-
Kunt u toegeven dat u fout bent?De Wachttoren 1978 | 1 november
-
-
halsstarrigheid natuurlijk niet toe laten brengen een moord te plegen, zoals de joodse leiders deden. Maar al zijn wij zelfs maar in kleine dingen halsstarrig, toch mishaagt dit Jehovah (Luk. 16:10). Als wij een zonde begaan, dienen wij onze schuld snel te erkennen en van de zonde vandaan te gaan, en er niet mee door te gaan zoiets ’aan te raken’. Vervolgens dienen wij onmiddellijk met vrijmoedigheid van spreken tot God te gaan ten einde een gereinigd hart te krijgen. Als onze toegangsweg tot God door iets versperd wordt — trots, schaamte, vrees of iets anders — dienen wij de hulp van een andere christen in te roepen om zich ten behoeve van ons in gebed met ons te verenigen (Jak. 5:16). Wij dienen niet de schande of het toegeven van het kwaad te vrezen, maar het misnoegen van God, doordat wij onze fout niet aan hem belijden. Wij dienen ook zijn overvloedige barmhartigheid jegens degenen die met een berouwvol hart tot hem komen, te beseffen, want hij zegt: „Op deze dan zal ik zien, op de ellendige en de verslagene van geest en die voor mijn woord beeft.” — Jes. 66:2.
-
-
Wij kunnen dankbaar zijn voor Gods geduldige strenge onderrichtDe Wachttoren 1978 | 1 november
-
-
Wij kunnen dankbaar zijn voor Gods geduldige strenge onderricht
WIJ horen mensen wel eens zeggen dat God onredelijk en onbillijk is of niet snel genoeg optreedt. Sommigen zeggen dat zij wel in God zouden willen geloven, maar niet kunnen begrijpen waarom God nu niet handelend optreedt om een eind te maken aan misdaad, onrechtvaardigheid en onderdrukking.
Mensen zien echter gemakkelijk over het hoofd dat louter het aanwenden van superieure macht, waartoe God volgens hen in staat is, gewoonlijk niet de beste manier is om aan een slechte situatie een halt toe te roepen. De oplossing van het probleem kan tijd, geduld en redenering vergen.
Een vader zou bijvoorbeeld zijn zoon voor iedere ongehoorzaamheid streng kunnen straffen, of hij zou de zoon volledig kunnen verstoten. Maar zou de zoon zich daardoor verbeteren en het probleem uit de weg zijn geruimd? Zou dit de zoon helpen of de reputatie van de vader hoog houden? Zou het bevorderlijk zijn voor het welzijn van het gezin? Door louter macht en autoriteit aan te wenden, zou men de situatie veeleer kunnen verslechteren, zowel met betrekking tot de zoon als ten aanzien van anderen die de situatie waarnemen. Dit komt doordat mensen niet als machines of dieren zijn, die men louter op grond van superieure macht bevelen kan geven en kan beheersen.
Zo is het ook gesteld met de wijze waarop God met de mensheid handelt, die hij ’naar zijn beeld en gelijkenis’ heeft gemaakt (Gen. 1:26, 27). De mensheid weerspiegelt dat beeld, zij het op onvolmaakte wijze, nog steeds, hetgeen onder meer inhoudt dat de mens redenering, liefde, gerechtigheid en barmhartigheid aanwendt. Mensen moeten kunnen beredeneren en begrijpen waarom dingen op een bepaalde wijze worden gedaan. Hun hart
-