Jongeren, behoedt jullie geestelijke gezindheid
SCHOOLGAANDE christenen, jullie zijn anders dan jullie klasgenoten die geen doel in hun leven hebben. Jullie hebben besloten dat, ongeacht de andere activiteiten waarmee jullie je eventueel zullen bezighouden, het dienen van God jullie voornaamste doel in het leven is. In dat geval behoeft er bij jullie ook geen twijfel te bestaan wat een juiste gedragslijn is, want Gods Woord, de bijbel, is jullie gids. Jullie zijn niet zoals zovele wereldse jongeren van mening dat jullie je tijd verspillen door naar school te gaan; jullie hebben namelijk een doel in het leven en zien in hoe de dingen die jullie leren, jullie zullen helpen dat doel te bereiken. Als christenen moeten jullie echter jullie geestelijke gezindheid behoeden.
Jullie gaan naar school om er te worden onderwezen, niet om er deel te nemen aan religieus ritueel, alhoewel er op dit gebied op school meer wordt gedaan dan de meeste mensen beseffen. Jullie houding ten aanzien van deze religieuze activiteiten op school moet worden bepaald door wat jullie uit de bijbel hebben geleerd, en hetzelfde geldt voor het deelnemen aan activiteiten na schooltijd.
Jullie moeten natuurlijk beseffen, dat ware religieuze beginselen voor jullie klasgenoten heel weinig zullen betekenen; zelfs voor de meeste volwassenen hebben ze niet veel te betekenen. Daarom zijn zij soms van mening dat alles wat maar religieus is, goed is, ongeacht wat de bijbel erover zegt. Er zijn streken waar mensen de ene dag naar de kerk gaan en beweren christenen te zijn, maar zich de volgende dag overgeven aan heidense voodooriten. Anderen gaan ’s zondags naar de kerk en leiden dan de rest van de week een oneerlijk en immoreel leven. Maar jullie jongeren, die de wens hebben kenbaar gemaakt om God te dienen op de manier die zijn goedkeuring geniet, moeten je steeds aan de beginselen van zijn Woord houden.
Als een bescherming voor jullie tijdens de schooljaren zijn enkele bijbelse beginselen wel van bijzonder groot belang. Een ervan is Gods raad juiste omgang te zoeken en onnodige omgang met mensen die Jehovah God niet aanbidden, te vermijden.
Jullie kunnen er zeker van zijn dat slechte omgang jullie geestelijke gezindheid in gevaar brengt, want Jehovah God heeft een apostel van Jezus Christus ertoe geïnspireerd te schrijven: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Kor. 15:33, NW). In een andere brief aan de christenen die in de immorele stad Korinthe woonden, wees dezelfde apostel op de noodzaak zich afzijdig te houden van valse aanbidding en valse-religieaanhangers. Hij schreef namelijk: „Wat voor deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid? Of wat heeft licht met duisternis gemeen? . . . En welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden? . . . ’„Gaat daarom uit hun midden vandaan en scheidt u af”, zegt Jehovah, „en raakt het onreine niet langer aan”’, ’„en ik zal u aannemen.”’” — 2 Kor. 6:14-18, NW.
Het is waar dat jullie het niet altijd kunnen vermijden met ongelovigen in aanraking te komen, anders zouden jullie wel uit de wereld moeten gaan. Wanneer jullie op school gaan, kunnen jullie dus verwachten in contact te komen met personen die God niet liefhebben en zijn Woord, de bijbel, niet respecteren, en in de meeste gevallen is dit onvermijdelijk. Is de bel echter gegaan als teken dat de lessen voor die dag afgelopen zijn, dan behoeven jullie je niet langer in het gezelschap van personen die geen geloof bezitten, op te houden alsof jullie graag met mensen van dat slag omgaan.
„RAAKT HET ONREINE NIET LANGER AAN”
God zegt ons niet alleen onnodige wereldse omgang te vermijden, maar ook ’het onreine niet langer aan te raken’. Hoe is dit beginsel nu van toepassing op jullie schoolleven? Wel, op vele scholen overal op aarde worden religieuze diensten gehouden. Soms zijn deze bijzonder afgodisch; in andere gevallen bestaan ze ook wel eenvoudig in het opzeggen van een gebed uit de bijbel. Beschouwt het nu eens van deze kant: Zouden jullie de een of andere kerk van de christenheid binnenstappen en jullie daar met de gemeente in het gebed verenigen? Natuurlijk niet, want jullie weten dat zij een drieënig god aanbidden. Zij bestempelen hun god met bijbelse namen, maar hun godsbegrip hebben zij aan het oude Babylon ontleend, dat tegen Jehovah God gekant was. Hun aanbidding is onrein in Gods ogen. Indien jullie dus niet deel willen nemen aan de aanbidding in hun kerk, waarom zouden jullie het dan wel doen wanneer zij hun godsdienstoefeningen in de klas houden? Iemand die het bijbelse gebod, „raakt het onreine niet langer aan”, gehoorzaamt, zal dit niet doen. Jullie kunnen thuis, in afzondering, jullie eigen gebed opzenden.
Het komt natuurlijk voor dat de bijbel op school wordt gelezen om zijn literaire waarde, of dat andere religiën zuiver objectief worden besproken; aan dergelijke besprekingen kunnen jullie stellig deelnemen. Krijgen ze echter het karakter van een godsdienstoefening, dan zal de christen de bovengenoemde schriftuurlijke raad opvolgen.
Stel nu echter eens dat jullie school bepaalt dat jullie vrij kunnen krijgen om deel te nemen aan religieuze activiteit of godsdienstonderwijs. Met het oog op het bijbelse beginsel van afzijdigheid van valse-religieaanhangers, kunnen jullie niet met wereldlingen aan een intergeloof-godsdienstoefening deelnemen. Het is echter iets anders wanneer jullie de tijd die jullie ter beschikking wordt gesteld, gebruiken om een aandeel te hebben aan de christelijke bediening of om de bijbel persoonlijk te bestuderen. Dan zou dergelijke extra vrije tijd verstandig gebruikt worden. Het is hetzelfde als wanneer jullie gebruik maken van nationale feestdagen.
Op sommige scholen worden regelingen getroffen voor verjaarsfeestjes en de viering van religieuze feestdagen zoals Kerstmis, waarover zelfs in encyclopedieën en de openbare pers herhaaldelijk is gezegd dat ze van heidens-religieuze oorsprong zijn. Ondanks het feit dat in de bijbel wordt aangetoond dat alleen heidenen verjaardagen vierden (Gen. 40:20; Mark. 6:21, NW) en ondanks de bijbelse waarschuwingen voor aanbidding die met heidendom is vermengd, is men soms van mening dat het deelnemen aan dergelijke vieringen zoiets onbeduidends is dat het geen kwaad kan. Het gaat echter om het beginsel. Zij die denken dat een kleine overtreding van beginselen niet kan deren, zijn gelijk aan hen die er niet over zouden peinzen een bankoverval te plegen maar die er niet voor terugschrikken mensen voor enkele guldens op te lichten omdat het om zo „weinig” gaat. Zij verschonen deze overtreding met de opmerking dat het „zo weinig” was, maar daardoor ondermijnen zij hun eigen moraal.
Wanneer het om vieringen gaat die op valse aanbidding zijn gebaseerd, zullen jullie dus niet als die mensen willen zijn, die hun religie licht opvatten. Wie zijn de misdadigers in de gevangenis? Wie zijn het die wegens afpersing, beroving of moord zijn veroordeeld? Gewoonlijk zijn het mensen die een religie zijn toegedaan maar die ook hebben geleerd het er niet zo nauw mee te nemen! Weest niet als zij.
Ook al denken de vierders op school dat zij God met hun daden eren, jullie weten dat zij, in het geval van Kerstmis bijvoorbeeld, in feite deelnemen aan de oude aanbidding van de zonnegod, aan de aanbidding van de goddeloze man die later tot een god werd verheven en tot held werd uitgeroepen — Nimrod, „een machtig jager in strijd met Jehovah”. — Gen. 10:9, NW.
Indien er op jullie school dus vals-religieuze diensten, allerlei vieringen of verjaarsfeestjes worden gehouden, wat dan? Nu, dan vraagt de getuige van Jehovah hiervan vrijgesteld te worden, en indien dit onmogelijk is, blijft hij er eenvoudig kalm bij zitten en neemt hij in geen enkel opzicht deel aan deze religieuze activiteiten.
Naast het zich afgescheiden houden van valse-religieaanhangers, is er nog een uiterst belangrijk beginsel waardoor jullie je dienen te laten leiden. Het is een beginsel dat de Zoon van God heeft vermeld: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken” (Matth. 6:33, NW). Dat wil zeggen dat Gods koninkrijk en de daarmee in verband staande aangelegenheden, de bediening, gemeentevergaderingen en persoonlijke studie van de bijbel, het middelpunt van ons leven en onze activiteiten dienen te zijn.
SPORT NA SCHOOLTIJD
Hoe dient een jonge getuige van Jehovah, wil hij zich door de beginselen laten leiden door de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats te stellen en tevens juiste omgang te zoeken, dan tegenover sport na schooltijd te staan? Vragen jullie je het volgende eens af: Zou ik door deelneming aan deze sport met handen en voeten gebonden zijn aan een programma dat inhoudt dat ik ook op avonden en weekends in het schoolteam moet spelen? Zou ik daardoor een vergadering van de christelijke gemeente of de bediening — waardoor ik het werkelijke doel in mijn leven nastreef — moeten verzuimen?
Bovendien, wat voor taal gebruiken wereldse jongeren? Zelfs zij die door de wereld als „goed” worden beschouwd (omdat zij geen lid zijn van benden of openbare eigendommen vernielen), gebruiken vaak smerige taal, vertellen vuile moppen en lasteren zelfs God. Is dat de soort van omgang die jullie wensen? Niet als jullie je geestelijke gezindheid wensen te behoeden.
Houdt in gedachten wat de apostel Paulus aan de jongeman Timótheüs schreef: „Lichamelijke oefening is nuttig voor weinig, maar godvruchtige toewijding is nuttig voor alle dingen” (1 Tim. 4:8, NW). Merkt op dat Paulus niet de nadruk legde op lichamelijke oefening, maar op godvruchtige toewijding. Daar in het schoolprogramma gewoonlijk wel wat lichamelijke oefening is opgenomen en het niet jullie doel in het leven is sportman te worden, heeft het geen zin veel tijd aan sport te besteden; deze tijd zou nuttiger gebruikt kunnen worden, namelijk voor het opbouwen van jullie geestelijke gezindheid. Op de moderne scholen wordt aan sport te veel aandacht besteed, maar de bijbel vestigt de aandacht op iets belangrijkers — op godvruchtige toewijding. Het bestuderen van Gods Woord en het behartigen van Koninkrijksbelangen is belangrijker dan het deelnemen aan sportactiviteiten.
Mochten jullie soms naar wat extra ontspanning verlangen, denkt dan aan Paulus’ woorden tot Timótheüs: „Ontvlied . . . de begeerten die aan de jeugd eigen zijn, maar streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart.” Hieruit blijkt dus dat elke ontspanning die jullie na schooltijd nemen, geen ontspanning met wereldse jongeren dient te zijn, maar „met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart”. Met hén dienen jullie ontspanning te zoeken. — 2 Tim. 2:22, NW.
SCHOOLCLUBS
Vele schoolgaande christenen staan voor het probleem of zij al dan niet lid mogen zijn van schoolclubs. In verband hiermee is het verstandig jullie beweegreden aan een onderzoek te onderwerpen.
Waarom willen jullie lid worden van een club? Is het om de gratis voordelen op onderwijsgebied die jullie nergens anders zouden kunnen krijgen zonder ervoor te betalen? Onderwijs is geen onjuiste beweegreden. Niettemin dienen jullie ook andere factoren te beschouwen: Is de club beperkt tot de lesuren? Staat ze onder scherp schooltoezicht? Of slokt ze na schooltijd extra tijd op waarop wellicht weinig of geen toezicht wordt uitgeoefend? Zal het lidmaatschap van de club voor jullie onverstandige verstrooiing met zich meebrengen? Spreekt er eens over met jullie ouders. Bespreekt met elkaar het doel van de club en het resultaat van wat er wordt gedaan. Vergewist jullie er dan van dat de genomen beslissing tot het behoud van jullie geestelijke gezindheid bijdraagt.
Stel nu dat jullie nagaan waarom jullie eigenlijk lid willen worden van een club en tot de conclusie komen dat jullie beweegreden niet wordt gevormd door de werkelijke voordelen op onderwijsgebied die nergens anders te krijgen zijn, maar door de omgang. Met betrekking hiertoe wordt ons een waarschuwing gegeven in 1 Johannes 2:15 (NW): „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld.” Het woord „wereld” in deze tekst komt van het Griekse kosmos en doelt op mensen; wanneer Gods Woord ons zegt ’de wereld niet lief te hebben’, wordt hiermee in de grond dus bedoeld dat wij de omgang met wereldse mensen niet dienen lief te hebben. Het is een waarschuwing voor slechte omgang. Zouden jullie dus lid worden van een club die eigenlijk een gezelligheidsvereniging is of die jullie in wereldse connecties verstrikt zou doen raken, dan zouden jullie moeilijkheden zoeken. Ook al is het slechts een hobbyclub, dan nog is het goed je af te vragen: is het verstandig te zamen met wereldse mensen van een hobby te genieten? Zou het, daar christenen ontspanning moeten zoeken in het gezelschap van andere christenen, juist zijn met wereldlingen aan hobby’s te doen? Wij kunnen God niet misleiden: „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.”
Er zijn heel veel schoolclubs die een grote bedreiging van jullie geestelijke gezindheid en morele rechtschapenheid vormen. Dit wordt geïllustreerd door de woorden van een doctor in de medicijnen, L. T. Woodard, die in zijn boek Sex in Our Schools over de clubs op middelbare scholen en studentenclubs schrijft:
„Ook op vele middelbare scholen treft u ze aan . . . De meeste van deze organisaties zijn louter en alleen gezelligheidsverenigingen. De kliekjes die zich rond de populairste leerlingen van een school vormen, maken er deel van uit. En alhoewel ze op zich geen ’sexclubs’ zijn, doen ze beslist wel dienst als centrum voor seksuele activiteiten. Tijdens de gesprekken met verscheidene leerlingen aan middelbare scholen die in de loop van mijn researchwerk voor dit boek in mijn spreekkamer zijn geweest, heb ik over de clubs op middelbare scholen de volgende verklaringen genoteerd van jongens en meisjes die het kunnen weten: Een meisje van 17 jaar, lid van een schoolclub: ’In onze club is er niet één meisje dat nog maagd is.’ . . . Een jongen van ruim 16 jaar, lid van een schoolclub: ’Ik ben lid geworden van de schoolvereniging omdat ik een plaats wilde hebben waar ik met een meisje heen kon. De club verhuurt een kleine kamer in een souterrain vlak bij de school, en gelooft u mij maar, het is een en al verkrachting wat de klok slaat.’”
Deze arts citeert nog meer schokkende verklaringen over middelbare-schoolverenigingen, waardoor een helder licht wordt geworpen op het ernstige gevaar ervan voor de moraal.
Bestudeert dus de situatie in verband met schoolclubs en denkt aan de uiteindelijke gevolgen. Slaat acht op de waarschuwing: „Hebt de wereld niet lief” en bespaart jezelf oneindig veel ellende en hartzeer.
DANSAVONDJES
Wat valt er te zeggen van de dansavondjes die vaak op scholen worden georganiseerd? Bij dansavondjes op school dreigen dezelfde gevaren als bij schoolclubs, alleen wordt de kans op immoraliteit er belangrijk door vergroot. Dansavondjes zijn vaak berucht om het schandelijke gedrag dat er ten toon wordt gespreid en vooral om wat er na het dansen gebeurt. Daar het grootste deel van de dansen op dergelijke avondjes seksueel prikkelend is, is het geen wonder dat een ergerlijk gedrag het gevolg is. En denkt niet dat het morele klimaat beter wordt naarmate men verder komt in werelds onderwijs. Let eens op dit verslag uit de New York Times van 14 maart 1964: „Uit een in de hoogste klas van Columbia College ingesteld opinieonderzoek blijkt, dat 83 percent in voorechtelijk geslachtsverkeer gelooft.” Jehovah’s getuigen houden zich dus afzijdig van dansavondjes op school. Door dergelijke avondjes komt men onvermijdelijk in slecht gezelschap. Zij zoeken hun ontspanning in het gezelschap van „hen die de Heer aanroepen uit een rein hart”.
MUZIEKLESSEN, SCHOOLORKESTEN
Een christen die belangstelling heeft voor muziek, zal zich wellicht voor het probleem gesteld zien of hij al dan niet muziekles mag nemen. Misschien wordt hij uitgenodigd voor het schoolorkest. Wat dient zijn standpunt ten aanzien hiervan te zijn? Op muzieklessen op zich is niets aan te merken; wat werkelijk van belang is, is de mate waarin men zich ermee bezighoudt, waar en onder welke omstandigheden de lessen worden gegeven en welke muziek er wordt gespeeld. Bestaat de mogelijkheid dat het volkslied moet worden gespeeld, waarvoor de aanwezigen moeten opstaan? Van een orkestlid wordt verwacht dat hij ter gelegenheid van politieke en religieuze festiviteiten speelt en de mogelijkheid bestaat ook dat hem wordt gevraagd bij politieke gebeurtenissen in een optocht achter vlaggen mee te lopen. De jonge musicus kan dus door het spelen in een orkest in enkele moeilijke situaties verwikkeld raken. Indien er na schooltijd met het orkest wordt gerepeteerd, zouden jullie dan vergaderingen en velddienst moeten verzuimen en van jullie tijd voor het bestuderen van de bijbel worden beroofd? Vinden jullie het belangrijker te leren hoe een muziekinstrument te bespelen dan te leren hoe een dienstknecht van God te worden? Neemt het bespelen van een instrument de belangrijkste plaats in jullie leven in of jullie opdracht aan God? Al deze vragen zouden in ogenschouw genomen moeten worden. Als jullie ouders in eenheid met de Heer zijn, zullen zij beslist al deze factoren met jullie willen beschouwen en een beslissing nemen waarmee jullie geestelijk gezien, het best gebaat zijn.
Indien jullie belangstellen in het bespelen van een muziekinstrument, kan het zijn dat jullie ouders met het oog op de gevaren die lessen in schoolverband met zich meebrengen, zullen beslissen dat privé-lessen de voorkeur verdienen. Het is echter een ander geval als men op een openbare school een muziekinstrument kan leren bespelen zonder dat zich ongewenste moeilijkheden voordoen en zonder dat de Koninkrijksbelangen in het gedrang komen. Christelijke ouders zullen dus rekening houden met de mate waarin hun kinderen erdoor in beslag worden genomen en de omstandigheden waaronder de muzieklessen worden gegeven en dan een beslissing nemen die de geestelijke gezindheid van hun kinderen ten goede komt.
TONEELSTUKKEN
Welke bijbelse beginselen zijn nu van toepassing op toneelstukken die op school worden opgevoerd? Tegen toneelspelen op zich is geen bezwaar; ook op vergaderingen van Jehovah’s getuigen worden tijdens bepaalde programmaonderdelen demonstraties gehouden. Wat jullie in een toneelstuk trachten uit te beelden, kan jullie echter in conflict brengen met bijbelse beginselen. Bovendien blijkt het in de meeste gevallen moeilijk te zijn deel te nemen aan de repetities zonder erdoor belemmerd te worden in jullie theocratische activiteiten. Toneelstukken worden soms op een tijd opgevoerd die niet strookt met de Koninkrijksbelangen. Wanneer men bovendien eenmaal met het spelen in toneelstukken is begonnen, kunnen er moeilijkheden rijzen doordat er verwacht wordt dat men in elk toneelstuk optreedt, ook al is het gebaseerd op vals-religieuze denkbeelden of is de inhoud voor een christen anderszins onaanvaardbaar. Ook dit is een aangelegenheid die jullie met je ouders dienen te bespreken.
VERGADERINGEN
Van tijd tot tijd worden er op vele scholen vergaderingen in de aula gehouden. Hoe dienen jullie dergelijke vergaderingen te bezien? Het al dan niet aanwezig zijn is een gewetenskwestie, vooral omdat de programma’s op dergelijke vergaderingen overal ter wereld zo uiteenlopen. Soms worden er op schoolvergaderingen onderwijsfilms gegeven, worden er lezingen gehouden door politiebeambten, biologen en anderen. Aan de andere kant kan op sommige vergaderingen een religieuze viering of de verafgoding van schepselen de hoofdschotel vormen; ook worden er wel opwekkingsbijeenkomsten gehouden waar waanzinnig wordt geklapt en gejuicht en het schoollied wordt gezongen. Er dient dus een beslissing te worden genomen die strookt met een verlicht geweten.
Sommige ouders zijn misschien echter van mening dat zij hun kinderen geen toestemming kunnen geven om bepaalde soorten van vergaderingen bij te wonen, ook al zouden hun kinderen niet deelnemen aan eventuele afkeurenswaardige activiteiten. Zij vinden wellicht dat jullie het risico lopen besmet te worden met de geest van mensen die leiders en menselijke helden toejuichen en hun met aanbidding gelijk te stellen eerbetoon niet voor God reserveren (Rom. 1:25, NW). Daar zij weten hoe aanstekelijk het juichen en schreeuwen van jonge mensen werkt, hebben zij liever dat hun kinderen van dergelijke vergaderingen worden vrijgesteld dan dat zij het risico lopen met afgodische praktijken bezoedeld te worden. Op jullie ouders die in eenheid met de Heer zijn, rust de verantwoordelijkheid in deze en andere aangelegenheden een beslissing te nemen waarmee jullie geestelijke belangen het beste gebaat zijn.
In jullie schooljaren zullen er onvermijdelijk problemen rijzen; vraagt je wanneer dit gebeurt steeds af welke bijbelse beginselen van toepassing zijn. Pleegt dan overleg met jullie ouders, indien zij in eenheid met de Heer zijn, om te zien of jullie tot de beslissing zijn gekomen waardoor jullie geestelijke gezindheid wordt behoed. Jullie kunnen ook jullie gemeentedienaar om raad vragen, die jullie graag zal helpen bij het toepassen van bijbelse beginselen om jullie geestelijke gezindheid te behoeden.
Houdt dus bij alles rekening met jullie christelijke verplichtingen en laat jullie handelwijze, waar jullie ook zijn, op school of elders, door Gods Woord bepalen. Houdt in verband met de tijd na de lesuren in gedachten, dat jullie niet zijn als de jongeren die weinig presteren, die geen doel in hun leven hebben en aan hun lot worden overgelaten. Als christenen zijn jullie anders. Zelfs een schooljongen die op een boerderij woont, moet zich gewoonlijk na schooltijd naar huis haasten om zich van de karweitjes te kwijten die zijn vader hem heeft opgedragen. Met een christen is het net zo gesteld, want zijn hemelse Vader heeft hem verantwoordelijkheden te dragen gegeven. Alhoewel het behartigen ervan zelfverloochening met betrekking tot wereldse dingen eist, is het een bescherming; verder worden ons daardoor grote rijkdommen ontsloten: vele voorrechten in verband met de christelijke bediening en eeuwig leven in Gods glorierijke nieuwe ordening.
Met dergelijke grootse vooruitzichten is het zaak, jullie geestelijke gezindheid te behoeden alsof jullie leven ervan afhangt. En het hángt ervan af!