-
De dood van een godDe Wachttoren 1975 | 1 september
-
-
Om deze reden volgt iemand een verstandige handelwijze wanneer hij er nu de tijd voor neemt om de bewijzen te beschouwen waardoor de „mens der wetteloosheid” wordt geïdentificeerd en aan de kaak wordt gesteld. Hij zal buitengewoon blij zijn te ontdekken dat er schitterende beloften van God zijn die door de valse leerstellingen van de geestelijken van de christenheid zijn verduisterd. Door ’in de tempel van De God te gaan zitten en zich in het openbaar te vertonen als zijnde een god’, heeft de „mens der wetteloosheid” mensen belet de ware God Jehovah en zijn liefdevolle hoedanigheden en voornemen met betrekking tot de mensheid te leren kennen.
Wanneer de oprechte zoeker naar waarheid, na de „mens der wetteloosheid” geïdentificeerd te hebben, bovendien een verder onderzoek instelt, zal hij bemerken dat Gods voortreffelijke voornemen met betrekking tot de mensheid nu zijn verwezenlijking nadert. De vernietiging van degenen die God verkeerd hebben voorgesteld, zal door een volledige verwijdering van het huidige samenstel van dingen worden gevolgd. Degenen die „de liefde voor de waarheid . . . hebben aanvaard, opdat zij gered zouden worden”, zullen in leven blijven en de gelegenheid ontvangen op een gereinigde aarde te leven. Deze punten zullen in de volgende uitgave van De Wachttoren worden besproken. — Openb. 19:19-21; 7:9-17; 21:1-4; Zef. 2:3.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1975 | 1 september
-
-
Vragen van lezers
● Zou Satan verantwoordelijk kunnen zijn voor sommige van de hevige stormen en grote overstromingen die in de afgelopen jaren zo’n vernietigende uitwerking hebben gehad op mensenlevens en bezittingen?
Er staat in de bijbel inderdaad één geval vermeld waarin Satan een vernietigende storm veroorzaakte waarin de kinderen van de getrouwe Job omkwamen (Job 1:12, 18, 19). Wij kunnen op grond hiervan echter niet aannemen dat Satan rechtstreeks voor alle vernietigende stormen verantwoordelijk is. Waarom niet? Omdat het Satan krachtens een speciale goddelijke toelating werd vergund Jobs rechtschapenheid op de proef te stellen.
In werkelijkheid is de mens zelf vaak voor zogenaamde „natuur”-rampen verantwoordelijk. Zijn wanbestuur met betrekking tot de hulpbronnen van de aarde en zijn verstoring van de natuurlijke kringlopen hebben een definitieve uitwerking op het weer en het klimaat gehad. In de Encyclopœdia Britannica (uitgave van 1974) wordt hierover opgemerkt: „Er zijn steeds meer bewijzen die erop duiden dat emissies in de atmosfeer van grote hoeveelheden warmte, gassen en partikeltjes door industriële en andere activiteiten veranderingen in het weer en het klimaat veroorzaken.” Bovendien is er door het verwijderen van bomen, die erosie helpen te voorkomen, en door het bouwen van steden in het laagland of in de riviervlakten die onmiddellijk aan de rivieren grenzen, veel overstromingsschade aangericht. Veel autoriteiten adviseren dat natiën deze gewoonte, waardoor de mens zich zoveel lijden op de hals haalt, moeten beletten.
Ook dient opgemerkt te worden dat mensen over het algemeen hebben verkozen Gods wet in hun leven te negeren, zodat de Schepper het nu aan henzelf overlaat zich te redden. Als gevolg hiervan ervaren zij de uitwerking van zijn onveranderlijke wet: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten.” — Gal. 6:7.
Toch is Satan, op een indirecte wijze, voor de rampen die de mens getroffen hebben, verantwoordelijk geweest. De Duivel heeft mensen beslist ten kwade beïnvloed, waarbij hij hen ertoe heeft gebracht op een dusdanige wijze zelfzucht en hebzucht na te streven dat zij de omgeving hebben geruïneerd. Toen de apostel Paulus aan de christenen te Éfeze schreef, wees hij erop dat zij niet langer door die slechte invloed werden gevormd, door te zeggen: „God [heeft] ú levend gemaakt, ofschoon gij dood waart in uw overtredingen en zonden, waarin gij eens hebt gewandeld overeenkomstig het samenstel van dingen van deze wereld, overeenkomstig de heerser van de autoriteit der lucht, de geest die thans werkzaam is in de zonen der ongehoorzaamheid.” — Ef. 2:1, 2.
Satan wordt dus „de heerser van de autoriteit
-