Weet u hoe promotie te maken?
WIE maakt niet graag vorderingen? Wie ontvangt niet graag erkenning? Wie waardeert het niet te worden bevorderd en een hogere plaats in te nemen in zijn werkkring of in de gemeenschap of groep waartoe hij behoort? Het idee van promotie maken is niet alleen aantrekkelijk vanwege de voornaamheid, eer of glorie die ermee verbonden is, maar vaak ook vanwege de materiële voordelen die er uit voortvloeien. En dit laatste maakt promotie des te begeerlijker.
Een maning tot voorzichtigheid is hier echter op zijn plaats. Wees niet al te ambitieus. Want met bevordering gaan onvermijdelijk ook lasten gepaard. Vaak moeten er nieuwe dingen worden geleerd en komt er met meer werk ook meer verantwoordelijkheid. Niet zelden gaat promotie ten koste van iemands gezondheid of iemands gezinsleven, terwijl ze ook vaak ernstige inbreuk maakt op iemands aanbidding van de Schepper. Houd tevens in gedachten dat hoe hoger men is geklommen, hoe scherper ook de concurrentie is en hoe groter het risico dat men zal worden vervangen door een bekwamere en ambitieuzere kracht. Terecht luidt het gezegde: „Hoge bomen vangen veel wind.”
Ontvangt u erkenning doordat u op de een of andere wijze bevorderd wordt, pas er dan voor op dat het u niet naar het hoofd gaat stijgen, om het maar zo uit te drukken — dan is het namelijk heel goed mogelijk dat u hard bezig bent de dingen voor zowel uzelf als anderen te bederven. Misschien is men toch wat afgunstig op u. En als u zich dan te ingenomen toont met uzelf en met uw succes, is het gevaar niet denkbeeldig dat u uw verhouding tot anderen schaadt. Houd in gedachten dat u nog steeds de medewerking van anderen nodig hebt als u in uw nieuwe positie succes wilt hebben. Een hooghartige, heerszuchtige houding van uw zijde zal het voor anderen moeilijk maken hun trots weg te slikken, terwijl een nederig, bescheiden mens op volledige medewerking zal kunnen rekenen.
Help uzelf door in uw eigen geest over dit onderwerp te redeneren. Hebt u iets vóór boven anderen? Dan is het bijvoorbeeld heel goed uzelf af te vragen in hoeverre dit eigenlijk niets anders is dan een kwestie van aanleg, een kwestie van erfelijkheid, het feit dat u met een goed stel hersenen en een gezond lichaam bent geboren. Bovendien, en niet in de laatste plaats, bent u wellicht zo gelukkig geweest, wijze en liefdevolle ouders te hebben bezeten, die u in de gelegenheid hebben gesteld een goede opleiding te ontvangen en een goed oordeel te verwerven, iets waarvan anderen misschien verstoken zijn geweest. En dat is nog niet alles. Vaak spreekt ook het „geluk” een krachtig woordje mee, zodat het soms gewoon een toevallige samenloop van gelukkige omstandigheden is waardoor iemand een hogere positie kan gaan bekleden.
In wezen zou bevordering juist een nederig stemmende uitwerking op iemand dienen te hebben. Een man die kennelijk weet wat het betekent op de juiste manier promotie te maken, is de Engelse dichter Sir John Betjeman. Over zijn werk is wel gezegd: „Zijn gedichten zijn het best te omschrijven als eenvoudig en rechtstreeks . . . Zijn thema’s omvatten kinderherinneringen, het gezin, liefde, dood, droefheid en, natuurlijk, de natuur.” In oktober 1972 werd hij onderscheiden als „Poet Laureate”, de hoogste eer die een Engelse dichter te beurt kan vallen. Gevraagd naar zijn reactie op deze onderscheiding, antwoordde hij: „Mijn reactie voltrok zich in drie stadiums. Ten eerste verrassing, toen een gevoel van nederigheid en daarna vreugde.” Waarna hij vervolgde met de woorden: „Het is werkelijk een eer, vooral wanneer ik denk aan mijn voorgangers zoals Tennyson en Wordsworth. Waarmee ik echter niet wil zeggen dat mijn gedichten ook maar in de schaduw kunnen staan van die van hen.”
Deze dichter is naar men zegt, een man die zichzelf wegcijfert, ook al is hij Engelands populairste dichter en zijn zijn boeken en gedichten best-sellers geworden. Volgens hemzelf is dit succes met zijn gedichten echter grotendeels een kwestie van gelukkige omstandigheden, hoewel hij moet toegeven dat hij „een oor voor muziek heeft, en mensen kennelijk houden van gedichten waar ritme en beweging in zit”.
Nog een les die men uit de benoeming van deze dichter kan leren, is niet ongeduldig, te zijn. Toen hij werd onderscheiden, was hij reeds voorbij de leeftijd waarop de meeste mannen met pensioen gaan: zevenenzestig jaar. Hij had veel levenservaring opgedaan en kon deze eer derhalve met gepaste bescheidenheid aanvaarden. Iemand met gebrek aan dit soort van levenservaring kan gemakkelijk opgeblazen van trots raken wanneer hij bevorderd wordt — met slechts schade voor zowel hemzelf als anderen. Het was dan ook om deze reden, zoals u zult inzien, dat de apostel Paulus de raad gaf om geen nieuweling, geen pas-bekeerde christelijke man, als opziener over een christelijke gemeente aan te stellen. Zulk een aanstelling zou hem gemakkelijk in de strik van trots kunnen doen vallen. — 1 Tim. 3:6, 7.
Als u een bevordering ontvangt, bestaat het gevaar van verwaandheid, een feit waar ook God op wees toen hij zijn volk instructies gaf in verband met de aanstelling van een koning. Aangaande degene die zou worden gekozen om als koning in Israël te gaan regeren, werd geboden: „En het moet geschieden dat wanneer hij zijn plaats inneemt op de troon van zijn koninkrijk, hij voor zich in een boek een afschrift moet maken van deze wet . . . En het moet bij hem blijven, en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen, opdat . . . zijn hart zich niet verheffe boven zijn broeders.” Nu zult u waarschijnlijk nooit koning worden, maar hetzelfde beginsel gaat toch evenzeer in uw geval op. Maakt u promotie, denk dan nooit dat u zoveel beter bent dan degenen die samen met u werken, dienen of aanbidden. — Deut. 17:18-20.
Er heeft in dat oude Israël trouwens een koning geregeerd die heel goed heeft aangegeven hoe men op de juiste manier promotie maakt. Dat was namelijk Salomo, de zoon van koning David. Door zijn bescheidenheid en nederigheid toonde hij wat de juiste houding diende te zijn. Na zijn aanstelling tot koning, verscheen God aan hem in een droom, zeggend: „Doe een verzoek, wat ik u dien te geven.” Wat een aanbod! Als u dat was gedaan, wat zou u hebben verzocht? Rijkdom, roem, eer, een lang leven? Salomo verzocht niets van dat al. Zijn voornaamste zorg was hoe hij zijn ontzagwekkende taak als bestuurder juist kon verrichten. Hij wist maar al te goed hoeveel het hem nog aan ervaring en wijsheid ontbrak. Daarom antwoordde hij: „Gij moet uw knecht een gehoorzaam hart geven om uw volk te richten, om te onderscheiden tussen goed en kwaad; want wie is in staat dit moeilijke volk van u te richten?” — 1 Kon. 3:5, 9.
Dit verzoek van hem viel zo in de smaak bij Jehovah God dat God tot Salomo zei (natuurlijk door bemiddeling van een engel): „Omdat gij om deze zaak hebt verzocht”, en geen zelfzuchtig verzoek hebt gedaan, „zie! Ik zal u stellig een wijs en verstandig hart geven.” En Salomo bleek inderdaad de wijste koning te zijn die ooit op een menselijke troon heeft gezeten. — 1 Kon. 3:11-28; 4:29-34.
Behalve trots is er nog een andere valstrik waarvoor u moet oppassen wanneer u promotie maakt, en wel de verleiding om uw nieuwe positie of nieuwe ambt voor zelfzuchtige doeleinden te gebruiken. De man Mozes uit de oudheid kreeg de verstandige raad om bij het aanstellen van rechters uit het volk „bekwame mannen te kiezen, die God vrezen, betrouwbare mannen, die onrechtvaardige winst haten” (Ex. 18:21). Hoe weinigen zijn er in deze tijd die een hoge religieuze, politieke of rechterlijke positie bekleden, of een belangrijke functie in de handel vervullen, die werkelijk onrechtvaardige winst haten!
Hebt u promotie gemaakt? Toon dan dat u weet hoe dat te doen door bescheiden en nederig te blijven, door uw macht niet te misbruiken of u over te geven aan de neiging onrechtvaardige winst te maken. Door dagelijks Gods Woord te lezen zult u geholpen worden dit te bereiken.