Een door streng onderricht verworven standvastigheid
1. Welk historische feit legt ons standvastigheid op?
„STEVIG bevestigd op zijn plaats” of „een vaste richting volgend” — zo zou standvastig gedefinieerd kunnen worden. Er is beslist standvastigheid voor nodig om ’s werelds Armageddon met succes onder ogen te kunnen zien. Nadat Petrus de ontbinding van „al deze dingen” van Satans wereld, zijn hemel en aarde, had besproken, zei hij tot zijn christelijke broeders: „Geliefden, daar gij het nu van te voren weet, weest op uw hoede, dat gij niet . . . afvalt van uw eigen standvastigheid” (2 Petr. 3:11-17). Willen wij onze reis naar het eeuwige leven voltooien en Jehovah’s aanbidding blijven beoefenen, waarbij wij ons op een wijze gedragen die Jehovah welbehaaglijk is, dan dienen wij een door streng onderricht verworven standvastigheid te bezitten, aangezien onze rechtschapenheid op het spel staat. — Hebr. 10:38, 39.
2. Op welke plaats willen wij graag stevig bevestigd zijn?
2 Onze plaats in de christelijke loopbaan die tot het leven leidt, is een plaats in Jehovah’s werk en aanbidding — zijn bediening. De krachten die Jehovah’s koninkrijk en aanbidding tegenstaan, vormen struikelblokken op de weg ten leven die overwonnen moeten worden. Door middel van onze standvastige rechtschapenheid, die wij als gevolg van de liefderijke goedheid van Jehovah God kunnen bezitten, kúnnen ze ook worden overwonnen. Zou u eens willen weten welke krachtsinspanningen er zoal door Jehovah’s getuigen worden gedaan wanneer zij in toestanden en omstandigheden komen te verkeren waarin hun standvastigheid op de proef wordt gesteld, en hoe zij zulke moeilijkheden bezien?
STANDVASTIGHEID IN HET WEERSTAAN VAN MATERIALISME
3. Wat is materialisme?
3 Terwijl de genotzucht van het materialisme een gevaar vormt voor christenen en ze de mensheid over de gehele wereld teistert, geeft men er door het materialisme te weerstaan, blijk van dat men een leven leidt waarin Jehovah en zijn aanbidding op de eerste plaats komen. Men dient in gedachten te houden dat men niet noodzakelijkerwijs in materieel opzicht veel behoeft te bezitten om materialistisch te zijn. Het gaat erom waar men zijn genegenheid op heeft gericht. Wanneer wij Jehovah God liefhebben en zijn aanbidding en de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats stellen door ’eerst het koninkrijk van God en zijn rechtvaardigheid te zoeken’, zal dit in ons leven worden weerspiegeld. Schenken wij daarentegen het grootste gedeelte van onze tijd en aandacht aan het bevredigen van de verlangens van ons vlees, dan blijkt duidelijk dat wij op de akker van ons vlees zaaien. — Matth. 6:33, NW.
4. Wanneer wij welke handelwijze volgen, kunnen wij van eeuwig leven verzekerd zijn?
4 Dat het toegeven aan de verlangens van dit vlees ons niet in het leven zal behouden, wordt duidelijk in de Schrift aangetoond: „Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. Want wie op den akker van zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op den akker van den Geest zaait, zal uit den Geest eeuwig leven oogsten. Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen.” — Gal. 6:7-9.
5. Tot welke zeer belangrijke vraag kan de kwestie van het materialisme worden teruggebracht?
5 De kwestie van het materialisme en het probleem dat het voor een christen vormt, kan derhalve tot de volgende vraag worden teruggebracht: Voor welke wereld leeft men? Wij kunnen er eeuwig profijt van trekken wanneer wij bij het beantwoorden van die vraag acht slaan op de geïnspireerde raad die betreffende deze oude wereld is gegeven en dan ook in overeenstemming met die raad handelen door voor de nieuwe wereld van rechtvaardigheid te leven: „Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit den Vader, maar uit de wereld. En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie den wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Joh. 2:15-17). Wat een tegenstelling met de voorbijgaande wereld: Tot in eeuwigheid blijven leven!
VASTBERADEN ONDER VERVOLGING EN VERBODSBEPALINGEN
6. Waarvan kunnen wij zeker zijn met betrekking tot vervolging in deze tijd en in de toekomst?
6 Er zijn thans verscheidene landen waarvan de regeringen Jehovah’s getuigen ernstig tegenstaan omdat zij het goede nieuws van Gods koninkrijk prediken. Wanneer u het Yearbook of Jehovah’s Witnesses van 1963 opslaat, zult u op bladzijde 289 van de Engelse uitgave een verslag aantreffen over het werk in landen waar Jehovah’s getuigen thans met grote moeilijkheden hebben te kampen. Wat zal er morgen gebeuren? Wij kunnen met stelligheid zeggen dat degenen die de Staat niet aanbidden en hem niet als hun Redder bekendmaken, op grotere en uitgebreidere schaal zullen worden vervolgd en onder steeds strengere verbodsbepalingen zullen komen te staan. In landen waar een totalitair regime bestaat, is het voor regeringsautoriteiten heel gemakkelijk Jehovah’s getuigen te arresteren, hen in concentratiekampen en gevangenissen te werpen, hun werk te verbieden, hun huizen, hun vergaderplaatsen en hun lectuur in beslag te nemen en zelfs hun bijbels te verbranden.
7. Wat heeft Jehovah, in het belang van onze geesteshouding ten opzichte van vervolging en verbodsbepalingen, verschaft?
7 Wat kan er onder zulke omstandigheden worden gedaan om moedig voorwaarts te gaan en niet zijn toevlucht te nemen tot zogenaamde maatregelen ter zelfbescherming? Het gaat er voornamelijk om de juiste geesteshouding te bewaren. Hoe is dit mogelijk? Men is hiertoe in staat wanneer men het heldere inzicht bezit dat Jehovah door middel van zijn Woord verschaft. Jehovah’s getuigen verkeren niet in twijfel over de situatie. Zij zijn op hun hoede, zodat zelfs de grote aanval van Gog hen niet plotseling overvalt zonder dat zij hiervan op de hoogte zijn, ervoor zijn gewaarschuwd en zich ertegen hebben gewapend (Ezechiël, de hoofdstukken 38 en 39). Zelfs thans reeds, en ook gedurende die aanval, kunnen onberispelijke personen die onder boosaardige vervolging standvastig blijven, weten dat hun toekomst vredig zal zijn. „Sla de onberispelijke gade en let op de oprechte, want de toekomst van die man zal vredig zijn. Maar de overtreders zullen stellig te zamen worden uitgeroeid; de toekomst van goddeloze mensen zal werkelijk worden afgesneden.” — Ps. 37:37, 38, NW.
8. (a) Verklaar de fundamentele taak die op elke individuele dienstknecht van God rust en onder alle omstandigheden van toepassing is. (b) Waartoe leidt dit?
8 Alle getuigen van Jehovah die onder verbodsbepalingen staan en vervolging moeten verduren, beseffen dat zij, ongeacht welke druk er op hen wordt uitgeoefend, ieder afzonderlijk een individuele verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot Gods getrouwe bediening. Iedereen weet dat Gods Woord zegt: „Predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd, wijs terecht, bestraf, vermaan, met alle lankmoedigheid en kunst van onderwijzen” (2 Tim. 4:2, NW). Wanneer men zich van de verantwoordelijkheid wil kwijten waarvan ieder afzonderlijk weet dat hij deze met betrekking tot de plechtige taak om „in moeilijke tijd” te prediken, draagt, zal men hier zorgvuldig plannen voor opstellen. Kleinere groepjes predikers vallen in landen waar verbodsbepalingen zijn uitgevaardigd, minder op. Individuele activiteit wordt soms nauwelijks opgemerkt.
9. Toon aan welk standpunt de getuigen die onder verbodsbepalingen staan, ten aanzien van „terloops” getuigenisgeven innemen.
9 Indien caesar zijn toevlucht neemt tot totalitaire methoden en het predikingswerk als gevolg hiervan ernstig wordt belemmerd, kan het zelfs raadzaam zijn dat alle predikers „terloops” getuigenis gaan geven. Opzieners kunnen de predikers hierbij helpen door hen op de hoogte te houden van doeltreffende manieren waarop men met vreemdelingen een gesprek kan aanknopen ten einde op tactvolle wijze te weten te komen of zij een zachtmoedige geestesgesteldheid bezitten. Op deze wijze kan, zelfs wanneer er verbodsbepalingen bestaan, worden onderzocht wie de boodschap waard zijn. Degenen die belangstelling aan de dag leggen, kunnen geregeld worden bezocht, en aldus kan het nabezoekwerk voortgang vinden. Op deze wijze worden in verscheidene landen bijbelstudiën opgericht en gehouden, terwijl de mensen, ondanks de verbodsbepalingen, zelfs worden geholpen totdat zij zich aan God opdragen en zich laten dopen.
10. Worden er, wanneer er verbodsbepalingen zijn uitgevaardigd, ook berichten bijgehouden van de velddienst?
10 Van de dienst die zelfs onder moeilijke omstandigheden wordt verricht, wordt trouw een bericht bijgehouden. Door dit te doen, wordt men geholpen zich van het contact met Jehovah’s aardse organisatie bewust te blijven. De berichten van groepjes en gemeenten stimuleren de getrouwheid, daar alle Koninkrijksverkondigers zien dat er iets tot stand wordt gebracht en dat anderen ondanks moeilijkheden blijven prediken. Wanneer de berichten die het Genootschap bereiken, worden gepubliceerd, zullen ze voor de verkondigers in andere landen een aanmoediging vormen. U zult dit beseffen wanneer u het Yearbook van het Genootschap leest. De verantwoordelijke dienaren van de gemeenten kunnen de berichten op vergaderingen en wanneer zij de Koninkrijksverkondigers thuis opzoeken, inzamelen.
11. Welke invloed hebben wetten en vervolging op het houden van vergaderingen?
11 Worden er echter vergaderingen gehouden wanneer er verbodsbepalingen zijn uitgevaardigd? Ja, deze blijven doorgaan. Ze komen noodzakelijkerwijs slechts in kleine groepjes bijeen, maar deze bijeenkomsten zijn nodig om de getuigen in geestelijk opzicht op te bouwen en te sterken. Degenen die deze geheime vergaderingen bezoeken, kennen er zo’n grote waarde aan toe dat zij hun aankomst- en vertrektijden over een aanzienlijke tijdsperiode uitsmeren, zodat de omgeving er niet onnodig op attent wordt gemaakt dat een bepaalde plaats voor bijeenkomsten wordt gebruikt.
12. In welk opzicht geeft Matthéüs 10:16-22 christenen die onder verbodsbepalingen staan, steun?
12 Jehovah’s getuigen zijn moedig wanneer zij met gevaar worden geconfronteerd, maar desondanks zo voorzichtig als slangen. Jezus zei dat wij op onze hoede moesten zijn voor goddeloze mensen. Dat impliceerde stellig dat wij er ook voor moesten zorgen zulke mensen niet in handen te vallen. Jezus voorzag dat vervolgers hun toevlucht zouden nemen tot de totalitaire tactiek mensen zelfs hun eigen familieleden bij de Staat te laten aanbrengen: „Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven. Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren aan de gerechtshoven en zij zullen u geselen in hun synagogen; gij zult ook geleid worden voor stadhouders en koningen om Mijnentwil, tot een getuigenis voor hen en voor de volken. . . . Een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind, en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen. En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.” — Matth. 10:16-22.
STANDVASTIGHEID IN ALLE SOORTEN VAN GEBIED
13. In wat voor soort van gebied behoeft geen standvastigheid aan de dag gelegd te worden?
13 Niet alle gebieden bevinden zich in landen waar het werk verboden is, maar toch moet er in alle gebieden standvastigheid aan de dag worden gelegd. Het veld van de Koninkrijksbediening is de wereld (Matth. 13:38). Door in alle soorten van gebied standvastig te zijn, geven Jehovah’s getuigen er blijk van dat zij liefde hebben voor de „schapen” die nog steeds in alle delen van het veld worden gevonden.
14. Welk doel wordt met betrekking tot alle soorten van gebied nagestreefd?
14 Ten einde het werk zo goed mogelijk te verrichten, wordt het toewijzen van gebied zorgvuldig georganiseerd, terwijl er nauwlettend op wordt toegezien dat het helemaal met de predikingsboodschap wordt bewerkt. De verkondigers houden een goed bericht bij van de personen die zij bij hun van-huis-tot-huis-werk niet thuis treffen of die het druk hebben. Wanneer zij de volgende keer dan weer in zo’n gebied werken, bezoeken zij voordat zij aan een nieuw gedeelte beginnen, eerst de personen die gedurende hun vorige bezoek aan het gebied niet thuis waren of als gevolg van drukke bezigheden geen tijd hadden. Dit vormt er een waarborg voor dat er een grondig getuigenis wordt gegeven, terwijl het beschikbare gebied ten volle wordt benut. Bezoeken die later op dezelfde dag of op een andere afgesproken tijd bij mensen worden afgelegd die het tijdens het eerste bezoek te druk hadden, werpen bijna onveranderlijk goede resultaten af.
15. Welke eisen stelt het geven van getuigenis in groepsverband?
15 Wanneer verkondigers in groepsverband getuigenis geven, is het belangrijk dat de leider van het groepje zoveel gebied toewijst dat de verkondigers de gehele tijd bezig kunnen blijven. De verkondigers zullen dan niet gedurende de velddienstperiode naar de gids behoeven te zoeken om meer gebied te krijgen. Wanneer de gids het gebied een paar maal heeft bewerkt, weet hij ongeveer hoeveel gebied een groepje nodig heeft.
16. Op welke wijze wordt het getrouw geven van getuigenis bevorderd door a. de keuze van lectuur en b. nabezoeken?
16 Wanneer er nauwkeurig aandacht aan wordt geschonken dat het gebied beurtelings met zowel De Wachttoren en Ontwaakt! als de andere lectuuraanbiedingen wordt bewerkt, zullen de verkondigers bovendien worden geholpen meer bijbelse lectuur te verspreiden. De verkondigers kunnen het gebied vaker met tijdschriften bewerken, omdat zij de mensen altijd iets nieuws hebben aan te bieden. Bij andere gelegenheden kunnen de andere bijbelse studiehulpmiddelen in hetzelfde gebied worden aangeboden, terwijl hierbij een zo goed en grondig mogelijk getuigenis kan worden gegeven. Wanneer het nabezoekwerk goed is georganiseerd en de nieuwelingen hiervoor worden opgeleid en alle geïnteresseerde personen opnieuw worden bezocht, zijn er trouwens geen grote gebieden voor de van-huis-tot-huis-bediening nodig.
17. Aan welke uitdaging moet in „moeilijk” gebied het hoofd worden geboden, en wat dienen wij in gedachten te houden?
17 De zogenaamde „moeilijke” gebieden vormen een uitdaging voor Jehovah’s getuigen. Te zamen met nog andere factoren vormen ze een beproeving op hun standvastigheid. Laten wij „met volharding den wedloop lopen, die vóór ons ligt. Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, den leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft . . . Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt”. — Hebr. 12:1-3.
18. Wat kan een verkondiger allemaal doen wanneer een gebied door bepaalde bijzonderheden wordt gekenmerkt?
18 Wanneer een gebied door bepaalde bijzonderheden wordt gekenmerkt, dient de Koninkrijksverkondiger zich hiervan bewust te zijn en ermee op de hoogte te geraken. Hij dient zich af te vragen: Wat geloven de mensen? Waarom reageren zij aldus op de boodschap? Accepteren zij soms een bepaalde vertaling van de bijbel? Wat onthullen de kranten over datgene wat hun geestelijken bepleiten en voorstaan? Waar hebben zij belangstelling voor? Wanneer de Koninkrijksverkondiger het antwoord op zulke vragen weet, zal dit voor hem een hulp betekenen bij het brengen van de Koninkrijksboodschap aan de mensen. Wij kunnen in dit verband voordeel trekken van het goede voorbeeld van de apostel Paulus, die zich bij het ten uitvoer brengen van zijn zendingswerk op de hoogte stelde van de mensen en wat zij geloofden. Hij was in zijn gebied zo oplettend, dat hij de bewoners van Athene kon zeggen dat hij in hun stad een altaar met het opschrift „Aan een onbekenden god” had gezien. Hij sprak tot hen over hun religieuze ijver en gebruikte dit altaar vervolgens als een uitgangspunt voor de toespraak die hij tot hen hield. De in het oog lopende afgoderij die hij er zag, ontmoedigde hem niet. Hij maakte gebruik van de toestanden die hij in zijn toewijzing aantrof. Hij deed zelfs een aanhaling uit de werken van een van hun schrijvers, die de mensen zouden erkennen. Ja, hij was werkelijk het toonbeeld van een prediker die voorbereid en met overleg in zijn gebied begon te werken. Jehovah’s getuigen nemen wanneer zij aan de uitdaging van „moeilijke” gebieden het hoofd bieden, het juiste standpunt in door zich er grondig op voor te bereiden in dergelijke gebieden op vaardige wijze getuigenis te geven, wetend dat ’degenen die vaardig zijn in hun werk, ten dienste van koningen gesteld zullen worden’. — Spr. 22:29; Hand. 17:23, 28, 29.
19. Verklaar welke ontwikkeling zich in sommige gebieden voordoet, en toon aan op welke wijze dit feit de bediening ten goede komt.
19 Een ontwikkeling die zich in sommige gebieden voordoet en die de bediening van Jehovah’s getuigen op schitterende wijze ten goede komt, is het feit dat bepaalde gebieden erg vaak worden bewerkt. Het herhaaldelijk bewerken van een gebied is geen nadeel, maar een voordeel, daar het werk van de predikers dan goed verricht kan worden. De door God in zijn dienst gebruikte verkondigers en de mensen bij wie bezoeken worden afgelegd, worden erdoor in de gelegenheid gesteld elkaar te leren kennen. Wanneer de verkondigers met alle nederigheid, vriendelijkheid en hartelijkheid getuigenis geven en nooit kwaad met kwaad vergelden maar zelfs enkele woorden van troost achterlaten, worden de mensen in de gelegenheid gesteld te beseffen dat de veelvuldige bezoeken hun ten goede komen. Jehovah’s getuigen geven de mensen de verzekering dat zij het prettig vinden met hen te spreken. Bent u het niet met ons eens dat de Koninkrijksboodschap werkelijk de moeite waard is en beslist geen slecht nieuws vormt? Het is te hopen dat u er zo over denkt, want Jehovah’s getuigen zien ernaar uit de mensen zodra zich de gelegenheid voordoet opnieuw te bezoeken ten einde zulke heilzame aangelegenheden herhaaldelijk met hen te bespreken. Zoals u kunt zien, behoort het „terugkomen” dus tot het bijbelse opvoedkundige werk dat thans wordt verricht.
20. (a) Waar dienen wij ons met betrekking tot een gebied in de eerste plaats om te bekommeren? (b) Vermeld op welke wijze de kwaliteit van de bediening in een gebied kan worden verbeterd.
20 Wij zijn ons ervan bewust dat het werkelijk wenselijk is dat de mensen weten wie wij zijn wanneer zij ons zien komen en dat zij ons vaak zelfs bij naam kennen. Door dergelijke bezoeken ontvangen de mensen, of zij nu lectuur nemen of niet, geleidelijk aan een steeds groter wordende kennis van fundamentele bijbelse leerstellingen. Jehovah en Armageddon zijn niet langer vreemde uitdrukkingen voor hen. De toestand van de doden en de hoop op eeuwig leven als mens op aarde vormen voor hen niet langer nieuwe ideeën. Hoe meer wij tot de mensen spreken, des te beter zullen wij hun denkwijze, hun kijk op het leven en hun behoeften leren kennen. Dan kunnen wij hen het beste helpen. Wanneer het gebied vaak wordt bewerkt, zet dit ons ertoe aan ons beter voor te bereiden en nieuwe inleidingen uit te werken die de belangstelling opwekken en gaande houden. Denk nooit gering over de geweldige uitwerking van de Koninkrijksboodschap. Een bijzonderheid is dan ook dat er vooral in gebieden die vaak worden bewerkt, een toename wordt bereikt. Wij dienen ons er dus niet in de eerste plaats om te bekommeren hoe vaak een gebied wordt bewerkt, maar of het wel grondig wordt bewerkt en of de bediening die erin wordt uitgeoefend, wel van een goede kwaliteit is. Jehovah’s getuigen vormen een apart volk dat uit mensen bestaat die toegewijd de ware aanbidding van Jehovah God beoefenen. In het tijdschrift Time van 1 februari 1963, staat op bladzijde 65 onder het opschrift „Gelovige of heiden” het volgende: „Wanneer ik op de markt om mij heen kijk”, zo klaagt een katholieke priester, „kan ik de gelovige niet langer van de heiden onderscheiden. Wel kan ik de Jehovah’s getuigen onderscheiden . . . — maar niet de volgelingen van de traditionele geloofsrichtingen.” Miljoenen mensen zijn dezelfde gedachte toegedaan.
STANDVASTIGHEID IN EEN JUIST GEDRAG
21. Welke keus hebben wij met betrekking tot ons gedrag, en welke consequenties zijn hiermee verbonden?
21 Wij moeten van onze zijde vastbesloten zijn om standvastig te zijn wat het aan de dag leggen van een moreel juist en goed gedrag betreft. Wanneer wij geen moraliteit handhaven, zullen wij de weg ten leven verlaten. Herinnert u zich wat de Israëlieten uit de oudheid overkwam toen zij het land der belofte zo dicht waren genaderd? (Numeri, hoofdstuk 25) Onreinheid had de dood van duizenden van hen tot gevolg. Wij kunnen het vermijden op een dergelijke wijze af te dwalen en te struikelen, door onze geest niet met goddeloze werken bezig te houden. Voordat wij het goede nieuws hoorden, hield onze geest zich met zulke werken bezig, met het gevolg dat wij dienovereenkomstig handelden en slechte daden begingen. Wij hebben echter vernomen dat Christus is gestorven en opgewekt „om u heilig en onbesmet en onberispelijk vóór Zich te stellen, indien gij slechts wel gegrond en standvastig blijft in het geloof en u niet laat afbrengen van de hoop van het evangelie dat gij gehoord hebt” (Kol. 1:22, 23). Moge het ons vaste besluit zijn onbesmet voorwaarts te gaan en de hoop van het goede nieuws te verwezenlijken.
STANDVASTIGHEID IN HET BEZOEKEN VAN DE VERGADERINGEN
22. (a) Op welk andere terrein van Jehovah’s aanbidding dienen wij standvastigheid aan de dag te leggen? (b) Wat vormt een bron van geestelijke kracht?
22 Kennis schenkt ons geestelijke kracht. Wij kunnen deze kennis verkrijgen door de gemeentevergaderingen te bezoeken en Gods Woord persoonlijk te bestuderen. Willen wij de energie bezitten om de wedloop tot het einde toe te lopen en de prijs van het eeuwige leven te ontvangen, dan dienen wij de vergaderingen geregeld te bezoeken ten einde die kennis te verkrijgen. Door een gezinsstudie en een persoonlijke studie wordt het verlangen om op zulke vergaderingen aanwezig te zijn, ontwikkeld. Iedere keer dat wij een vergadering overslaan, missen wij wat kennis die wij anders gehad zouden kunnen hebben, en iedere keer dat wij zo’n verlies lijden, blijven wij weer zwakker achter in onze strijd tegen de vijand. Wij moeten diepgeworteld zijn in het geloof om voorwaarts te kunnen gaan. Elk gezin dient zich op vastgestelde tijden op de vergaderingen voor te bereiden en vervolgens als een eenheid aan de besprekingen in de gemeente deel te nemen. Het samenzijn met onze broeders op de vergaderingen heeft het voordeel dat wij in juist gezelschap verkeren en ons in omgang verheugen die ertoe bijdraagt dat wij de weg ten leven zullen blijven bewandelen (1 Kor. 15:33, NW). Wat een ellendige mislukking is het lot van degenen geweest die de ondeugdelijkheid van deze goddelijke waarschuwing hebben trachten aan te tonen! Zorg er derhalve voor juiste omgang te hebben. Er bestaat geen reden voor om achteruit te gaan.
23. Verklaar welke zegeningen en voordelen men zoal ontvangt wanneer men met de gemeente is verbonden.
23 Personen die omgang zoeken met de leden van de Nieuwe-Wereldmaatschappij, waarin allen elkaar aanmoedigen, ontvangen thans wonderbaarlijke zegeningen. Als iemand zwak is of weifelt, gehoorzamen anderen het schriftuurlijke bevel ’de neerhangende handen en de verzwakte knieën te strekken . . . er zorgvuldig voor wakend dat niet misschien iemand van de onverdiende goedheid Gods wordt beroofd’ (Hebr. 12:12, 15, NW). Dat is werkelijke naastenliefde. Doe er moeite voor deze aanmoediging eveneens te geven. „Blijft elkander . . . vertroosten en opbouwen, zoals gij trouwens reeds doet.” — 1 Thess. 5:11, NW.
24. (a) Waarop kunnen wij als gevolg van een door streng onderricht verworven standvastigheid rekenen? (b) Hoe zal de beloning van het leven worden gebruikt?
24 Wanneer wij een door streng onderricht verworven standvastigheid aan de dag leggen, kunnen wij op Jehovah’s blijvende goedkeuring en zegen rekenen. Laten wij hierin volharden. Waarom zouden wij toelaten dat ons vertrouwen met het verstrijken van de tijd of doordat zich bepaalde moeilijkheden voordoen die te verwachten waren, verzwakt? „Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen” (Gal. 6:9). Degenen die met volharding in hun rechtschapenheid blijven wandelen, zullen datgene wat zij als beloning ontvangen, goed kunnen gebruiken. Jehovah legt dit aan hen uit wanneer hij over de nieuwe wereld verklaart: „Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord des HEREN, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan. En het zal geschieden van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat, dat al wat leeft zal komen om zich voor mijn aangezicht neer te buigen” (Jes. 66:22, 23). Wanneer wij de christelijke loopbaan in rechtschapenheid blijven volgen, zullen wij onze God en Vader, Jehovah, eeuwig kunnen aanbidden. U koestert toch het verlangen dit te kunnen doen, niet waar? Geef de moed dan niet op en blijf juiste werken verrichten. Aanvaard streng onderricht en blijf standvastig de weg ten leven bewandelen, dit alles tot Jehovah’s eer.