Wat voor God aanbidt u?
’WIJ AANBIDDEN immers allemaal dezelfde God!’ Hoe vaak hoort men dit niet zeggen als de verschillen in religie ter sprake komen, of wanneer een christelijke bedienaar van het evangelie anderen over God wil vertellen!
Is die bewering echter juist en waar? Er zijn veel verschillende religies. Wordt in al deze religies dezelfde God aanbeden of wordt God in plaats daarvan in iedere religie met min of meer andere hoedanigheden afgeschilderd?
De christelijke getuigen van Jehovah geloven en leren dat God een geest is, dat hij uniek is en dat er niemand is als Hij. Dit stemt overeen met Jezus’ woorden: „God is een Geest, en wie hem aanbidden, moeten hem met geest en waarheid aanbidden” (Joh. 4:24). Gelooft u dat dit waar is van God? De Getuigen geloven ook dat hij de Allerhoogste is, boven alle anderen, dat hij altijd heeft bestaan en dat hij nooit een begin heeft gehad. „Opdat men weet dat gij, wiens naam Jehovah is, gij alleen de Allerhoogste zijt over heel de aarde.” Ja, Hij is „de Koning der eeuwigheid” (Ps. 83:18; 1 Tim. 1:17). Gelooft u dit? De Getuigen geloven dat God almachtig en onbeperkt in macht en wijsheid is; dat hij onberispelijk in rechtvaardigheid, volmaakt in liefde en volkomen onzelfzuchtig is. Gelooft u dat dit waar is van uw God? Als u in de God van de bijbel gelooft, wel. — Gen. 17:1; Deut. 32:4; Rom. 11:33; 1 Joh. 4:8.
Maar gelooft de meerderheid der mensen van de kerken van de christenheid in zo’n God? Leert uw kerk de Drieëenheid? Veel kerklidmaten vinden een beschrijving of definitie van de Drieëenheid erg moeilijk te begrijpen. Sommige religieuze waardigheidsbekleders raden hun geestelijken in feite af te trachten deze leerstelling aan hun kudden uit te leggen. Ze is het volledigst uiteengezet in wat de geloofsbelijdenis van Athanasius wordt genoemd. Die geloofsbelijdenis definieert de Drieëenheid onder andere als: „Onmetelijk is de Vader, onmetelijk de Zoon, onmetelijk ook de Heilige Geest. Eeuwig is de Vader, eeuwig de Zoon, eeuwig ook de Heilige Geest, en toch zijn er niet drie Eeuwigen, maar één Eeuwige, . . . Evenzo is de Vader almachtig, almachtig de Zoon, almachtig ook de Heilige Geest, en toch niet drie Almachtigen, maar één Almachtige. . . . In deze Drieëenheid is niet eerder of later, niet groter of kleiner.” Als u deze beschrijving moeilijk te begrijpen en te geloven vindt, waarom zou u dan niet aan uw predikant of priester vragen of uw kerk deze geloofsbelijdenis van Athanasius onderschrijft?
Zou u willen weten wat de bijbel over God zegt? Welnu, in plaats van te leren dat God uit drie personen bestaat die allen even onmetelijk, eeuwig, almachtig, enzovoort, zijn, zegt de bijbel duidelijk: „Jehovah, onze God, is één Jehovah” (Deut. 6:4). Onderzoekt u het maar als u wilt, er is noch in de Hebreeuwse noch in de christelijke Griekse Geschriften één verklaring te vinden waaruit blijkt dat God uit drie personen bestaat en dat hij zijn eeuwige bestaan en almacht met twee anderen deelt. Zelfs de New Catholic Encyclopedia geeft toe: „Het dogma van de Heilige Drieëenheid wordt niet in het O[ude] T[estament] geleerd. . . . Het mysterie van de Heilige Drieëenheid werd niet aan het Uitverkoren Volk van het O.T. onthuld.” „Men dient niet zonder ernstig voorbehoud over het leerstuk van de Drieëenheid in het Nieuwe Testament te spreken.” Deze autoriteit dateert het dogma van „een God in drie Personen” in feite in het laatste kwart van de vierde eeuw. „Er is onder de Apostolische Vaders niets geweest wat zulk een denkwijze of perspectief ook maar enigszins benadert.” — Deel XIV, blz. 306, 295, 299.
Bij uw onderzoek in de Schrift zult u bovendien bemerken dat Jezus, verre van aanspraak op gelijkheid met zijn Vader, Jehovah God, te maken, verklaarde: „De Vader is groter dan ik.” Verre van eeuwig met zijn Vader te bestaan, lezen wij dat Jezus „de eerstgeborene van heel de schepping” en „het begin van de schepping door God” is. Sommigen redeneren dat „eerstgeborene” hier louter betekent dat Jezus de voornaamste is en niet dat hij werkelijk werd geboren. Maar als hij de eerste of voornaamste van de schepping was, dan moet hij geschapen zijn en een begin gehad hebben! Eenvoudige logica zegt ons immers dat de Vader en Schepper ouder is dan de Zoon en de schepping, niet waar? En verre van almachtig te zijn, bad Jezus Christus toen hij op aarde was tot zijn Vader om hulp. — Joh. 14:28; Kol. 1:15; Openb. 3:14; Hebr. 5:7, 8.
Beschouwt u nu eens een ander aspect van de God die u aanbidt. U gelooft ongetwijfeld dat God goed is. Maar onderschrijft uw kerk de leerstelling dat God de goddelozen met een eeuwige foltering in een hellevuur straft? Billy Graham, Amerika’s populairste evangelist van thans, bracht het eens als volgt onder woorden: „De leerstelling van een letterlijke hel vindt men in de geloofsbelijdenissen van alle belangrijke kerken. . . . God achtte de hel reëel genoeg om Zijn enige Zoon naar de wereld te zenden ten einde mensen van de hel te redden.” Hij zei met betrekking tot deze leerstelling ook: „Ik geef toe dat het de moeilijkst te aanvaarden leer van alle leerstellingen van het christendom is.”
De gangbare rooms-katholieke zienswijze over de hel wordt uiteengezet in de New Catholic Encyclopedia (1967, Deel 6, blz. 1005): „Het is onmogelijk de ernst van Jezus’ waarschuwing tegen zonde waarvan men geen berouw heeft, te verzachten, en degenen die dit uit sentimentaliteit trachten te doen, verdraaien Zijn leer en die van het N[ieuwe] T[estament] als geheel. Het voornaamste kenmerk van de hel zoals deze in het N.T. wordt afgeschilderd, is haar vuur dat onuitblusbaar . . . en eeuwig is. . . . Wat er ook met de uitdrukkingen ’onuitblusbaar vuur’ en ’eeuwig vuur’ mag worden bedoeld, ze dienen niet te worden weggeredeneerd als zouden ze geen betekenis hebben.”
Hoe staat het nu met deze kerkelijke geloofsbelijdenissen die God afschilderen als iemand die slechte mensen in een vagevuur of een onuitblusbaar, eeuwig hellevuur foltert? Aanbidt u zo’n God? Wat zegt de bijbel over deze kwestie?
Als God rechtschapen en volkomen rechtvaardig is, zal hij beslist de goeden zegenen en de kwaden straffen. Maar hoe straft God de onverbeterlijke goddeloze? De bijbel vertelt ons duidelijk dat ’het loon dat de zonde betaalt, de dood is’ en de dood is het tegenovergestelde van leven. U weet dat iemand levend en zich bewust van pijn zou moeten zijn om in een vurige hel te lijden. De bijbel zegt daarentegen dat degenen die niet in de Zoon geloven, „vernietigd”, weggevaagd, uitgeroeid zullen worden. — Rom. 6:23; Joh. 3:16.
Herinnert u zich hoe God Adam waarschuwde dat hij, als hij van de verboden vrucht zou eten, zou sterven? Neen, God zei niet dat hij zou worden gefolterd. Na het eten van de vrucht werd Adam dus niet tot eeuwige pijniging, maar tot de dood veroordeeld: „In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert . . . Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren.” Na 930 jaar gebeurde dit ook met Adam. — Gen. 2:16, 17; 3:19; 5:5.
U weet dat God liefde is. De bijbel zegt dit (1 Joh. 4:8). Er wordt ook in de bijbel verklaard dat God barmhartig is en behagen schept in liefderijke goedheid (Micha 7:18, 19). Mensen met een eeuwige pijniging te straffen is noch liefdevol noch barmhartig, is het wel? De bijbel zegt ons bovendien dat God volmaakt rechtvaardig is (Deut. 32:4). Om iemand tot in alle eeuwigheid te martelen omdat hij niet op de smalle weg is gekomen die tot leven leidt, zou niet rechtvaardig zijn (Matth. 7:13, 14). Onvolmaakte mensen maken nota bene wetten die wreedheid en ongewone straffen, zelfs als het dieren betreft, verbieden. Zijn zij rechtvaardiger dan God? Als uw kerk eeuwige pijniging leert, stel uw geestelijke dan deze vraag en kijk eens wat hij zegt.
De leer van eeuwige pijniging is in strijd met Gods liefde, wijsheid, rechtvaardigheid en macht en spreekt aldus de bijbel tegen. Maar in Gods Woord worden deze eigenschappen van God overtuigend vastgesteld. Van Adam en Eva werd terecht geëist dat zij waardering voor het leven en de zegeningen daarvan zouden tonen. Door God ongehoorzaam te zijn, toonden zij gebrek aan waardering voor Gods zegeningen. Toch toonde God zijn liefde door erin te voorzien dat zijn Zoon stierf opdat allen die niet zoals Adam opzettelijk hadden gezondigd, de gelegenheid zouden hebben eeuwig leven te verkrijgen (Joh. 3:16). Deze zegeningen zullen de mensheid door middel van een opstanding uit de doden en door middel van Gods koninkrijk ter beschikking worden gesteld. Door deze regeling verheerlijkt God tegelijk zijn rechtvaardigheid, zijn liefde, zijn wijsheid en zijn macht. — Joh. 5:28, 29.
Ja, de bijbel laat zien dat Jehovah God één Persoon (niet drie in één) is, en ook dat hij oneindig in wijsheid en macht, volmaakt in rechtvaardigheid, tot in de hoogste graad onzelfzuchtig en volkomen liefdevol is. Als u zo’n God aanbidt, zult u blij zijn te weten dat er meer dan anderhalf miljoen anderen zijn die ook zo’n God aanbidden. Zij staan bekend als Jehovah’s getuigen.
Waarom zou u niet naar de dichtstbijzijnde Koninkrijkszaal gaan als u dit niet alreeds doet? U kunt daar de bijbel bestuderen, samen met Jehovah’s getuigen die geen God aanbidden die louter een schepping van het brein van mensen, enkel een produkt van de verbeelding is. Zij aanbidden in plaats daarvan Degene die de Schepper van het universum is en wiens liefdevolle hoedanigheden zo duidelijk in de bijbel staan beschreven. Als deze God van de bijbel uw God is, sluit u dan aan bij degenen die Jehovah loven en dienen. Op deze wijze kunt ook u de zegen genieten die alleen deze God kan geven — vrede des geestes met tevredenheid nu, en eeuwig leven in zijn nieuwe ordening die weldra zal komen!
[Illustratie op blz. 324]
De Drieëenheid — wist u dat sommigen die deze leer onderwijzen, toegeven dat ze niet in de bijbel staat?