Vragen van lezers
● Hoe moet 1 Korinthiërs 6:18 worden opgevat, waar staat: „Elke andere zonde die een mens kan begaan, is buiten zijn lichaam, maar hij die hoererij beoefent, zondigt tegen zijn eigen lichaam”? — V.S.
De apostel Paulus liet de bovenstaande aanhaling voorafgaan door het gebod: „Ontvliedt de hoererij.” Het is duidelijk dat hij een uitgesproken mening over dit onderwerp had, want zonder enig verbindingswoord ging hij van zijn voorgaande opmerkingen over op dit gebod „Ontvliedt de hoererij” en hij zette het in de tegenwoordige tijd, zoals blijkt uit de tussen de regels geplaatste tekst van The Kingdom Interlinear Translation, welke luidt: „Weest voortdurend op de vlucht voor de hoererij.” Hij zegt ons dat wanneer maar ook de verleiding of de gelegenheid zich voordoet hoererij te plegen, wij niet moeten dralen of er niet over moeten debatteren, maar onmiddellijk moeten vluchten. Jozef, de zoon van de patriarch Jakob, heeft ons in dit opzicht een voortreffelijk voorbeeld gesteld. Hij vluchtte toen hij door de vrouw van zijn meester Potifar werd lastig gevallen. — Gen. 39:12.
Waarom had de apostel Paulus zo’n uitgesproken mening over deze kwestie toen hij aan de christenen in Korinthe schreef? Omdat het zo’n losbandige stad met een en al verleiding tot het plegen van immoraliteit was. Het was het centrum van de aanbidding van Venus, de godin van seksueel genot. Geen wonder dat Korinthe als de meest immorele stad van het oude Griekenland werd beschouwd. Van deze aanbidding van Venus is de naam afkomstig voor de ziekten die veroorzaakt worden door losbandige seksuele betrekkingen, namelijk venerische ziekten. Met betrekking hiertoe wordt ons verteld dat gonorroea een van de oudste en meest wijdverbreide van alle ziekten is die de mensheid teisteren, terwijl syfilis als een van de grootste rampen van de mensheid wordt beschreven.
Hoe verschrikkelijk zijn de gevolgen van deze venerische ziekten niet! Ze kunnen onvruchtbaarheid bij vrouwen, blindheid bij het nageslacht en seniliteit op de oude dag veroorzaken, om maar een paar van de meest tragische gevolgen te noemen. Ondanks deze verschrikkelijke gevolgen, nemen venerische ziekten toe; ze nemen, naar men zegt, zelfs epidemische proporties aan. Hoewel enkele andere zonden, zoals dronkenschap, het lichaam als men erin volhardt tot op zekere hoogte kunnen schaden, lijdt het geen twijfel dat men door hoererij te bedrijven het meest tegen zijn eigen lichaam zondigt.
Dat men door hoererij te bedrijven, in deze zin tegen zijn eigen lichaam zondigt, besefte de wijze koning Salomo uit de oudheid reeds. Sprekend over de naweeën van betrekkingen met een hoer, zegt hij: „De nawerking van haar is even bitter als alsem; ze is even scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen af naar de dood.” „Een pijl [klieft] zijn lever open . . ., net als een vogel zich haast naar het klapnet, en hij heeft niet geweten dat zijn eigen ziel ermee gemoeid is.” Ja, venerische ziekten tasten dikwijls de lever — het grootste orgaan in het lichaam — aan en richten verwoesting aan. — Spr. 5:3-11; 7:23.
Hoererij kan in zekere opzichten vergeleken worden met het breken van een prachtig stukje porselein. Het porselein kan gelijmd worden, maar de breuk zal altijd te zien zijn. Hoererij zou ook met een ernstige derdegraads verbranding vergeleken kunnen worden. Door berouw kan de wond helen, zo zou men kunnen zeggen, doch niet zonder een litteken achter te laten dat iemand altijd aan de zonde zou herinneren. Ja, hoererij is een unieke zonde tegen het lichaam, want het hele lichaam en de hele persoonlijkheid zijn erbij betrokken.
Dit geldt ook voor overspel, dat erbij inbegrepen zou zijn indien de apostel Paulus het woord porneia — hier vertaald met „hoererij” — in zijn ruimere zin gebruikte zoals het soms in de christelijke Griekse Geschriften is gebruikt. Zo sprak Jezus Christus over een man die van zijn vrouw scheidde op andere gronden dan hoererij (porneia), hetgeen betekent op andere gronden dan overspel. Het Nederlandse woord pornografie met zijn ruime betekenis is afkomstig van deze Griekse stam. — Matth. 19:9.
Een parallelle schriftplaats die licht op dit onderwerp werpt, is Romeinen 1:26, 27, waar Paulus aantoont dat homoseksuelen tegen hun eigen lichaam zondigen: „Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke seksuele begeerten, want ook hun vrouwen hebben het natuurlijke gebruik van zichzelf veranderd in een tegennatuurlijk gebruik; en insgelijks hebben ook de mannen het natuurlijke gebruik van de vrouw laten varen en zijn zeer verhit geworden in hun wellust jegens elkaar, mannen met mannen, ontucht plegend en in zichzelf de volledige vergelding ontvangend die hun voor hun dwaling toekwam.” De woorden van Paulus in 1 Korinthiërs 6:18 zouden trouwens homoseksualiteit kunnen omvatten, want Griekse schrijvers hebben porneia ook gebruikt met betrekking tot homoseksualiteit.
De apostel Paulus zegt echter ook dat porneia niet alleen zondigen tegen iemands eigen lichaam is, doch dat, in tegenstelling daarmee, ’elke andere zonde buiten het lichaam is’. Hoe kan dit? Over dit speciale aspect hebben bijbelcommentators zich eeuwenlang het hoofd gebroken en zij hebben verschillende verklaringen aan de hand gedaan. Hun commentaren waren over het algemeen in overeenstemming met het voorgaande, namelijk dat de apostel in betrekkelijke zin sprak. Als wij de inhoud echter aan een onderzoek onderwerpen, kunnen wij zien dat zijn woorden ook in volstrekte zin opgevat kunnen worden. Merk op wat hij zegt:
„Het lichaam nu is niet voor hoererij, maar voor de Heer, en de Heer is voor het lichaam. Weet gij niet dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan de leden van de Christus wegnemen en ze tot leden van een hoer maken? Moge dat nooit geschieden! Wat! Weet gij niet dat hij die zich met een hoer verenigt, één lichaam is? Want: ’De twee’, zo zegt hij, ’zullen één vlees zijn’. Hij daarentegen die zich met de Heer verenigt, is één geest.” — 1 Kor. 6:13, 15-17.
Ja, de gezalfde christenen aan wie Paulus schreef, waren ten huwelijk beloofd aan Jezus Christus, zoals hij opmerkte met de woorden: „Ik persoonlijk heb u aan één man ten huwelijk beloofd om u als een eerbare maagd aan de Christus aan te bieden” (2 Kor. 11:2). In het geval van Hebreeuwse verloofden uit de oudheid, was ontrouw net zo strafbaar als overspel. Paulus merkt echter op: „De Heer is voor het lichaam.”
Een christen die hoererij beoefent, zondigt dus op unieke wijze tegen zijn lichaam doordat hij zijn lichaam wegneemt van Christus en het tot één maakt met een hoer. Geen enkele andere zonde kan op zichzelf genomen het lichaam van een christen van eendracht met Jezus Christus scheiden, door het één met iemand anders, een hoer, te maken. In dit opzicht kan werkelijk gezegd worden dat ’elke andere zonde buiten het lichaam is’. En hoewel de woorden van Paulus in de eerste plaats betrekking hebben op de gezalfde christenen die ten huwelijk zijn beloofd aan Christus, hun Heer, geldt het beginsel thans ook voor zijn „andere schapen”. — Joh. 10:16.
Hoe wijs en krachtig is het gebod van de apostel Paulus: ’Weest voortdurend op de vlucht voor de hoererij!’ Het kan de afschuwelijkste gevolgen voor het letterlijke lichaam hebben. Zoals geen andere zonde, maakt hoererij degenen die het beoefenen onrein. Door hoererij te bedrijven, zondigt men inderdaad op unieke wijze tegen zijn eigen lichaam, want zoals geen andere zonde wordt hierdoor het lichaam van een christen weggenomen van ’één-zijn’ met zijn Heer Jezus Christus en wordt het één gemaakt met een hoer.