Rijpheid schenkt geluk
1. Waarom en hoe vindt een baby het heerlijk ouder te worden?
EEN baby vindt het heerlijk ouder te worden. De geest van het kind dringt nieuwe terreinen binnen. Wanneer een jong kind nog maar een baby is, is het bedje of de armen van zijn moeder het terrein waarover zijn verkenningen zich uitstrekken. Het duurt echter niet lang of een baby wil meer onderzoeken en hij begint te kruipen. Hij kruipt overal in, zit overal aan en grijpt alles wat hij bemachtigen kan. Het kind wil zien; het wil weten, en het tracht kennis op te doen, of het zich nu daarvan bewust is of niet. Vaak wanneer gij bepaalde dingen aan een kind verklaart, zal het zeggen: „Waarom”? Soms brengen de vragen die kinderen ons stellen, ons tot nadenken, en soms luidt ons antwoord eenvoudig: „Daarom”. Maar dat is niet bevredigend; onze antwoorden moeten beredeneerd zijn, van logica getuigen en een bepaalde strekking hebben. Het kind groeit op, wordt rijper, en het waarom van de dingen weten schenkt hem geluk.
2. Wat leert het kind gedurende de jaren dat het op de lagere school zit, en waarom zijn deze dingen belangrijk?
2 Het duurt niet lang of het kind is oud genoeg om naar school te gaan. Dan begint het werkelijk zijn geest te gebruiken en veel kennis tot zich te nemen. De dingen die een kind in de eerste klas of in de paar jaren daarna leert, behoeft hij niet op te halen en opnieuw te bestuderen. Deze eerste dingen die hij leert, zijn fundamenteel; ze vormen de grondslag. Op deze fundamentele beginselen zijn alle theorieën van de grammatica, de rekenkunde en de uitspraak gebaseerd. Hij is gereed nieuwe ideeën en grotere dingen te bestuderen. Daarom krijgt hij op de U.L.O. of de H.B.S. algebra en geometrie, studeert misschien scheikunde, natuurkunde, talen — en hij heeft die heel vroegere fundamentele beginselen welke hij heeft geleerd, nog steeds in zijn geest en ze zijn altijd zeer nuttig. Het zijn dingen die een grondslag vormen. Zonder die eerste fundamentele kennis zou hij geen rijpheid kunnen verkrijgen en hij zou niet gelukkig zijn.
3. Waarom moeten sommige mensen de elementaire dingen telkens weer herhalen, maar welke handelwijze brengt verhoogd geluk?
3 Wanneer iemand een onderwerp gaat bestuderen, moet hij een begrip verkrijgen van de elementaire beginselen van het onderwerp en dan daarop bouwen. Wanneer hij op deze ware beginselen bouwt, verkrijgt hij grotere kennis en inzicht. Indien hij niet studeert en niet tracht vorderingen te maken, zal hij zelfs de grondbeginselen vergeten. Met sommige mensen is het zo. Zij worden lui wat het gebruik van hun geest betreft en zij nemen er niet de tijd voor de dingen die zij hebben geleerd, te herhalen of de kennis die zij hebben, te gebruiken om grotere kennis te verwerven. Vele mensen verkrijgen tegenwoordig een kennis van de waarheid en leren de fundamentele leerstellingen kennen, maar omdat zij datgene wat zij hebben geleerd, niet gebruiken, doordat zij er anderen niet over vertellen, bemerken zij dat zij dezelfde dingen telkens weer opnieuw moeten blijven bestuderen. Zij zijn gelijk de mensen over wie Paulus in Hebreeën 5:12 (NW) heeft gesproken: „Want inderdaad, ofschoon gij met het oog op de tijd leraars behoordet te zijn, hebt gij wederom iemand nodig die u van het begin af de eerste beginselen van de heilige verklaringen van God leert, en gij zijt geworden als dezulken die melk, en geen vast voedsel, nodig hebben.” Opdat het Woord van God vast in onze geest blijft, is het absoluut noodzakelijk het te gebruiken. Indien wij dat Woord niet als rijpe leraren gebruiken, zullen wij geestelijke babies blijven. Maar denk eens aan het geluk dat uit toegenomen kennis voortvloeit. Waarom zouden wij dan altijd teruggaan naar de dingen die wij al eens hebben geleerd? Paulus heeft gezegd: „Want een ieder die melk gebruikt, is onbekend met het woord der rechtvaardigheid, want hij is een baby. Maar vast voedsel behoort bij rijpe mensen, bij hen die door gebruik hun waarnemingsvermogens hebben geoefend in het onderscheiden van zowel goed als kwaad” (Vers 13, 14, NW). Kwaad doen schenkt geen geluk. Indien gij rijp zijt, zult gij weten wat goed is en gij zult het doen, en uw kennis en rijpheid zullen u geluk schenken.
4. Waarom is het noodzakelijk met Jehovah’s getuigen samen te komen, en hoeveel groepen van hen zijn er voor een dergelijke samenkomst beschikbaar?
4 Geregeld met Jehovah’s getuigen samenkomen voor Bijbelstudie is datgene wat gij nodig hebt om u in het geloof op te bouwen. Jehovah’s getuigen hebben Koninkrijkszalen die over de gehele wereld zijn verspreid. In werkelijkheid zijn er 13.942 groepen of gemeenten van Jehovah’s getuigen in de wereld en ze beschikken over plaatsen waar zij geregeld vergaderen, en zij die dus willen leren, kunnen leren. Door geregeld bezoek en geregelde studie kunt gij rijpheid verwerven. Jehovah God heeft mensen de geest gegeven opdat zij hem gebruiken, en alleen door gebruik zullen iemands waarnemingsvermogens geoefend worden.
5. Wat verwachten wij natuurlijk dat degenen met wie wij studeren, ten slotte zullen doen, en hoeveel gemiddeld hebben dit maandelijks gedaan?
5 Natuurlijk trekken Jehovah’s getuigen, daar zij bedienaren van het evangelie en leraren zijn, de gevolgtrekking dat de personen met wie zij de Bijbel in hun huis bestuderen na een tijd gereed zijn in de velddienst uit te trekken en iets te doen met de kennis die zij hebben verworven. Deze bedienaren weten dat ’het gelukkiger is te geven dan te ontvangen’. Gedurende het dienstjaar 1952 waren er 426.704 dienaren van Jehovah God die elke maand het goede nieuws predikten. Dit is het gemiddelde voor het dienstjaar. Er zijn in de gehele wereld veel meer dan 426.704 verkondigers van de Koninkrijksboodschap, maar niet allen van hen gaan er iedere maand op uit om het Woord te prediken, en dit is te wijten aan belemmeringen of plichten in het leven die zij hebben te vervullen. Maar indien zij hun zaken zouden regelen (en zij zouden dit eigenlijk moeten doen), zouden zij geregelde verkondigers kunnen zijn die het goede nieuws prediken, wat het belangrijkste is dat een schepsel tegenwoordig kan doen. Hun leven zou gelukkiger zijn indien zij dit geregeld zouden doen, want zij zouden dan aan het geven zijn.
6. Waarom werden er in het afgelopen jaar nabezoeken gebracht, en hoeveel, tezamen met hoeveel huis-Bijbelstudiën?
6 Rijpe dienaren van Jehovah blijven druk aan het werk met het brengen van nabezoeken door naar de huizen der mensen te gaan die belangstelling voor de waarheid hebben. De reden waarom deze nabezoeken worden gebracht, is te trachten de mensen van goede wil te helpen hun waarnemingsvermogens te gebruiken, hen te oefenen in het onderscheiden tussen wat goed en wat kwaad is, en hun de fundamentele leerstellingen te leren die in Gods Woord worden uiteengezet. Ten einde dit te volbrengen, hebben Jehovah’s getuigen het afgelopen jaar in de gehele wereld 21.980.794 nabezoeken gebracht bij belangstellende mensen. Zij hebben in de huizen der mensen die willen leren, iedere maand gemiddeld 279.622 geregelde Bijbelstudiën geleid.
7, 8. Wat is volgens Hebreeën 6:1-12 ons juiste verlangen en onze juiste bedoeling ten aanzien van hen met wie wij aldus studeren?
7 Nadat zij er zes maanden of misschien een jaar aan hebben besteed in deze huizen te studeren, geloven zij dat de tijd is aangebroken dat deze personen de dienst ingaan, en zij hebben hetzelfde gevoelen als Paulus toen hij zich in Hebreeën 6:1-3 (NW) uitdrukte: „Laten wij daarom, nu wij de elementaire leer omtrent de Christus hebben verlaten, voortgaan tot rijpheid, niet wederom een fundament leggend, namelijk, berouw over dode werken, en geloof jegens God, de leer over soorten van doop en het opleggen der handen, de opstanding der doden en het eeuwige oordeel. En dit zullen wij doen, indien God dan ook toestaat.” Indien gij het 6de hoofdstuk van Hebreeën van vers 1 tot 12 zult lezen, zult gij zien dat Paulus deze vroege Christenen er toe tracht te brengen te groeien, rijp te worden en gelijk hem zelf te worden in de dienst. Hij vestigt er de aandacht op dat „God . . . niet onrechtvaardig [is] zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond, zou vergeten, aangezien gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen”. — Hebr. 6:10, NW.
8 Met betrekking tot hen die vriendelijk zijn jegens Jehovah’s getuigen en hun een beker koud water geven, zegt de Here Jezus: ’Dezen zullen gezegend worden.’ Zij zijn gelijk schapen die aan de rechterzijde van de Meester worden geplaatst. Op zijn minst tonen zij dat zij niet de geest van een bok bezitten. Maar laat het niet slechts bij het geven van een beker koud water blijven. Groei tot rijpheid op. Houd niet op wanneer gij de fundamentele leerstellingen die tot leven leiden, hebt geleerd. Ga verder en verwerf het leven. Zoek en gij zult het vinden. Daarom zegt Paulus in het 11de en 12de vers: „Maar wij verlangen dat een ieder van u dezelfde naarstigheid aan de dag legt om tot aan het einde de volle verzekerdheid van de hoop te hebben, opdat gij niet traag moogt worden, maar weest navolgers van hen die door middel van geloof, en geduld de beloften beërven.”
9. Hoeveel pioniers hebben van rijpheid blijk gegeven en geluk verworven, en hoeveel groepsverkondigers, en met welke resultaten met betrekking tot lectuur?
9 Het Jaarboek van Jehovah’s getuigen van 1953 laat zien hoe naarstig deze dienaren van God gedurende de twaalf maanden van hun dienstjaar zijn geweest en hoe zij naar rijpheid en geluk in Jehovah’s dienst hebben gestreefd. Velen van hen zijn in de pioniersdienst. Daarmede bedoelen wij dat zij tenminste 100 uren per maand of meer, sommigen zelfs 150 of 200 uren, besteden aan het prediken van dit goede nieuws van het Koninkrijk, dat in de gehele wereld tot een getuigenis moet worden aangekondigd. Er waren gemiddeld gedurende elke maand van het gehele jaar 18.181 pioniers, die zichzelf geheel en al aan die bedieningsactiviteit geven. Van dit aantal zijn er 1421 die de Wachttoren Bijbelschool Gilead hebben doorlopen en die in de hoedanigheid van pioniers, zendelingen, zonedienaren of bijkantoordienaren dienen. Deze grote schare van Gods dienaren, 18.181 pioniers en 408.523 groepsverkondigers, is tot de einden der aarde getrokken. In werkelijkheid bracht de vreugde die zij verkrijgen doordat zij om niet van de waarheid willen geven, hen naar 127 verschillende landen, streken, gebieden en eilanden der zee om het goede nieuws te prediken. Zij verspreidden lectuur ten getale van 14.662.122 Bijbels, boeken en brochures, opdat mensen meer over de wonderbaarlijke beloften die Jehovah in zijn Woord heeft uiteengezet, mochten vernemen. Zij hebben er bovendien nog voor gezorgd dat vele van de belangstellende mensen de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! geregeld ontvingen. Gedurende het jaar sloten zij 704.063 nieuwe abonnementen op deze twee mooie tijdschriften af.
10. Welke hoeveelheid tijdschriften hebben zij verspreid, en op welke wijze, en uit welke voorraad?
10 Gij hebt Jehovah’s getuigen waarschijnlijk op de hoeken van de straten gezien terwijl zij deze twee tijdschriften aanboden, en gij hebt u misschien afgevraagd: Hoeveel verspreiden zij nu wel? Het jaarbericht laat zien dat deze ijverige dienaren van God in de gehele wereld in 36 verschillende talen en in 127 verschillende landen 22.484.345 losse exemplaren van deze twee tijdschriften hebben verspreid. Vele tijdschriften werden verspreid in het van-huis-tot-huis-werk, waar veel tijd kan worden besteed aan het praten met de mensen. Ten einde in de gehele wereld in alle tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! te voorzien, heeft het Genootschap 58.531.323 exemplaren gedrukt.
11. Hoeveel tijd berichtten zij in de predikingsdienst te hebben besteed, en met welke uitwerking op velen tot wie werd gepredikt?
11 Jehovah’s getuigen zien dat er in deze tijd vele dingen te doen zijn, maar het grootste werk is de ware aanbidding van Jehovah God te bevorderen en over zijn koninkrijk te prediken zodat anderen in deze wonderbaarlijke hoop kunnen delen. Deze bedienaren hebben zo’n belangstelling voor hun werk dat zij aan het prediken 68.703.699 uren besteedden. In die tijd is heel wat gepraat. Hebt gij een aandeel gehad in het prediken van de Koninkrijksboodschap tot anderen? Hebt gij een bericht over uw werk ingeleverd? Jehovah’s getuigen hebben vanwege de prediking die zij hebben verricht, vele anderen voor het werk geïnteresseerd. Ja, voordat het jaar eindigde, werd een nieuw hoogtepunt in het aantal verkondigers bereikt, omdat velen van hen die belangstelling hadden gekregen voor de grote bedieningsactiviteit van Jehovah’s getuigen met hen in de dienst waren uitgetrokken.
12. Welk hoogtepunt in het aantal verkondigers nam aan de verkondiging deel, en hoeveel openbare vergaderingen werden er gehouden, en wat is de reden voor een dergelijke krachtsinspanning?
12 Het hoogtepunt in het aantal verkondigers die in een of andere maand gedurende het gehele jaar een bericht hebben ingeleverd, was 456.265. Dit aantal personen heeft aan de velddienst deelgenomen ten einde anderen te helpen kennis van Jehovah te verwerven en het is het tot nu toe grootste aantal dat in één jaar een bericht bij het Genootschap heeft ingeleverd. Opdat dezulken nooit tot een kinderlijke levenswijze zullen terugkeren, organiseert het Wachttoren Genootschap geregelde Bijbelstudiën in Koninkrijkszalen en in de huizen der mensen. Het bijwonen van deze vergaderingen helpt iemand tot rijpheid te groeien. Ook openbare vergaderingen worden in de Koninkrijkszalen belegd, en in het afgelopen jaar zijn er totaal 240.921 van deze lezingen gehouden. Waartoe al deze krachtsinspanningen? Opdat zij die zich tot de waarheid keren, in verstandelijke vermogens mogen groeien. Paulus heeft het op de volgende wijze uitgedrukt: „Broeders, wordt geen jonge kinderen in verstandelijke vermogens, maar weest kleine kinderen met betrekking tot het boze; wordt echter volwassen in verstandelijke vermogens.” — 1 Kor. 14:20, NW.
13. In welke richting moeten wij kijken, en hoe zouden wij in 1953 gemiddeld 468.374 verkondigers kunnen hebben?
13 Voor hen die hun leven aan Jehovah God hebben opgedragen, is de tijd aangebroken de dingen die zij achter zich hebben liggen, deze oude wereld en haar immorele levenswijze, te vergeten en voorwaarts te gaan. Zie naar de dingen die voor u liggen; beschouw de maatschappij der Nieuwe Wereld en de toekomstige zegeningen. Dit betekent activiteit. Indien elke groep van Jehovah’s getuigen haar aantal verkondigers gedurende het dienstjaar 1953 met 10 procent zou doen toenemen, zouden wij voor 1953 gemiddeld 468.374 verkondigers hebben. Expansie komt tot stand door degenen die belangstelling hebben voor Jehovah’s koninkrijk, tot rijpheid te brengen. Wij weten dat hun rijpheid hen gelukkig zal maken omdat zij het water des levens om niet zullen willen geven. Wij moeten dus toenamen verwachten en de nieuwen helpen hun verantwoordelijkheid anderen te onderwijzen, in te zien.
14. Hoevelen werden er gedoopt, en wat dienen rijpe bedienaren van het evangelie gedurende 1953 te doen, en welke toename van verkondigers is daardoor mogelijk?
14 Jezus heeft gezegd: „Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vruchten blijft dragen en er blijkt van geeft mijn discipelen te zijn” (Joh. 15:8, NW). Zijt gij van plan vruchten te dragen of zijt gij van plan uw gehele leven een baby te blijven? Waarom zoudt gij geen leraar zijn? Gij behoorde er een te zijn! Laat uw rijpheid u geluk schenken. „Laten wij . . . voortgaan tot rijpheid” (Hebr. 6:1, NW). Wanneer zij die zich in Jehovah’s organisatie bevinden, naar rijpheid streven, zullen zij in aantal toenemen. Laten derhalve zij die rijpe bedienaren van het evangelie zijn, anderen gedurende 1953 helpen, en neem degenen die in de waarheid groeien, in het getuigeniswerk met u mede. Indien gij dit doet, kunnen wij in elke groep in de wereld een 20 procent toename in het hoogtepunt in het aantal verkondigers verwachten en een dienovereenkomstige 20 procent toename in het bericht van het hoogtepunt voor het jaar 1953. Waarom niet er naar gestreefd dit nieuwe hoogtepunt van 512.044 tegen het einde van april 1953 te bereiken? Het kan worden bereikt door naar rijpheid en geluk te streven en door de 54.707 personen die het afgelopen jaar door de waterdoop hebben gesymboliseerd dat zij zich aan Jehovah’s dienst hebben opgedragen, werkelijk te helpen.
15. In welke geestestoestand dienen, volgens Filippenzen 3:13-16, het overblijfsel en de andere schapen thans te verkeren?
15 Jehovah God zal deze rijpe, gelukkige bedienaren van het evangelie binnen niet al te lange tijd in zijn koninkrijk van rechtvaardigheid brengen. Paulus heeft gezegd: „Terwijl ik de dingen die achter mij liggen, vergeet en mij uitstrek naar de dingen die voor mij liggen, jaag ik naar het doel om de prijs van de roeping boven en die God in Christus Jezus doet toekomen. Laten wij dan, zovelen van ons als er rijp zijn, in deze geestestoestand verkeren; en indien gij in enig opzicht geestelijk anders geneigd zijt, zal God de bovengenoemde geestestoestand aan u openbaren. Laten wij in ieder geval, in de mate dat wij vorderingen hebben gemaakt, voortgaan ordelijk in deze zelfde routine te wandelen” (Fil. 3:13-16, NW). Het gezalfde overblijfsel moet in deze geestestoestand verkeren, en ook de andere schapen worden aangespoord dezelfde raad ter harte te nemen.
16. Hoevelen van degenen die het Gedachtenismaal hebben bijgewoond, moeten op geestelijk gebied babies zijn, en welke gelukschenkende handelwijze dienen wij ten aanzien van hen te volgen?
16 Wij allen hebben de droefheid en de ongelukkige toestand die zich in deze oude wereld bevindt, ondervonden. Nu wij ons tot Gods Woord hebben gekeerd, hebben wij geleerd wat het betekent gelukkig en vol vreugde in zijn organisatie te zijn. Daarom heeft Petrus gezegd: „Doet dienovereenkomstig alle zedelijke verdorvenheid en alle bedrog en huichelachtigheid en bittere afgunsten en alle soorten van achterklap weg, en vorm als pasgeboren kinderen een verlangen naar de onvervalste melk die tot het woord behoort, opdat gij door middel er van moogt opgroeien tot redding, mits gij hebt gesmaakt dat de Heer goedgunstig is” (1 Petr. 2:1-3, NW). Daarom trachten Jehovah’s dienstknechten overal de „pasgeboren kinderen” te helpen op te groeien en redding te verwerven. Er zijn vele van deze jonge kinderen die als babies in de waarheid hulp nodig hebben. Verleden jaar waren er op de Gedachtenisdienst van Jehovah’s getuigen 667.099 mensen die op die ene avond met Gods volk samenkwamen. Het is gemakkelijk te zien dat er veel belangstellenden zijn maar meer dan 200.000 van dit aantal zijn babies op geestelijk gebied. De meesten van hen kennen de fundamentele leerstellingen, en zij zijn gelukkig dat zij het verschil zien tussen de organisatie van de Duivel en Jehovah’s organisatie. Meer waarheid zal echter geluk, bevrediging, tevredenheid en ten slotte eeuwig leven brengen. Waarom zouden wij niet allen helpen rijp in de waarheid te zijn? Dan zullen zij weten, evenals gij dit weet, wat de Schriftuurlijke reden is waarom deze wereld in deze ontredderde toestand verkeert en wat de reden is waarom Jehovah God haar gaat vernietigen. Zij zullen weten wat zij tot de mensen moeten zeggen ten einde hen te vertroosten. Evenals gij zullen zij weten dat geluk voortvloeit uit het verwerven van rijpheid en het thans volgen van de juiste handelwijze. De juiste handelwijze is zich bij Jehovah’s getuigen aan te sluiten in het prijzen van Jehovah God, het bevorderen van de ware aanbidding en het prediken dat het koninkrijk der hemelen nabij is. Hierdoor zal u waar geluk worden geschonken dat uit rijpheid voortvloeit.
17. Wat maakt, te oordelen naar het Jaarboek van 1953 Jehovah’s getuigen zo gelukkig, zelfs ondanks onderdrukkende regeringen?
17 Wat maakt Jehovah’s getuigen zo gelukkig? Bekijk het bericht van hun activiteit zoals dat in het Jaarboek van Jehovah’s getuigen van 1953 staat vermeld. Onderzoek de tabel van hun wereldomvattende velddienst, die op bladzijde 60 en 61 van deze uitgave van De Wachttoren staat afgedrukt. Ziedaar het antwoord — dienst, ware aanbidding van Jehovah God. Sommige landen zijn in dit bericht niet genoemd. In werkelijkheid zijn tien van hen tezamen als één groep vermeld. Waarom? Ten einde het getuigeniswerk te beveiligen en ten einde niet te onthullen hoeveel personen er in werkelijkheid achter het IJzeren Gordijn en in door dictators beheerste landen prediken. Toch bevinden de getuigen zich daar en vertellen het goede nieuws aan anderen, ook al geschiedt dit onder verschrikkelijke vervolging. Zij allen, ongeacht waar zij zich mogen bevinden, zijn gelukkig verenigd als één man in het ’aanbidden van Jehovah in heilige opstelling en kledij’ (Ps. 29:2, AS). Wees in 1953 een van deze lofzangers en aanbidders van Jehovah in uw land!
[Tabel op blz. 60-61]
HET BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 1952 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE GEHELE WERELD
(Zie ingebonden jaargang)