-
Valse herders uit Gods dienst ontslagenDe Wachttoren 1976 | 15 april
-
-
maar zij zijn als engelen in de hemel. Wat de opstanding der doden betreft, hebt gij niet gelezen wat door God tot u werd gesproken, toen hij zei: „Ik ben de God van Abraham en de God van Isaäk en de God van Jakob”? Hij is niet de God van de doden, maar van de levenden.’ Toen de scharen dit hoorden, stonden zij versteld over zijn leer.”
Het ontslaan van de „drie herders” werd ten slotte voltooid doordat Jezus de Farizeeën erop wees dat zij dwaalden door te ontkennen dat hij de Zoon van God was: „Terwijl nu de Farizeeën vergaderd waren, vroeg Jezus hun: ’Wat denkt gij omtrent de Christus? Wiens zoon is hij?’ Zij zeiden tot hem: ’Van David.’ Hij zei tot hen: ’Hoe kan David hem dan onder inspiratie „Heer” noemen, door te zeggen: „Jehovah heeft tot mijn Heer gezegd: ’Zit aan mijn rechterhand totdat ik uw vijanden onder uw voeten stel’”? Indien David hem daarom „Heer” noemt, hoe is hij dan zijn zoon?’ En niemand kon hem een woord ten antwoord geven, evenmin durfde iemand hem van die dag af nog iets te vragen.”
Hier stelde Gods rechtstreekse vertegenwoordiger, zijn Voortreffelijke Herder, Jezus Christus, deze klassen openlijk aan de kaak als waardeloze herders die door Jehovah God waren afgekeurd. Kort daarna sprak hij een vernietigend oordeel over hen uit. — Matth. hfdst. 23.
ALLE VALSE HERDERS ZULLEN SPOEDIG VERDWIJNEN
Aangezien Jehovah handelend is opgetreden tegen de valse herders in de dagen van Zacharía, en wederom toen Christus op aarde was, kunnen wij er zeker van zijn dat hij tegen de hedendaagse valse herders zal optreden. Zacharía werd ertoe geïnspireerd over het verdiende oordeel te profeteren dat de „herder die niets waard is” zal treffen: „Aan de schapen die verdelgd worden, zal hij geen aandacht schenken. Het jonge zal hij niet zoeken, en het gebroken schaap zal hij niet helen. Het stilstaande zal hij niet van voedsel voorzien, en het vlees van het vette zal hij eten en de hoeven van de schapen zal hij afrukken. Wee mijn herder die niets waard is, die de kudde verlaat! Een zwaard zal over zijn arm en over zijn rechteroog komen. Zijn eigen arm zal zonder mankeren verdorren, en zijn eigen rechteroog zal zonder mankeren verduisterd worden.” — Zach. 11:15-17.
Welke situatie bestaat er thans onder de mensen? Zijn zij niet als schapen die „verdelgd” zijn of uit het beeld zijn verdwenen, die gebroken zijn en geen genezing hebben ontvangen en die tot voedsel dienen van corrupte, steekpenningen aannemende herders, die hen zelfs tot hun „hoeven” aan toe verslinden? Jehovah zegt dat, omdat de slechte herders hem niet werkelijk vertegenwoordigen en niet zijn zegen genieten, hun „arm” van macht en vermogen zal verschrompelen en hun „rechteroog”, hun beste oog voor het uitoefenen van regeringstoezicht, steeds meer zal verduisteren. Wij kunnen zelfs nu al zien dat mannen in „herderlijke” posities heel erg verward zijn en in verlegenheid verkeren. In de naderende „grote verdrukking” over deze wereld zal Jehovah de ’waardeloze herder’-klasse volledig vernietigen.
De vernietiging van de valse herders zal bevrijding van onderdrukking betekenen voor degenen die naar Jezus Christus als de „voortreffelijke herder” opzien (Joh. 10:11). God zegt door bemiddeling van zijn profeet Jesaja: „Aan de wegen zullen zij weiden, en op alle veel betreden paden zal hun weide zijn. Zij zullen niet hongeren, noch zullen zij dorsten, noch zal verschroeiende hitte of zon hen treffen. Want Degene die medelijden met hen heeft, zal hen leiden, en aan de waterbronnen zal hij hen voeren.” (Jes. 49:9, 10; vergelijk Openbaring 7:9-17.) Laten allen die in vrede en geluk willen leven, in de bijbel kijken, de leiding van Gods „voortreffelijke herder” onderscheiden en overeenkomstig zijn leiding de weg des levens bewandelen.
-
-
Schapen reageren op de stem van de herderDe Wachttoren 1976 | 15 april
-
-
Schapen reageren op de stem van de herder
● Jezus Christus toonde in een van zijn illustraties aan dat schapen leren de stem van de herder te herkennen en alleen op zijn stem te reageren: „De schapen luisteren naar zijn stem, . . . de schapen volgen hem, omdat ze zijn stem kennen” (Joh. 10:3, 4). Een reiziger die het Heilige Land bezocht, ondervond de nauwkeurigheid van die woorden. Hij bericht: „We wilden enkele schapen filmen en trachtten hen dicht bij ons te doen komen. Maar ze volgden ons niet omdat ze onze stem niet kenden. Toen kwam er een herdersjongen langs; nauwelijks had hij ze geroepen, of ze volgden hem. We namen de stem van de herder op een bandrecorder op en speelden die later af. Tot onze grote verbazing volgden de schapen nu zelfs ons!”
-