Bent u gedoopt ten leven?
Zou u graag voor eeuwig in Gods schitterende Nieuwe-Wereldparadijs willen leven? Indien dit het geval is, moet u ten leven worden gedoopt, en wel voor het te laat is!
DE INTERNATIONALE ’Goddelijke wil’-vergadering van Jehovah’s getuigen die in de zomer van 1958 werd gehouden, trok zowel door haar omvang als door haar unieke kenmerken over de gehele wereld de aandacht. Eén onderdeel dat veel publiciteit ontving, was de doop van 7136 christenen. Kranten en tijdschriften en film- en televisiecamera’s brachten beelden hiervan over naar alle delen van de wereld.
Waarom trok die doop zoveel aandacht? Hoogstwaarschijnlijk omdat de betrokkenen hierbij totaal werden ondergedompeld. En waarom achten de getuigen van Jehovah dit noodzakelijk? Omdat dit soort van doop hun door Gods Woord wordt opgedragen; in het oorspronkelijke Grieks hebben de woorden die met „Doper” „doop” en „dopen” zijn vertaald, niet de betekenis van besprenkelen, maar van Onderdompelaar, onderdompeling en onderdompelen. Letterlijke bijbelvertalingen, zoals die van Rotherham en Wilson, laten dit duidelijk uitkomen. — Matth. 3:11; Luk. 3:3, 16, Ro; The Emphatic Diaglott (interlineaire vertaling).
Johannes de Doper doopte door middel van onderdompeling in de Jordaan en Jezus’ discipelen deden hetzelfde. Daarom doopte Johannes „te Aenon bij Salim, omdat daar veel water was”. De vroege godsdienstgeschiedenis geeft aan dat christenen in de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling onveranderlijk door middel van onderdompeling doopten. Louter vanwege het gemak ging men later over op besprenkeling. — Joh. 3:23.
Onder die 7136 doopkandidaten op de ’Goddelijke wil’-vergadering bevonden zich mensen uit alle rassen en vele nationaliteiten, terwijl ook de leeftijden zeer uiteenliepen; er waren namelijk zowel personen die nog maar net tot de tieners gerekend konden worden als bejaarden van ver boven de zeventig. Baby’s ontbraken echter. Waarom? Vanwege Jezus’ opdracht betreffende de doop, die luidt: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende.” Een discipel is iemand „die van een ander onderricht ontvangt”. Een baby kan niet in de Schrift onderricht worden. In de vroege christelijke gemeente kende men dus niet alleen geen besprenkeling, maar evenmin werden er baby’s gedoopt. — Matth. 28:19, 20, NW.
Wat is de betekenis en de waarde van de christelijke doop in water? Wordt de erfzonde erdoor weggewassen, zoals door sommigen wordt beweerd? Dit kan niet het geval zijn, want Jezus zelf stelde christenen ten aanzien van de doop het juiste voorbeeld, en hij was zonder zonde. De doop symboliseert veeleer dat men zich aan het doen van Gods wil heeft opgedragen en staat daarom nauw in verband met iemands ordinatie als bedienaar van Jehovah’s Woord. De apostel Paulus geeft daarom te kennen dat Jezus, toen hij naar de Jordaan kwam om gedoopt te worden, zei: „Zie, hier ben Ik om uw wil te doen.” — Hebr. 10:9.
Doordat Jezus bij zijn doop onder water ging, stierf hij op symbolische wijze ten aanzien van zijn vroegere levenswijze die erin bestond dat hij door middel van timmermanswerkzaamheden in het onderhoud van zijn moeder en haar gezin hielp voorzien, en legde hij zich toe op de specifieke zending waarmee zijn Vader hem naar de aarde had gezonden. Wat was die speciale zending? „Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, opdat ik van de waarheid getuigenis zou afleggen” (Joh. 18:37, NW). Dat hij volledig werd ondergedompeld, beeldde bovendien zijn bereidheid af om zelfs tot in de dood en het graf de wil van zijn hemelse Vader te doen.
Voordat wij ons op een aanvaardbare wijze aan het doen van Gods wil kunnen opdragen, moeten wij echter in de eerste plaats kennis verkrijgen van Jehovah God en tevens geloof in hem oefenen, want wij lezen: „Zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.” Ten tweede moeten wij erkennen dat wij door Adams overtreding zondaars zijn, ’berouw hebben en ons omkeren en onze zonden laten uitwissen door geloof te oefenen in het bloed van het Lam, Jezus Christus’. Alleen dan zijn wij in staat om net als Jezus tot God te komen en ons aan hem en zijn dienst op te dragen. Die opdracht legt ons de verplichting op, ons bij de eerste de beste gelegenheid in water te laten onderdompelen. — Hebr. 11:6; Rom. 5:12; Hand. 3:19; Openb. 7:14, NW.
MET HEILIGE GEEST EN MET VUUR
Johannes de Doper die ten aanzien van het dopen van personen pionierswerk verrichtte, en ook Jezus doopte, zei: „Ik doop u wel met water wegens uw berouw; maar hij die na mij komt, is sterker dan ik, wiens sandalen ik niet bevoegd ben uit te trekken. Die zal ulieden met heilige geest en met vuur dopen.” Wanneer en hoe bracht deze persoon, Jezus Christus, deze soorten van doop ten uitvoer? — Matth. 3:11, NW.
Vlak voor zijn hemelvaart zei Jezus tot zijn volgelingen: „Verwijdert u niet uit Jeruzalem, maar blijft wachten op datgene wat de Vader heeft beloofd, waarover gij van mij hebt gehoord; want Johannes doopte weliswaar met water, maar gij zult niet vele dagen hierna in heilige geest worden gedoopt.” Die doop door heilige geest kwam met Pinksteren, zoals Petrus toonde door de woorden van Joëls profetie op die gebeurtenis van toepassing te brengen. Die doop kenmerkte het begin van de christelijke gemeente, het lichaam van Christus, en is beperkt tot degenen die hiervan deel zullen uitmaken. — Hand. 1:4, 5, NW; 2:16-18.
Wanneer doopte Jezus met vuur? Gebeurde dit ook met Pinksteren, toen er vlammen van vuur op zijn 120 volgelingen die in een bovenzaal in Jeruzalem waren bijeengekomen, rustten? Het zou niet juist zijn dat te denken. Waarom niet? Omdat wij eraan moeten denken dat doop onderdompeling betekent, en die 120 personen werden niet in de vlammen ondergedompeld. Welke personen werden dan wanneer en hoe door Jezus met vuur gedoopt? Vuur is een symbool van vernietiging. Een doop door vuur roept ons derhalve de tijd voor de geest dat Sodom en Gomorra een vuurdoop ontvingen, waardoor deze steden en hun inwoners volledig werden vernietigd. Johannes de Doper gaf hetzelfde te kennen toen hij zei dat Jezus ’zijn graan in de schuur zal bijeenbrengen, maar het kaf zal verbranden met onuitblusbaar vuur’. Die vuurdoop vond plaats in 70 n. Chr., toen Jeruzalem door de Romeinen werd vernietigd en meer dan een miljoen joden omkwamen, terwijl 97.000 van hen gevankelijk werden weggevoerd. Bij die verschrikkelijke slachting waren geen christenen betrokken, want zij hadden acht geslagen op Jezus’ woorden uit Jeruzalem weg te vluchten wanneer zij de stad door legers omringd zouden zien. — Matth. 3:12; Luk. 21:20, 21.
BEELDEN VAN DE DOOP TEN LEVEN
Hieruit blijkt dus dat in de eerste eeuw alle joden die geloof oefenden in Jezus, zich opdroegen en een doop ondergingen die ten leven was, terwijl anderen, als kaf, door vuur en ter vernietiging werden gedoopt. Hetzelfde geldt voor deze tijd. Hoe dit precies op onze tijd van toepassing is, blijkt uit twee profetische beelden die Jehovah lang geleden in het leven riep. Een hiervan speelde zich af in de dagen van Noach, zoals door Petrus onder onze aandacht wordt gebracht. Na verteld te hebben dat door Gods geduld in die tijd acht zielen „veilig door het water heen werden gevoerd”, zegt hij vervolgens: „Ook nu wordt gij gered door dat wat hiermee overeenkomt, namelijk de doop.” — 1 Petr. 3:20, 21, NW.
Wilde iemand in die tijd gered worden, dan moest hij in Noach gedoopt worden. Dat wil zeggen, hij moest geloof oefenen in Gods profeet en op hem vertrouwen. Hij moest onverbrekelijk met Noach verbonden raken, zich geheel en al aan Noachs leiding onderwerpen en hem als hoofd aanvaarden. Noachs gezin werd toen niet door de waterdoop gered; deze vernietigde de goddelozen. Het was veeleer zo dat het zich verenigen met Noach redding betekende.
Later, in de tijd van Mozes, werd een soortgelijk profetisch beeld gevormd. Dit gebeurde toen de natie Israël Mozes door de Rode Zee volgde. Ook nu werden zij gered doordat zij in Mozes waren gedoopt; zij erkenden hem namelijk als hun hoofd, onderwierpen zich aan hem en volgden zijn instructie op. Door zich bij hem aan te sluiten, werden zij in Mozes gedoopt, zoals ook door Paulus wordt getoond: ’Onze voorvaderen waren allen onder de wolk, gingen allen door de zee en werden allen door middel van de wolk en de zee in Mozes gedoopt.’ — 1 Kor. 10:1, 2, NW.
DE DOOP TEN LEVEN IN DEZE TIJD
Speciaal het profetische beeld van Noachs gezin bezit voor ons thans grote betekenis. De vervulling van de bijbelse profetieën wijst erop dat wij in de laatste dagen van deze goddeloze oude wereld leven, waarin weer slechts enkelen gebruik maken van de doop ten leven, terwijl de grote meerderheid een doop van vernietiging zal ondergaan. Hiervan getuigt Jezus’ profetie: „Want zoals de dagen van Noach waren, zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn. . . . zij sloegen nergens acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde — [zo] zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn.” — Matth. 24:37-39, NW.
Zoals men in vroeger tijden bij Noach redding en bevrijding van de uiting van Gods toorn kon vinden, is thans Jezus Christus degene bij wie tijdens de komende uitdrukking van Gods toorn, Armageddon, redding gezocht moet worden. Ja, er is „in niemand anders redding, want er is onder de hemel de mensen geen andere naam gegeven, waardoor wij gered moeten worden”; en dit is zowel op redding van de naderende vernietiging als op redding tot eeuwig leven van toepassing. — Hand. 4:12, NW.
Zou het dan juist zijn om te zeggen dat de huidige waterdoop de doop ten leven is? Neen, want wanneer deze niet als een bewijs van iemands opdracht ten uitvoer wordt gebracht, mist hij elke betekenis. Is de doop van de heilige geest dan de doop ten leven? Neen, want de Schrift toont dat die doop beperkt is tot het lichaam van Christus, terwijl thans ook een „grote schare” van „andere schapen”, voorgesteld door Noachs zoons en schoondochters, de doop ten leven waarover Petrus spreekt, heeft ontvangen. Is de doop ten leven dan iemands opdracht aan Jehovah God? Neen, maar deze is er wel bij betrokken. Wanneer wij ons in navolging van Jezus aan God opdragen, verbinden wij ons met de Grotere Noach, precies zoals Noachs gezinsleden zich met Noach en de Israëlieten zich met Mozes verbonden. Gód doopt ons dan in de Grotere Noach door ons onder de bescherming van het nieuwe samenstel van dingen te stellen, dat door Noachs ark werd afgebeeld. De doop ten leven legt de nadruk op onze verhouding tot Jezus Christus als de Grotere Noach en de rol die hij speelt bij onze redding in Armageddon. Willen wij ons met hem verbinden, dan moeten wij ons standpunt voor Jehovah en zijn koninkrijk innemen door ons aan het doen van Zijn wil op te dragen en dit bij de eerste de beste gelegenheid te symboliseren, en wij moeten ons aan Jezus Christus als de door Jehovah aangestelde „leider en bevelhebber” onderwerpen. — Jes. 55:4, NW.
Op het ogenblik stellen velen het uit zich aan Jehovah God op te dragen en dit door de waterdoop te symboliseren. Aldus aarzelen zij zich met de Grotere Noach te verbinden. Dit is een grote fout! Jezus toonde dat dit geslacht Armageddon zou meemaken en hij wees met nadruk op het dringende van de situatie. Zij die op het dak of in het veld waren, moesten dadelijk vluchten, want niemand weet op welke dag Armageddon zal toeslaan. — Matth. 24:15-18, 34.
Hoewel de Grotere Noach, Jezus Christus, thans niet zichtbaar aanwezig is, behoeft Gods volk het niet zonder zichtbare leiding te stellen. De feiten tonen dat Christus wordt vertegenwoordigd door een samengestelde „getrouwe en beleidvolle slaaf”, de overgebleven leden van Christus’ lichaam. Deze slaaf dient als Gods communicatiekanaal. Om in overeenstemming met onze doop ten leven en in de Grotere Noach te handelen, moeten wij ons aan die slaaf en zijn wettelijke instrument, de Watch Tower Society, onderwerpen en ermee samenwerken. Dit instrument publiceert bijbels en hulpmiddelen voor bijbelstudie, organiseert verschillende soorten van vergaderingen voor bijbelonderricht en voert een opleidingsprogramma door dat is ingesteld om alle oprechte christenen te helpen zich te bekwamen in de prediking van „dit goede nieuws van het koninkrijk”. — Matth. 24:14, 45-47, NW.
EEN NIEUW SAMENSTEL VAN DINGEN
Alle opgedragen christenen die thans onder leiding van de getrouwe en beleidvolle slaaf dienst verrichten, zijn een deel van de Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen. Zouden wij nu, over een van de profetische beelden sprekend, terecht kunnen zeggen dat de ark die door Noach en zijn gezin werd gebouwd, deze nieuwe maatschappij voorafschaduwde? Neen, want haar leden worden veeleer door Noachs gezin afgebeeld. Zoals Noach een beeld vormde van Jezus Christus, zo beeldde Noachs vrouw de christelijke gemeente, de bruid van Christus, af die uit slechts 144.000 leden bestaat en van wie op het ogenblik nog een overblijfsel op aarde is. En hoe staat het met Noachs zoons en schoondochters? Dezen beelden heel passend de „grote schare” van „andere schapen” af, die als kinderen van Jezus Christus in het aardse Paradijs zullen leven. Allen die thans ten leven zijn gedoopt, behoren tot één van deze twee klassen. — Joh. 10:16; Openb. 7:9; 14:1.
Wat wordt er dan door de ark afgebeeld? Het nieuwe samenstel van dingen dat door de Grotere Noach is gebouwd ten einde de plaats van het oude Mozaïsche samenstel van dingen in te nemen dat zijn wettelijke einde beleefde toen Jezus in 33 n. Chr. aan de martelpaal werd genageld (Kol. 2:14; Hebr. 1:2). Dit nieuwe samenstel van dingen omvat het nieuwe christelijke stelsel van reine aanbidding van Jehovah met zijn maatstaf van christelijk gedrag en christelijke dienst, en het vormt voor allen die binnen haar grenzen dienst verrichten, een bescherming. Zoals Noachs gezin met hem samenwerkte bij het bouwen van de ark, zo werken de leden van de Nieuwe-Wereldmaatschappij met de Grotere Noach samen bij het opbouwen van het nieuwe samenstel van dingen, en wel door mee te helpen aan de uitbreiding van de ware vorm van aanbidding.
Hebt u de doop ten leven ondergaan? Zo niet, stel het dan niet langer uit, want Armageddon nadert met rasse schreden. Neem de juiste kennis tot u, verbind u met Jezus Christus en volg zijn voorbeeld. Draag u onvoorwaardelijk op aan het doen van Jehovah’s wil en belijd dit in het openbaar door de waterdoop. Leid dan in de huidige ark, het nieuwe stelsel van Gods reine aanbidding, een leven van getrouwheid door u zowel bij uw christelijke bediening als bij uw dagelijkse gedrag door een rein geweten te laten leiden. Doet u dit, dan kunt u de hoop koesteren de uiting van Gods toorn te overleven en zijn schitterende Nieuwe-Wereldparadijs binnen te gaan waarin rechtvaardigheid zal wonen en de dood tot het verleden zal behoren.