Ten behoeve van de eenheid van het gezin samenwerken
1. (a) Wat voor uitlatingen en houdingen zal men in christelijke huisgezinnen moeten vermijden? (b) Welke goede raad wordt in Kolossenzen 4:6 gegeven?
„IK HEB HET JE NOG ZO GEZEGD!” „Je luistert gewoon niet naar me!” „Heb ik je niet gezegd dat dit zou gebeuren?” Maar al te vaak worden zulke uitlatingen een onderdeel van gezinsgesprekken tussen huwelijkspartners en hun kinderen. Deze woorden worden met afkeer uitgesproken wanneer iets niet goed gaat en het een idee van de partner was. De wijze man schreef: „Men kan beter alleen in de woestijn wonen dan met een vittende en slecht gehumeurde echtgenote” (Spr. 21:19, New English Bible). Hetzelfde geldt met betrekking tot een vittende en slecht gehumeurde echtgenoot. Het woordenboek definieert het woord „vitten”: „Ergeren door aanmerkingen te maken; irriteren door voortdurend te kijven.” Deze vorm van irritatie komt in een christelijk huisgezin beslist niet te pas. Beide partners in de huwelijksregeling moeten ervoor op hun hoede zijn. In de woorden van de apostel aan de gemeente in Kolosse treffen wij goede raad voor ons allen aan: „Uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven” (Kol. 4:6). Zo’n antwoord aan iemands huwelijkspartner zal beide partijen beslist tot zegen strekken.
2. Welk actuele inlichtingen over vriendelijkheid zijn er in het verleden aan de lezers van dit tijdschrift verschaft?
2 Nog niet zo lang geleden is er op de bladzijden van dit tijdschrift een artikel over vriendelijkheid verschenen. Hierin werd onder andere het volgende gezegd: „Degenen die belijden christenen te zijn, moeten erop toezien dat hun vriendelijkheid niet onderdoet voor de vriendelijkheid . . . die soms aan de dag wordt gelegd door personen die er geen aanspraak op maken dienstknechten van God te zijn. . . . [Wij] zien en lezen . . . hoe sommige mensen zich zo menslievend betonen, dat de vriendelijkheid van de zijde van sommigen die belijden opgedragen dienstknechten van God te zijn, in vergelijking hiermee in het niet verzinkt.” Wat zou het uitermate droevig zijn als wij, binnen onze gezinskring van opgedragen aanbidders van Jehovah, in gebreke zouden blijven in onze omgang met elkaar vriendelijkheid ten toon te spreiden.
3. Hoe duidt het woord „insgelijks” op de manier waarop mannen hun vrouw moeten bejegenen?
3 De apostel Petrus geeft echtgenoten de volgende voortreffelijke raad in verband met het tonen van een juiste bezorgdheid voor hun vrouw: „Gij mannen, blijft insgelijks bij [uw vrouw] wonen overeenkomstig kennis, haar eer toekennend als aan een zwakker vat, het vrouwelijke, daar ook gij met hen erfgenamen zijt van de onverdiende gunst des levens, opdat uw gebeden niet worden verhinderd” (1 Petr. 3:7). Met het woord „insgelijks” verwees Petrus naar wat hij in zijn voorgaande woorden had uiteengezet, te beginnen met hoofdstuk twee van zijn brief, waarin hij raad geeft over juiste onderworpenheid en verwante onderwerpen. Petrus schreef over de Heer Jezus Christus dat hij zijn volgelingen een model ter navolging had nagelaten. Hij zei over Jezus: „Wanneer hij werd beschimpt, ging hij niet terugschimpen. Wanneer hij leed, ging hij niet dreigen, maar hij bleef zich toevertrouwen aan degene die rechtvaardig oordeelt” (1 Petr. 2:23). Dat was werkelijk een vriendelijke handelwijze, een waarlijk waardig voorbeeld dat echtgenoten op overeenkomstige wijze moeten navolgen.
4. Hoe moeten echtgenotes „insgelijks” vriendelijkheid aan de dag leggen?
4 Petrus had vanzelfsprekend ook enkele wijze raadgevingen voor echtgenotes, die zij „insgelijks” moesten navolgen. Hij sprak over vrouwen met „de stille en zachtaardige geest, die van grote waarde is in de ogen van God”. Dat is inderdaad de vriendelijke handelwijze die gevolgd moet worden door echtgenotes die belijden Jehovah en Christus Jezus te dienen. — 1 Petr. 3:1-4.
5. Toon aan hoe Petrus’ raad om vriendelijkheid te tonen op allen van toepassing is.
5 Dat is echter niet alles. Wanneer het op het tonen van die vriendelijke geest in de gezinskring aankomt, zijn ouders niet de enigen op wie een beroep gedaan wordt geen vitters te zijn die altijd aanmerkingen maken. Petrus’ verdere woorden luidden: „Tenslotte, weest allen één van zin, betoont medegevoel, oefent broederlijke liefde, weest teder genegen, nederig van geest.” Welke voortreffelijke beloning men ontvangt wanneer deze raad wordt opgevolgd, vermeldde Petrus slechts enkele verzen verder: „Want de ogen van Jehovah zijn op de rechtvaardigen en zijn oren tot hun smeking.” — 1 Petr. 3:8, 12.
EEN JUISTE BEZORGDHEID VOOR KINDEREN
6. (a) Hoe moeten zowel vader als moeder verantwoordelijkheid dragen bij de zorg voor de kinderen? (b) Welke schriftuurlijke raad hebben wij over de opvoeding van kinderen?
6 Vervolgens is er de kwestie van het opbouwen van de kinderen in de gezinskring. In het voorgaande artikel van deze bespreking hebben wij gelezen welk een zware verantwoordelijkheid er op de vader rust om de kinderen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van de Heer op te voeden (Ef. 6:4). Het spreekt echter vanzelf dat ook de moeder een grote verantwoordelijkheid draagt om voor dit belangrijke deel van de gezinskring zorg te dragen (Spr. 6:20; Ef. 6:1, 2). In een wereld waarin misdadigheid hoogtij viert en waarin statistieken over door kinderen en tieners begane misdaden een grimmig beeld van gewelddaad te zien geven, kan gemakkelijk gezien worden dat de opleiding die ouders aan hun kinderen geven een kwestie van leven en dood kan zijn. Wanneer beide ouders gelovigen zijn, kunnen zij bij de toepassing van de wijze onderwijzingen van Gods Woord met betrekking tot kinderopvoeding met elkaar samenwerken. — Spr. 13:24; 22:6.
7. Hoe moeten een vader en moeder in het geval van afwijkende meningen over de opvoeding van hun kinderen handelen, en waarom?
7 Wanneer beide ouders bij het geven van liefdevol streng onderricht aan de kinderen verenigd handelen, kan dit veel tot een gelukkige gezinssfeer bijdragen. Ouders kunnen afwijkende meningen over het geven van streng onderricht aan hun kinderen met elkaar bespreken als zij alleen zijn en niet door de kinderen gehoord kunnen worden, waarbij de deugdelijke conclusies die zij gezamenlijk bereiken, de kinderen tot voordeel zullen strekken. De kinderen kunnen ertoe aangemoedigd worden met respect voor de raad en het strenge onderricht van beide ouders op te groeien, zodat zij niet zullen trachten de ouders met betrekking tot strijdpunten en problemen die in hun jonge leven rijzen, tegen elkaar uit te spelen.
8. (a) Welk feit moet bij de opvoeding van kinderen onder de ogen worden gezien? (b) Wat moeten ouders derhalve trachten te doen?
8 Het is waar dat sommige jongeren niet van harte gunstig op de waarheid van Gods Woord reageren. Evenals in het geval van Kaïn, Esau en anderen, weigeren sommige kinderen gunstig op de waarheid te reageren. Zij willen zich niet door de waarheid als een gids in hun leven laten leiden, hetgeen een harmonieuze gezinskring tot gevolg zou hebben. Dit berokkent de gelovige vader en moeder beslist heel veel verdriet. ’Waar hebben wij een fout gemaakt?’ zullen zij misschien zeggen. Het komt voor dat ouders werkelijk al het mogelijke hebben gedaan om hun kinderen in de wegen van rechtvaardigheid op te leiden, waarbij zij de raad en het strenge onderricht uit de bijbel hebben toegepast, en de kinderen toch opstandig worden en weigeren gehoorzame kinderen van God te worden. In zulke omstandigheden zijn de woorden van Spreuken 17:21 en 25 veelbetekenend. De wijze man schreef daar: „De vader van een kind zonder verstand verheugt zich niet. Een verstandeloze zoon is een ergernis voor zijn vader en een bitterheid voor haar die hem baarde.” Hoe uiterst belangrijk is het derhalve dat ouders alles doen wat in hun vermogen is om hun kinderen het goede begin in het leven te geven waar zij recht op hebben! Dit kunnen zij doen door de bijbelse raad over het opvoeden van hun kinderen op te volgen (Deut. 6:4-9). Het vormt een onafscheidelijk onderdeel van de samenwerking voor de gezinseenheid.
9. (a) Wat is er nog meer nodig dan alleen maar de bijbel met kinderen te bestuderen? (b) Op welke terreinen kunnen ouders belangstelling voor hun kinderen tonen?
9 Het is verstandig in gedachten te houden dat er bij de opleiding van onze kinderen en hun opvoeding in de gezaghebbende raad van Jehovah meer betrokken is dan alleen maar de bijbel met hen te bestuderen. De praktische toepassing van bijbelse beginselen is van het grootste belang. Als u kinderen hebt, dient u hen als een verstandige ouder een voortreffelijk voorbeeld in ijver te geven. Zou het verstandig zijn wanneer een moeder haar kinderen ’s ochtends hun eigen ontbijt laat klaarmaken, waarna zij zich voor school gereedmaken en alleen weggaan, terwijl zij slaapt? Tenzij christelijke ouders, die ernaar streven een verenigd gezin te hebben, door ziekte of een andere deugdelijke reden worden verhinderd, zullen zij er moeite voor doen ’s ochtends met hun kinderen op te zijn, ten einde hen gereed te maken voor school, een goed ontbijt voor hen klaar te maken en erop toe te zien dat zij voldoende gekleed zijn. Zij zullen belangstelling hebben voor de vorderingen die hun kinderen bij hun studie op school maken en dat zij zich altijd als goed opgevoede, goed gemanierde dienstknechten van Jehovah gedragen. Zij zullen hun kinderen respect voor oudere personen en een hoge achting voor de eigendommen van anderen inprenten. Al deze en nog vele dingen meer kunnen ertoe bijdragen dat ouders kinderen grootbrengen die geen kwelling voor hun geest vormen maar die hun Schepper lof toebrengen en hun moeder en vader voldoening schenken.
DE VERHOUDING TUSSEN MAN EN VROUW
10, 11. Wat voor gedrag wordt steeds gewoner onder de mensen in onze tijd, en welk argument gebruiken sommigen?
10 Dan zijn er de altijd aanwezige problemen in de intieme huwelijksbetrekkingen tussen een man en zijn vrouw. In de wereld is er de afgelopen paar jaar heel veel over dit onderwerp geschreven, en in sommige gevallen rechtstreeks in strijd met de goede raad uit Gods Woord. Het is in deze tijd gewoon wanneer mensen zonder getrouwd te zijn, met elkaar samenleven. Dit is natuurlijk niets nieuws, maar in onze tijd schijnen velen te denken dat het ’vooruitstrevend’ is dit te doen en het openlijk bekend te laten zijn, zonder zich om de gevoelens van anderen of de morele leer van Gods Woord te bekommeren.
11 Zelfs in landen die men als christelijk beschouwt, leven zogenaamd „godsdienstige” mensen met elkaar samen zonder getrouwd te zijn, waarbij zij beweren dat er weinig of geen betekenis schuilt in beloften die in het openbaar worden gedaan of in een velletje papier waarop staat dat men met een andere persoon in het huwelijk verbonden is. En heel veel mensen leven openlijk met een groot aantal partners samen, waarbij zij met niets ontziende teugelloosheid van de een naar de ander fladderen. Dit heeft natuurlijk tot toegenomen geslachtsziekten, verwoeste levens en misdadige kinderen geleid. Velen schijnen zich hier echter niets van aan te trekken zolang hun zelfzuchtige begeerten maar worden bevredigd.
12. Hoe moet een christelijk echtpaar deze levensstijl bezien?
12 Voor een christelijk echtpaar is een dergelijke levenswijze vanzelfsprekend verboden, omdat ze door God wordt afgekeurd, en zij zijn zo verstandig te beseffen dat het behagen van God en het doen van zijn wil het allerbelangrijkste in hun leven is. Zij ontvangen hierdoor zijn zegen. Toch moet een christelijk echtpaar ervoor oppassen dat hun huwelijksverhouding niet door tegennatuurlijke praktijken, praktijken die in strijd zijn met de beginselen van Gods Woord, wordt bedorven. Beide partners in de huwelijksregeling moeten op het gebied van seksuele betrekkingen de christelijke gevoelens van de huwelijkspartner in aanmerking nemen.
13. Hoe kan een man tonen dat hij zijn vrouw liefheeft?
13 Onze Schepper heeft de man en de vrouw geschapen om een warme intimiteit in het huwelijk te genieten. Met het oog hierop werd de vrouw als een „tegenhanger” of aanvulling voor de man geschapen; dat wil zeggen dat zij de man volledig of compleet maakt. De man en de vrouw moeten „één vlees” zijn (Gen. 2:18, 21-24). Wil deze regeling voor beide partners in hun intieme verhouding tot elkaar bevredigend zijn, dan moet elk een rol vervullen. De apostel Paulus schreef bijvoorbeeld: „Mannen [behoren] hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief, want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het” (Ef. 5:28, 29). Wil een echtgenote werkelijk gelukkig zijn, dan moet zij het gevoel hebben dat zij gewenst is en bemind wordt. Alleen wanneer deze liefde in het intieme leven van de man en zijn vrouw tot uitdrukking wordt gebracht, zullen de twee ertoe kunnen bijdragen dat de eenheid en het onderlinge begrip in het gezin worden bevorderd.
14. Wat moet in hun verhouding als man en vrouw vermeden worden, en waarom?
14 Het gedrag dat een man en zijn vrouw in het vervullen van hun verantwoordelijkheden aan de dag leggen, dient op het Woord van God gebaseerd te zijn (1 Kor. 7:3-5). Hoewel de man en zijn vrouw zich in elkaar en hun intieme band in de echtelijke verhouding dienen te verheugen, moeten zij tegennatuurlijke praktijken, zoals sodomie, orale copulatie en dergelijke, vermijden. Wij zeggen ’tegennatuurlijk’ omdat de Schepper van de mens de man en de vrouw duidelijk niet voor deze praktijken heeft geschapen en zijn Woord de nadruk legt op de belangrijkheid de onreine praktijken die kenmerkend zijn voor de wereld, te vermijden. — Lev. 18:1-30; Rom. 1:24-27; 1 Thess. 4:3-8.
15. Wat moet vermeden worden als men de nieuwe persoonlijkheid wil aandoen? (Vergelijk Judas 7.)
15 In dit corrupte samenstel van dingen waarin christenen moeten leven en zich binnen de begrenzingen van de christelijke leer moeten gedragen, moeten wij het vermijden de denk- en zienswijze te ontwikkelen van degenen die een verkeerd gedrag voorstaan. Seks, in welke vorm maar ook, schijnt van alle kanten te worden voorgesteld als koopwaar die gekocht en verkocht moet worden. Velen die tot een kennis van de waarheid komen, hebben in het oude samenstel ervaring opgedaan en hebben hun leven in het verleden door de denkwijze van deze wereld laten beheersen. Nu zijn zij uit dat samenstel in Gods regeling der dingen gekomen. Zij hebben hun geest hervormd en de nieuwe persoonlijkheid aangedaan en zij willen een leven leiden dat in harmonie is met de rechtvaardige maatstaven en beginselen van Gods Woord. — Ef. 4:19-24.
16. (a) Waarvoor moet een christen op zijn hoede zijn wanneer hij zijn morele gedrag aan een beschouwing onderwerpt? (b) Hoe houden gebeurtenissen in Noachs dagen en in de tijd van Sodom en Gomorra verband met deze kwestie? (c) Toon aan hoe de toepassing van Romeinen 2:12-16 in dit opzicht waardevol is?
16 Het is voor ons allen die uit de duisternis in Gods wonderbare licht der waarheid zijn geroepen, van het allergrootste belang ernstig na te gaan hoe wij denken en handelen. Wij zien datgene wat door God wordt veroordeeld, niet door de vingers. Wij moeten niet de wens koesteren zo dicht mogelijk bij de rand van het kwaaddoen te wandelen, in de mening verkerend dat wij bepaalde rechten hebben en besluiten kunnen nemen waarover wijzelf zeggenschap hebben. Ook moeten wij onszelf niet verontschuldigen door te zeggen dat de Schrift niet rechtstreeks, zwart op wit en tot in de kleinste bijzonderheden aanwijzingen geeft met betrekking tot een twijfelachtige handelwijze. Er zijn geen bewijzen voorhanden waaruit blijkt dat er in de dagen van Noach een geschreven wet bestond waarin de handelwijze van de engelen, die gemeenschap hadden met de dochters der mensen, werd veroordeeld. Toch was deze handelwijze verkeerd, immoreel en slecht. God zag dat de aarde verdorven werd en met gewelddaad vervuld raakte. Hij vernietigde die goddeloze wereld en behield slechts acht rechtvaardige zielen in het leven (Gen. 6:11, 12; 1 Petr. 3:19, 20). Later vernietigde God de steden Sodom en Gomorra wegens de goddeloze beoefening van sodomie. Uit niets in de Schrift blijkt evenwel dat de mensen in die tijd geschreven regels van God hadden waarin zulke praktijken zwart op wit werden verboden (Gen. 13:13; 19:24, 25). God had de mens vanaf het begin met een geweten begiftigd. De mens weet van nature wat goed en wat kwaad is, en welke praktijken slecht zijn en door God worden veroordeeld (Rom. 2:12-16). De mens weet van nature wat God voorhad toen hij de man en de vrouw het vermogen tot voortplanting gaf en hen er door middel van de seksuele verbintenis van hen beiden toe in staat stelde nakomelingen voort te brengen. De mens weet derhalve van nature dat sodomie verkeerd is, dat orale copulatie verkeerd is en dat bestialiteit verkeerd is, alsook overspel, hoererij, homoseksualiteit en dergelijke. In het belang van de gezinseenheid moeten beide huwelijkspartners dan ook binnen de begrenzingen van de goddelijke denkwijze en op basis van de beginselen van Gods Woord handelen. Dit kan tot blijvende vreugde en blijvend geluk in de gezinskring leiden.
17. Noem nog een valstrik die in de huwelijksverbintenis vermeden moet worden.
17 Er zij ook opgemerkt dat de intimiteit van de huwelijksverbintenis niet als een wapen tegen de huwelijkspartner gebruikt mag worden ten einde er zelfzuchtig gewin uit te putten of er alleen maar eigen belangen mee te dienen. De apostel Paulus gaf de raad: „Laat de man zijn vrouw geven wat haar toekomt, maar laat ook de vrouw hetzelfde doen ten opzichte van haar man. Onthoudt het elkaar niet, behalve met onderling goedvinden.” Elke partner dient de behoeften van de ander in de huwelijksverbintenis in aanmerking te nemen, zoals Paulus schreef: „Laat een ieder niet zijn eigen voordeel blijven zoeken, maar dat van de ander.” — 1 Kor. 7:3, 5; 10:24.
18. Waar ontvangen wij gezonde raad over het huwelijk en de wijze waarop het eerbaar gehouden kan worden?
18 Jehovah’s zichtbare aardse organisatie heeft gehuwde personen veel nuttige inlichtingen ter overweging verschaft, die hun tot zegen kunnen strekken. Deze raad, die door middel van Gods Woord wordt gegeven, is van niemand anders dan Jehovah zelf afkomstig. Toen de apostel Paulus schreef dat het huwelijk „eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging” moest zijn, bedoelde hij niets minder dan dat, en degenen die er belangstelling voor hebben samen een gelukkig en vreugdevol huwelijksleven te hebben, kunnen zo’n huwelijk hebben door de goede raad van Paulus aan de Hebreeuwse christenen ter harte te nemen. — Hebr. 13:4.
19. Welke verdere problemen in verband met de kwestie van het huwelijk, de gezinseenheid en vrede onder Gods dienstknechten zullen besproken worden?
19 In dit artikel hebben wij een gelukkige huwelijksregeling besproken waarin zowel de man als zijn vrouw opgedragen en gedoopte christenen zijn die dezelfde doeleinden nastreven en voor dezelfde dingen belangstelling hebben. Veel dienstknechten van Jehovah zijn echter met een ongelovige gehuwd of leven misschien gescheiden van hun huwelijkspartner. Hoe kunnen degenen die in zo’n positie verkeren, die kinderen moeten opvoeden en die een gelukkig leven willen leiden, aan hun vele problemen het hoofd bieden? Welke raad bevat Gods Woord voor deze dienstknechten van Jehovah? Deze punten zullen in het volgende artikel besproken worden.
„Gij vrouwen, weest aan uw man onderworpen, zoals het betaamt in de Heer. Gij mannen, blijft uw vrouw liefhebben en weest niet bitter toornig op haar. Gij kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dit is de Heer welgevallig. Gij vaders, tergt uw kinderen niet, zodat zij niet moedeloos worden.” — Kol. 3:18-21.
[Illustratie op blz. 747]
Beide ouders dienen in kwesties van streng onderricht samen te werken
[Illustraties op blz. 748]
Staat u vroeg genoeg op om uw kinderen te helpen zich voor school gereed te maken?