Wordt u geleid door een gevoelig christelijk geweten?
1. Welke uitwerking heeft de bijbelse waarheid op mensen gehad?
WELKE grote veranderingen hebben velen die christenen zijn geworden in hun leven aangebracht! Personen in het oude Korinthe die christenen werden, waren hoereerders, afgodendienaars, homoseksuelen, dieven en dronkaards geweest. Maar toen zij de waarheid van Gods Woord hoorden en toepasten, veranderden zij en werden zij „rein gewassen” (1 Kor. 6:9-11). Kent u personen die net zulke veranderingen in hun leven hebben aangebracht? Misschien hebt u dit, met Gods hulp, zelf wel gedaan.
2. Welke uitwerking heeft Gods Woord op iemands geweten, en waarom is dit heilzaam?
2 Wat is het voortreffelijk wanneer personen die door de christelijke boodschap worden getroffen, zich gaan afkeren van de handelwijze die overeenkomt met de beschrijving in Titus 1:15: „Voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn, is niets rein, maar zowel hun geest als hun geweten is verontreinigd.” Iemand die Gods wetten en beginselen leert kennen, vermijdt echter niet alleen flagrante morele overtredingen, maar ontwikkelt ook een gevoeliger geweten. Is uw eigen geweten niet een nauwkeuriger gids geworden naarmate u in kennis van en waardering voor Gods wil en persoonlijkheid bent toegenomen? Dit is iets wat zeer begerenswaardig is. Wanneer u een christelijk geweten bezit dat op juiste wijze gevoelig is en u luistert naar wat uw geweten zegt, kan dit u helpen Gods gunst te verwerven en een vrediger leven te leiden, doordat u de pijn bespaard blijft welke vaak degenen kwelt die een verontreinigd geweten hebben en kan het u helpen een voorbeeldig leven als een ware christen te leiden. — Vergelijk 1 Petrus 3:21.
HET GEWETEN — HOE GEVOELIG?
3. Wat zullen christenen met betrekking tot het geweten willen vermijden?
3 Ongetwijfeld zullen wij als christenen geen geweten willen hebben dat „verontreinigd” of „toegeschroeid” is, want zo’n geweten zou ons niet kunnen helpen Gods beeld te weerspiegelen (Ef. 4:19). Aan de andere kant dient ons geweten niet op een overdreven of onevenwichtige wijze gevoelig te worden; aangezien wij onvolmaakte mensen zijn, zou dat kunnen gebeuren als wij niet oppassen.
4. Tot welke handelwijze met betrekking tot het betalen van belasting zou een overgevoelig of onevenwichtig geweten iemand kunnen brengen?
4 Zo zou iemand bijvoorbeeld kunnen erkennen dat Jehovah de oorlogen van de natiën niet steunt maar dat hij zijn volk ertoe aanspoort de wegen van vrede te leren (Jes. 2:4). Zou het, aangezien hij weet dat de natiën hun legers gewoonlijk met belastinggeld ondersteunen, evenwichtig en schriftuurlijk zijn wanneer zijn geweten hem ertoe zou leiden te weigeren belasting te betalen, of zijn belasting te betalen minus een percentage dat overeenkomt met wat de regering aan de landsverdediging uitgeeft? Hoewel sommige personen een dergelijk standpunt hebben ingenomen, getuigen de bijbelse bewijzen tegen een geweten dat tot een dergelijke handelwijze aanzet. Er wordt aan christenen duidelijk gezegd dat zij hun belasting moeten betalen, en dit werd in de bijbel opgetekend ondanks het feit dat de toen bestaande Romeinse regering een groot leger ondersteunde (Matth. 22:17-21; Rom. 13:1, 7). Een christen kan dus, met een rein geweten dat door Gods Woord evenwichtig is gehouden, zijn belasting betalen, terwijl hij de verantwoordelijkheid voor de besteding van het geld aan de regering overlaat.
5, 6. (a) Welke uitwerking dient een geweten dat op juiste wijze gevoelig is, daarentegen in dit opzicht op iemand te hebben? (b) Hoe toont de bijbel dit aan?
5 Precies zo dient deze bijbelse raad iemands geweten dusdanig te vormen dat hij al zijn belasting betaalt. Wordt u door uw geweten daartoe aangespoord? Of heeft uw geweten de invloed ondervonden van de alom heersende belastingontduiking? Ter illustratie het volgende: Indien uw omstandigheden zijn veranderd — misschien zijn de kinderen gehuwd en hebben zij het ouderlijk huis verlaten, hetgeen voor u betekent dat u meer belasting moet betalen — heeft uw geweten u er dan toe aangezet de feiten te vermelden en de volledige belasting te betalen? De waarschijnlijkheid dat iemands belastingaangifte zorgvuldig wordt gecontroleerd en de feiten worden ontdekt, kan inderdaad zeer gering zijn. Maar voor een christen die een geweten bezit dat op juiste wijze gevoelig is, vormt het verlangen straf te vermijden niet de enige reden waarom hij juist handelt; het geweten vormt eveneens een factor. Bemerkt u dat dit in uw geval ook zo is?
6 Paulus schreef in dit verband: „Er is daarom een dwingende reden voor ulieden om in onderworpenheid te zijn, niet alleen vanwege die gramschap [tegen wetsovertreders], maar ook vanwege uw geweten” (Rom. 13:5). Uw gevoelige christelijke geweten, dat op juiste wijze evenwichtig is, dient derhalve een belemmerende en leidende kracht ten goede te zijn. Is dat zo? Hoe gevoelig en behulpzaam is uw geweten eigenlijk? Laten wij ter illustratie eens enkele voorbeelden beschouwen die ons kunnen helpen dit vast te stellen.
HET GEWETEN EN ONZE WERKKRING
7. Hoe verschijnt het geweten in het beeld met betrekking tot iemands werkkring?
7 Iemands werkkring vormt een terrein waarop zich veel problemen voordoen waarbij het christelijke geweten gebruikt moet worden. Sommige vormen van werk, zoals het maken van afgodsbeelden, werkzaamheden in een gokgelegenheid of in dienst staan van een vals-religieuze organisatie, zijn duidelijk in strijd met de Schrift. Christenen vermijden deze werkzaamheden derhalve (1 Joh. 5:21; Kol. 3:5; Openb. 18:2, 4, 5). Niet alle aangelegenheden in verband met iemands werkkring zijn echter zo duidelijk. Bepaalde werkzaamheden kunnen zich als het ware in een „grijs vlak” bevinden. En hoewel er niets op iemands eigenlijke werk valt aan te merken, kan hem af en toe gevraagd worden iets te doen wat twijfelachtig is. Het geweten kan er dus bij betrokken zijn.
8, 9. (a) Illustreer een werkkringprobleem waarbij het geweten gebruikt moet worden. (b) Welke overwegingen stonden deze christenen destijds voor de geest?
8 Zo zijn er bijvoorbeeld werkkringproblemen waarbij bloed betrokken is. De bijbel verklaart duidelijk dat Gods dienstknechten geen bloed mogen eten (Gen. 9:3, 4; Hand. 15:19, 20). Jehovah’s christelijke getuigen eten derhalve geen voedsel dat bloed bevat, zoals bloedworst, en ook aanvaarden zij geen bloedtransfusies. Maar hoe is de situatie wanneer u in uw werkkring af en toe bloed of bloedprodukten moet hanteren? Zou uw geweten u dat toestaan? Een getuige in de Amerikaanse staat Colorado verrichtte als eerste klinisch chemicus in een ziekenhuislaboratorium proeven op verschillende lichaamsweefsels en -vloeistoffen. Tot de vele dingen die hij moest onderzoeken, behoorden ook bloedmonsters. Soms moest hij het bloed van een patiënt alleen maar onderzoeken op het suiker- of cholesterolgehalte. Maar andere keren moest hij voor transfusiedoeleinden een kruisproef verrichten. Kon hij dat doen?
9 Deze christen dacht zorgvuldig over de kwestie na. Het was duidelijk dat het voor een christen niet juist zou zijn exclusief voor een bloedbank te werken, waar alles een doel diende dat in strijd was met Gods wet. Dit was echter niet zijn situatie; hij verrichtte proeven op allerlei gebied. Bovendien zou een christen, indien hij als arts voor een bepaalde beslissing verantwoordelijk is, geen bloedtransfusie voor een patiënt kunnen voorschrijven, evenmin als een christelijke winkeleigenaar afgodsbeelden of sigaretten zou kunnen bestellen en in voorraad hebben. Deze chemicus besefte echter dat hij in verband met bloed slechts een proef verrichtte, evenals een verpleegster wat bloed kan hebben afgenomen, een boodschapper het naar het laboratorium gebracht kon hebben en iemand anders op doktersvoorschrift een transfusie of een andere geneeskundige behandeling zou kunnen toedienen. Hij dacht na over het beginsel in Deuteronomium 14:21. Volgens die tekst kon een jood die een karkas vond van een dier dat vanzelf was gestorven, zich ervan ontdoen door het aan een buitenlander te verkopen die niet onderworpen was aan de Wetsvoorschriften over dierlijk vlees waaruit men niet het bloed had laten weglopen. Het geweten van de chemicus stond hem indertijd dus toe bloedproeven te verrichten, met inbegrip van het onderzoek van bloed voor transfusies aan patiënten die zich niets aan Gods wet over het bloed gelegen lieten liggen.
10. Welke vragen kunnen wij beschouwen in verband met de wijze waarop wij dit werkkringprobleem zouden oplossen?
10 Zou uw geweten zo gereageerd hebben? Indien dit niet zo is, vraag u dan ter wille van deze bespreking eens af of uw geweten u zou toestaan om als werknemer het bloedmonster naar het laboratorium te brengen voor onderzoek. Of, om nog een stapje verder van de werkelijke transfusie weg te gaan, zou u als vrachtautochauffeur de voor het onderzoek noodzakelijke apparatuur naar het ziekenhuis kunnen vervoeren? Of zou uw geweten u toestaan glas te maken dat voor de vervaardiging van een dergelijke apparatuur gebruikt zou kunnen worden? Het is duidelijk dat niet al deze dingen redelijkerwijs als een rechtstreekse bijdrage tot het overtreden van Gods wet met betrekking tot bloed beschouwd kunnen worden. Maar waar ’trekt men de lijn’? Hier gaat het geweten meespreken. Hoewel een christen dingen moet vermijden die onmiskenbaar in strijd zijn met Gods wet, wordt er van hem verlangd dat hij bij het oplossen van veel kwesties zijn geweten gebruikt. Zou uw geweten u in zulke situaties een goede dienst bewijzen? Is het gevoelig?
11. Waartoe bewoog het geweten van deze zelfde christenen hem vele jaren later?
11 In dit speciale geval begon de chemicus, na vele jaren proeven verricht te hebben, last te krijgen van een gekweld geweten. Niet dat iemand hem moest of kon zeggen dat hij verkeerd handelde. Ook verwachtte hij niet dat iemand anders zijn beslissingen voor hem zou nemen. Maar hij begon te overwegen: „Is het consequent om over naastenliefde te spreken en er toch in zekere zin toe bij te dragen dat mijn naaste Gods wet overtreedt?” (Matth. 22:39; Hand. 21:25) Aangezien hij zich van zijn christelijke plicht bewust was om zijn gezin te onderhouden, besprak hij de kwestie met zijn vrouw (1 Tim. 5:8). Samen besloten zij dat als zijn geweten hem kwelde, het beter was ander werk te zoeken. Hij nam ontslag uit zijn goed betaalde betrekking waarin hij $15.000 per jaar verdiende en begon schoonmaakwerk te verrichten, hoewel dit hem een aanvangssalaris van slechts $3600 per jaar opleverde.
12. Betekent dit dat zijn vroegere beslissing fout was, of wat wordt er eigenlijk door dit geval geïllustreerd?
12 Laten wij niet uit het oog verliezen waar het bij dit voorbeeld om gaat. Het wordt hier niet verteld om te suggereren dat een christen geen klinisch chemicus kan zijn; er zijn christenen die als klinische chemici, verpleegsters, vrachtwagenchauffeurs, enzovoort blijven werken. Dit voorbeeld wordt verschaft om te illustreren dat het geweten een rol kan gaan spelen in verband met iemands werkkring. In uw geval kan het soort van werk en wat er van u wordt verlangd op een heel ander terrein liggen. Maar alle christenen dienen te overwegen of zij wel zoveel mogelijk in harmonie met Gods wegen en beginselen leven. Als uw door Gods Woord geoefende geweten wordt gekweld wegens iets wat er van u wordt verlangd, zult u het dan negeren? Hoe belangrijk is het voor u een rein geweten voor God en de mensen te hebben? — 1 Tim. 1:5, 19.
13. Hoe kunnen wij allen met veel profijt nadenken over onze werkkring?
13 Wij kunnen problemen in verband met onze werkkring natuurlijk niet helemaal uit de weg gaan, aangezien wij ons nog steeds in dit samenstel van dingen bevinden (1 Kor. 5:9, 10). U zult dus waarschijnlijk beseffen dat u er vermoedelijk niet in zult slagen uw baas ertoe te brengen een christelijk geweten aan te kweken. Hij verkiest het misschien bepaalde wetten te negeren en ook zal hij misschien de goede punten van zijn produkten overdrijven of kan hij bepaalde artikelen inslaan die u niet in voorraad zou willen hebben als u eigenaar van de zaak was. Of misschien zullen uw collega’s op hun produktierapporten oneerlijke gegevens invullen of hun tijd verbeuzelen wanneer de baas niet in de buurt is. Toch kunt en moet u gunstig op uw geweten reageren. Staat uw geweten u dus niet toe bepaalde dingen te doen of wordt u wegens uw harde werk bespot, aanvaard dit dan. De apostel Petrus schreef: „Indien iemand het, om het geweten tegenover God, uithoudt onder bedroevende dingen en onrechtvaardig lijdt, is dit iets wat aangenaam is.” — 1 Petr. 2:18, 19.
GEVOELIGE GEWETENS ZIJN VERSCHILLEND
14, 15. (a) Wat is nog een terrein waarbij het geweten betrokken is? (b) Wat is de fundamentele houding van christenen met betrekking tot de kwestie?
14 Nog een terrein waarbij uw geweten betrokken kan zijn, heeft te maken met patriottische kwesties, zoals patriottische oefeningen op openbare plaatsen. Hoe laat uw geweten u hierop reageren? Dit is een passende vraag, want op dit en andere terreinen kunnen gewetens verschillen.
15 Jehovah’s christelijke getuigen beseffen dat veel mensen diep gevoelde emoties hebben met betrekking tot patriottische daden, en in veel landen is de meest algemene patriottische daad waarschijnlijk wel het groeten of plechtig trouw beloven aan de nationale vlag. In het boek Essays on Nationalism (Verhandelingen over het nationalisme), door C. Hayes, wordt dan ook uiteengezet: „Het voornaamste geloofssymbool en centrale voorwerp van aanbidding van het nationalisme is de vlag, en er zijn nauwgezette liturgische vormen ontworpen om de vlag te ’groeten’ . . .” Hoewel de christelijke getuigen van Jehovah ten volle de vrijheid erkennen die anderen in deze aangelegenheden hebben, onthouden zij zich op grond van hun begrip van de bijbel van zulke daden. — Joh. 17:16; 1 Kor. 10:14.
16. Tot welke twee handelwijzen kan het geweten van twee christenen hen leiden?
16 Maar tot welke handelwijze zal uw geweten u aansporen wanneer er een patriottische oefening wordt gehouden? Stel bijvoorbeeld dat het publiek waarvan u deel uitmaakt wordt gevraagd op te staan en een groet te brengen aan de nationale vlag. Als christen zult u het definitief vermijden enige daad van afgoderij te verrichten. Zal uw geweten u niettemin vergunnen te gaan staan? Een christen die in deze situatie verkeert, zou de conclusie kunnen trekken dat hij moet blijven zitten, aangezien hij zich er op die wijze persoonlijk zeker van voelt dat hij niet bij de ceremonie betrokken is. Zou uw geweten ook op deze wijze werkzaam zijn? Een andere christen die zich in dezelfde situatie bevindt, besluit misschien dat hij moet gaan staan. Hij beseft dat het staan op zich niet alles is wat er van iemand wordt gevraagd om zijn volledige deelneming te tonen. Er wordt aan het publiek gevraagd te gaan staan en te groeten. Hij herinnert zich misschien hoe de drie Hebreeën waarschijnlijk voor het door Nebukadnezar opgerichte beeld stonden maar weigerden zich ervoor neer te buigen. Vandaar dat hij de conclusie zou kunnen trekken dat in dit geval volledige deelneming zowel opstaan als groeten omvat, zodat zijn geweten hem toestaat eenvoudig op respectvolle wijze te gaan staan zonder te groeten. — Dan. 3:1-18.
17. Wil dit zeggen dat er iets verkeerd is? Wat is de reden van het mogelijke verschil?
17 Zoals blijkt, kan het geweten van twee christenen die in een overeenkomstige situatie verkeren, hen tot enigszins van elkaar verschillende conclusies leiden, hoewel beiden zich onthouden van wat volgens de bijbel onjuist is (Ex. 20:4, 5; 1 Joh. 5:21). Dat de werkzaamheid van het geweten een dergelijke variatie toelaat, is geen bewijs van verwarring of gebrek aan eenheid onder christenen. Ook wordt hierdoor niet bewezen dat een van de twee definitief verkeerd handelt. In plaats daarvan kan zulk een variatie beschouwd worden als een te verwachten uitwerking van het verwerven en gebruiken van een christelijk geweten.
18. Hoe kunnen wij er voordeel van trekken dat wij door het geweten worden geleid, ook al komt dit erop neer dat er van persoon tot persoon variatie mogelijk is?
18 Werpt dit voordelen voor u af? Is het volgen van het geweten superieur aan het volgen van een „voorschrift”? Ja, uw bereidheid uw geweten te oefenen en er gunstig op te reageren, in plaats van een „talmoed” van voorschriften op het gebied van elke mogelijke vraag en variatie die zich zou kunnen voordoen, werpt beslist voordelen voor u af. U wordt hierdoor geholpen u op een meer weloverdachte wijze bewust te zijn van bijbelse beginselen. Ongetwijfeld wordt u hierdoor beter in staat gesteld helder na te denken, aangezien uw verstand wordt gestimuleerd en versterkt. Zulk een heilzaam resultaat werd sterk belicht in een Australische studie over „creativiteit” onder twaalfjarige kinderen. In het verslag hierover werd opgemerkt:
„Een onevenredig groot aantal zeer creatieve kinderen waren vooral Jehovah’s getuigen. Vier kinderen uit de totale groep van 394 waren leden van deze sekte en het creatieve vermogen van alle vier bleek uitzonderlijk groot te zijn. Het meisje dat in de Torrance-proeven het hoogste aantal punten behaalde en het meisje dat het enige kind was, mannelijk of vrouwelijk, dat tot de hoogste 20 percent behoorde van alle vijf prestatietesten, waren beide Jehovah’s getuigen.” — Journal of Personality, maart 1973.
Hoe werd de in het oog springende creativiteit van deze jeugdige Getuigen verklaard? De studie vestigde speciaal de aandacht op het feit dat zij zich niet slechts passief aan patriottische oefeningen onderwerpen. Zij nemen veeleer de beginselen van Gods Woord in aanmerking en leren gunstig op een gevoelig christelijk geweten te reageren.
GEVOELIG, MAAR TOCH NIET ALTIJD NAUWGEZETTER
19, 20. (a) Waarom is een gevoelig geweten niet altijd nauwgezetter? (b) Hoe toonde Paulus dit aan toen hij over vlees en afgoden sprak?
19 Wij hebben gezien dat naarmate uw geweten is geoefend en meer in overeenstemming is gebracht met Gods wegen en geopenbaarde wil, het gewoonlijk nauwgezetter wordt. Het staat u niet langer toe dingen te doen die u vroeger deed, aangezien u ze nu beschouwt als dingen die in strijd zijn met goddelijke beginselen. Toch betekent oefening van uw geweten door Gods Woord niet noodzakelijkerwijs dat u in alles nauwgezetter wordt. Uw op juiste wijze geoefende geweten kan u in werkelijkheid gaan toestaan sommige dingen te doen waarvan u, voordat u Gods wil leerde kennen, dacht dat ze onjuist waren.
20 Wat in zulke gevallen het verschil uitmaakt, is nauwkeurige kennis. Dit wordt geïllustreerd door Paulus’ commentaren over vlees dat aan een afgod was geofferd maar dat later op een vleesmarkt of in een soort restaurant dat met een afgodstempel was verbonden, werd verkocht. Iemand die de heidense aanbidding nog maar pas had verlaten en een christen was geworden, zou het misschien vermijden zulk vlees te eten, aangezien hij alles wilde mijden wat maar enigszins met een afgod verband hield. Toch zou hij na verloop van tijd in kennis en inzicht kunnen toenemen. Paulus schreef: „Wij weten dat een afgod niets is . . . en dat er geen God is dan één” (1 Kor. 8:4). Wanneer een christen dit eenmaal ging beseffen, zou hij kunnen gaan onderscheiden dat vlees dat in het openbaar werd verkocht, niet was verontreinigd of vergiftigd enkel omdat het aan een niet-god was geofferd. Gewapend met deze kennis zou zijn versterkte geweten hem kunnen toestaan zulk vlees op een vleesmarkt of in een openbaar restaurant te kopen. — 1 Kor. 8:10; 10:25.
21. Hoe is deze zelfde uitwerking thans kenbaar?
21 Dezelfde uitwerking in verband met het geweten kan thans worden waargenomen. Een jongeman in de Amerikaanse staat Ohio groeide bijvoorbeeld op met de overtuiging dat christenen geen alcoholische dranken mogen drinken. Hij had zelfs de waarschuwingen tegen dronkenschap en de beschrijving van de dronkaard in Spreuken hoofdstuk 23 van buiten geleerd. Toen hij later een opgedragen dienstknecht van God werd, stond zijn geweten hem nog steeds niet toe wijn of bier te accepteren. Toen luisterde hij naar een lezing waarin nauwkeurig werd uiteengezet wat de Schrift over alcohol zegt, waarna hij dit goed overdacht. Er werd in aangetoond dat het boven alle twijfel verheven is dat de bijbel dronkenschap veroordeelt (Spr. 23:20, 21; Ef. 5:18; 1 Petr. 4:3). Toch verbiedt de bijbel niet een matige consumptie van alcoholische dranken, evenals Jezus eens wijn had gemaakt en af en toe wijn dronk (Gen. 14:18; Ps. 104:15; Pred. 9:7; Joh. 2:3-11; Luk. 22:17, 18). Hoewel hij deze teksten al langer kende, zag hij nu de evenwichtige conclusie waartoe ze leidden. Toen een Italiaan hem later dus gastvrij een glaasje wijn aanbood, stond het geweten van deze christen het hem toe dit aan te nemen.
22. Welke bijzonder belangrijke factor kan iemand met een krachtig geweten niet over het hoofd zien?
22 Hebt u ervaren dat uw geweten aldus sterker en evenwichtiger werd naarmate u in kennis van Gods Woord en wegen toenam? Indien ja, dan zult u waarschijnlijk ook beseffen hoe belangrijk het is de gevoelens in aanmerking te nemen van degene wiens geweten misschien van het uwe verschilt. Dit punt maakte Paulus duidelijk toen hij sprak over vlees dat aan een afgod was geofferd die in werkelijkheid „niets” was. Hij schreef: „Niettemin bezitten niet alle personen deze kennis” (1 Kor. 8:4, 7). Wegens hun vroegere toewijding aan afgoden, konden sommige christenen zulk vlees niet met een rein geweten eten, ook al werd het in het openbaar verkocht. Indien een christen die over „kennis” en een krachtig geweten beschikte, zijn gang ging en „alles” at, kon dit een broeder „ter wille van wie Christus is geofferd”, te gronde richten. Daarom verklaarde Paulus: „Indien [zulk vlees] mijn broeder doet struikelen, zal ik nooit en te nimmer meer vlees eten.” — 1 Kor. 8:10-13; 10:27-29.
23. In welk opzicht dient het geweten van anderen bij onze beslissingen in aanmerking genomen te worden?
23 Denkt u hier ook zo over? Er kan bijvoorbeeld iets zijn wat volgens hetgeen u van Gods geopenbaarde wil af weet en door uw geweten zou worden toegestaan, toelaatbaar schijnt. Het kan een aspect van uw kleding of uiterlijke verzorging betreffen, hoe u uw huis aankleedt of wat u voor uw ontspanning doet. Hoe staat het er echter mee wanneer het geweten van vele anderen om u heen hen het gevoel geeft dat dit niet passend is voor een christen? Wordt u er dan door uw christelijke gezindheid toe geleid opgewekt te besluiten: ’Als dit mijn broeder tot struikelen brengt, zal ik het nooit doen, opdat ik mijn broeder maar niet tot struikelen zal brengen’?
24. Wat moeten wij doen als ons geweten indruist tegen het geweten van iemand die autoriteit over ons heeft? Waarom moeten wij zijn geweten in aanmerking nemen?
24 En de gewetens van anderen dienen in nog een ander opzicht in aanmerking genomen te worden. Misschien bent u wel gecharmeerd geraakt van een bepaalde moderne mode of een bepaalde stijl in uiterlijke verzorging. Uw geweten ondervindt er geen hinder van. Maar als minderjarige of gehuwde vrouw hebt u toestemming nodig van uw vader of echtgenoot. Hebt u zijn geweten in aanmerking genomen? Of indien u belangstelling hebt voor een speciaal dienstvoorrecht in de christelijke gemeente, verschijnt het geweten van het lichaam van ouderlingen in het beeld (1 Tim. 3:9). Het is waar dat zij beseffen dat iemands uiterlijke verzorging een kwestie is van ieders persoonlijke smaak. Wordt er echter van hen gevraagd u voor een speciale dienst aan te bevelen, dan moet hun geweten rustig zijn. Zij dragen een zware verantwoordelijkheid met betrekking tot de goede naam van het christendom in de gemeenschap en zij beseffen dat degenen die voor speciale voorrechten worden aangesteld, in alles een voorbeeld moeten zijn (1 Tim. 3:2, 7, 10; 5:22). Indien iets wat door uw geweten wordt toegestaan, derhalve indruist tegen het geweten van degenen die autoriteit of gezag als hoofd over u hebben, of zij nu uw ouders, uw man of de christelijke opzieners zijn, wees dan bereid wijzigingen aan te brengen, zodat zij met een „goed geweten” toestemming kunnen geven of een aanbeveling kunnen doen.
ONTWIKKEL EEN GEVOELIG GEWETEN
25. Wat betekent het als een kwestie „aan ons geweten wordt overgelaten”?
25 Indien u een geweten wilt ontwikkelen en volgen dat op juiste wijze gevoelig is, dan is voortdurende waakzaamheid geboden. Het is o zo gemakkelijk al te zeer beïnvloed te worden door degenen in de wereld om ons heen wier geweten te toegevend of te afgestompt of zelfs verontreinigd is (Tit. 1:15). Er zullen veel kwesties rijzen die u in overeenstemming met uw eigen geweten moet oplossen. Indien u eraan hebt gewerkt een gevoelig christelijk geweten te ontwikkelen, zal dat u helpen. Wees bereid zorgvuldig naar de stem van uw geweten te luisteren, zonder te denken dat als een bepaalde kwestie „aan uw geweten wordt overgelaten” het er niet toe doet wat u doet. Dit is wel het geval. De beslissing die u neemt, kan invloed uitoefenen op uw gehele kijk op het leven, uw reputatie als een christen, uw geestelijke gezindheid en, wat het allerbelangrijkste is, uw verhouding tot Jehovah God.
26, 27. (a) Hoe kan iemand hulp verkrijgen door met een ouderling te spreken, maar wat kan hij niet doen? (b) Hoe zal een gevoelig geweten ons helpen?
26 Aarzel niet om in een belangrijke kwestie, waarin de beslissing evenwel nog steeds aan uw geweten wordt overgelaten, met rijpe christenen te spreken, zoals de ouderlingen in de gemeente. Zij kunnen vanzelfsprekend geen beslissing voor u nemen. (Toen een oprechte christen informeerde hoe hij in een bepaalde familiekwestie moest handelen, vroeg hij: „Is dit in strijd met het christelijke geweten?”) Neen, een ouderling zal u niet kunnen zeggen hoe uw geweten dient te reageren, maar hij zal u misschien wel evenwichtige bijbelse raad kunnen geven waarvan u de waarde kunt bepalen. En indien uw geweten door Jehovah’s wegen en persoonlijkheid is gevormd en gunstig op Zijn beginselen reageert, zult u aldus worden geholpen rechte paden voor uw voeten te maken (Ps. 25:4, 5). Uw gevoelige geweten zal ertoe bijdragen dat u juiste leiding ontvangt.
27 Het schenkt werkelijk voldoening het door God geschonken geweten te bezitten en te kunnen gebruiken. Het is een zegen. Wanneer het op juiste wijze gevoelig wordt gehouden en door Gods Woord in evenwicht blijft, kan het u helpen verstandig te handelen voor het oog van God en de mensen (2 Kor. 4:2). Het kan het getuigenis afleggen dat u zich op een wijze gedraagt die zeer waarschijnlijk Jehovah’s eeuwige goedkeuring zal hebben. — 2 Kor. 1:12.