Hoe is Gods geest thans werkzaam?
Manifesteert Gods geest zich in deze tijd door middel van wonderbaarlijke fysieke genezingen? Hoe kan iemand erdoor geleid worden?
„EENSKLAPS kwam er uit den hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met den heiligen Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.” — Hand. 2:2-4.
Deze opmerkelijke gebeurtenis vond ongeveer 1928 jaar geleden in de stad Jeruzalem plaats. Het gebeurde op de dag van het pinksterfeest, en wel op de vijftigste dag nadat de eerstelingen van de gersteoogst aan Jehovah waren geofferd doordat er een garve van het graan voor het altaar was bewogen. De personen die deze uitstorting van de geest ervoeren, waren discipelen van Jezus Christus. De uitstorting van Gods heilige geest op hen werd niet alleen zichtbaar gemanifesteerd door de „tongen als van vuur”, maar ook doordat zij in talen spraken die zij tot op die tijd niet kenden. Het vormde een duidelijk bewijs dat God hen als zijn dienstknechten had uitgekozen.
Jezus voorzei deze gebeurtenis toen hij zijn volgelingen vertelde: „Gij zult niet vele dagen hierna in heilige geest worden gedoopt” (Hand. 1:4, 5, NW). Dat zij erin werden gedoopt, bewijst duidelijk dat heilige geest op onzichtbare kracht van God duidt. Het is zijn werkzame kracht door middel waarvan hij bewerkstelligt dat zijn voornemens ten uitvoer gebracht worden. Deze geest zou met elektrische kracht vergeleken kunnen worden welke onzichtbaar uit een bron, zoals een radio-zendstation of radar, straalt. De uitwerking ervan zou ook met die van een magneet vergeleken kunnen worden. Voorwerpen kunnen in dat magnetische veld worden ’gehuld’ of ’gedompeld’. Zo is het ook met personen die in Gods geest of werkzame kracht worden ondergedompeld.
Wanneer de geest ten aanzien van iemand werkzaam was, kon deze persoon dingen doen waartoe andere mensen niet in staat waren. Gods geest bracht voor Mozes water uit een rots te voorschijn en verdeelde de wateren van de Rode Zee toen hij ervoor stond. Door deze zelfde geest ontving Simson bovenmenselijke fysieke kracht zodat hij de ontzaglijk grote poorten van een stad op zijn rug kon wegdragen. Op een gebed van Elia liet deze geest een altaar en het offer dat erop lag, door vuur verteren. Door bemiddeling van Elisa wekte Gods geest de doden op en genas hij melaatsheid. Hij schonk bijbelschrijvers en andere godvruchtige mensen het vermogen om met een verbazingwekkende nauwkeurigheid dingen te voorzeggen die in de verre toekomst zouden gebeuren.
Alhoewel Gods geest op machtige wijze werkzaam was in mensen die vóór de komst van Christus leefden, werden zij niet als geestelijke zonen van God verwekt, zoals dit met de 120 christenen gebeurde die ten tijde van Pinksteren bijeenwaren. Dat was iets nieuws. Omdat zij door Gods geest waren verwekt, hadden zij een hemelse bestemming en zouden zij geestelijke schepselen worden die met Christus in de hemelen zouden regeren. Door middel van de opstanding zouden zij een lichaam van mederegeerders van Christus worden, met Hem als het hoofd. „Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt . . . Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden.” — 1 Kor. 12:13, 27.
GODS GEEST IN DEZE TIJD
Is het met het oog op het feit dat Gods heilige geest ten aanzien van christenen in de eerste eeuw en ten aanzien van personen die verscheidene eeuwen vóór de christelijke tijdrekening leefden, werkzaam was, niet redelijk te verwachten dat deze geest ook ten aanzien van christenen in deze tijd werkzaam is? Wij kunnen echter niet verwachten dat de geest op precies dezelfde wijze als in die voorbijgegane eeuwen werkzaam is.
De geest zorgt er thans niet voor dat doden tot menselijk leven worden opgewekt, melaatsen in fysiek opzicht worden gereinigd, offers door hemels vuur worden verteerd en mensen met bovenmenselijke fysieke kracht worden begiftigd. Ondanks de beweringen van bepaalde religieuze personen dat zij de macht bezitten om zieken op wonderbaarlijke wijze fysiek gezond te maken, is Gods geest thans niet op die wijze werkzaam. Indien dit het geval was, zouden de personen door bemiddeling van wie deze geest werkzaam zou zijn, allen die tot hen kwamen, volledig kunnen genezen. Toen de geest door bemiddeling van de apostelen werkzaam was, werden zieken en verminkten volledig genezen. Petrus genas een man die met een beenafwijking was geboren waardoor hij niet kon lopen. De man werd onmiddellijk genezen zodat hij kon rondhuppelen van blijdschap. Dit kan echter niet van de zogenaamde „gezondbidders” van thans gezegd worden. Duizenden komen hoopvol tot hen en gaan mistroostig weer weg. — Hand. 5:16.
Gods geest is thans net zomin door bemiddeling van de tegenwoordige „gezondbidders” werkzaam als door de zogenaamde „tand van Boeddha” in Ceylon of door middel van de afgodsbeelden waaraan krachten van gezondmaking worden toegeschreven.
Het is wellicht goed hierbij op te merken dat Gods geest niet bewerkstelligt dat iemand het een of andere brabbeltaaltje uitslaat, op de grond gaat rollen en zich als een bezetene aanstelt. In plaats hiervan is hij op een kalme en verstandelijke wijze werkzaam. Wij lezen in de Schrift: „De wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten” (Jak. 3:17). Gods geest of werkzame kracht is op overeenkomstige wijze werkzaam aangezien hij met goddelijke wijsheid te werk gaat.
GAVEN VAN DE GEEST
De apostelen konden wonderbaarlijke genezingen verrichten en in onbekende talen spreken omdat de geest hun met ongewone gaven begiftigde ten einde ertoe bij te dragen de christelijke gemeente te bevestigen. „Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde geest.” — 1 Kor. 12:4.
Na de dood van de laatste apostel verdwenen deze wonderbaarlijke gaven waardoor de aanwezigheid van Gods geest in de eerste eeuw zo bijzonder sterk tot uiting kwam. Nu de christelijke gemeente volwassen is geworden, heeft ze deze gaven, die ertoe hadden bijgedragen de gemeente in haar jeugdjaren te bevestigen, niet meer nodig. Thans verricht de geest grotere werken van geestelijke genezing.
DOOP VAN DE GEEST IN DEZE TIJD
Zonder de doop van de geest kan een christen niet een geestelijke zoon van God en een lid van Christus’ lichaam van mederegeerders worden. „Tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan” (Joh. 3:5). Voor allen die het voorrecht hebben een opstanding tot geestelijk leven te ontvangen, is de doop van de geest derhalve een noodzakelijk vereiste. Er is thans slechts een betrekkelijk klein aantal van deze personen die van de aarde zijn losgekocht om met Christus te regeren, op aarde. Zij vormen slechts een overblijfsel van de gehele klasse bestaande uit 144.000 personen. „Ik zag en zie, het Lam stond op den berg Sion en met Hem honderd vier en veertig duizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden. . . . Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam.” — Openb. 14:1, 4.
De doop van de geest is voor allen die tot deze uitverkoren groep behoren, gelijk. „Eén lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, één Here, één geloof, één doop” (Ef. 4:4, 5). De geest doet zich ten aanzien van deze personen niet op zo’n opvallende wijze kennen als destijds met Pinksteren. Niettemin getuigt deze geest met hun geest, of geestelijke gezindheid, dat zij door de geest zijn verwekt en ertoe zijn bestemd om met Christus in de hemelen te leven. „Die Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn.” — Rom. 8:16.
De leden van dit door de geest verwekte overblijfsel hebben van de geest de opdracht gekregen de christelijke waarheden die zij uit Gods Woord hebben geleerd, te prediken. „De Geest des Heren HEREN is op mij, omdat de HERE mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen” (Jes. 61:1). Het goede nieuws betreft Gods koninkrijk en de verandering die dit koninkrijk op aarde zal teweegbrengen. Zij kunnen zich niet stil houden, want hun prediking zoals Christus dit deed, betekent redding voor hen. „Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met den mond belijdt men tot behoudenis.” — Rom. 10:10.
Gods geest is thans door bemiddeling van deze door de geest verwekte personen werkzaam om de inwoners van alle natiën van geestelijk voedsel te voorzien. Evenals deze geest in de eerste eeuw door bemiddeling van zulke personen, die in één organisatie van aankondigers van Gods koninkrijk waren verenigd, werkzaam was, gebeurt dit ook thans op dezelfde wijze. Het overblijfsel en een grote schare metgezellen vormen de hedendaagse christelijke organisatie door middel waarvan Gods geest werkzaam is en de volgende profetie in vervulling laat gaan: „Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.” — Matth. 24:14.
Gods geest is thans niet alleen ten aanzien van christenen werkzaam door bepaalde personen te dopen om leden van Christus’ kleine kudde van Koninkrijkserfgenamen te worden, maar eveneens door hen op de weg te leiden die zij moeten gaan om Jehovah’s goedkeuring te ontvangen. Deze geest zorgt ervoor dat er een wereldomvattende onderwijzingsveldtocht ten uitvoer wordt gebracht met betrekking tot de bekendmaking van Gods naam Jehovah, zijn waarheden en zijn voornemens. Wanneer de rechtschapenheid van de verkondigers van deze boodschap door vervolgingen en moeilijkheden van de zijde der wereld op de proef wordt gesteld, worden zij door Gods geest gesterkt. Door deze bescherming heeft Satans wereld hen als organisatie niet kunnen vernietigen en hun getuigeniswerk met betrekking tot Jehovah’s naam en koninkrijk niet kunnen stilleggen.
VRUCHTEN VAN DE GEEST
Hoewel Gods geest de „andere schapen” niet zalft om te zamen met Christus mederegeerders te worden in het hemelse koninkrijk, is hij wel ten aanzien van hen werkzaam om hen goede vruchten te laten voortbrengen. Door middel van zijn geest worden deze zachtmoedige personen, die in de ogen der wereld zwak lijken, sterk gemaakt en in staat gesteld ondanks grote tegenstand een geweldig groot wereldomvattend predikingswerk ten uitvoer te brengen. „Ik vermag alle dingen in Hem die mij kracht geeft.” — Fil. 4:13.
Daar Gods geest op deze ijverige bekendmakers van Gods naam en koninkrijk rust, brengen zij de in de Schrift genoemde vruchten van de geest voort: „De vrucht van den Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Gal. 5:22, 23). Politieke barrières en barrières op het gebied van ras en taal verhinderen hen niet ten aanzien van elkaar liefde aan de dag te leggen, en die liefde slaat niet in haat om wanneer politieke leiders besluiten een oorlog te ontketenen. De volgende profetie gaat in hen in vervulling: „Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen den oorlog niet meer leren” (Micha 4:3). Omdat Gods geest op hen rust, kunnen zij te midden van een goddeloze, oorlogszuchtige wereld in vrede leven.
Ten einde de vruchten van de geest te handhaven, blijven zij afgescheiden van de wereld en raken zij niet in haar onschriftuurlijke activiteiten verstrikt. Zij hervormen hun denkwijze en brengen deze in overeenstemming met Gods Woord. „Wordt niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij voor uzelf de goede, aangename en volledige wil van God moogt beproeven” (Rom. 12:2, NW). Deze verandering wordt door de werking van Gods geest mogelijk gemaakt. Evenals in het geval van zijn apostelen, kan Christus ook van het overblijfsel van de gezalfden en hun metgezellen zeggen: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben.” — Joh. 17:16, NW.
IS TEN AANZIEN VAN DE ORGANISATIE WERKZAAM
In de eerste eeuw had men voor de uitlegging van de diepe dingen van Gods Woord de apostelen en Gods geest nodig. Zoals Gods geest toen door middel van de christelijke organisatie werkzaam was, geschiedt dit ook thans. „Want óns heeft God het geopenbaard door den Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods” (1 Kor. 2:10). De heilige geest maakt deze diepe dingen door middel van de theocratische organisatie van Jehovah’s getuigen bekend. Wanneer degenen die ervoor verantwoordelijk zijn dat Gods volk met geestelijk voedsel wordt gevoed, ijverig de Schrift onderzoeken om nauwkeurige kennis te verkrijgen, geeft de geest hun geleidelijk aan een steeds ruimer inzicht. Naarmate wij de door God vastgestelde datum voor Armageddon naderen, wordt het licht om Gods Woord te kunnen begrijpen, geleidelijk aan steeds helderder.
Dit zou vergeleken kunnen worden met datgene wat de apostel Paulus heeft gezegd: „Thans zien wij in een wazige spiegel; straks aangezicht tot aangezicht. Thans ken ik slechts ten halve; straks ten volle [nauwkeurig, NW]” (1 Kor. 13:12, PC). Nauwkeurige kennis komt niet plotseling. Aangezien ze geleidelijk aan komt, moet de christen zijn inzicht er, naarmate het licht toeneemt, mee in overeenstemming brengen. Op deze wijze is de geest in deze tijd werkzaam. Hij inspireert niet iemand om onfeilbare verklaringen van de Schrift te geven, maar oefent in plaats daarvan invloed uit wanneer Gods dienstknechten de bijbel bestuderen, zodat bepaalde waarheden onder hun aandacht komen.
De heilige geest is op overeenkomstige wijze werkzaam met betrekking tot het leiden van de wereldomvattende organisatie van Gods hedendaagse getuigen. Hij inspireert geen personen die een verantwoordelijke positie bekleden, maar staat toe dat de opzieners en hun assistent-dienaren regelingen uitwerken voor de activiteit van de organisatie. Hij staat hun toe persoonlijk initiatief te nemen. Zolang hun plannen met de Schrift en Gods voornemens in overeenstemming zijn, geeft hij hun voorspoed en ondersteuning. Zij leggen zich dus op het predikingswerk toe dat volgens Gods geïnspireerde Woord thans gedaan moet worden en volgen het door Jezus en de apostelen gegeven voorbeeld. Hierbij baseren zij hun beslissingen op de beginselen die in de bijbel staan opgetekend, terwijl zij te allen tijde bereid zijn zich aan de leiding van de geest te onderwerpen.
Men kan niet verwachten door Gods geest geleid te worden wanneer men weigert zich met de theocratische organisatie te verbinden door middel waarvan die geest werkzaam is. In de eerste eeuw was de geest werkzaam door middel van de organisatie waarvan de apostelen aan het hoofd stonden. In deze twintigste eeuw is hij werkzaam door middel van de organisatie waarvan het overblijfsel van Christus’ door de geest verwekte broeders aan het hoofd staat. Déze organisatie bevordert de belangen van Gods koninkrijk door het goede nieuws overal bekend te maken. Déze organisatie blijft onbevlekt van de wereld en wordt als gevolg hiervan — zoals in de profetieën is voorzegd — door de wereld gehaat. Déze organisatie brengt zachtmoedige mensen, die rechtvaardigheid liefhebben, uit alle delen der aarde in een Nieuwe-Wereldmaatschappij bijeen en leert hun hoe zij God moeten dienen. Degenen die aldus worden bijeenvergaderd, trekken voordeel van de invloed van de geest wanneer deze ten aanzien van de organisatie werkzaam is.
Alhoewel Gods geest thans niet op zo’n spectaculaire wijze werkzaam is als ten tijde van Pinksteren, zorgt hij er desondanks voor dat er ter ere van Jehovah’s naam een ontzaglijk groot onderwijzingswerk wordt verricht. Allen die eensgezind met de Nieuwe-Wereldmaatschappij de leiding van Jehovah’s geest volgen, worden over de smalle weg geleid die naar het eeuwige leven onder de rechtvaardige heerschappij van Gods koninkrijk voert.