Wat te doen nu wij tegenover het einde staan
1. Waarom is de Bijbelse leerstelling van het einde der wereld wetenschappelijk, en waarom zal de Christenheid het eerste deel er van zijn dat eindigt?
SECTARISCHE religie-aanhangers in het verleden hebben zich wijsgemaakt dat de vernietiging van de zon, maan, sterren en aarde nabij was, en zij hebben vele dwaze dingen gedaan waardoor zij belachelijk werden en waardoor het onderwerp van het einde der wereld tot een onderwerp werd gemaakt dat een ongelovige glimlach wekte of zorgvuldig werd vermeden. De dingen die werden gedaan, waren dwaas omdat ze niet de dingen waren welke, zoals Gods Woord zegt, moeten worden gedaan door Christenen die tegenover het werkelijke einde staan. Het onderwerp van het einde der wereld is geen krankzinnig, grotesk idee dat alleen door religieuze fanatiekelingen kan worden opgenomen, hetgeen dan een dwaas gedrag tot gevolg heeft dat de spot der wereld opwekt. Het einde der wereld is wetenschappelijk. Het betekent niet de vernietiging van Gods stoffelijke universum, aan het voortbrengen en tot glorie brengen waarvan hij onmetelijk veel tijd heeft besteed. Aangezien ’de hemelen Gods eer vertellen, en het uitspansel Zijner handen werk verkondigt’, waarom zou hij deze wetenschappelijke wonderen dan vernietigen? Hij zal dit niet doen. Laten wij de leerstelling van het einde der wereld ontdoen van de dwaze, onschriftuurlijke uitleggingen die de Christenheid er aan heeft verbonden en die tot onredelijke handelingen hebben geleid. Het einde der wereld betekent niet de vernietiging van onze aardbol en van de stoffelijke scheppingswerken in de lucht. Het betekent het einde van zowel de onzichtbare als de zichtbare goddeloze organisatie van Satan de Duivel. De Christenheid heeft zichzelf tot een deel van zijn organisatie gemaakt ofschoon ze beweert het „huis Gods” te zijn. Wegens deze huichelachtigheid zal ze zwaarder oordeel ontvangen en het eerste deel dezer wereld zijn dat eindigt.
2. Hoe leren wij wat de verstandige en juiste handelwijze is nu wij tegenover het einde der wereld staan?
2 Wereldse mensen denken dat er niets te doen is tenzij men zich in deze wereld mengt. Zij denken dat er niets is waarmede men zich kan bezighouden tenzij men met de wereld meedoet. Zij denken dat zich er van afwenden een deel dezer wereld te zijn, betekent van de mensen vandaan gaan en zich in een nonnen- of monnikenklooster afzonderen. Maar wat deed Noach terwijl hij met God wandelde? Wat deden hij en zijn gezin toen zij tegenover het einde van de antediluviaanse wereld stonden? Wat zei de apostel Petrus Christenen te doen omdat het volledige einde aller dingen was nabijgekomen? Door de Bijbelse berichten te raadplegen met betrekking tot hetgeen de dienstknechten van Jehovah God deden wanneer zij tegenover een van Jehovah afkomstige ramp stonden, vernemen wij wat de verstandige en juiste handelwijze is wanneer wij het einde der wereld onder de ogen zien.
3. Wat doet God voordat er zich een van hem afkomstige ramp voltrekt, en hoe wordt tijd hier in aanmerking genomen?
3 Het is thans een onmiskenbare waarheid, ten minste onder Jehovah’s getuigen, dat de Almachtige God altijd van tevoren een aankondiging doet van een ramp die hij over enkele mensen of over de gehele mensheid brengt. Dit was zo met betrekking tot de eerste wereldomvattende ramp of eerste wereldramp. Dit moet en zal ook zo zijn met betrekking tot de ophanden zijnde wereldramp, want Jehovah’s grootste getuige, Jezus Christus, zeide dat onze dagen met de dagen van Noach te vergelijken zouden zijn: „Evenals het geschiedde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen” (Luk. 17:26, NW). Jehovah God bepaalde tot op de dag nauwkeurig de tijd voor de komst van de Vloed. Ook bepaalde hij de tijd waarop de openbare aankondiging van de komst van de Vloed moest beginnen, en hij bepaalde de tijd hiervoor ver genoeg van tevoren om het doel dat hij op het oog had met het getuigenis dat werd gegeven, te verwezenlijken. Zo is het ook thans met betrekking tot deze grote wereldramp.
4. Wat is het doel van het aldus van tevoren waarschuwen?
4 Dat hij van tevoren een waarschuwing laat horen, geschiedt niet louter om de mensen schrik voor het einde der wereld aan te jagen. Hij is niet iemand die door schrikaanjaging bekeerlingen aan zijn zijde brengt, noch zijn de wereldse spotters personen die voor zulk een schrikaanjaging of paniek zwichten. Zij die een paniek trachten teweeg te brengen, willen over het algemeen een sensatie veroorzaken en zij hebben een onschriftuurlijke verklaring van de aard der ramp. Zij zijn op publiciteit en algemene bekendheid uit en willen veel opwinding en gemoedsbeweging veroorzaken. Maar Jehovah kondigt uit zorgzaamheid van tevoren aan wat hij gaat doen, en zij die zich er niet om bekommeren, kunnen dus nooit zeggen dat zij geen kans hebben gehad.
5. Wie heeft God wel en wie niet verkozen om de waarschuwing te laten horen, en waarom?
5 Zij die de tevoren gegeven waarschuwing voor de daad van God aankondigen, moeten noodzakelijkerwijs zijn getuigen zijn. Deze dienst is een gunst en een eer, en Jehovah zal geen andere mensen uitkiezen dan die hem getrouw zijn en die het woord willen spreken dat hij hen laat spreken, ongeacht wie spotten. Hij zal zijn keus niet laten vallen op hen die niet met hem in overeenstemming zijn, die zich voor zijn Woord schamen en het licht achten, die de philosophieën, wetenschappelijke theorieën en religieuze overleveringen van mensen boven Gods Woord plaatsen en geestelijk overspel met deze wereld bedrijven. Psalm 50:16-21 vermeldt: „Maar tot den goddeloze zegt God: Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen, en neemt Mijn verbond in uw mond? Dewijl gij de kastijding [het onderricht] haat, en Mijn woorden achter u henenwerpt. Indien gij een dief ziet, zo loopt gij met hem; en uw deel is met de overspelers. Uw mond slaat gij in het kwade, en uw tong koppelt bedrog. Gij zit, gij spreekt tegen uw broeder; tegen den zoon uwer moeder geeft gij lastering uit. Deze dingen doet gij, en Ik zwijg; gij meent, dat Ik te enenmale ben, gelijk gij; Ik zal u straffen, en zal het ordentelijk voor uw ogen stellen” (AS). Religieuze huichelaars kunnen God nimmer misleiden en hij zal nooit de fout begaan hen als zijn boden uit te kiezen ter aankondiging van de nadering van het einde. Hij kiest degenen uit die met hem wandelen.
6. Wat moeten wij zijn om van de wereldramp te worden gered, en hoe wordt dit feit aangetoond?
6 Wat het redden van iemand betreft, Jehovah bekommert er zich het eerst van alles om zijn waardige getuigen te redden. De apostel Petrus laat dit punt krachtig uitkomen. Nadat Petrus heeft verteld hoe Noach en zijn gezin door de vloed heen werden behouden en vervolgens de rechtvaardige Lot werd gered van de vernietiging van Sodom door vuur en zwavel van de hemel, maakt hij de opmerking: „Jehovah [weet] hoe hij mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving moet bevrijden, maar onrechtvaardige mensen voor de dag des oordeels moet bewaren opdat zij worden afgesneden, vooral echter degenen die het vlees achternagaan met de begeerte het te verontreinigen en die op heerschappij neerzien” (2 Petr. 2:5-10, NW). Ook redt hij hen die acht slaan op dit getuigenis en die helpen het aan anderen te verbreiden. Daarom zeide de apostel Paulus: „Schenk voortdurend aandacht aan u zelf en aan uw onderwijs. Blijf bij deze dingen, want door dit te doen, zult gij zowel u zelf redden als hen die naar u luisteren” (1 Tim. 4:16, NW). Het bovenstaande doet ons vollediger beseffen dat wij om van de wereldramp te worden gered, een getuige van Jehovah God moeten zijn.
GOD KWIJT ZICH VAN ZIJN VERANTWOORDELIJKHEID
7. Wat moet de oorzaak zijn die achter de verreikende, volhardende werkzaamheden van Jehovah’s getuigen steekt?
7 Er moet iets anders dan enkel religieuze gemoedsbeweging en religieus fanatisme achter steken wanneer Jehovah’s getuigen er in volharden telkens weer naar de mensen in het gebied waar zij wonen, toe te gaan, en ook hun predikingswerk uitbreiden tot zoveel landen als zij kunnen bereiken, waardoor zij hun boodschap thans in meer dan negentig talen en dialecten en in honderd vijftien landen prediken, en dit in weerwil van grote vijandigheid, religieuze vervolging en politieke onderdrukking. Ja, zij worden bespot, maar dat betekent niets, want Jezus Christus zelf werd bespot en verkeerd voorgesteld en hij heeft ons van tevoren gewaarschuwd dat zijn volgelingen eveneens op die wijze worden behandeld. Het intensieve getuigenis dat dit betrekkelijk kleine groepje volhardend geeft, moet dus het gevolg van een of andere deugdelijke oorzaak zijn, want het getuigenis is niet te vuur en te zwaard verbreid, zoals het Mohammedanisme, noch heeft het naar politieke gunst gedongen en politieke bescherming genoten. De Almachtige God en zijn geest moeten achter het getuigenis staan, want deze getuigen beroepen zich voor hun boodschap op Gods Woord, niet slechts op gedeelten en gedeeltelijke selecties uit de Bijbel, maar op de gehele Bijbel als een harmonisch geheel. De deugdelijke oorzaak achter hun onweerstaanbare getuigenis is het feit dat Jehovah’s koninkrijk in de hemelen is geboren, zijn Zoon als handelende Koning op de troon is geplaatst en het einde van Satans wereld in een wereldomvattende ramp nabij is. Jehovah’s getuigen kunnen dit bewijzen aan de hand van feiten en aan de hand van profetieën die zijn vervuld.
8. Hoe heeft God aan Amos verteld dat er voor bepaalde gevolgen bepaalde oorzaken zijn, en wat is er dus de oorzaak van dat er thans ten waarschuwing wordt gegeven?
8 In deze tijd van wereldcrisis is God op aarde aan het werk voordat hij de verschrikkelijke, door hem voorzegde daad van God volbrengt. Hij vertelt ons dat er voor bepaalde waarneembare gevolgen passende oorzaken moeten zijn. Hij vertelt ons ook dat hij zijn getuigen op de hoogte zal houden van zijn voornemens en van zijn komende daad. Daarom zeide de Here God Jehovah lang geleden door bemiddeling van zijn profeet: „Zullen twee te zamen wandelen, tenzij dat zij bijeengekomen zijn [een afspraak hebben gemaakt]? Zal een leeuw brullen in het woud, als hij geen roof heeft? Zal een jonge leeuw uit zijn hol zijn stem verheffen, tenzij dat hij wat gevangen hebbe? Zal een vogel in den strik op de aarde vallen, als er geen strik voor hem is? Zal men den strik van den aardbodem opnemen, als men ganselijk niet heeft gevangen? Zal de bazuin in de stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? Zal er een kwaad in de stad zijn, dat de HERE niet doet? Gewisselijk, de Here HERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe. De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Here HERE heeft gesproken, wie zou niet profeteren?” (Amos 3:3-8, AV). Aangezien Jehovah God lang geleden door zijn opgetekende Woord heeft gesproken en de wereldramp heeft voorzegd, en aangezien hij dit opgetekende Woord van profetie nu laat spreken door middel van het in vervulling laten gaan van de profetie die de „tijd van het einde” kenmerkt, hoe kunnen Jehovah’s getuigen dan iets anders doen dan profeteren? Zij kunnen niet anders doen. En zij doen niet anders dan profeteren, of de ten ondergang gedoemde wereld het nu prettig vindt of niet. Het zekere einde der wereld is derhalve de deugdelijke oorzaak waarom thans een voorafgaand getuigenis daarover wordt gegeven.
9. (a) Wat is de reden voor het einde der wereld? (b) Van wie behoeft men geen juiste inlichtingen omtrent haar einde te verwachten, en waarom?
9 Er is een goede reden voor het einde der wereld. Het heeft ten doel de universele soevereiniteit van de Allerhoogste God te rechtvaardigen door de gehele organisatie van de Duivel te vernietigen, en het doel er van is niet de letterlijke aarde te verbranden. Jehovah God stelt er geen belang in alleen maar ieder schepsel van deze aarde weg te vagen en haar tot een onbewoonde sintel te maken. Hij heeft de aarde niet voor dat doel gemaakt en toen de mens in het paradijs van Eden zondigde, heeft hij zijn voornemen over de eindbestemming dezer aarde niet veranderd. Zijn voornemen is nog steeds gebleven zoals het oorspronkelijk was. Het zal worden gerechtvaardigd wanneer zijn koninkrijk hen verderft die de aarde verdierven, en de gehele aarde verandert in een paradijs waarin de tot volmaaktheid gebrachte gehoorzame mensheid kan wonen. Daar Jehovah de verantwoordelijkheid op zich neemt voor het brengen van de vernietigende catastrophe over Satans wereld, verplicht hij zichzelf er toe hiervan tevoren een waarschuwing te laten horen, ten einde de rechtvaardige reden waarom hij de vernietiging brengt, te verklaren, en te vertellen hoe de behoedzamen kunnen ontkomen. Van hen die een deel dezer wereld zijn en die met haar in vriendschap wandelen en een compromis met haar hebben aangegaan, kan nooit worden verwacht dat zij degenen zijn die door God zijn gezonden om de wereld van haar einde in kennis te stellen. Daarom behoeven de mensen der Christenheid nimmer van hun geestelijken te verwachten dat dezen hun nauwkeurige inlichtingen over het einde dezer wereld kunnen geven. Zij dienen veeleer te verwachten dat de geestelijken de mensen daarover in onwetendheid houden.
10. Waarom is de waarschuwing die Jehovah’s getuigen thans laten horen, zeer ongewoon, en wie strijden en woeden er derhalve tegen?
10 Jehovah moet zich rechtvaardigen, niet alleen voor mensen, maar ook voor engelen, dat wil zeggen, zowel heilige als vijandige engelen, Satans demonen. Ofschoon in Noachs tijd een wereld eindigde, heeft Jehovah God toch Noach er niet op uit gezonden om Satan de Duivel een waarschuwing te geven en hem in te lichten dat die goddeloze toen zou worden vernietigd. Thans laat de Almachtige God echter een zeer ongewone boodschap geven. In welk opzicht zeer ongewoon? In dit opzicht dat deze boodschap Satan en al zijn demonen er van in kennis stelt dat ook zij aan het einde dezer wereld zullen worden vernietigd. Gedurende het hoogtepunt van haar vurige einde zullen zij worden gegrepen, worden gebonden en in de afgrond worden geworpen, zodat zij niet meer met mensen en evenmin met de heilige engelen in contact kunnen komen. Sedert 1914 zijn zij reeds wegens de geboorte van Gods koninkrijk uit de hemel verdreven, maar dat was slechts een voorafgaande waarschuwing voor wat er verder in Armageddon zal geschieden. Toen zij uit de hemel werden verdreven, werden zij enkel tot deze aarde verlaagd en het werd hun toegestaan hier voort te bestaan. Maar in Armageddon zullen zij nog lager worden geworpen, in de grote afgrond waar zij gedurende duizend jaren in eenzame gevangenschap zullen worden gehouden. Daar zij danig in hun trots zijn gekwetst, maken zij er bezwaar tegen thans door de prediking van Jehovah’s getuigen aan hun lot te worden herinnerd. Evenmin wensen zij dat mensen op aarde hierover iets wordt verteld. Daarom strijden zij tegen de bekendmaking die door Jehovah’s getuigen wordt gedaan. Satan woedt thans tegen hen als een leeuw die in zijn hol in een hoek is gedreven.
11. Welke barmhartige reden is er voor de door God toegestane tijdsduur sedert 1914?
11 Er is dus een goede reden voor de bepaalde tijdsduur die God sedert 1914 heeft toegestaan. Ze is niet enkel toegestaan om op groter schaal dan ooit tevoren de mensen te laten lijden of om schandelijker goddeloosheid te laten woeden. Neen, niet daarvoor is die tijd toegestaan! Ze is toegestaan opdat God zich van zijn verantwoordelijkheid kan kwijten een laatste waarschuwing te geven en ten einde zijn uitverkoren getuigen er in deze „tijd van het einde” met een laatste waarschuwing op uit te zenden. Wij leven dus in een periode van Gods onverdiende goedgunstigheid, waardoor mensen van goede wil die in gevaar verkeren, voordeel kunnen trekken van Gods geduld en barmhartigheid. Aldus wordt hun een gunstige gelegenheid gegeven met de middelen die God verschaft en niet met middelen die door de mensen worden verschaft, in het belang van hun eigen redding te handelen en te werken. Zij dienen nooit te veel van Gods geduld te vergen en te denken dat hij traag is en dat zij zich best een beetje langer met de wereld kunnen ophouden en er meer van kunnen genieten voordat zij op het laatste nippertje naar de veiligheid onder Gods organisatie uitbreken. Er is thans geen tijd te verliezen en wij dienen allen het standpunt in te nemen dat wij volgens Petrus moeten innemen: „Beschouwt . . . het geduld van onze Heer als redding” (2 Petr. 3:15, NW; Openb. 12:13-17). Werk dus voor redding.
LEVENREDDENDE DADEN
12, 13. Wat deed Noach toen hij tegenover het einde der oude wereld stond?
12 Toen Petrus over het einde der wereld sprak, gewaagde hij in beide brieven die hij aan de Christelijke gemeente schreef, van Noach. Kortom, wat deed Noach dus toen hij tegenover het einde der antediluviaanse wereld stond? Hij en zijn zonen waren reeds getrouwd, maar zij bouwden zich geen permanente woningen op aarde. Zij hielden zich niet bezig met het algemene bouwen, planten, eten en drinken, huwen en ten huwelijk geven. Op bevel van God bouwden zij zich een grote schuit, een ark die de afmetingen van een groot schip had. Het bouwen van zulk een boot hoog op het land zonder dat er waterwegen of hellingen waren om de boot te water te laten, was ongewoon. Zij gebruikten dit vreemde bouwprogramma als een gelegenheid om getuigenis te geven betreffende de komende daad van God. Doordat zij iets bouwden wat van de wereld verschilde, gaven zij er blijk van dat zij geloofden wat God Noach had verteld. Noach nam de leiding in het prediken over het einde der wereld, maar hij predikte er de juiste uitlegging van. Hij verwachtte niet aan het einde der wereld naar de hemel te gaan, maar verwachtte hier op deze aarde te blijven, ook al zou deze zeer van water doordrenkt worden. Noach kon derhalve niet de vernietiging van de aarde hebben gepredikt, evenmin als Jehovah’s getuigen tegenwoordig iets dergelijks prediken. Behalve dat Noach over de vernietiging der wereld predikte, predikte hij rechtvaardigheid. Meer dan zeshonderd jaar voordien had Noachs overgrootvader, Henoch, over Gods toekomende oordeelsdag gepredikt, en Noach vatte Henochs boodschap weder op. Ja, Noach schreef een document dat een kort verslag bevatte van Henochs leven en het ongewone einde daarvan. — Judas 14, 15; Gen. 5:3 tot 6:9.
13 In overeenstemming met Noachs boodschap van rechtvaardigheid beoefende hij met zijn gezin Jehovah’s aanbidding. Dit verklaart waarom hij, toen hij na de Vloed uit de ark te voorschijn kwam, als eerste wat hij deed een altaar voor Jehovah bouwde en zijn reine aanbidding op het droge land herstelde. Daar hij van dieren hield, zorgde hij er voor dat er in de ark veilige huisvesting was voor exemplaren van alle landdieren en vogels. Daarom had hij de opdracht gekregen de ark zo groot te bouwen. Meer dieren dan mensen doorleefden de Vloed. God zorgt zowel voor mensen als beesten.
14. Was Noach een pessimist? Hoe gaf hij er blijk van een optimist te zijn?
14 Werd Noach dus zonder bezigheid gelaten, terwijl hij er op moest vertrouwen dat God elke voorziening zou treffen om hem door de Vloed heen te behouden? Neen, daar hij tegenover de Vloed stond, had hij genoeg te doen. In overeenstemming met Gods geboden was hij zeer druk bezig met bouwen, prediken en getuigenis geven. Was hij een oude pessimist, zoals hij werd genoemd door de mensen die voor de vloed leefden? Ja, voor zover het die ongoddelijke wereld betrof. Maar kon hij ook enige gronden voor optimisme hebben? Ja, en de grote ark die hij bouwde, was de tastbare, zichtbare uitdrukking van zijn ontzaglijke optimisme ten aanzien van de toekomst der mensheid en Gods reine aanbidding op aarde.
15. In welk opzicht was Noach wetenschappelijk in zijn opvattingen en prediking, en op welke wijze stellen wij er tegenwoordig ook belang in het menselijke leven te doen voortduren?
15 Was Noach werkelijk wetenschappelijk in zijn opvattingen en prediking? Ja, ofschoon men dacht dat hij de vreemdste zonderling was die er destijds leefde. Zijn wetenschap en weersvoorspellingen waren in weerwil van de religieuze en wetenschappelijke theorieën van de mensen die hem bespotten, de enige die juist waren. Geen van de mensen die tegenwoordig leven, zijn de nakomelingen van die spotters. Zij zijn nakomelingen van Noach. Dat Noach met God wandelde en zijn geboden en instructies nakwam, had tot gevolg dat hij en zijn gezin werden gered en dat aldus het menselijke gezin tot op deze dag is blijven voortbestaan. Ten minste Jehovah’s getuigen zijn Noach daarvoor dankbaar. Zij geloven dat zijn voorbeeld het wetenschappelijkste is en dat dit voorbeeld volgen in deze „tijd van het einde” van de wereld na de vloed, een waarborg is voor het leven. Jehovah’s getuigen van tegenwoordig hebben, gelijk Noach en zijn gezin, belangstelling voor het doen voortduren van het menselijke gezin, zodat dit de catastrophe van Armageddon zal overleven en daarna zal voortleven. In overeenstemming hiermede volgen zij Noachs voorbeeld van geloof na, en, terwijl zij het naderbijkomende einde der wereld onder de ogen zien, brengen zij drommen „andere schapen” van God onder zijn theocratische organisatie.
16. Waarom onderzoeken wij Petrus’ geschriften om te vernemen wat wij moeten doen?
16 Petrus heeft in zijn brieven zo krachtig de nadruk gelegd op het einde dezer wereld en heeft voor mooie toelichtingen gewag gemaakt van Noachs tijd. Wat moeten Christenen daarom, volgens hetgeen Petrus zegt, thans doen met het oog op het ophanden zijnde „einde aller dingen”, het einde aller wereldse dingen, waarover hij had gesproken? Laten wij ze aan een kort onderzoek onderwerpen en ons er van vergewissen of hij iets heeft aangeraden wat onredelijk, emotioneel en krankzinnig is.
17. Wat moeten wij, volgens de raad die Petrus ons geeft, geestelijk zijn? Hoe doen wij dit?
17 De evangelisten der Christenheid trachten de mensen tot een emotionele razernij te prikkelen ten einde hen er toe te bewegen zich bij de sectarische religieuze stelsels aan te sluiten als het middel tot redding. Maar Petrus geeft ons de raad: „Zijt daarom gezond van verstand en zijt waakzaam met het oog op gebeden” (1 Petr. 4:7, NW). De wereld denkt dat wij geen gezond verstand hebben omdat wij thans Petrus’ woorden dat het volledige einde aller dingen is nabijgekomen, toepassen, maar de wereldlingen hebben geen gezond verstand. Op onschriftuurlijke en onwetenschappelijke wijze leert de Christenheid dat het einde der wereld de vurige vernietiging van onze aarde en de gehele stoffelijke schepping betekent. Maar Jehovah God heeft ons de geest van een gezond verstand gegeven. Daarom maken wij zijn belofte bekend dat de aarde Armageddon zal overleven en dat Gods wil hier zal worden gedaan doordat de gehele aardbol in een paradijs zal worden veranderd. Overlevenden van Armageddon en zij die uit de graven worden opgewekt, kunnen bewijzen dat zij het waard zijn het paradijs voor altijd te bewonen. Nu wij dus tegenover het einde staan, verliezen wij niet ons geestelijke evenwicht maar wij handelen in overeenstemming met ons geloof en gebruiken onze tijd op Gods wijze.
18. Waarom moeten wij waken en bidden, en waarvoor?
18 Behalve dat wij door te studeren en Gods Woord toe te passen een gezond verstand bewaren, moeten wij tot hem bidden. Wij moeten er voor blijven waken dit te doen, zowel voor ons zelf als in gemeenschap met onze broeders. Gebed maakt ons besef van de betrekking waarin wij tot onze hemelse Vader en Bevrijder staan, sterker. Het houdt ons met hem in verbinding. Wij zijn in een werkelijke strijd gewikkeld, niet tegen bloed en vlees met vleselijke wapenen, maar tegen bovenmenselijke vijanden, de goddeloze geesten in de onzichtbare rijken, die thans tot deze aarde zijn verlaagd. Onze persoonlijke wapenrusting is de volledige geestelijke uitrusting waarin God voor ons heeft voorzien. Terwijl wij met deze volledige wapenrusting aan tegen deze geestelijke legerscharen strijden, moeten wij waakzaam blijven, er op bedacht zijnde te bidden en om hemelse hulp te vragen. Wij kunnen het niet zonder gebed stellen. Het heeft werkelijk uitwerking indien wij met geloof en ernst, in overeenstemming met Gods wil bidden. Het is noodzakelijk dat wij er om bidden de vrijmoedigheid te verkrijgen in gunstige tijd en in moeilijke tijd Gods Woord te prediken en het getuigenis te geven. Wij hebben het voorrecht niet alleen voor ons zelf te bidden of wij ons gedurende deze laatste jaren dezer oude wereld ijverig mogen kwijten van onze verplichtingen als Jehovah’s getuigen, onze onkreukbaarheid mogen bewaren en het leven mogen verkrijgen, maar wij zijn eveneens bevoorrecht voor al onze broeders over de gehele aarde om deze dingen te bidden, opdat zij tezamen met ons het leven mogen verkrijgen.
UITDRUKKINGEN VAN LIEFDE
19. Welke hoedanigheid moeten wij thans intensief aankweken, en waarom? Ten einde wat te bedekken, is ze noodzakelijk?
19 De vernederde Duivel kweekt thans meer dan ooit tevoren haat in de gehele wereld, haat jegens God en haat jegens de medemens. Met het oog op het einde zegt Petrus derhalve: „Hebt bovenal intense liefde voor elkander, want liefde bedekt een menigte zonden” (1 Petr. 4:8, NW). Wij moeten bij elkaar blijven evenals Noachs gezin voor de vloed. Wij moeten Gods organisatie en hen die leden van zijn theocratische organisatie zijn of die er bescherming onder genieten, liefhebben. Liefde is voor ons de volmaakte band van eenheid. Wij moeten in navolging van God liefde oefenen en weerstand bieden aan de haat veroorzakende besmetting dezer zelfzuchtige wereld. Niemand van ons is thans reeds volmaakt, ook al zijn wij zo dicht bij de nieuwe wereld van rechtvaardigheid. Derhalve zullen wij onopzettelijk, door zwakheid en onvolmaaktheid, zonden jegens elkander bedrijven. Deze zonden moeten wij vergeven en bedekken, en alleen liefde zal ons hiertoe helpen. Satans wereld zal deze liefde nimmer uit het midden van Gods organisatie verdelgen, maar liefde zal Armageddon doorstaan en in de nieuwe wereld blijven voortleven. De oude wereld zal wegens haar zelfzucht worden vernietigd. Daarom vermijden wij zelfzucht.
20. Hoe kunnen wij gastvrij zijn en ook het ware voordeel er van verkrijgen?
20 „Zijt gastvrij jegens elkander zonder morren”, aldus gaat Petrus’ raadgeving verder. Aan zulk een gastvrijheid is met het oog op de noodtoestanden, ontberingen en moeilijke omstandigheden dezer tijd een grote behoefte. Wij kunnen onze huizen dus openstellen voor het leiden van huis-Bijbelstudiën en voor het ter plaatse houden van openbare Bijbellezingen. Wij kunnen gastvrijheid verlenen aan bezoekers van een Bijbelcongres en aan pioniers, die wij aldus kunnen helpen God actief te dienen in het getuigeniswerk in het veld. Wij kunnen reliefwerk verrichten ten einde onze broeders te helpen die in landen wonen welke hebben geleden ten gevolge van oorlog, dictaturen en door totalitaire heersers ingestelde vervolging van Gods volk, dat door hen in concentratiekampen werd opgesloten (1 Petr. 4:9, NW). Opdat wij uit het doen hiervan voordeel mogen verkrijgen, moeten wij dit doen zonder te morren.
21. Hoe moeten wij de geestelijke hulpmiddelen die wij ter beschikking hebben, gebruiken?
21 Vervolgens moeten wij ons ook bezighouden met het opbouwen van onze broeders met alle geestelijke hulpmiddelen die ons ter beschikking staan. Petrus zegt: „Gebruik de gave, naar de mate dat een ieder een gave heeft ontvangen, door elkander er mede te dienen als het goede soort van rentmeesters over Gods onverdiende goedgunstigheid, die op verscheidene wijzen tot uitdrukking wordt gebracht.” Houdt in gedachten dat elke gift die God u heeft geschonken of die hij u heeft helpen aankweken, gebruikt dient te worden, vooral thans, in de „tijd van het einde”, nu het zo dringend noodzakelijk is. Gebruik al uw bekwaamheden en talenten, afhankelijk van de sterkte die God verschaft, terwijl gij in niets naar lof en vleierij voor u zelf zoekt maar God alle eer, dankzegging en lof doet toekomen tot zijn heerlijkheid. Geef er blijk van dat zijn onverdiende goedgunstigheid aan u niet is verspild. — 1 Petr. 4:10, 11, NW.
ONZE OPLEIDING VOLEINDIGEN
22. Waarom ondergaan wij thans een beproeving? Waarom zijn wij er niet verbijsterd over?
22 Als een teken van deze tijd van het einde is het lijden der mensen in hevigheid toegenomen en Satan en zijn demonen, die verbitterd zijn door hun verlaging en beperking tot deze aarde, voeren als nimmer tevoren oorlog tegen de getuigen van Jehovah. Terwijl wij met vertrouwen het einde onder de ogen zien, volgt hier wat wij, volgens hetgeen Petrus zegt, moeten doen met betrekking tot de grote beproeving die wij ondergaan: „Geliefden, zijt niet verbijsterd over de hitte onder u, die u overkomt tot een beproeving, alsof u iets vreemds gebeurde. Gaat integendeel voort u te verheugen, daar gij deelhebbers zijt in het lijden van de Christus, opdat gij u ook gedurende de openbaring van zijn heerlijkheid moogt verheugen en zeer blijde moogt zijn.” Wij zijn door God door middel van zijn Woord en zijn theocratische organisatie verlicht. Er bestaat voor ons dus geen reden thans verbijsterd te zijn.
23. Waarom is het lijden dat wij aldus ondergaan, een gunst die God ons betoont, en wat moeten wij door al het lijden heen op ons laten blijven rusten?
23 Wij begrijpen dat de voornaamste strijdvraag die er bij is betrokken de rechtvaardiging van Jehovah’s rechtmatige souvereiniteit over de gehele schepping is. Het is een gunst die God ons betoont de vurige beproeving van ons geloof te verduren, niet klagend en droefgeestig, maar met vreugde. Wanneer wij vreugde hebben over de reden waarom wij lijden, worden wij gesterkt om onder beproeving onze onkreukbaarheid te bewaren. Wij delen niet slechts in het gewone lijden der mensheid, maar in het lijden van de Christus. Dit lijden moet voorafgaan aan de heerlijkheid in de nieuwe wereld te leven, nadat Christus zich in Armageddon volledig heeft geopenbaard. Laten wij door al het lijden heen ons gezonde verstand bewaren en Gods geest op ons laten blijven rusten. „Indien gij wordt gesmaad ter wille van de naam van Christus, zijt gij gelukkig, want de geest der heerlijkheid, ja de geest Gods, rust op u.” Het kan zijn dat er thans geen uiterlijke heerlijkheid op u rust, maar Gods geest die nu op u rust, is een „geest der heerlijkheid”, de waarborg voor een heerlijkheid die als een beloning voor het tegenwoordige lijden zal komen. Betuig deelneming jegens uw broeders die elders lijden. Stel zelf een goed voorbeeld van getrouw verduren van lijden. Zie er altijd op toe dat gij niet wegens zelfzuchtig kwaaddoen noch wegens religieuze huichelarij lijdt. Dan zult gij die gelukkig makende „geest der heerlijkheid” op u houden, want het lijden dat gij ondergaat, zal in overeenstemming met Gods wil zijn. Gij zult het bewaren van uw ziel met volledig vertrouwen aan hem kunnen toevertrouwen en aldus zult gij onbevreesd kunnen zijn, ook al komt gij tegenover het gevaar des doods te staan. — 1 Petr. 4:12-14, 19, NW.
24. Waarom is Petrus’ vermaning de kudde Gods te weiden, thans zeer passend? Door wie en op welke wijze moet dit worden gedaan?
24 Ook vergadert de Voornaamste Herder van God in deze tijd van het einde alle schapen die thans op aarde zijn, bijeen. Deze schapen zijn de laatste leden van de „kleine kudde”, die het hemelse koninkrijk zullen ontvangen, en de grote schare „andere schapen”, die er behagen in scheppen goed te doen jegens Christus’ geestelijke broeders alsof zij het rechtstreeks voor hem deden. Hoe passend is derhalve Petrus’ vermaning aan hen die onder de gemeente van Gods volk geestelijk ouder zijn: „Weidt de kudde Gods die onder u is”! Wat veel herderlijk werk is er tegenwoordig te doen terwijl de Voornaamste Herder voortgaat meer van de „andere schapen” in de ene kudde onder de ene Herder te brengen! Laten wij ons, terwijl wij dit herderlijke werk doen, er van vergewissen dat wij het op de juiste wijze doen, zoals Petrus voorschrijft, namelijk, bereidwillig, volijverig, als voorbeelden voor de kudde, en niet onder dwang, noch uit liefde voor oneerlijke winst, noch als heersend over hen die Gods schapen zijn. Niet alleen de geestelijk ouderen, maar ook de jongeren dienen nederig te zijn, onderworpen aan de leiding van Gods hand. Wij moeten dit allen doen ter wille van het opsporen, het bijeenvergaderen en het voeden van de schapen van de Grote Herder. Laten wij, terwijl de „andere schapen” in deze tijd van de wereldse bokken worden afgescheiden, hen allen, zovelen als er komen, in de kudde verwelkomen. Laten wij allen vredig en vol liefde met elkander omgaan, opdat wij tezamen als één ondeelbare kudde door Armageddon mogen gaan. — 1 Petr. 5:1-6, NW.
25. Tegen wie moeten wij ons standpunt innemen en niet hard weglopen om dekking te zoeken?
25 Houd in gedachte dat Satan de Duivel onze voornaamste tegenstander is. Vrees hem niet en wordt niet door een paniek bevangen omdat hij zijn gehele wereld tegen u op de been brengt en wreed lijden over u en uw broeders brengt. Hij is nabij zijn einde en gij niet nabij het uwe. Om dus Petrus verder aan te halen: „Houdt uw zinnen bij elkaar, zijt waakzaam. Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, die tracht te verslinden. Maar neemt uw standpunt in tegen hem, vast in het geloof, wetend dat dezelfde dingen in de vorm van lijden in de gehele gemeenschap van uw broeders in de wereld worden volbracht”. Niemand is vrijgesteld, en, indien gij getrouw zijt, kunt gij ook niet worden vrijgesteld, waar gij u ook in deze wereld bevindt. Loop dus niet hard weg om dekking te zoeken en zonder u zelf niet af. Blijf schouder aan schouder met uw broeders staan, verdraag het lijden met hen en wedersta de Duivel aldus met vastheid van geloof. — 1 Petr. 5:8, 9, NW.
26. Welk voornemen heeft God er mede ons aldus te laten lijden en wat zal het betekenen wanneer wij volledig als overwinnaars te voorschijn komen?
26 De wereld wordt aan haar vernietiging prijsgegeven en met de wereld ook de Christenheid. Maar Jehovah God is ons zeer nabij en handelt met ons met het oog op onze volledige redding. Hij laat geen lijden over ons komen ten einde ons te vernietigen, maar tracht ons door de dingen die wij lijden, in gehoorzaamheid te volmaken. Hij leidt ons op voor getrouwe dienst in de toekomst, ten einde ons onwrikbaar in zijn dienst en geestelijk sterk te maken. Laten wij dus onder voortdurend lijden niet verslappen. „Maar”, verzekert Petrus ons, „de God van alle onverdiende goedgunstigheid, die u tot zijn eeuwige heerlijkheid in eendracht met Christus heeft geroepen, zal, nadat gij een kort tijdsbestek hebt geleden, zelf uw opleiding voleindigen, hij zal u vastmaken, hij zal u sterk maken” (1 Petr. 5:10, NW). Wanneer derhalve binnenkort het hoogtepunt van de beslissende beproeving komt als een gevolg van de laatste wanhopige poging van de vijand, waarbij hij alles zal inzetten wat hij heeft, zullen wij ter rechtvaardiging van God volledig als overwinnaars te voorschijn komen en aldus het einde overleven.
27. Wat is dus onze plicht zoals duidelijk blijkt, en wat zetten wij voort daar wij vastbesloten zijn ons er van te kwijten?
27 Daar wij tegenover het einde der wereld staan, is het derhalve duidelijk wat onze plicht is. Wij moeten als een theocratische organisatie onze opmars door 1952 en de overblijvende tijd van Gods geduld ten aanzien van deze wereld, voortzetten. Wij moeten door liefde verenigd blijven, over de gehele aarde eensgezind strijdend, eensgezind God dienend, eensgezind volhardend en biddend. Zijn wij vastbesloten het te doen? Voorwaarts dan met het laatste werk! Voorwaarts met het prediken van dit goede nieuws van Gods koninkrijk in de gehele aarde tot een getuigenis, niet ophoudend totdat het volbrachte einde komt en Jehovah God zelf opstaat om zijn getuigenis te geven dat het hoogtepunt van alles vormt, en zijn nieuwe wereld volgt, die wij tot zijn eeuwige lof door Christus Jezus levend zullen betreden.