’Wie niet trouwt, doet beter’
1. (a) Waardoor wordt bewezen dat een ongehuwde man geen halve man is? (b) Wat is de enige soort van bruid die Jezus Christus ooit zal bezitten?
HET huwelijk kent vreugden en zegeningen, en het was Gods voornemen dat dit zo zou zijn. Doordat hij tussen de seksen een aantrekkingskracht heeft ingesteld, is het normaal dat man en vrouw trouwen, en zelfs christenen die in het vlees zijn, worden hiervan niet uitgesloten. Christenen zijn echter niet de mening toegedaan dat Gods Woord het standpunt van sommige stammen of volken deelt, dat een ongehuwde man niet tot volle ontplooiing is gekomen, zodat hij indien hij niet is gehuwd, slechts een halve man is. Zij die dit standpunt innemen, halen Jezus Christus naar beneden, want hij stierf op de leeftijd van drieëndertig en een half jaar als een maagd, als vrijgezel. Hij stierf ongehuwd overeenkomstig de wil van zijn hemelse Vader. Door deze loopbaan van zelfbeheersing en gehoorzaamheid verwerft hij zich een geestelijke „bruid,” een gemeente van 144.000 getrouwe volgelingen, die hem liefhebben met een liefde welke die van een man voor een vrouw, van een echtgenoot voor een echtgenote, verre te boven gaat. Deze geestelijke bruid, welke door de Vader in hemelse schoonheid en schittering met zijn Zoon wordt verenigd, is de enige vrouw die Jezus Christus van Jehovah God mocht hebben. — Joh. 3:29; Openb. 19:7; 21:2, 9-14.
2. Welke andere voorbeelden hebben wij van ongetrouwde dienstknechten van God?
2 De jonge profeet Jeremia huwde niet omdat Jehovah God het hem gelijk een vader had verboden te trouwen en kinderen te hebben, aangezien het de „tijd van het einde” was voor het joodse koninkrijk, op de troon waarvan een afstammeling van David zat (Jer. 16:1-4). De apostel Paulus maakte geen gebruik van zijn „autoriteit een zuster als vrouw rond te leiden, net als de overigen der apostelen en de broeders van de Heer en Céfas” (1 Kor. 9:5, NW). De alles overheersende reden waarom vele christenen in de „tijd van het einde” van deze goddeloze wereld ongehuwd blijven, moet in overweging worden genomen, en wanneer deze reden wordt begrepen, verdient ze geen schande, maar dwingt ten zeerste respect af.
3. (a) Wat mogen zij die van hun huwelijkspartner zijn beroofd, verkiezen te doen, en waarom kunnen gehuwde christenen geestelijk maagden zijn? (b) Om welke krachtige reden alleen blijven sommigen maagd?
3 Een christen die door de dood van een huwelijkspartner wordt beroofd, mag hertrouwen, maar geeft er wellicht de voorkeur aan dit niet te doen. In het geval van een christelijke vrouw is het zo dat ’indien haar echtgenoot in de dood zou ontslapen, zij vrij is te gaan trouwen met wie zij wil, alleen in de Heer [of, alleen wanneer hij in eendracht met de Heer is]. Maar naar mijn mening is zij gelukkiger indien zij blijft zoals zij is’ (1 Kor. 7:39, 40, NW). Gehuwde christenen kunnen, doordat zij geen overspelige vrienden van deze wereld en haar met vrouwen te vergelijken stelsels worden, toch nog geestelijk maagd blijven jegens Christus: „Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt; ja, zij zijn maagden” (Openb. 14:1-4, NW). Vele maagdelijke christenen, hetzij mannen of vrouwen, kunnen het verkiezen ongehuwd te blijven, alhoewel zij hiertoe geen gelofte afleggen, en dit is een prijzenswaardige deugd. Zij blijven niet ongehuwd, omdat er een christelijke regel is ’die verbiedt te trouwen’ in deze „tijd van het einde,” in deze „latere tijden” (1 Tim. 4:1-3, NW). De Nieuwe-Wereldmaatschappij kent zulk een regel niet. Iedereen wordt de schriftuurlijke vrijheid gegeven voor de strijd van Armageddon te trouwen. De krachtige aansporende reden om maagd te blijven is Gods koninkrijk.
4. Hoe maken sommigen zich zelf tot eunuch ter wille van Gods koninkrijk?
4 Jezus noemde hen die vrijwillig maagden blijven, mensen die zich zelf tot eunuch hebben gemaakt. Nadat hij zijn discipelen had verteld dat alleen overspel een reden tot echtscheiding was welke door God werd erkend, zeiden zijn discipelen ernstig: „Indien het er voor een man met zijn vrouw zó voor staat, is het niet raadzaam te trouwen.” Jezus gaf op dit gezegde het volgende commentaar: „Niet alle mensen maken plaats voor het gezegde, maar alleen zij die de gave hebben. Want er zijn eunuchen die zo uit hun moeders schoot zijn geboren, en er zijn eunuchen die door mensen tot eunuchen zijn gemaakt, en er zijn eunuchen die zich zelf tot eunuch hebben gemaakt vanwege het koninkrijk der hemelen. Hij die er plaats voor kan maken, make er plaats voor” (Matth. 19:10-12, NW). Zij maken zich zelf niet tot eunuchen door zich fysiek te castreren, zoals de religie-aanhanger Origenes, die in de derde eeuw de befaamde Hexapla-uitgave van het „Oude Testament” vervaardigde. Zij doen het door er plaats voor te maken in hun hart, doordat zij vrijwillig besluiten fysiek in de ongehuwde staat te blijven, gelijk een eunuch die niet kon trouwen. Wat hen er van weerhoudt te trouwen, is niet noodzakelijkerwijs een celibaatsgelofte noch zelfcastratie of de een of andere fysieke belemmering, maar hun alles beheersende wens zich zo volledig mogelijk op de dienst van Gods koninkrijk toe te leggen, en dat te meer nu het Koninkrijk in 1914 in de hemelen werd opgericht en „dit goede nieuws van het koninkrijk” op de gehele bewoonde aarde gepredikt moet worden met het doel een getuigenis aan alle natiën te geven, omdat het volledige einde van deze ten ondergang gedoemde wereld gestadig naderbijkomt.
5. Op welke wijze ontvangt men de gave der ongehuwde staat?
5 Zoals Jezus zelf zeide, maken niet alle christenen plaats voor het gezegde omtrent de raadzaamheid onder de huidige onzekere, onvolmaakte, door het kwaad ondraaglijke toestanden niet te trouwen. Alleen zij die „de gave hebben.” Een „gave”? Ja, maar niet doordat men als eunuch wordt geboren of doordat men op wonderbaarlijke wijze kracht van God ontvangt. Het voorrecht ongehuwd te blijven, is Gods gave aan alle ongehuwde personen die volgelingen van zijn Zoon Jezus Christus worden. Niet allen maken zich deze gave echter ten nutte; niet allen maken er plaats voor. Toch zijn er velen die alle omstandigheden en toestanden waarmede zij als christenen te maken hebben, zorgvuldig overwegen en tevens bedenken welke gelegenheden en Koninkrijksdienstvoorrechten hun voor ogen zijn gesteld. Zij zien vooruit naar het resultaat van een bepaalde handelwijze of een zekere levensverhouding met een ander. Zij wegen de gehuwde staat met zijn verplichtingen en beperkingen af tegen de ongehuwde staat en de daarmee gepaard gaande mogelijkheden, en dit alles met Jehovah’s kostbare „schat” des dienstes voor ogen. Nadat zij de aangelegenheid grondig hebben overwogen, nemen zij een verstandige beslissing, een resoluut besluit om te blijven zoals zij zijn, ongehuwd. Vervolgens mijden zij de verwikkelingen welke hen er toe zouden kunnen verplichten hun ongehuwde staat op te geven.
6. (a) Hoe vullen zij de leegte die in hun leven ontstaat, en welke zegeningen vloeien daaruit voort? (b) Hoe sterken zij zich voor de door hen gekozen loopbaan?
6 Ten einde de leegte te vullen welke zij natuurlijkerwijs kunnen voelen omdat zij geen geliefde huwelijkspartner hebben, maken zij plannen en streven zij er naar hun leven te vullen met alle dienst welke zij voor God kunnen verrichten, doordat zij indien mogelijk, volle-tijd-dienaren van hem worden en naar hun vermogen alle verplichtingen van de dienst op zich nemen. Doordat zij geheel in beslag worden genomen door de goddelijke dienst, blijft hun hart en hun aandacht gericht op het dringende werk dat thans in de korte resterende tijd verricht moet worden. Dat zij zich zo op alles toeleggen, wordt beloond met vreugde en zegeningen die een tegenwicht vormen voor datgene wat zij volgens de zo nu en dan herhaalde influisteringen van het vlees moeten missen doordat zij niet met een christelijke partner zijn getrouwd. Zelfbeheersing is een der vruchten van Gods geest, een der belangrijke dingen welke elke christen aan zijn kennis, geloof en deugd moet toevoegen. Zij kweken deze vrucht van de geest, zelfbeheersing, in een bijzondere mate aan om de ongehuwde staat te kunnen behouden (Gal. 5:22, 23 en 2 Petr. 1:5, 6, NW). Zij sterken deze speciaal gerichte zelfbeheersing door te zien naar de voordelen welke zij hierdoor ontvangen en het ongewenste wat zij hierdoor vermijden. Bovendien maken zij plannen en treffen voorzieningen dat zij ten volle kunnen genieten van de ongehuwde staat, zodat zij er het meeste profijt van kunnen hebben. Dit is niet zelfzuchtig. Men onthoudt iemand van de andere sekse niet zijn of haar huwelijksplicht, maar men geniet van dat waarop men recht heeft, terwijl zij de gehuwden laten genieten van datgene waarop zij recht hebben. Ze doen het hoofdzakelijk om Jehovah God te behagen en te loven en in het belang van zijn koninkrijk onder Christus.
7. Welke prachtige voorbeelden zijn er van het ongehuwd blijven, en waarom dienen zij niet beklaagd te worden?
7 Zo zijn er honderden christelijke vrouwen ongehuwd naar vreemde zendingsgebieden gegaan. De plaatselijke bevolking vraagt zich af hoe zij het klaarspelen ongehuwd te blijven, en de gehuwde inlandse vrouwen zijn wellicht geneigd deze zendelingen te beklagen omdat zij veel ontberen en het dus moeilijk hebben. Door de geest van Jehovah leggen zij zich echter volledig toe op het zendingswerk en ervaren onuitsprekelijke vreugden. Men behoeft hen niet te beklagen. Wellicht beklagen zij vele der inlandse vrouwen wegens de heersende omstandigheden waaronder zij zijn getrouwd. Zij hebben geen medelijden met zich zelf, maar voelen zich gelijk Jefta’s dochter.
8, 9. (a) Hoe bezag Jefta’s dochter de gelofte welke haar vader betreffende haar had afgelegd? (b) Welke zegeningen vielen haar ten deel, en wat voor voordelen heeft een soortgelijke ongehuwde staat in deze tijd?
8 Beklaagde zij zich toen richter Jefta, haar vader, haar het nieuws mededeelde dat hij zich op grond van de gelofte welke hij had afgelegd ingeval hij de overwinning in de strijd zou behalen, er toe had verplicht haar een ongehuwd leven te laten leiden, afgezonderd voor de volle-tijd-dienst in Jehovah’s huis? Oordeel zelf naar haar antwoord: „Vader, wanneer gij uw mond voor Jehovah hebt geopend, doe dan met mij naar wat uit uw mond is voortgekomen, want Jehovah heeft voor u daden van wraak voltrokken aan uw vijanden, de zonen Ammons.” Zij had inderdaad iets te bewenen en zij beweende ook haar maagdelijkheid, waartoe zij ingevolge Jefta’s gelofte was bestemd, doch slechts voor een korte wijle, gedurende twee maanden waarin ze zich met haar sympathieke metgezellinnen afzonderde.
9 Daarna gaf zij zich aan de volle-tijd-dienst in Jehovah’s gezegende huis. Zij stierf ongehuwd en koesterde niet de hoop de vreugde van een huwelijksleven te smaken in Gods nieuwe wereld nadat zij uit de doden opgewekt zou zijn. Welk een bericht werd er echter over haar opgetekend ter rechtvaardiging van Jehovah’s rechtmatige soevereiniteit in hemel en op aarde! Terwijl zij als een maagd in Gods huis leefde, werd zij geregeld aangemoedigd getrouw te blijven in haar voorrechten waarin zij zich zo dicht bij God verheugde. „Van jaar tot jaar gingen de dochters Israëls vier dagen per jaar de lof van de dochter van Jefta, de Gileadiet, bezingen” (Richt. 11:34-40, NW). Wanneer men aan de ongehuwde staat vasthoudt in het belang van Gods zaak, niet doordat men zich in het een of andere klooster opsluit, maar doordat men de Koninkrijksboodschap in het openbaar en van huis tot huis predikt, verwerft men Gods goedkeuring en wordt u door degenen die zich aan God hebben opgedragen, geprezen. In de Schrift wordt gunstig gesproken over de vier dochters van Filippus, de zendeling, als „maagden, die profeteerden.” — Hand. 21:8, 9, NW.
’EEN IEDER HEEFT ZIJN GAVE VAN GOD’
10, 11. (a) Voor wie is de ongehuwde staat het beste? (b) Voor wie het huwelijk?
10 Het gehuwde leven heeft zijn vreugdevolle voldoening schenkende voorrechten en deze zijn een gave Gods. De ongehuwde staat heeft eveneens zijn bijzondere voorrechten en gelegenheden en deze zijn een gave Gods. Welke gave wilt u hebben? Toen Paulus dit besprak, schreef hij: „Ik zou echter wensen dat alle mensen waren als ik [hij leidde namelijk geen zuster rond als vrouw]. Een ieder heeft niettemin zijn gave van God, de een op deze, de ander op die manier.” Wanneer hij daarop zijn aandacht van gehuwde christenen en hun gave van het huwelijk afwendt, beveelt hij vervolgens de ongehuwden zijn eigen ongebonden staat aan, zeggende: „Ik zeg nu tot de ongetrouwde personen [maagden] en de weduwen: het is goed voor hen dat zij blijven net als ik. Maar indien zij geen zelfbeheersing hebben, laten zij trouwen, want het is beter te trouwen dan brandend te zijn van hartstocht.” — 1 Kor. 7:7-9, NW.
11 Zij die nagenoeg verteerd worden door hartstocht, hebben niet de door hen zelf aangekweekte gave van zelfbeheersing, waarvan Jezus repte. Wegens het „algemeen voorkomen van hoererij” in deze verdorven wereld, was en is het beter dat degenen die brandend zijn van hartstocht en door zijn vuur worden afgeleid, hun ongehuwde staat opgeven en zich zelf tegen hoererij beschermen door een wettige huwelijkspartner te hebben. In overeenstemming hiermede schreef Paulus over de „jonge weduwen” in de gemeente: „Zij die genot vindt in bevrediging der zinnen, is dood hoewel zij leeft. . . . wanneer hun seksuele driften tussen hen en de Christus zijn gekomen, willen zij trouwen, en halen een oordeel over zich omdat zij hun eerste geloofsuiting hebben veracht. Terzelfder tijd leren zij ook zonder bezigheid te zijn, en in ledigheid naar de huizen te slenteren, ja, niet alleen zonder bezigheid [in het predikingswerk], maar ook roddelaars en personen die zich met andermans zaken inlaten, pratend over dingen waarover zij niet behoren te praten. Ik wens daarom dat de jonge weduwen trouwen, kinderen baren, een huishouding besturen, en de tegenstander geen aanleiding geven tot smaden. Enigen zijn in feite reeds afgeweken om Satan te volgen.” — 1 Tim. 5:6, 11-15, NW.
12, 13. Welk voorbeeld heeft Anna gesteld voor jonge weduwen, en wat was haar beloning?
12 Doordat de „jonge weduwen” zich zoveel mogelijk op Gods rechtstreekse dienst toeleggen, kunnen zij het voorkomen dat zij Satan volgen door zich aan hoererij schuldig te maken en hun tijd en energie verkeerd te gebruiken. Uit het voorbeeld van Anna, een profetes van de stam Aser, kunnen zij kracht putten. „Deze vrouw was op hoge leeftijd gekomen en had van haar maagdelijke staat af zeven jaar met een echtgenoot geleefd, en zij was nu een weduwe van vierentachtig jaar.” Hoe vulde zij haar tijd en op welke wijze maakte zij gebruik van haar vermogens?
13 Aldus: „Nimmer ontbrak zij in de tempel, dag en nacht verrichtte zij heilige dienst met vasten en smekingen.” Bleef haar lange weduwschap onbeloond? Stellig niet, want op haar oude dag werd haar weduwschap bekroond met het voorrecht de beloofde Messias als de baby Jezus te mogen zien. Jozef en Maria hadden hem naar de tempel gebracht waar zij God diende. „En in datzelfde uur kwam zij naderbij en begon God dank te zeggen en over het kind te spreken tot allen die op Jeruzalems bevrijding wachtten” (Luk. 2:36-38, NW). Men kan dus lange tijd weduwe blijven en de zoete beloning in Jehovah’s dienst zal dan ook niet uitblijven. — 1 Tim. 5:3-5, 9, 10, NW.
14. Welke voordelen hebben de ongehuwden boven de gehuwden?
14 Negentien eeuwen geleden merkte Paulus op dat ’de overgebleven tijd verkort is’ en dat „het toneel dezer wereld verandert.” Daarom schreef hij: „Ik wil dat gij vrij van zorg zijt,” en hij raadde gehuwde christenen aan hun huwelijksvoorrechten niet de boventoon te laten voeren boven hun geestelijke gelegenheden en verplichtingen. Sprekend over zorg toonde hij vervolgens aan welk voordeel het heeft vrij te zijn van huwelijksbanden en -plichten: „De ongetrouwde man is bezorgd voor de zaak des Heren, . . . De gehuwde man is echter bezorgd voor de dingen der wereld, hoe hij de goedkeuring van zijn vrouw kan verwerven, en hij is verdeeld. Verder is de ongetrouwde vrouw, en de maagd, bezorgd voor de zaak des Heren, opdat zij zowel in haar lichaam als in haar geest heilig moge zijn. De getrouwde vrouw is echter bezorgd voor de dingen der wereld, hoe zij de goedkeuring van haar echtgenoot kan verwerven. Maar dit zeg ik tot uw eigen voordeel, niet opdat ik een strik over u werpe, maar om u te bewegen tot dat wat welvoeglijk is en dat wat voortdurende gereedheid tot dienst voor de Heer betekent, zonder te worden afgeleid” (1 Kor. 7:29-35, NW). Christenen die negentienhonderd jaar geleden leefden, konden voordeel trekken van deze raad. Voor ons die leven sinds het Koninkrijk in 1914 n. Chr. in de hemelen werd geboren en nu de tijd welke voor de „tijd van het einde” dezer oude wereld was overgelaten, al met meer dan veertig jaren is verkort en er niet veel meer over schijnt te zijn gelaten, is deze raad van niet minder persoonlijk belang.
15, 16. Wie is vrij binnen de Nieuwe-Wereldmaatschappij te huwen en voor wie zou het goed zijn ongehuwd te blijven ter wille van Gods koninkrijk?
15 Men dient te bedenken dat het geen vrije christen wordt verboden te trouwen, of hij nu een opziener, een dienaar in een geestelijk ambt of gewoon een predikend lid van een gemeente, een weduwnaar of een vrijgezel is. Geen enkele christen die mag trouwen, wordt het verplicht ongehuwd te blijven. Wie genoeg zelfbeheersing kan opbrengen en zijn leven op de juiste wijze kan regelen, zodat hij ter wille van Gods koninkrijk in dit „tegenwoordige goddeloze samenstel van dingen” van het huwelijk afziet, mag dit doen, door in zijn leven andere aantrekkelijke dingen te verdringen opdat hij plaats moge maken voor deze gave. „Hij die er plaats voor kan maken, make er plaats voor,” zeide Jezus. Kan hij dit echter niet en denkt hij dat een verandering beter is, dan mag hij zo handelen. Paulus schreef:
16 „Maar indien iemand denkt dat hij zich ongepast gedraagt ten aanzien van zijn maagdelijkheid, indien die de bloem der jeugd is gepasseerd, en dit de wijze is waarop het dient te geschieden, hij doe wat hij wil; hij zondigt niet. Laten zij trouwen. Doch indien iemand vaststaat in zijn hart, geen noodzaak hebbend, maar autoriteit over zijn eigen wil heeft en in zijn hart de beslissing heeft genomen zijn maagdelijkheid te bewaren, hij zal goeddoen.” — 1 Kor. 7:36, 37, NW.
17. Welk vooruitzicht hadden degenen die in Paulus’ tijd ongehuwd bleven niet?
17 Paulus schreef dit negentien eeuwen voordat de strijd van Armageddon zou losbreken waarna de „andere schapen” van de Here Jezus, die de strijd zullen overleven, huwelijksvoorrechten zullen ontvangen. De christenen die toentertijd getrouw en ongetrouwd stierven, koesterden niet de hoop op een toekomstig menselijk huwelijk op aarde omdat zij hoopten bij een hemelse opstanding deel te gaan uitmaken van Christus’ bruid boven. Zij hielden dus niet vast aan de ongehuwde staat omdat zij dachten dat zij het huwelijk wel konden uitstellen tot de aarde na Armageddon.
18. Wat kan er worden gezegd van hem die trouwt, en waarom kan er toch worden gezegd dat de ongehuwde staat de betere weg is?
18 Nu wij negentien eeuwen later leven, begaat een christen die in deze tijd van het einde trouwt omdat hij daartoe de noodzaak gevoelt, geen zonde. Evenzo zal een christen die ongehuwd blijft, „goeddoen.” De daaruit voortvloeiende voorrechten zijn echter verschillend, hetgeen Paulus er toe brengt te schrijven: „Bijgevolg doet ook hij die zijn maagdelijkheid uithuwelijkt, goed, maar hij die haar niet uithuwelijkt, zal beter doen.” Weduwen die konden hertrouwen, konden eveneens een betere handelwijze volgen. Daar hun echtgenoot is gestorven, geldt voor elk dat zij ’vrij is te gaan trouwen met wie zij wil, alleen in de Heer. Maar zij is gelukkiger indien zij blijft zoals zij is,’ niet opnieuw gebonden aan een nieuwe echtgenoot voor zolang deze in deze wereld in getrouwheid leeft. Wij kunnen er van op aan dat de ongehuwde staat beter is, dat men er gelukkiger in is, want deze raad is de mening van de apostel Paulus, die stellig dacht dat ook hij Gods geest had toen hij dit schreef. — 1 Kor. 7:38-40, NW.
HET HUWELIJK NA ARMAGEDDON
19. (a) Wanneer werd er voor het eerst gepubliceerd dat het menselijke huwelijk na Armageddon zal blijven bestaan, en waardoor wordt het huwelijk ontbonden? (b) Welke zegen en opdracht werd aan de overlevenden van de Vloed gegeven?
19 Vanaf 1885 heeft The Watchtower zijn lezers reeds verzekerd dat het menselijke huwelijk na de strijd van Armageddon, nadat deze oude niet-theocratische wereld is vernietigd, zal blijven bestaan en zal voortduren zolang God dit raadzaam acht in overeenstemming met zijn oorspronkelijke voornemen, deze aarde met zijn rechtvaardige zonen en dochters „te bevolken.”a De dood ontbindt de huwelijksband. Armageddon zal de huwelijksband van de gehuwde getuigen van Jehovah, die deze strijd gezamenlijk zullen overleven, niet teniet doen, evenmin als de wereldomvattende vloed de huwelijksband tussen Noach en zijn vrouw en die van hun drie zonen en hun vrouw teniet deed. Nadat zij echter uit de ark des behouds waren gekomen en Jehovah’s aanbidding op aarde een nieuw begin hadden gegeven, zegende hij hen en zeide tot hen: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde.” Noach had reeds de vrucht van drie zoons gesmaakt en nu werd deze zoons bevolen vruchtbaar te worden, elke zoon bij de ene vrouw die hij had. Noach beeldde in dat profetische drama de Eeuwige Vader Jezus Christus af en Noachs vrouw de geestelijke bruid van Christus.
20. Wie zal na Armageddon het huwelijk regelen, voor wie, en met welk gevolg?
20 Na Armageddon zal de huwelijksband tussen de overlevende echtparen blijven bestaan. Andere overlevenden die in een andere staat verkeren, weduwnaars, weduwen, maagdelijke mannen en vrouwen, zullen het voorrecht ontvangen te trouwen. Wij behoeven ons er thans niet het hoofd over te breken of er dan evenveel mannen als vrouwen beschikbaar zullen zijn die de strijd van Armageddon hebben overleefd. Het huwelijk zal dan worden geregeld door de Eeuwige Vader, die door Jehovah God wordt gebruikt om de strijd van Armageddon te strijden en de grote Slang, de goddeloze huwelijksverstoorder, in de kop te vernietigen. De Eeuwige Vader, Jezus Christus, zal dus zijn aardse kinderen door Armageddon heen hebben geleid evenals Jehovah Noach en zijn gezin door de Vloed en de Israëlieten uit Egypte en door de Rode Zee heeft gevoerd. Aangezien al die bevrijden Jehovah God toebehoorden, zullen alle overlevenden van Armageddon hun Verlosser, Jezus Christus, toebehoren. Als de Eeuwige Vader van zijn aardse dochters zal hij elkeen van hen naar zijn behagen ten huwelijk geven aan al wie hij uitkiest. Aldus zal er geen slechte keuze van een huwelijkspartner worden gedaan en niemand zal na het huwelijk teleurstellingen ondergaan.
21, 22. Welke huwelijkstoestanden zullen er dan overal bestaan?
21 Niemand die een bruid ontvangt, zal de Eeuwige Vader een bruidsprijs betalen. Daar allen zijn kinderen zijn, allen kinderen van één Vader, mogen zij onder elkaar trouwen, ongeacht vroegere rasindelingen of kleur, zoals hij het verkiest. Het huwelijk zal dan gezegend worden met kinderen die aan rechtvaardige ouders geboren zullen worden, terwijl God de zwangerschapspijnen van hun moeder niet zal vermeerderen en hen dus anders zal behandelen dan Eva, die er in voorging van de verboden vrucht te eten en daarna pressie op haar echtgenoot uitoefende ten einde hem er toe te brengen eveneens te eten en te zondigen. — Gen. 3:16.
22 Dan zullen man en vrouw getrouw samenwerken om in het paradijs te blijven, dat door hun werk en het werk hunner kinderen en Jehovah’s zegen door bemiddeling van de Eeuwige Vader Jezus Christus, weer op aarde hersteld zal worden. Er zal daarom rekening worden gehouden met de juiste plaats van de man en de vrouw in de huwelijkseenheid en beiden zullen zich van hun wederzijdse verplichtingen kwijten. Behalve dat Gods geest op hen inwerkt, zal het gemakkelijker en vreugdevoller zijn dit te doen doordat zij steeds dichter bij de menselijke volmaaktheid zullen komen. — Luk. 23:43.
23. Welke andere voorrechten zullen de andere schapen, die Armageddon overleven, hebben?
23 Wanneer de aarde met hun kinderen en kindskinderen wordt bevolkt, zal er degelijk rekening worden gehouden met de komende opstanding. Jezus zeide dat allen die in de herinneringsgraven zijn ter bestemder tijd de stem van de Eeuwige Vader zullen horen en zullen opstaan, terwijl hun de kostbare gelegenheden van eeuwig leven in menselijke volmaaktheid op aarde geboden zullen worden (Joh. 5:28, 29, NW). Behalve de huwelijksvoorrechten zullen de „andere schapen,” die de strijd van Armageddon overleven, ongekende dienstvoorrechten ontvangen door de opstanding der doden, en deze voorrechten zullen zelfs voortduren nadat het doel van het huwelijk is vervuld, op aarde het baren van kinderen ophoudt en de echtgenoten ontslagen zullen zijn van de plicht hun vrouw kinderen te geven. — Hand. 24:15.
24. Welk hemels en aards bewijs zal er dan voorhanden zijn dat het huwelijk een volledig succes is?
24 Aldus zal Jehovah’s voornemen, deze aarde door middel van het menselijke huwelijk te verfraaien, glorierijk zijn verwezenlijkt. Jehovah God zal door bemiddeling van Jezus Christus, de Eeuwige Vader, voor eeuwig het bewijs leveren dat het huwelijk op aarde stellig een volledig succes is. Het huwelijk zal er volledig toe hebben bijgedragen zijn voornemen te verwezenlijken dat hij had toen hij de aarde schiep en de volmaakte mens er op plaatste, namelijk, een aards paradijs met een volmaakt, rechtvaardig geslacht mensen te vullen, waardoor de door hem getroffen onberispelijke huwelijksregeling volledig gerechtvaardigd zal zijn. Niet alleen zal de dan voor eeuwig geredde mensheid op de paradijsachtige aarde zich voor altijd verheugen, maar ook de grote hemelse Echtgenoot Jehovah en zijn getrouwe, geliefde vrouw, zijn universele hemelse organisatie onder Jezus Christus. Gezamenlijk zullen Jehovah, als een liefhebbende Grootvader, en zijn universele organisatie, als een tedere Grootmoeder, hun kleinkinderen, hun God-vrezende geslacht op aarde, liefderijke goedgunstigheid betonen.
[Voetnoten]
a Zie De Wachttoren van 1 mei 1947 en het daarin voorkomende artikel „De raad van den apostel betreffende het huwelijk” en de voetnoten hierbij op de bladzijden 149 en 150.