje waarin een waarzeggende geest huisde”. Nadat Paulus de „demon van waarzegging” had uitgeworpen, verloor het meisje haar vermogen de toekomst te voorspellen; zij bezat niet langer ESP.
Ook al zeggen buitenzintuiglijke waarnemers dat zij de mensen helpen, toch verandert dit niets aan het feit dat Gods Woord spiritisme als een overtreding van zijn geboden aan de kaak stelt: „Er dient onder u niemand te worden aangetroffen . . . die waarzeggerij pleegt, niemand die magie beoefent, noch iemand die op voortekenen let, noch een tovenaar, noch iemand die anderen bezweert, noch iemand die een geestenmedium raadpleegt, noch een beroepsvoorzegger van gebeurtenissen . . . Jehovah, uw God, heeft u niets dergelijks gegeven.” — Deut. 18:10-14, NW.
God is daarom niet de bron van een dergelijke ESP. Zijn eigen Woord veroordeelt het „beoefenen van spiritisme” voor christenen (Gal. 5:20, 21, NW). Ware christenen trachten niet bij zichzelf ESP tot ontwikkeling te brengen, en ook raadplegen zij geen buitenzintuiglijke waarnemers. Zij weten dat God christenen de bijbel als leidraad heeft gegeven — het Boek dat duidelijk onthult dat ESP niets anders is dan een moderne benaming voor het vermogen om spiritistische verschijnselen teweeg te brengen.