Hoe wij weten dat wij in de „laatste dagen” leven
Er gaat een heel samenstel van dingen verdwijnen. Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat dit in onze tijd gebeurt?
HET „laatste” van iets betekent het laatste gedeelte, het slot, het einde. De laatste dag van de week betekent bijvoorbeeld de laatste vierentwintig uur die de week besluiten.
Als de bijbel over de „laatste dagen” spreekt, heeft dit niet louter betrekking op de dagen van een week, maar op iets veel groters. Als 2 Timótheüs 3:1 verklaart dat „er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen”, slaat dit op een tijdsperiode die over de gehele wereld door catastrofale gebeurtenissen wordt gekenmerkt. Het betekent dat alle elementen van dit samenstel van dingen — de politieke, militaire, economische, sociale en religieuze elementen — hun rampspoedige einde zouden naderen.
Evenals de laatste dag van een week een definitief begin en een definitief einde heeft, hebben ook de „laatste dagen” van dit gehele samenstel van dingen een definitief begin en een definitief einde. Gedurende die beperkte spanne tijds moeten de wereldgebeurtenissen snel tot een climax komen. Die climax zal komen als God zelf een einde aan dit goddeloze samenstel maakt en het door een goed samenstel vervangt. De bijbel belooft: „Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen.” — 2 Petr. 3:8-13.
HOE ZOUDEN WIJ HET WETEN?
Hoe kunnen wij echter weten dat de wereld haar „laatste dagen” heeft bereikt? Is er, afgezien van de bijbelse chronologie, een manier om met zekerheid vast te stellen welke tijdsperiode het einde van dit huidige samenstel van dingen zal beleven?
Dat wilden de discipelen van Jezus in de eerste eeuw ook weten en daarom vroegen zij hem op de man af wat het teken „van het besluit van het samenstel van dingen” zou zijn (Matth. 24:3). Als antwoord somde Jezus vele van de gewichtige gebeurtenissen op die zouden plaatsvinden. Deze gebeurtenissen zouden alle in één geslacht komen ten einde de „laatste dagen” duidelijk te identificeren. Ze zouden als de verschillende lijntjes zijn die iemands vingerafdruk vormen, een afdruk die van niemand anders kan zijn. De „laatste dagen” bevatten hun eigen unieke groepering van kentekens, of gebeurtenissen, die een bepaalde „vingerafdruk” vormen die tot geen enkele andere tijdsperiode kan behoren.
Als de vele factoren samengenomen worden, bemerken wij dat het ons geslacht en onze tijd zijn die in de bijbel als de „laatste dagen” worden geïdentificeerd. In feite leven wij in dit jaar 1967 in werkelijkheid in het laatste gedeelte van die tijd! Dit kan niet alleen maar met de laatste dag van een week vergeleken worden, doch veeleer met het laatste gedeelte van die laatste dag.
IN 1914 BEGINNEN DE „LAATSTE DAGEN”
Alvorens de „laatste dagen” te beschrijven, waarschuwde Jezus: „Gij zult horen van oorlogen en berichten van oorlogen; ziet toe dat gij niet wordt verschrikt. Want deze dingen moeten geschieden, maar het einde is er nog niet” (Matth. 24:6). In overeenstemming met zijn woorden waren er gedurende de eeuwen die volgden vele onlusten onder de natiën, en dat de „laatste dagen” niet in die tijd kwamen, is eenvoudig een feit.
Vervolgens somde Jezus enkele van de gebeurtenissen op die de „laatste dagen” zouden kenmerken. Hij verklaarde: „Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk.” In aansluiting hierop „zullen [er] grote aardbevingen zijn, en in de ene plaats na de andere pestilentiën en voedseltekorten” (Luk. 21:10, 11). Wat vertelde Jezus zijn toekomstige volgelingen? Dat zij moesten uitzien naar een rampspoedige oorlog van tot nu toe ongekende afmetingen, een oorlog die snel gepaard zou gaan met andere rampen, zoals ziekten, voedseltekorten en aardbevingen.
Over welke oorlog sprak Jezus? Over de Eerste Wereldoorlog! Het was de eerste oorlog die aan de beschrijving die hij gaf beantwoordde, want er waren niet slechts natiën bij betrokken, maar hele koninkrijken, ja, de gehele wereld. Sprekend over de Eerste Wereldoorlog, verklaarde het tijdschrift Life: „Er werden meer mensen in gedood dan in enige voorgaande oorlog, en het was de eerste oorlog waar hele natiën in betrokken werden, met inbegrip van burgers.”1
Geen voorgaande oorlog in de geschiedenis was hiermee te vergelijken. Hij was zo anders, dat historici uit die tijd hem De Grote Oorlog noemden. Een encyclopedie verklaart: „De Eerste Wereldoorlog kostte twee maal zoveel mensen het leven als alle grote oorlogen van 1790 tot 1913 bij elkaar.” Er wordt in opgemerkt dat er meer dan 37.000.000 militaire slachtoffers waren en voegde eraan toe: „Het aantal burger-slachtoffers in streken waar werkelijk oorlog was, bedroeg totaal 5.000.000. Honger, ziekten en ontbering vormden de oorzaak van 80 van de 100 doden onder deze burgers. De Spaanse griep, waarvan sommigen de oorlog de schuld gaven, veroorzaakte nog eens tientallen miljoenen doden.”2 Wereldoorlog! Pestilentiën! Voedseltekorten! Precies zoals Jezus voorzei!
Ja, 1914 kenmerkte het „begin van weeën der benauwdheid”, zoals Jezus verklaarde (Matth. 24:8). Het was de scheidslijn, de aanvang van de „laatste dagen”, zoals uit de verklaringen van vele autoriteiten valt op te merken. Op de gedenkdag van de Eerste Wereldoorlog gaf de Londense Evening Star als commentaar dat het conflict „de politieke structuur van de gehele wereld uit elkaar rukte. Niets zou ooit meer hetzelfde kunnen zijn. Als wij allemaal de atoomwaanzin uit ons hoofd zetten en het mensengeslacht blijft bestaan, kan de een of andere historicus in de volgende eeuw met recht concluderen dat 4 augustus 1914 de dag was waarop de wereld krankzinnig werd.”3
De vroegere kanselier van West-Duitsland, Konrad Adenauer, sprak over de tijd van „vóór 1914 toen er echte vrede, rust en veiligheid op deze aarde waren — een tijd waarin wij geen vrees kenden. . . . Veiligheid en rust zijn sinds 1914 uit het leven der mensen verdwenen. En vrede? Sinds 1914 hebben de Duitsers geen echte vrede meer gekend, evenmin als een groot deel der mensheid.”4 Ook de vroegere president van de Verenigde Staten, Dwight D. Eisenhower, zei: „Sinds de Eerste Wereldoorlog is er een verslechtering gaande.”5
Ook heeft, zoals Jezus voorzei, na 1914 een serie aardbevingen de aardbol geschokt, waardoor meer schade werd aangericht en meer slachtoffers vielen dan ooit tevoren. In 1915 werden in Avezzano in Italië 30.000 mensen gedood. In 1920 stierven er 180.000 in Kansoe in China. In 1923 kwamen er 143.000 in Japan om. En aardbevingen zijn met schrikbarende hevigheid blijven optreden en eisten een hogere tol aan levens dan in enige andere periode van de menselijke geschiedenis. Thans beleeft men bijna ieder jaar een grote tragedie ten gevolge van aardbevingen. Alleen al sinds 1960 zijn er in Marokko, Chili, Iran, Joegoslavië, Alaska, Turkije en andere streken verschrikkelijke aardbevingen geweest. Dit vormt duidelijk nog een kenteken van de „vingerafdruk” van deze „laatste dagen”.
ER KOMT MEER
De gebeurtenissen die in verband met de Eerste Wereldoorlog plaatsvonden, waren evenwel, zoals Jezus zei, slechts het „begin” van de „laatste dagen”. Er zou nog veel meer komen. En dat gebeurde.
Merk op wat één historische bron zegt: „De Eerste Wereldoorlog en de nasleep daarvan leidde in het begin van de dertiger jaren tot de grootste economische depressie in de geschiedenis. De gevolgen van de oorlog en de problemen die het regelen van de vrede met zich meebrachten, leidden in bijna elke natie tot onrust.” Dit alles was de directe aanleiding tot de Tweede Wereldoorlog. Hoe hoog was de prijs ervan? „De Tweede Wereldoorlog doodde meer mensen, kostte meer geld, bracht meer schade aan eigendommen toe, trof meer mensen, en veroorzaakte waarschijnlijk verreikender veranderingen dan enige oorlog in de geschiedenis. . . . Naar schatting bedroeg het totaal aantal burgers en militairen dat in de oorlog omkwam, meer dan 22.000.000. Het aantal gewonden is op meer dan 34.000.000 geschat.”6
Dat is een totaal van 56.000.000 slachtoffers, bijna 20.000.000 meer dan in de Eerste Wereldoorlog! De „weeën der benauwdheid” werden werkelijk acuter naarmate de „laatste dagen” hun einde naderden.
Dit is ook het geval met de andere rampen, zoals voedseltekorten. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog „stierven er meer de hongerdood” dan in de Eerste Wereldoorlog, aldus dezelfde bron. Ze voegt eraan toe: „Na het einde van de oorlog hadden velen in Europa en Azië niet voldoende voedsel, onderdak of kleding. Zij hadden gebrek aan brandstof, machines, grondstoffen en geld. Hun boerderijen lagen braak. Kindersterfte en ziekten waren hoog.”7
Ook zijn zulke toestanden er niet draaglijker op geworden. In India, zo zegt U.S. News & World Report van 27 december 1965, is het thans zo gesteld, dat „deze natie tegenover een in de huidige tijd bijna ongeëvenaarde natuurramp staat. Het onvermijdelijke gevolg is, naar men verwacht, een dusdanige wijdverbreide hongersnood als er in de wereld in dit geslacht niet is geweest, tenzij er hulp van buitenaf kan komen.”
GEWELD, IMMORALITEIT, ONTAARDING
Jezus zei ook dat er een ’toename van wetteloosheid’ zou zijn (Matth. 24:12). De apostel Paulus voorzei dat jeugdmisdadigheid, geweld, corruptie en zelfzucht hoogtij zouden vieren: „In de laatste dagen . . . zullen [de mensen] zichzelf liefhebben, . . . ongehoorzaam aan ouders, . . . zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede [zijn], . . . met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God, . . . goddeloze mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger voortgaan.” — 2 Tim. 3:1-5, 13.
Het bericht van onze tijd, gestaafd door de koppen boven het dagelijkse nieuws, schreeuwt uit dat deze dingen op dit moment gebeuren! Let op het volgende bericht: „In de straten van Amerikaanse steden woedden gevechten die soms op een guerrilla-oorlog leken . . . Er spoelt een golf van misdaad en ongeregeldheden over de Verenigde Staten . . . In vele steden zijn vrouwen bang in het donker uit te gaan. En zij hebben er goede redenen voor. Verkrachtingen, aanvallen en sadistische uitbarstingen van zinloos geweld zijn in stijgende lijn. Misdaden schijnen vaak uit pure wreedheid te worden begaan . . . Respect voor wet en orde gaan achteruit.”8
Dit is niet tot één land beperkt. Van de hele wereld komen dezelfde berichten. Uit de Filippijnen: „Er is tegenwoordig geen Filippino veilig op straat. . . . doden uit sensatie, vandalisme en algemene verminking neemt gestaag toe.”9 Zuid-Korea: „Wij kunnen in Seoel nog geen dag vredig leven want de straten worden ’s avonds straten van verschrikking.”10 Zweden: „Men verwacht dat deze kritieke toestanden, die voor iedereen een kwelling zijn, zelfs nog erger worden.”11 Engeland: „De algemene wetteloosheid is groter — het plichtsgevoel is geruïneerd, verplichtingen kent men niet meer en waarheidsliefde is verdwenen.”12 En de communistische landen? „Bijna overal, met inbegrip van Sowjet-Rusland, schijnt de misdadigheid, en helaas vooral de jeugdmisdadigheid, toe te nemen.”13
Wat er over de gehele wereld gebeurt, is precies wat het hoofd van het Federale Bureau van Onderzoek (F.B.I.) in de Verenigde Staten over zijn land zei: „De burgers van dit land behoorden in alle straten van onze steden te kunnen lopen zonder gemolesteerd, aangerand of beroofd te worden. Maar dat kunnen wij thans niet. Deze toestand heerst, bijna zonder uitzondering, in het hele land.”14
En immoraliteit teistert de wereld als een bosbrand. In de Verenigde Staten is het aantal buitenechtelijk geboren kinderen sinds 1945 meer dan verdubbeld. In Latijns-Amerika liggen de cijfers nog vele malen hoger. „Van iedere 1000 levend geboren kinderen zijn er in Guatemala 716 onwettig. In El Salvador 613, in Panama 739 en in Argentinië 240.”15 Uruguay produceerde het cijfer van drie gevallen van abortus tegenover één levend geboren kind.”16
In Groot-Brittannië zei de uitgever en schrijver M. Muggeridge: „De toestand van dit land . . . is, naar mijn mening, beslist afgrijselijk.” Toen hem werd gevraagd hoe hij dacht over de opstandigheid van de Britse jeugd tegen de oude waarden, antwoordde hij: „Ik vind het pure ontaarding. . . . Zij zijn gewoon gedegenereerd . . . de hansworsten van een uitgeput geslacht.”17 Een andere bron vermeldde: „De ineenstorting van de persoonlijke moraal wordt thans in Engeland het gesprek van een verwonderde wereld.”18
RADELOZE ANGST DER NATIËN
Een Amerikaans schoolhoofd zei in een vergadering van onderwijzers, dat het mensdom thans „zo goed als verloren” is. Hij voegde eraan toe: „Alle dingen die sinds 1914 zijn gebeurd, zijn dingen die ’eenvoudig niet konden gebeuren’ en wij zullen nog heel veel van zulke dingen zien.”19
Daarom is dat, wat er, sinds de „laatste dagen” in 1914 zijn begonnen, is gebeurd, precies hetgeen Jezus voorzei: „Op de aarde radeloze angst der natiën, die . . . geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen” (Luk. 21:25, 26). Over juist deze vrees verklaarde D. Lawrence, schrijver van ondertekende dagbladcommentaren: „Het feit doet zich voor dat de grootste op zichzelf staande emotie die thans ons leven beheerst, vrees is.” 20
En dat is nauwelijks te verwonderen, want naast het in razende snelheid toenemen van geweld, misdaad, honger, ziekten en immoraliteit, is er nog iets waar de mensheid angst voor heeft. De New York Times bericht dat de minister van Defensie van de Verenigde Staten zou hebben gezegd dat, „ingeval van een door de Sowjet gelanceerde aanval met raketten, er meer dan 120 miljoen Amerikanen zouden sterven . . . Als deze de dichtbevolkte centrums zou omvatten, . . . zouden er 149 miljoen mensen hun leven bij verliezen.”21
Er valt niet aan te ontkomen. Alle lijntjes van de „vingerafdruk” zijn aanwezig en bewijzen onomstotelijk dat wij ons sinds 1914, nu al meer dan tweeënvijftig jaar, in de „laatste dagen” bevinden! En hierop de aandacht te vestigen is geen onheilsgeschreeuw. Het nabije einde van dit samenstel van dingen en de oprichting van Gods koninkrijk zijn feiten die God thans zelf over de gehele wereld laat bekendmaken, waarmee nog een kenmerk van de „laatste dagen” in vervulling gaat, want Jezus zei dat deze boodschap „op de gehele bewoonde aarde [zal] worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen”. — Matth. 24:14.
Laat u derhalve niet bedriegen door de propaganda van deze wereld die dit samenstel een zonnige toekomst belooft. God belooft het einde ervan. Wie zult u geloven? Luister en leer, ter wille van uw eeuwige geluk, en doe dan wat God van u verlangt, want „de wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid”. — 1 Joh. 2:17.
VERWIJSBRONNEN
1 Life, 13 maart 1964, blz. 45.
2 The World Book Encyclopedia, 1966, Deel 20, blz. 377.
3 London Evening Star, aangehaald in de New Orleans Times-Picayune, 5 augustus 1960.
4 Cleveland West Parker, 20 januari 1966, blz. 1.
5 U.S. News & World Report, 13 september 1965, blz. 20.
6 The World Book Encyclopedia, 1966, Deel 20, blz. 379, 380, 410.
7 Ibid., blz. 410, 411.
8 U.S. News & World Report, 1 augustus 1966, blz. 5, 46, 47.
9 Philippine Islands Weekly Graphic, 13 mei 1964.
10 South Korea Chosun Daily, 14 april 1964.
11 Stockholm Becko-Journalen, 14 mei 1964.
12 Look, 24 september 1963.
13 U.S. News & World Report, 1 november 1965, blz. 80.
14 Ibid., 19 september 1966, blz. 43.
15 Science News Letter, 18 mei 1963, blz. 309.
16 Look, 14 juli 1964.
17 U.S. News & World Report, 25 juli 1966, blz. 67, 69.
18 Intelligence Digest, september 1966, blz. 4.
19 St. Paul Dispatch, 19 januari 1963, blz. 2.
20 U.S. News & World Report, 11 oktober 1965, blz. 144.
21 The New York Times, 19 februari 1965, blz. 1.