De toepassing van bijbelse beginselen in een goddeloze wereld
DE MENS wordt met problemen geconfronteerd die, in plaats van opgelost te worden, voortdurend in een kritieker stadium raken: huwelijken die uiteenvallen, misdaad, wrijving tussen werkgevers en werknemers, eenzaamheid en de vrees voor een kernoorlog — en deze dingen dan op een schaal dat ze de gehele mensheid dreigen te overspoelen. Is het echter nodig dat u uw leven door al deze ellende laat bederven, enkel en alleen omdat deze een kenmerk van onze tijd vormt? Gelukkig wijst de bijbel een betere weg aan door niet alleen de aandacht te vestigen op leven in Gods rechtvaardige nieuwe wereld, maar ons te tonen hoe wij reeds nu in deze goddeloze wereld zo kunnen leven, dat wij ons in zekerheid, tevredenheid en geluk verheugen.
Het staat vast dat de problemen die wij het hoofd moeten bieden, groot zijn. Ondanks al zijn bijbels en kerken wordt Amerika bijvoorbeeld „het land met de meeste echtscheidingen en misdadigheid ter wereld” genoemd. Naar schatting hebben ongeveer 10.000.000 levende Amerikanen een echtscheiding achter de rug. Eén op elke vier huwelijken eindigt in een echtscheiding. Er is dus klaarblijkelijk iets verkeerd. De bijbel bevat het antwoord op deze situatie, maar wilt u hier voordeel van trekken, dan is het bezit van een bijbel alleen niet voldoende; u moet de hierin vervatte raadgevingen ter harte nemen.
Wil men het huwelijk tot een succes maken, dan moet men erkennen dat het een goddelijke instelling is. Accepteren man en vrouw dit feit, dan versterken zij de huwelijksband, want zij beseffen dat zij iemand hoger dan zichzelf rekenschap verschuldigd zijn. Hun huwelijksband wordt iets waarvoor zij tegenover God verantwoordelijk zijn. Wanneer huwelijkspartners die zich aan deze God hebben opgedragen, het huwelijk aldus bezien, gehoorzamen zij het bevel: „Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen” (Hebr. 13:4). Zij worden in liefde tot elkaar getrokken. Door bijbelse beginselen geleid, hebben christelijke echtgenoten „hun vrouw lief . . . als hun eigen lichaam”, en zijn christelijke vrouwen aan hun „man onderdanig als aan den Here”. Dit heeft in het huwelijk wederzijdse samenwerking en zekerheid tot resultaat. — Ef. 5:21-28.
Maar wat indien een van beide huwelijkspartners zich niet aan christelijke beginselen houdt? Toegegeven moet worden dat dit de situatie kan bemoeilijken. Toch zal toepassing van bijbelse beginselen van de zijde van de gelovige een gunstige uitwerking hebben. Het zal de gelovige innerlijke vrede schenken en kan de ongelovige er zelfs toe brengen er het voordeel van in te zien de dingen op Gods wijze te doen. Gelovige vrouwen ontvangen daarom de aanmoediging: „Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door den wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden.” — 1 Petr. 3:1-6.
Ook het gezamenlijke bidden, hetgeen in christelijke huisgezinnen gebruikelijk is, heeft een gezonde invloed wanneer er zich een misverstand voordoet. Als man en vrouw samen bidden en God vragen hun vergiffenis te willen schenken zoals zij dit tegenover elkaar hebben gedaan, maken zij de onderlinge band hechter. Zo schreef de discipel Jakobus: „Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.” — Jak. 5:16.
Een diepgaande studie van 792 echtparen door professor L. M. Terman wees uit, dat vrouwen ernstige klachten uitten, wanneer hun man „zelfzuchtig en onattent, zonder succes in zaken, leugenachtig, klagerig, niet hartelijk en ruw met de kinderen” was. Mannen plaatsten „vitten” bovenaan op hun lijst van klachten over hun vrouw, en lieten hier verder op volgen: „niet hartelijk, zelfzuchtig en onattent, klagerig, slonzig, opvliegend, een stokje stekend voor hobby’s.” Toch kan men bijbelse beginselen op al deze problemen van toepassing brengen, want de bijbel helpt zelfs onvolmaakte personen de goddelijke vruchten van „liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” aan de dag te leggen (Gal. 5:22, 23). De toepassing van bijbelse beginselen van uw zijde zal inderdaad niet een einde maken aan alle huwelijksongeluk in de wereld, maar het kan uw huwelijk gelukkig maken, een huwelijk waardoor Jehovah God, de Schepper ervan, wordt geëerd.
WAT TE DOEN MET ALLERLEI MISDADIGHEID?
Indien wereldse personen geen bijbelse beginselen toepassen en hun huwelijk niet tot een succes maken, zijn zij niet de enigen die hieronder te lijden hebben. Ook hun kinderen zijn hiervan de dupe. Er zijn op het ogenblik in de Verenigde Staten twee tot vier miljoen kinderen waarvan de ouders zijn gescheiden of bij elkaar vandaan zijn gegaan. En jaarlijks worden er nog 300.000 jonge mensen aan dit totaal toegevoegd. Velen hiervan worden misdadigers. Ook andere kinderen, maar dan uit ogenschijnlijk „goede” huisgezinnen zijn de opstandige geest van deze tijd aan de dag gaan leggen. In de jaren van 1950 tot 1960 nam het aantal ernstige misdaden in de Verenigde Staten met 98 percent toe, terwijl de bevolking in dezelfde periode slechts met 18 percent steeg.
Indien u met deze jeugdmisdadigheid wordt geconfronteerd, kunnen de bijbelse beginselen een hulp voor u betekenen. Misschien heeft u een opstandig kind waar u zich zorgen over maakt. Een moeder zei: „Mijn dochter van nog geen zestien jaar trekt zich niets meer van mij aan. Zij is onbeschaamd tegen haar vader, en luistert alleen maar naar mij als zij er zin in heeft. . . . Zij is niet slecht of kwaadaardig, maar zo onhandelbaar en opstandig, dat ik niets met haar kan beginnen. Zou ik haar op de een of andere manier aan mijn gezag kunnen onderwerpen?” Een andere moeder klaagde er tegenover de politie over dat zij haar tien jaar oude zoon, die op weg was een dief te worden, niet onder de duim kon houden. Kinderpsychologen verschillen van mening over de wijze waarop men kinderen moet behandelen, maar God, die de mens heeft gemaakt, weet wat het beste is en in zijn Woord, de bijbel, vertelt hij ons dit.
Hij zegt ouders er de tijd voor af te nemen om hun kinderen in Gods Woord te onderwijzen. „Gij vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen grootbrengen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah” (Ef. 6:4, NW). Dit is de beste manier om het gedachtenleven van het kind in goddelijke banen te leiden en om het voor de verdervende invloed van de wereld waarin het leeft, te beschermen. Wanneer ouders het kind godvruchtigheid leren, en dat het verkeerd is om te liegen, te stelen of te begeren, en zij tevens zelf het goede voorbeeld geven, doen zij in het kind het verlangen ontstaan weerstand te bieden aan verleiding. Het leert zelfbeheersing. Voorts leert het kind doordat de ouders er de nadruk op leggen dat dit Gods beginselen zijn en dat God zegt: Gij zult niet moorden, stelen, liegen of begeren, „Eer uw vader en uw moeder” en „Weest uw ouders gehoorzaam”, dat het onder alle omstandigheden moet gehoorzamen, daar zelfs wanneer de ouders hem niet gadeslaan, God dit wel doet. — Ex. 20:13-17, NW; Ef. 6:1, 2; 1 Petr. 3:12.
Ook streng onderricht vormt een noodzakelijk onderdeel van de opvoeding van een kind, en het wordt in de Schrift aanbevolen. „Wie zijn roede spaart, haat zijn zoon; maar wie hem liefheeft, tuchtigt hem reeds vroeg” (Spr. 13:24). Het in overeenstemming met die bijbelse beginselen toegepaste strenge onderricht spruit niet voort uit ergernis of woede, maar vindt zijn oorsprong in liefde, en „de liefde bouwt op”. Het bouwt een juist gedrag en een warme verhouding tussen ouders en kinderen op. In de huisgezinnen waar liefde heerst, wordt misdadigheid er sterk door tegengegaan. — 1 Kor. 8:1, PC; Hebr. 12:7-9.
HET OPLOSSEN VAN SOCIALE PROBLEMEN
Rassendiscriminatie en de mishandeling van personen enkel en alleen vanwege hun nationale achtergrond, zijn andere problemen, veroorzaakt doordat men de bijbelse beginselen niet in praktijk brengt. De bijbel is niet een nationalistisch boek dat leert dat de mensen in het ene land beter zijn dan die ergens anders, dat gevoelens kweekt van nationale of rassensuperioriteit of dat de ene groep op de andere doet neerkijken. De bijbel maakt veeleer duidelijk, dat God „uit één man alle natiën der mensheid [heeft] gemaakt, om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen”, terwijl allen het bevel krijgen: „Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf” (Hand. 17:26, NW; Matth. 22:39). Toepassing van de bijbelse beginselen heeft het voor ware christenen uit alle natiën mogelijk gemaakt om als leden van één grote geestelijke familie tot elkaar te komen. Zij kunnen in vrede en eenheid bij elkaar komen, te zamen werken en te zamen wonen. Het schenkt hun niet alleen voldoening om met personen van hetzelfde ras of dezelfde nationaliteit bijeen te zijn, maar ook om overal ter wereld in het gezelschap van hun christelijke broeders te verkeren. — Jes. 2:2, 3; Openb. 7:9.
Zelfs jegens degenen die discriminatie tegen hen toepassen, volgen zij een vredige handelwijze. Zij houden zich aan Jezus’ raad: „Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen”, en „Wie u een slag geeft op de rechterwang, keer hem ook de andere toe.” Zij weten dat ’een zacht antwoord de grimmigheid afkeert’. Zij zijn dus van mening, dat het toepassen van bijbelse beginselen in deze goddeloze wereld het meest praktisch is. — Matth. 5:44, 39; Spr. 15:1.
Een ander terrein waarop de toepassing van bijbelse beginselen grote zegeningen met zich meebrengt, is de verhouding tussen werkgever en werknemer. Denk alleen eens aan de hoeveelheid tijd welke er verloren gaat, doordat werknemers niet de hele dag een eerlijke arbeidsprestatie leveren. Neem ook eens in overweging dat, volgens J. S. Mee, een topfunctionaris uit het verzekeringswezen, Amerikaanse zakenmensen, organisaties en industriële ondernemingen dagelijks voor meer dan $200.000.000 door hun werknemers benadeeld worden. Zij die zich aan bijbelse beginselen houden, doen echter in geen enkel opzicht aan een dergelijke oneerlijkheid mee. „Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten” (Ef. 4:28). Christenen beschouwen niet alleen het wegnemen van koopwaar en uitrustingsstukken uit een winkel als diefstal, maar ook het „rondlummelen op het werk”, en zij staan onder het bevel om niet te stelen. Zij weten dat zij tegenover God aansprakelijk zijn voor wat zij doen, en daarom verrichten zij zelfs hun wereldse werk als voor God en niet als voor mensen. Zij hebben de bijbelse raad voor werknemers in gedachten: „Gehoorzaamt uw heren naar het vlees in alles, niet als mensenbehagers om hen naar de ogen te zien, maar met eenvoud des harten in de vreze des Heren. Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor den Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van den Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen.” — Kol. 3:22-24.
Ook voor werkgevers zijn er bijbelse beginselen waardoor zij zich moeten laten leiden. Aan slavenhouders in de eerste eeuw verstrekte raad geeft ook werkgevers uit deze moderne tijd stof tot nadenken: „Heren, betracht jegens uw slaven recht en billijkheid; gij weet toch, dat ook gij een heer in den hemel hebt” (Kol. 4:1). Oprechte naastenliefde van hun zijde en het besef dat zij tegenover God verantwoordelijk zijn, brengt hen ertoe hun zakelijke aangelegenheden dusdanig af te handelen, dat zij voor God en de mensen een zuiver geweten hebben en zij zich in een prettige verhouding tot hun employés kunnen verheugen. Ja, zelfs te midden van een goddeloze wereld werpt het toepassen van bijbelse beginselen goede vruchten af.
EENZAAMHEID EN VREES
Het probleem van eenzaamheid en de vaak hiermee gepaard gaande deprimerende verveling schijnt meer voor te komen dan ooit tevoren. Op welke wijze kan een toepassen van bijbelse beginselen de mensen deze problemen helpen overwinnen?
Omgang met andere mensen is een fundamenteel aspect van een christelijke leefwijze. De leefwijze van een christen dient op zich reeds nuttig voor anderen te zijn. Christenen ontvangen de raad om ’op elkaar te letten ten einde tot liefde en juiste werken aan te sporen, terwijl wij het vergaderen niet nalaten’ (Hebr. 10:24, 25, NW). Door regelmatig verscheidene keren per week op gemeentevergaderingen bijeen te komen, verheugen zij zich in omgang met anderen die zich voor hen interesseren, en zelfs op andere dagen houdt hun christelijke activiteit hen nauw met hun gezin verbonden en blijft het contact met anderen in de christelijke gemeente erdoor gehandhaafd. Reeds de aard van het werk dat God christenen te doen geeft, vervult hen met een nuttig gevoel en schenkt diepe voldoening. Hun schitterende hoop op Gods rechtvaardige nieuwe wereld neemt hen geheel in beslag en wordt in overvloedige mate aan anderen om hen heen doorgegeven. Het schenkt hun geluk om van zichzelf te geven en de uit Gods Woord geleerde goede dingen met anderen te delen. Zei Jezus niet: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen”? (Hand. 20:35, NW) Als personen die zich aan bijbelse beginselen houden, zijn zij actief en gelukkig.
Ook vrees kan een overweldigend probleem worden genoemd — vrees voor een vernietiging door kernwapens in een wereldomvattende oorlog. Dat u bijbelse beginselen toepast, zal de goddelozen er niet van weerhouden hun wapens te gebruiken, maar zij die op God vertrouwen, vrezen niet hetgeen de natiën zouden kunnen doen. Zij weten dat God niet zal toestaan dat de aarde dusdanig wordt geruïneerd dat ze niet meer door de mens kan worden bewoond, want hij heeft beloofd de goddelozen te vernietigen en de aarde voor de gehoorzame mensheid tot een paradijstehuis te maken (Openb. 11:18; Ps. 37:10, 11, SV). Zelfs wanneer zij de dood onder de ogen moeten zien, verliezen zij nog niet hun hoop. Zij weten dat God, de Schepper van het leven, hun door middel van een opstanding uit de doden het leven weer terug kan geven. Daarom verklaarde de apostel Paulus: ’Wij willen niet dat gij bedroefd zijt, zoals de andere mensen, die geen hoop hebben. Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem.’ — 1 Thess. 4:13, 14; Hand. 24:15.
Zijn er op het ogenblik werkelijk mensen op aarde die in deze bijbelse beginselen geloven en er in harmonie mee leven? Ja, inderdaad! De Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen. Daarom schreef de Milwaukee Sentinel van 24 augustus 1961 in een artikel over Jehovah’s getuigen: „Zij zijn het niet alleen in de kleine dingen van het leven met elkaar eens, maar ook in de aangelegenheden die van essentieel belang zijn — gedragsregels, beginselvastheid, de aanbidding van God.” Onderzoek dit zelf. Bezoek de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen in uw omgeving. U zult bemerken dat Jehovah’s getuigen graag met u en anderen de bijbelse antwoorden op de problemen waar wij allen in deze goddeloze wereld mee te maken hebben, delen.