Beproevingen verduren waardoor ons geloof op de proef wordt gesteld
’Gij wordt door verscheidene beproevingen bedroefd, opdat de beproefde hoedanigheid van uw geloof een reden tot lof bevonden moge worden.’ — 1 Petr. 1:6, 7.
1. Zijn beproevingen aangenaam? Hoe kan getrouwheid onder beproevingen een reden tot lof blijken te zijn?
BEPROEVINGEN zijn niet aangenaam. Ze kunnen zeer bedroevend zijn. Het was voor Jezus bijvoorbeeld stellig niet aangenaam toen men hem bespuwde en de spot met hem dreef en toen hij ten slotte boosaardig werd geslagen en aan een martelpaal werd genageld om een smartelijke dood te sterven (Matth. 26:66-68; 27:26-30). Die beproevingen waardoor zijn geloof tot het uiterste op de proef werd gesteld, waren werkelijk bedroevend. Toch bleek Jezus’ getrouwe handelwijze onder beproeving een reden tot lof te zijn. In de eerste plaats werd Gods naam er lof door toegebracht, want Jezus’ getrouwheid bewees dat Satan de Duivel niet in staat was hem van de aanbidding van God af te keren. Vervolgens werd ook Jezus voor zijn getrouwheid met lof en eer beloond toen God hem uit de doden tot hemels leven opwekte. — Fil. 2:9-11.
2, 3. (a) Hoe is het mogelijk gelukkig te zijn, zelfs als men beproevingen ondergaat? (b) Welk voordeel leveren beproevingen op?
2 Als wij altijd de lof die Gods naam wordt toegebracht en de grootse beloning die hij voor getrouwheid geeft, in het oog houden, kunnen wij werkelijk gelukkig blijven, zelfs als wij beproevingen ondergaan. Jezus heeft in zijn Bergrede in feite gezegd: „Gelukkig zijt gij wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad tegen u spreekt om mijnentwil. Verheugt u en springt op van vreugde, want uw beloning is groot in de hemelen” (Matth. 5:11, 12). De discipel Jakobus schreef eveneens: „Gelukkig is de man die beproeving blijft verduren, want nadat hij is goedgekeurd, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Jehovah beloofd heeft aan hen die hem blijven liefhebben” (Jak. 1:12). Ja, het is een bron van vreugde als wij weten dat onze getrouwheid onder beproeving God behaagt en de beloning van eeuwig leven zal opleveren. Wij kunnen ook gelukkig zijn wegens de gelegenheid die beproevingen ons bieden om onze liefde voor onze hemelse Vader te bewijzen.
3 Als wij beproevingen derhalve op juiste wijze bezien, kunnen wij ze feitelijk toejuichen, want er spruiten zegenrijke gevolgen uit voort. Dit is stellig het geval ten aanzien van de voor een hardloper of zwemmer noodzakelijke training. Die mensen worden aan vele zware beproevingen onderworpen ten einde bij hen de noodzakelijke hoedanigheid van volharding aan te kweken. Pas als zij dergelijke beproevingen hebben doorstaan, kunnen zij ooit hopen in felle hardloop- en zwemwedstrijden te winnen. Zo is het ook met een christen: beproevingen dienen om hem sterker in het geloof te maken. Dit is de reden waarom de discipel Jakobus schreef: „Beschouwt het een en al vreugde, mijn broeders, wanneer u verscheidene beproevingen overkomen, daar gij weet dat deze beproefde hoedanigheid van uw geloof volharding bewerkt.” — Jak. 1:2, 3.
4, 5. (a) Waarom konden de apostelen zich verheugen na te zijn gegeseld? (b) In welk opzicht worden wij door beproevingen gesterkt?
4 Een ervaring van de apostelen illustreert hoe geloofsbeproevingen volharding kunnen voortbrengen en werkelijk vreugde tot gevolg kunnen hebben. Bij een bepaalde gelegenheid werden zij door de autoriteiten van het Sanhedrin ontboden, die hen ’geselden en hun het bevel gaven niet meer op basis van Jezus’ naam te spreken’. Hoe reageerden zij? De bijbel zegt: „Zij dan gingen van het Sanhedrin vandaan, verheugd dat zij waardig gerekend waren ten behoeve van zijn naam oneer te lijden” (Hand. 5:40-42). De apostelen waren blij dat zij de gelegenheid hadden hun loyaliteit jegens Christus en zijn hemelse Vader te bewijzen. Ook het feit dat hun geloof door een zware beproeving op de proef was gesteld en dat de hoedanigheid ervan zuiver bleek te zijn, was een bron van vreugde voor de apostelen. Zij konden zich er ook over verheugen dat de beproeving volharding in hen had bewerkt.
5 Denk eens aan! Die ervaringen waardoor Satan ons geloof tracht af te breken, kunnen ons in werkelijkheid opbouwen. Indien wij namelijk getrouw beproeving verduren, worden wij innerlijk vervuld van het bewuste besef dat wij God behagen. Dit bewustzijn Gods goedkeuring te bezitten, maakt onze hoop krachtiger en zekerder. Op deze wijze zetten beproevingen en verdrukkingen een soort „kettingreactie” in beweging, waardoor datgene wat de Duivel tegen ons tracht te ondernemen, volkomen wordt verijdeld. De apostel Paulus legde de kwestie heel goed uit en gaf de aansporing: „Laten wij . . . juichen terwijl wij in verdrukkingen zijn, daar wij weten dat verdrukking volharding voortbrengt, volharding vervolgens een goedgekeurde toestand, de goedgekeurde toestand vervolgens hoop, en de hoop leidt niet tot teleurstelling” (Rom. 5:3-5). Welk een zegevierende combinatie heeft Jehovah God ons gegeven! Ja, lijden en beproevingen kunnen, als wij getrouw blijven, alleen maar dienen om ons op te bouwen en te versterken.
6. (a) Hoe weten wij dat de Duivel, in zijn pogingen ons van het dienen van God af te keren, niet over nieuwe methoden beschikt? (b) Waarom kunnen wij verwachten dat de Duivel zal trachten verschillende mensen aan verschillende beproevingen te onderwerpen?
6 Het is belangrijk te weten dat Satan de Duivel niet over nieuwe methoden, niet over nieuwe manieren beschikt om te trachten ons van het dienen van God af te keren. Daarom heeft de apostel Paulus eens met betrekking tot Satan gezegd: „Wij zijn niet onwetend van zijn bedoelingen” (2 Kor. 2:11). In 1 Korinthiërs 10:13 wordt ons ook verteld: „Geen verzoeking [of beproeving] is over u gekomen behalve die welke mensen gemeen is.” In de bijbel staan de vele verschillende beproevingen voor ons opgetekend waardoor wij ertoe verleid zouden kunnen worden Jehovah te verwerpen. Door deze bijbelse voorbeelden aan een onderzoek te onderwerpen, kunnen wij gewaarschuwd worden voor wat wij kunnen verwachten, en een gewaarschuwd man telt voor twee. Wij moeten ook bedenken dat Satan heel knap is. Hij zal niet noodzakelijkerwijs iedereen aan dezelfde beproevingen onderwerpen. Wat namelijk voor de één een zware beproeving is, kan de ander misschien betrekkelijk gemakkelijk verduren. Wij kunnen er dus zeker van zijn dat de Duivel zal trachten ons op ons kwetsbaarste punt te treffen. Laten wij, met dit in gedachten, in het kort eens enkele beproevingen beschouwen die ons kunnen overkomen om ons geloof op de proef te stellen.
OP DE PROEF GESTELD MET BETREKKING TOT LOYALITEIT JEGENS GOD
7. (a) Hoe tracht de Duivel mensen ertoe te brengen Gods wetten te overtreden? (b) Welke wet van God tracht Satan mensen vaak te laten overtreden?
7 Ons geloof zal in verband met gehoorzaamheid aan Gods wetten op de proef worden gesteld. Satan de Duivel tracht omstandigheden te scheppen die een zware beproeving vormen, waardoor het heel moeilijk voor ons zal zijn om God te gehoorzamen. Een van de wetten of geboden van Jehovah God die Satan Gods dienstknechten herhaaldelijk tracht te laten overtreden, is deze: „Gij moogt geen andere goden hebben tegen mijn persoon in. . . . Gij moogt u voor die niet buigen, noch u ertoe laten bewegen ze te dienen, want ik, Jehovah, uw God, ben een God die exclusieve toewijding eis” (Ex. 20:3-5). Jezus stelde het gebod als volgt: „Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten” (Matth. 4:10). Gods dienstknechten hebben herhaaldelijk zware beproevingen ondergaan waardoor de proef op de som werd genomen of zij getrouw zouden blijven aan het vereiste, God exclusieve toewijding te schenken.
8. Op welke wijze werden de drie Hebreeërs in verband met bovengenoemde wet van God op de proef gesteld?
8 Toen het Babylon uit de oudheid bijvoorbeeld een wereldmacht was, richtte de heerser ervan, koning Nebukadnezar, een enorm gouden beeld op, en aan alle aanwezigen werd het bevel gegeven: „Op het moment dat gij het geluid van de horen, de schalmei, de citer, de driehoekige harp, het snaarinstrument, de doedelzak en allerlei muziekinstrumenten hoort, [moet gij neervallen] en het gouden beeld [aanbidden] dat koning Nebukadnezar heeft opgericht. En al wie niet neervalt en aanbidt, zal op hetzelfde ogenblik in de brandende vuuroven geworpen worden” (Dan. 3:5, 6). Onder de aanwezigen bevonden zich drie Hebreeuwse dienstknechten van Jehovah God: Sadrach, Mesach en Abednego. Wat een zware beproeving was dit voor hen! Hoe werd hun geloof hierdoor op de proef gesteld! God had geboden: „Gij moogt u . . . niet buigen”, en toch was het gebod van de koning van Babylon: ’Val neer en aanbid het gouden beeld’ of sterf in de oven. Dit was een opzettelijke poging van Satan de Duivel de drie Hebreeërs ertoe te brengen Gods wet te overtreden door voor de staat, het beeld van de staat, te buigen.
9. Ten aanzien van welk beeld of symbool hebben natiën in deze tijd vaak de eis gesteld dat het werd vereerd?
9 De methoden van de Duivel zijn niet veranderd. Hij manoeuvreert Gods dienstknechten nog altijd in soortgelijke moeilijke situaties. Evenals bijvoorbeeld het geval was met natiën in de tijd van het oude Babylon, richten natiën ook thans symbolen op en gebieden hun onderdanen deze te groeten, ervoor te buigen of ze op andere manieren op een met aanbidding overeenkomende wijze te vereren. Met betrekking tot een op de voorgrond tredend symbool van de natiën in deze tijd, merkt de katholieke historicus C. Hayes op: „Het voornaamste symbool van geloof en het centrale voorwerp van aanbidding van het nationalisme is de vlag, en er zijn zonderlinge liturgische vormen uitgevonden voor het ’groeten’ van de vlag . . . het ’strijken’ van de vlag en het ’hijsen’ van de vlag. Mannen ontbloten hun hoofd als de vlag voorbijgaat, en ter ere van de vlag schrijven dichters odes en zingen kinderen hymnen.”a En evenals de onderdanen van het oude Babylon verplicht waren voor het beeld van de staat te buigen, eisen hedendaagse natiën vaak dat het een of andere symbool of de een of andere menselijke vertegenwoordiger van de staat wordt vereerd of aanbeden.
10, 11. Hoe zijn Gods dienstknechten in deze tijd in verband met het verafgoden van een mens of het schenken van trouw aan een symbool van de staat op de proef gesteld?
10 In nazi-Duitsland werd de mensen geboden „Heil Hitler” te zeggen en hun arm voor het hakenkruis op te heffen. Als men in gebreke bleef aan dit afgodische gebruik mee te doen, kon dit gestraft worden met een wrede behandeling en de verschrikkingen van een concentratiekamp. Wat een zware geloofsbeproeving was dit voor ware christenen! Zouden zij „Heil” zeggen tegen een mens en een symbool van de staat op een met aanbidding overeenkomende wijze vereren? Of zouden zij God gehoorzamen? Wat zou u gedaan hebben? Duizenden christelijke getuigen van Jehovah gehoorzaamden God en weigerden Hitler of een symbool van de staat toewijding te schenken. Weliswaar werden zij naar concentratiekampen gezonden en ondergingen zij een verschrikkelijke behandeling, doch de meesten van hen waren, toen zij eruit kwamen, verheugd dat de beproeving die zij hadden doorstaan, volharding in hen had voortgebracht.
11 Nog niet zo lang geleden kregen mensen in de Verenigde Arabische Republiek het bevel zulke patriottische leuzen te schreeuwen als „Lang leve president Gamal Abdel Nasser!” Hoe gelukkig waren degenen die loyaal weigerden aan dergelijke afgodische praktijken mee te doen jegens een man die sedertdien — in 1970 — is gestorven. Hoewel zij werden geslagen, waren zij zich gedurende deze beproeving bewust van Jehovah’s hulp. In een bericht over een ander Afrikaans land zei de Washington Post: „Honderden kinderen uit gezinnen van Getuigen zijn van school gestuurd. Zij weigerden het volkslied te zingen en de vlag te groeten.”b Ondanks het schriftuurlijke precedent en de gewetensbezwaren van deze kinderen, op wie veel druk werd uitgeoefend ten einde hen Gods wet te doen verbreken, besliste het hooggerechtshof dat er voldoende grond bestond om hun onderwijs te ontzeggen.
12. Aan welke beproeving zijn schoolkinderen herhaaldelijk onderworpen?
12 Wij kunnen er zeker van zijn dat Satan de Duivel zal voortgaan met zijn pogingen christenen ertoe te pressen personen of symbolen van de staat op een met aanbidding overeenkomende wijze te vereren. Hij wil niet dat iemand loyaal jegens God zal blijven door God exclusieve toewijding te schenken. In tal van landen wordt geregeld van schoolkinderen geëist dat zij de vlag groeten en een eed van trouw aan de vlag nazeggen, en in sommige landen zelfs dat zij ervoor knielen en de vlag kussen. Degenen die niet aan deze vereisten hebben voldaan, werden bespot en in sommige gevallen mishandeld. Dit kan weldra de gewoonte worden — als dit al niet reeds het geval is — in het land waar u woont. Wat zult u doen? Zult u standhouden onder dergelijke weloverwogen pogingen van de Duivel om u ertoe te brengen God ontrouw te worden? Zult u deze beproeving op uw geloof doorstaan?
OP DE PROEF GESTELD IN VERBAND MET HET GESCHILPUNT INZAKE BLOED
13. (a) Hoe luidt Gods wet met betrekking tot bloed? (b) Hoe werden vroege christenen in verband met deze wet op de proef gesteld, en met welke resultaten?
13 Nog een wet in verband waarmee dienstknechten van God herhaaldelijk op de proef zijn gesteld, is het verbod met betrekking tot bloed. Gods gebod aan de Israëlieten luidde: „Gij moogt het bloed van geen enkele soort van vlees eten, want de ziel van elke soort van vlees is zijn bloed. Een ieder die het eet, zal worden afgesneden” (Lev. 17:14). Het gebod werd ten aanzien van christenen herhaald met de woorden „zich te onthouden . . . van het verstikte en van bloed” (Hand. 15:19, 20). De vroege schrijver Tertullianus vermeldt dat de Romeinen van het christelijke standpunt ten aanzien van bloed op de hoogte waren en dat christenen in verband met deze wet op de proef werden gesteld. Tertullianus schrijft: „Om de christenen op de proef te stellen, zet gij hun dan ook bloedworsten voor, daar gij er vast van overtuigd zijt, dat datgene bij hen ongeoorloofd is, waardoor gij hen van den rechten weg wilt afbrengen.”c Getrouwe christenen begingen echter geen overtreding. Zij konden er niet toe worden gedwongen Gods wet te overtreden, zelfs niet als zij met de doodstraf werden bedreigd.
14. (a) Wat is tegenwoordig een algemeen medisch gebruik, en hoe kan dit voor ware christenen een beproeving vormen? (b) Hoe blijkt gehoorzaamheid aan Gods wet een ware bescherming te zijn?
14 Ten gevolge van de huidige medische gewoonte om zieken bloedtransfusie toe te dienen, worden christenen thans herhaaldelijk met een soortgelijke beproeving op hun geloof geconfronteerd. Sommige medische autoriteiten staan erop deze behandeling met bloed òf helemaal geen behandeling te geven. Dit kan een ware beproeving voor een christen zijn. Wat zou u doen als u in de omstandigheid verkeerde dat artsen erop staan u of een van de leden van uw gezin bloed toe te dienen? Zult u zich getrouw aan Gods duidelijke wet houden die gebiedt u van bloed te onthouden? Of zult u, door druk waartoe de Duivel heeft aangezet, ertoe verleid worden zijn wet te verbreken? Hoe gelukkig zijn degenen die God getrouw hebben gehoorzaamd toen zij met zulk een beproeving geconfronteerd werden! Niet alleen hebben zij het heerlijke bewustzijn Gods goedkeuring te genieten, doch hun zijn ook de vele afschuwelijke ziekten en gevaren waarmee bloedtransfusies gepaard gaan, bespaard gebleven.
BEPROEFD IN VERBAND MET MORELE VEREISTEN
15. (a) Wat zijn Gods wetten in verband met moreel gedrag? (b) Hoe heeft Satan Gods dienstknechten in verband met deze wetten verleid, en doet hij dit thans ook?
15 Daarnaast worden christenen ook herhaaldelijk op de proef gesteld in verband met Gods morele vereisten. God gebiedt: „Gij moogt geen overspel plegen.” ’Onthoudt u van hoererij’ (Ex. 20:14; 1 Thess. 4:3; Hand. 15:20). De Duivel heeft bemerkt dat velen van Jehovah’s volk kwetsbaar zijn op dit gebied. Een van zijn geliefkoosde methoden om mensen van God te vervreemden, is daarom hen ertoe te verleiden deze wetten te overtreden. Toen Jehovah’s volk Israël bijvoorbeeld op het punt stond het land Kanaän binnen te trekken, gebruikte Satan aantrekkelijke Moabitische vrouwen als lokaas om de mannen van Israël ertoe te verleiden immoraliteit te bedrijven en zich aldus Gods toorn op de hals te halen (Num. 25:1-9; Openb. 2:14). Ook in recente tijden heeft Satan de Duivel sex aangewend ten einde christenen tot een immoreel gedrag te verleiden. De enorme nadruk die op sex wordt gelegd en het bijna overal verheerlijken van onwettige seksuele praktijken, kunnen een ware beproeving voor christenen vormen.
16, 17. Hoe kunnen wij het met succes vermijden tot seksuele immoraliteit te vervallen?
16 Hoe kunnen wij deze beproeving met succes verduren? Door toe te laten dat onze geest zich bezighoudt met immorele gedachten? Door naar films te gaan, boeken te lezen en naar televisieprogramma’s te kijken waarin prostitutie, overspel en andere godonterende praktijken worden vergoelijkt? Door naar andere personen dan onze eigen huwelijkspartner te kijken met de gedachte immorele betrekkingen met hen te hebben? Natuurlijk niet! De gedachten waarmee wij onze geest voortdurend vullen, zullen ons namelijk ten slotte tot handelen aanzetten. Hoe gevaarlijk is het dus toe te laten dat onze geest zich op immorele verlangens concentreert! — Matth. 5:28; Jak. 1:13-15.
17 Ten einde met succes deze beproeving op ons geloof te doorstaan, moeten wij onze gedachten voortdurend aan een onderzoek onderwerpen. Wij moeten het onderricht van Gods Woord ter harte nemen: „Al wat waar is, al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat liefelijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken” (Fil. 4:8). Ja, neem bij uzelf het vaste besluit, en versterk dat besluit telkens weer, dat u, welke situaties zich ook in uw leven voordoen, gehoorzaam zult zijn aan Gods morele vereisten. Als u in verzoeking komt, bid dan tot Jehovah. Denk na over het verheugen van zijn hart. Versterk uzelf ook door na te denken over zulke getrouwe voorbeelden als Jozef, die de verleiding tot immoraliteit weerstond. O, hoe voortreffelijk is het als die godvrezende man te zijn! — Gen. 39:1-13.
HET GEBOD TE PREDIKEN — EEN GELOOFSBEPROEVING
18, 19. (a) Wat was Gods wil ten aanzien van Jezus, en geldt dit ook voor christenen in deze tijd? (b) Welk bewijs is er dat de Duivel het moeilijk heeft gemaakt Gods gebod om te prediken te gehoorzamen, doch met welke uitwerking op christenen?
18 Gods wil ten aanzien van Jezus Christus was dat hij een prediker van het „koninkrijk Gods” zou zijn, en Jezus verrichtte dit werk getrouw, ondanks de toenemende tegenstand die hem ten slotte het leven kostte (Luk. 4:43; 8:1). Later gebood Jezus zijn volgelingen: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën . . . en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Matth. 28:19, 20). Dit gebod om te prediken, geldt voor alle christenen in deze tijd. Ja, het is vooral thans dringend dat christenen prediken, want Jezus voorzei dat ’dit goede nieuws van het koninkrijk op de gehele bewoonde aarde tot een getuigenis gepredikt moet worden voordat het einde komt’ (Matth. 24:14). Geen wonder dus dat Satan de Duivel zijn krachtsinspanningen erop concentreert om het voor Gods dienstknechten moeilijk te maken dit gebod te gehoorzamen. Dit betekent dat de ernstige opdracht: „Predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig”, voor christenen een ware geloofsbeproeving vormt. — 2 Tim. 4:2; 1 Kor. 9:16.
19 In de eerste eeuw was dit stellig het geval. U zult zich herinneren dat Satan zijn religieuze vertegenwoordigers tegen de apostelen ophitste en dat zij hen ’geselden en hun bevel gaven niet meer op basis van Jezus’ naam te spreken’ (Hand. 5:40). Wat zou u gedaan hebben? Zou u met prediken zijn opgehouden om te voorkomen dat u nog eens werd gegeseld? De apostelen niet! Zij bleven standvastig en doorstonden deze beproeving op hun geloof. Ook in recente jaren hebben christenen tegenover soortgelijke omstandigheden gestaan. In sommige landen hebben de autoriteiten het predikingswerk verboden. In navolging van Jezus Christus en de twaalf apostelen zijn ware christenen echter gewoon blijven prediken. Zij hebben in feite gezegd: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen” (Hand. 5:29). Wat een moed! Wat een getrouwheid jegens God! Wij dienen dit voorbeeld stellig na te volgen.
20. Op welke wijze is de Duivel voor de houding van de mensen verantwoordelijk, en welke uitwerking wil hij daarmee op christelijke bedienaren van het evangelie hebben?
20 In de meeste landen is het predikingswerk echter niet verboden. Niettemin staan de mensen vaak onverschillig tegenover de Koninkrijksboodschap; het kan zelfs zijn dat zij schimpen en spotten. Ook dit is een beproeving. Ons geloof wordt er werkelijk door op de proef gesteld. Doorstaat u deze beproeving? Beseft u dat Satan verantwoordelijk is voor de houding van de mensen? Dit is een feit. Door middel van zijn propaganda heeft hij hun denken gevormd (2 Kor. 4:4). Hij poogt u er daardoor van te weerhouden zelfs maar te trachten tot hen te prediken. Laat hem er echter niet in slagen! Herken in de onverschillige en soms zelfs vijandige houding van de mensen de pogingen van Satan het u langzamer aan te laten doen en u ervan te weerhouden hun ijverig en tactvol de Koninkrijksboodschap te brengen. Laat de Duivel u er op geen enkele manier mee doen ophouden het gebod van onze hemelse Vader om te prediken te gehoorzamen.
DE BEPROEVINGEN OP ONS GELOOF DOORSTAAN
21. Hoe stelde God Abraham op de proef, en hoe reageerde Abraham?
21 Zelfs wanneer Satan geen beproevingen teweegbrengt, kan ons geloof op de proef worden gesteld door de geboden die God ons heeft gegeven. De bijbel geeft een voorbeeld uit de oudheid en zegt dat „God Abraham op de proef stelde. Bijgevolg zei hij tot hem: ’Abraham! . . . Neem alstublieft uw zoon, uw enige zoon, die gij zo liefhebt, Isaäk, en maak een tocht naar het land Moría en offer hem daar als brandoffer.’” Stel u eens voor hoe moeilijk het voor Abraham was dit gebod van God te gehoorzamen! Abraham deed dit echter. Hij ging zó ver dat hij zijn mes gebruikte om zijn dierbare zoon te slachten. Wat een getrouwheid jegens God! Na zijn hand ervan te hebben weerhouden zijn zoon letsel toe te brengen, zei Jehovah tot Abraham: „Nu weet ik werkelijk dat gij godvrezend zijt, doordat gij mij uw zoon, uw enige, niet hebt onthouden.” — Gen. 22:1-18.
22. (a) Welke vereisten zijn voor christenen in deze tijd misschien net zo moeilijk te gehoorzamen als de beproeving waaraan Abraham werd onderworpen? (b) Hoe werd Abraham voor zijn gehoorzaamheid gezegend, en wat wordt hierdoor met betrekking tot ons te kennen gegeven als wij gehoorzaam zijn?
22 Gods instructies aan christenen in deze tijd vormen een soortgelijke beproeving. Hoe moeilijk vinden sommigen het bijvoorbeeld niet om „in het openbaar en van huis tot huis” te prediken! (Hand. 20:20) En hoe moeilijk vinden zij het niet om zich voor dit predikingswerk voor te bereiden door toespraakjes op de theocratische bedieningsschool te houden of door commentaar te geven op gemeentevergaderingen! (1 Tim. 4:13; Hebr. 10:24, 25) Zijn deze beproevingen echter groter dan de beproeving waaraan God Abraham onderwierp? Iemand die heel erg verlegen is, zou dit misschien haast denken. Bedenk echter dat Jehovah een liefdevolle, barmhartige God is. Hij vraagt nimmer iets van mensen wat niet voor hun eigen bestwil en tot hun eigen zegen is. Denkt u bijvoorbeeld eens aan de zegeningen die Abraham ontving omdat hij God gehoorzaam was. Hij had de vreugde door Gods engel te worden tegengehouden en hem te horen zeggen dat Gods goedkeuring op hem rustte. Hij werd de voorvader van het zaad der belofte (Gen. 22:17, 18; Gal. 3:16). In de bijbel wordt bovendien alle christenen aangeraden zijn geloof na te volgen (Hebr. 11:17-19). En Abraham diende als een prototype van God zelf, die zijn Zoon als een slachtoffer voor de mensheid bracht (Joh. 3:16). Ook wij zullen door God gezegend worden als wij gehoorzaam doen wat hij zegt.
23. Welke fout willen wij vermijden?
23 Het is een grote fout te trachten een beproeving te vermijden of uit de weg te gaan door niet te doen wat God ons gebiedt. De bijbel zegt dat ’Abraham ’s morgens vroeg opstond’, Isaäk nam en onmiddellijk zijn tocht naar Moría begon. Hij stelde het niet uit. Ook wij dienen het niet uit te stellen Gods opdracht om zijn Koninkrijksboodschap te prediken te gehoorzamen. Gehoorzamen zal alleen maar steeds moeilijker worden naarmate wij het langer uitstellen te doen wat wij nu zouden moeten doen. Die beproeving zal namelijk altijd tussen ons en het verkrijgen van Gods goedkeuring en zegen blijven staan.
24. Welke beproevingen hebben sommige Israëlieten niet doorstaan, en waaruit blijkt dat zij dit wel hadden gekund als zij op God hadden vertrouwd?
24 Beschouw als voorbeeld de Israëlieten die God uit Egypte naar het land dat „vloeit . . . van melk en honing” voerde. Het land was van hen, maar zij moesten eerst een beproeving doorstaan. Het land was vol demonenaanbidders die aan werkelijk afschuwelijke gebruiken deelnamen. Bovendien waren sommigen ongewoon groot, als reuzen (Num. 13:1-33). Hierdoor werden de Israëlieten bevreesd en weigerden zij Gods gebod om het land binnen te gaan en te veroveren, te gehoorzamen. God zei daarom dat zij er niet zouden ingaan, doch dat allen boven de twintig jaar oud in de wildernis zouden sterven (Num. 14:29-34). Hoe was de situatie veertig jaar later echter, toen het volgende geslacht van Israëlieten het land op Gods bevel begon binnen te trekken? Daar woonden immers diezelfde machtige mannen, of althans hun nageslacht! De beproeving moest nog altijd doorstaan worden. Ditmaal gingen de Israëlieten de beproeving echter niet uit de weg. Zij vertrouwden op God, trokken gehoorzaam meteen het land binnen en begonnen het te veroveren (Joz. 11:21-23). Hoeveel beter zou het echter niet zijn geweest als hun vaders de beproeving hadden doorstaan!
25. Wat dienen wij thans te doen, en met welk vooruitzicht?
25 Thans staan wij op de drempel van Gods rechtvaardige nieuwe samenstel van dingen (2 Petr. 3:13). Hoe nabij is het einde van dit samenstel! Dit is er daarom niet de tijd voor Gods wil uit te stellen of te negeren. Wij moeten op Jehovah vertrouwen en moedig doen wat hij zegt. Wij kunnen thans heel spoedig verwachten dat Satan in zijn laatste totale aanval op Gods volk enorme beproevingen over ons brengt. In Gods kracht kunnen wij deze beproevingen, waardoor ons geloof op de proef wordt gesteld, echter doorstaan. Ja, en denk dan aan de grootse beloning van eeuwig leven in zijn rechtvaardige nieuwe samenstel, waarmee God ons zal zegenen! — Jak. 1:12; Openb. 21:3, 4.
[Voetnoten]
a What Americans Believe and How They Worship, door J. Paul Williams, blz. 359 en 360.
b De Washington Post van 21 februari 1969, blz. F2.
c Apologeticum, door Christine Mohrmann in het Nederlands vertaald (1951).
[Illustratie op blz. 309]
Ondanks vreselijke bedreigingen weigerden de drie Hebreeërs voor het beeld van de koning te buigen. Kunt u overeenkomstige beproevingen waardoor uw geloof op de proef wordt gesteld, verduren?
[Illustratie op blz. 310]
Wat zult u doen als doktoren erop staan u bloed te geven?
[Illustratie op blz. 311]
Zal het kijken naar TV-programma’s waarin immorele praktijken worden vergoelijkt, u helpen beproevingen te verduren?