De vrede die op de oorlog uit de hemel volgt
„Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de vorige hemel en de vorige aarde waren voorbijgegaan, en de zee is niet meer. En hij zal elke traan uit hun ogen wissen, en de dood zal er niet meer zijn, noch rouw noch geschreeuw noch pijn zal er meer zijn. De vorige dingen zijn voorbijgegaan.” — Openb. 21:1, 4, NW.
1. Wat is Jehovah’s voornemen met betrekking tot de aarde?
„DE AARDE staat in der eeuwigheid.” Deze geïnspireerde uitspraak bewijst dat de religieuze bewering, dat de aarde vernietigd zal worden, vals is. Jehovah heeft de aarde niet geschapen opdat ze een woestenij zou zijn, maar „heeft ze geformeerd, opdat men daarin wonen zou.” Dit aangekondigde goddelijke voornemen ontwortelt de bewering dat de aarde door vuur tot een sintel gemaakt zal worden. Jehovah’s voornemen is niet de aarde te ruïneren, maar te redden. Armageddon zal de aarde niet ruïneren, maar zal in plaats daarvan ’hen ruïneren die de aarde ruïneren.’ — Pred. 1:4; Jes. 45:18; Openb. 11:18, NW.
2, 3. Wat staat er in de Bijbel over de vernietiging van hemelen en aarde, en waarom zou dit niet op de letterlijke hemelen en de letterlijke aarde kunnen duiden?
2 Maar is het niet waar dat er in de Bijbel staat dat de aarde ten vure wordt bewaard op de dag des oordeels? Dit is inderdaad zo, en sommigen trekken hieruit misschien haastig de gevolgtrekking dat dit in tegenspraak is met de andere tekst waarin staat dat de aarde tot in der eeuwigheid staat. Er is echter geen tegenspraak, want wanneer men de verklaring over vuur in het verband leest, wordt het duidelijk dat met „aarde” niet de letterlijke planeet wordt bedoeld: ’In de oudheid waren er hemelen en een aarde, compact staande uit water en te midden van water door het woord Gods, en daardoor werd de wereld van die tijd vernietigd toen ze met water werd overstroomd. Maar door hetzelfde woord worden de hemelen en de aarde die nu zijn, ten vure weggelegd en ze worden bewaard tot de dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen. Toch zal Jehovah’s dag komen als een dief, in welke de hemelen met een sissend gedruis zullen voorbijgaan, maar de elementen, intens heet zijnde, zullen worden opgelost, en de aarde en de werken die er in zijn, zullen worden ontdekt. Daar al deze dingen aldus zullen worden opgelost, wat voor mensen dient gij te zijn in heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding, verbeidend en goed in gedachten houdend de tegenwoordigheid van de dag Jehovah’s, waardoor de hemelen, brandend, zullen worden opgelost en de elementen, intens heet zijnde, zullen smelten! Maar er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en hierin zal rechtvaardigheid wonen.’ — 2 Petr. 3:5-7, 10-13, NW.
3 In de eerste plaats verwijst deze verklaring naar de vloed van Noachs tijd, toen een wereld uit de oudheid, bestaande uit hemelen en een aarde, door water werd vernietigd. Werd de letterlijke planeet de Aarde door de wateren van de vloed vernietigd? Stellig niet, want Noach en zijn gezin hebben de vloed in een ark overleefd, zijn er uit te voorschijn gekomen toen de wateren afnamen en zetten voet op dezelfde aarde waarop zij vóór de vloed hadden gestaan. De letterlijke aarde had de vloed overleefd en bestaat tot op deze dag, terwijl ze nog de littekens draagt van haar ondervinding met de watervloed. En de vloed van Noachs tijd heeft stellig niet de letterlijke hemelen vernietigd, die gedurende vele lichtjaren boven de oppervlakte der aarde in evenwicht zijn gehouden! Toch zijn er hemelen en een aarde voorbijgegaan en vervangen door andere hemelen en een andere aarde, „de hemelen en de aarde die nu zijn,” en welke door vuur vernietigd zullen worden. Ten einde deze hemelen en aarde te vervangen, zijn er „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en hierin zal rechtvaardigheid wonen.” Evenals de met sterren bezaaide hemelen en deze planeet de vloed van Noachs dagen hebben overleefd, zullen ze door de vurige vernietiging van Armageddon heen blijven bestaan en daarna voor eeuwig voortduren. En, zo zij terloops opgemerkt, hoe kunnen deze religie-aanhangers die er op staan dat deze tekst letterlijk opgevat moet worden, naar de hemel worden genomen wanneer de aarde wordt verbrand, aangezien zelfs „de hemelen, brandend, zullen worden opgelost”?
4. Welke hemelen en aarde eindigden door de vloed, en aan welke hemelen en aarde zal Armageddon een einde maken?
4 Wat waren dan de hemelen en de aarde uit de oudheid die door de vloed werden verwijderd? De uitdrukking „hemelen” had betrekking op de onzichtbare geestelijke schepselen die zich in opstandigheid bij Satan hadden aangesloten en zich hadden gematerialiseerd ten einde met vrouwen samen te wonen. Dit samenstel eindigde door de vloed. „Aarde” duidde op de goddeloze menselijke schepselen die op deze planeet leefden en die door de vloed werden vernietigd. Deze zienswijze is geen eigenmachtige, persoonlijke uitleg, want in de Bijbel wordt heel dikwijls de aanduiding van een plaats of gebied gebruikt wanneer de bewoners er van worden bedoeld, evenals de mensen in deze tijd over Rusland of Egypte of Mexico spreken en hiermede hetzij de plaats hetzij de mensen kunnen bedoelen, hetgeen van het verband afhangt. Beschouw de volgende schriftuurplaatsen: „Hoort, gij hemelen! en neem ter ore, gij aarde!” „En de ganse aarde zocht het aangezicht van Sálomo, om zijn wijsheid te horen.” ’Zingt Jehovah, gij ganse aarde!’ Tot de zichtbare hemelen en aarde wordt niet gezegd dat ze dienen te luisteren. Ze hebben geen oren waarmede ze kunnen horen. Maar de engelen die in de hemel wonen, kunnen luisteren, en de mensen die de aarde bewoonden, konden naar Salomo gaan luisteren en Jehovah’s lof bezingen. Satan en zijn demonen bestaan nog steeds, alhoewel niet in hetzelfde samenstel als vóór de vloed, en zij vormen de hemelen die te Armageddon neergehaald zullen worden. De volken, die zijn georganiseerd in natiën welke tegen Jehovah zijn gekant, vormen de aarde die door Armageddons vurige oordelen verteerd zal worden. — Jes. 1:2; 1 Kon. 10:24; Ps. 96:1; Gen. 6:1, 2; 2 Kor. 4:4; Ef. 6:12; Openb. 12:9, 12; 20:1, 2.
5. Wie heeft wie verlaten, en hoe goed heeft de mens zijn vredespogingen bestuurd?
5 Slechts daarna zal er duurzame vrede tot de aarde komen, ook al denkt de meerderheid der mensen hier anders over. Vele personen in deze tijd denken dat God geen belangstelling voor de aarde heeft, dat hij de aarde heeft verlaten. Zij redeneren zoals velen in Ezechiëls tijd: ’Jehovah ziet ons niet, Jehovah heeft het land verlaten.’ Maar Jehovah zal noch de aarde noch de gehoorzame mensen op aarde verlaten. In werkelijkheid hebben de volken der christenheid hem verlaten: „Want Mijn volk heeft twee boosheden gedaan; Mij, den Springader des levenden waters, hebben zij verlaten, om zichzelven bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.” In plaats dat zij de levengevende wateren der waarheid drinken, die in Jehovah’s Woord zijn vervat, wenden zij zich tot wetenschappelijke philosophieën en politieke plannen van mensen. In plaats dat zij verwachten dat Christus’ koninkrijk vrede zal bevestigen, vertrouwen zij op menselijke diplomatie en onmenselijke oorlog. De eerste wordt schaakmat gezet door nationale zelfzucht en de laatste zaait slechts het zaad voor toekomstige conflicten. Terwijl zij over vrede spreken, bereiden zij zich voor op oorlog. Zij zeggen: „Vrede, vrede! doch daar is geen vrede.” Geen wonder dat ’de boden des vredes bitterlijk wenen,’ want hun onderhandelingen eindigen in een chronische teleurstelling en mislukking. En oorlog, nimmer een oplossing, wordt een in gevaarlijkheid toenemend alternatief in deze atoomeeuw, zoals te kennen werd gegeven door het hoofd van de Britse vereniging voor het bevorderen van wetenschap: „Wij moeten de mogelijkheid onder de ogen zien dat herhaalde atoomexplosies tot een mate van algemene radioactiviteit zullen leiden die niemand kan verdragen of ontvluchten.” Jehovah overdrijft dus niet, wel? wanneer hij zegt dat hij hen er van moet tegenhouden ’de aarde te ruïneren.’ — Ezech. 8:12; Jer. 2:13; 6:14; Jes. 33:7.
EEN VREDIGE WERELD NA ARMAGEDDON
6. Waarom behoeft Armageddon later niet nogmaals te worden gestreden?
6 De oorlog uit de hemel zaait geen zaad voor een toekomstig conflict, want het is een rechtvaardige strijd, welke geen ongerechtigheid in zijn kielzog achterlaat. De profetie luidt: ’Wat denkt gijlieden tegen Jehovah? Hij zal zelf een voleinding maken; de benauwdheid zal niet tweemaal oprijzen.’ Jezus zeide dat deze verdrukking niet wederom zou voorkomen (Nah. 1:9; Matth. 24:21). Waarom zou ze wel voorkomen? Alle vredeverstoorders zullen van de aarde zijn verwijderd; alleen degenen die vrede liefhebben, zullen overblijven. Zij zullen allen aan de ene ware God, Jehovah, zijn toegewijd en zich door zijn beginselen laten leiden. Zij zullen één zijn in gedachten en daden. De menselijke oorlogvoering zal dan stellig niet meer herleven, want zelfs nu te midden van deze strijdende, bloedende, stervende oude wereld, ondervindt Jehovah’s Nieuwe-Wereldmaatschappij de vervulling van de volgende vredige profetie: „Zij zullen dan hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden, hun speren tot sikkelen; geen natie zal meer tegen een andere het zwaard opheffen, en zij zullen den krijg niet meer leeren.” — Micha 4:3. LV.
7. Hoe hebben de mensen aan Jehovah’s oorspronkelijke voornemens met betrekking tot de aarde beantwoord?
7 Maar de „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” die in de plaats komen voor „de hemelen en de aarde die nu zijn,” het „tegenwoordige goddeloze samenstel van dingen,” zullen niet alleen een einde maken aan de menselijke oorlogvoering maar zullen veel verder gaan. De „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” zullen de verwezenlijking zien van al Jehovah’s voornemens met betrekking tot de aarde: „Ik heb gesproken, ik zal het ook doen geschieden; ik heb mij voorgenomen, ik zal het ook doen.” Jehovah’s oorspronkelijke voornemen was niet alleen de aarde met rechtvaardige personen gevuld te hebben, maar eveneens dat de aarde door hen verfraaid zou worden. Zij moesten de aarde bebouwen, onderhouden en onderwerpen, en zij moesten er voor zorgen dat de aarde met groen gewas bekleed zou worden, dat de bodem voor erosie zou vrijwaren en dat niet door ongewenst onkruid verstikt en te niet gedaan zou worden. Zij moesten de aarde aan hun toezicht onderwerpen, ze in een toestand houden waarin ze op een park geleek, en zelfs een liefderijke heerschappij voeren over de lagere dieren. Hoezeer zijn de mensen van deze wereld hierin te kort geschoten! Wegens commerciële hebzucht heeft de mens de bossen van de heuvels omgehakt en het land aan weer en wind blootgesteld achtergelaten, zodat het door wind en regen is weggeblazen en weggespoeld. Door het gras van de vlakten onder te ploegen, heeft de mens deze golvende groene zeeën in waardeloze ondergestoven landstreken veranderd. Door enkele van zijn hebzuchtige mijnbouwmethoden wordt alle grond weggespoeld en blijft er een ruïne van met keien bezaaide velden over. En het dierenleven dat hij niet op verkwistende wijze heeft geëxploiteerd voor geldelijk gewin, heeft hij moedwillig afgeslacht uit zelfzuchtige sport. Wat een warboel heeft de mens gemaakt terwijl hij op uitdagende wijze Jehovah’s voornemen ten aanzien van de aarde negeert! In plaats dat hij de aarde heeft bebouwd, heeft hij ze gestroopt, in plaats dat hij ze heeft bewaard, heeft hij ze verloren, in plaats dat hij ze heeft onderworpen, heeft hij ze geruïneerd, en in plaats dat hij op liefderijke wijze heerschappij heeft gevoerd over de dieren, heeft hij ze op zelfzuchtige wijze geëxploiteerd of ze moedwillig afgeslacht. — Gal. 1:4, NW; Jes. 46:11, AS; Gen. 2:15; 1:28.
8. Hoe hebben de mensen blijk gegeven van gebrek aan waardering voor de aarde als hun tehuis?
8 De mensen hebben geen waardering getoond voor hun aardse tehuis. In de greep van hebzucht hebben zij het dieren en plantenrijk en de minerale bronnen geëxploiteerd, terwijl zij absoluut niet denken aan de behoeften van toekomstige generaties. En zelfs wanneer de aarde wordt beroofd en geplunderd, wordt de winst gebruikt om de minderheid te verrijken, terwijl de meerderheid gebrek lijdt. Het ruïneren van de aarde wordt in deze atoomeeuw bespoedigd. Het blijft niet bij het plunderen van de natuurlijke rijkdommen, maar het vermogen van de aarde om het leven zelf te onderhouden, wordt in gevaar gebracht. Het gebruik van dodelijke stralen in de industrie en geneeskunde en de proefnemingen met atoomwapens verontreinigen het land, de zee en de lucht, zozeer zelfs dat vele geleerden vrezen dat besmetting het punt zal bereiken waarop elke soort van leven op aarde onmogelijk zal zijn. Alhoewel sommige religie-aanhangers leren dat Jehovah de aarde zal vernietigen, verklaren de feiten dat de mèns de aarde bedreigt. In plaats dat Jehovah de aarde zal vernietigen, zal hij ze bevrijden. Hij moet ze uit de handen van ontaarde mensen bevrijden door te Armageddon op te staan om degenen te ruïneren die de aarde ruïneren.
9. Hoe zullen gehoorzame mensen de aarde na Armageddon behandelen?
9 Alleen gehoorzame mensen zullen die strijd van God de Almachtige overleven. Zij zullen hun aardse tehuis waarderen en dit bewijzen door er in overeenstemming met de goddelijke wil voor te zorgen. Zij zullen de aarde bebouwen, verfraaien en in een wereldomvattend paradijs veranderen, en dit alles zullen zij doen onder leiding van de onzichtbare nieuwe hemelen. Vroegere toestanden van hongersnood zullen zijn vergeten daar de aarde haar gewas geeft, en nooit zal er meer een droogte zijn of een plantenziekte of insectenplaag ten einde de oogst te doen mislukken (Ps. 67:7). Land dat niet wordt gebruikt om voedsel voort te brengen, zal met een tapijt van gras en bloemen, heesters en bossen worden bekleed, waardoor wordt voorzien in plaatsen van ontspanning en verkwikking voor de mens en woonplaatsen voor allerlei soorten van vogels en dieren. Er zal duurzame vrede heersen tussen de mens en het dierenrijk terwijl de mens de door God toegewezen heerschappij oefent.
10. Welke verandering moet er komen voordat het menselijke gedrag zal veranderen?
10 Gods wet zal in het hart van de mensen zijn. Zijn beginselen zullen in hun geest zijn geprent. Hun geweten, dat geoefend zal zijn in rechtvaardigheid, zal hen in paden van gerechtigheid en liefde leiden. Regels zullen in belangrijkheid afnemen naarmate woorden en daden voortspruiten uit een hart dat met rechtvaardigheid is vervuld. Er worden geen wetten gemaakt betreffende goedheid, maar wanneer het hart met Jehovah’s geest is vervuld, komt goedheid spontaan van binnen uit. Ondanks de vele goede wetten en regeringsbeginselen wenden de mensen zich in deze tijd tot datgene wat immoreel en slecht is omdat de mensen uit een onvolmaakt en ziek hart spreken en handelen, en uit zulk een hart komen vele schandelijkheden voort (Spr. 23:7, KJ; Matth. 12:34; 15:19). Voordat er een werkelijke verandering van geest en gedrag kan zijn, moet er een verandering van hart zijn. Wanneer het hart wordt vervuld met liefde voor Jehovah en achting voor zijn wil, wegen en gedachten, dan, en dan alleen, zal er rechtvaardigheid en vrede op aarde worden gevestigd.
11. Wat zal er dan niet meer nodig zijn?
11 Dan zal er geen oorlog meer zijn, er zullen geen proefnemingen meer worden gedaan met wapens, er zal geen dienstplicht meer zijn en er zullen geen mannen meer worden opgeleid om te strijden en te doden. Hulpbronnen die thans door de oorlog worden opgeslokt, zullen voor het welzijn van de mensheid en ter verbetering van de aarde worden gebruikt. Er zal geen internationale politiek meer nodig zijn, want allen zullen één volk zijn, Jehovah’s volk, ongeacht de huidskleur of geografische ligging. Er zullen geen dokters meer nodig zijn, want er zullen geen zieken zijn; er zullen geen begrafenisondernemers meer nodig zijn, want er zullen geen doden zijn; er zullen geen gevangenissen meer nodig zijn, want er zullen geen misdadigers zijn; er zullen geen gerechtshoven voor echtscheiding meer nodig zijn, want er zal geen echtscheiding zijn, en er zullen geen weeshuizen meer nodig zijn, want wie zouden daarin moeten wonen?
12, 13. Welke profetie is rechtstreeks van toepassing op de aardse toestanden na Armageddon, en welk beeld wordt er door geschilderd?
12 In Openbaring 21:1, 3, 4 (NW) wordt rechtstreeks getuigenis afgelegd van de toestanden welke na het voorbijgaan van „de hemelen en de aarde die nu zijn,” in de nieuwe wereld zullen heersen. In vers één staat: „En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de vorige hemel en de vorige aarde waren voorbijgegaan, en de zee is niet meer.” Niet alleen zullen de onzichtbare regerende hemelen en de zichtbare aardse heersers van deze goddeloze wereld zijn verdwenen, maar ook de grote massa der mensheid die van God is vervreemd, afgebeeld door de rusteloze en woelige zee, zal zijn verwijderd. Zij kunnen niet twee meesters dienen; zij kunnen niet God ondersteunen en eveneens Satans hoerachtige stelsel schragen (Jes. 17:12, 13; Matth. 6:24; Luk. 21:25; Openb. 17:1, 15). Degenen die thans, vóór Armageddon, zachtmoedigheid en rechtvaardigheid zoeken en die Jehovah’s Woord bestuderen en het gehoorzaam navolgen, zullen op aarde blijven. Op hen zullen na Armageddon de verzen drie en vier van het een en twintigste hoofdstuk van Openbaring van toepassing zijn: „En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wissen, en de dood zal er niet meer zijn, noch rouw noch geschreeuw noch pijn zal er meer zijn. De vorige dingen zijn voorbijgegaan.”
13 In werkelijkheid omvat deze belofte alleen al alles. Indien er geen tranen zullen zijn, zal er geen droefheid zijn, en zullen er geen deprimerende of onderdrukkende toestanden zijn, maar niets anders dan tevredenheid en geluk. Wanneer er geen pijn is, kunnen er stellig geen verminkende ongevallen zijn. Er zou geen ziekte kunnen zijn indien er geen rouw en geen geschreeuw zal zijn. En daar er geen dood meer zal zijn, zal de gehoorzame mensheid eeuwig leven ten einde zich voor altijd te verheugen in de paradijstoestanden welke op de planeet de Aarde, die voor eeuwig blijft bestaan, zullen heersen. Wanneer zorgen, moeilijkheden, verdriet, ziekte, pijn, oorlog en de dood zijn verdwenen, wat zou de sublieme vrede, tevredenheid en voldoening van Jehovah’s nieuwe wereld van rechtvaardigheid dan nog kunnen ontsieren? Iedere verstandige persoon zou stellig eeuwig leven in die wereld willen verwerven.
14. Welk bezwaar werpen sommigen op, maar waarom zijn zij inconsequent?
14 Vreemd genoeg geven sommigen echter het verbazingwekkende antwoord, dat zij niet in een wereld zonder moeilijkheden zouden willen leven, terwijl zij redeneren dat het saai en niet interessant zou zijn, en beweren dat moeilijkheden een uitdaging vormen die het bestaan verlevendigt. Maar deze personen zijn zeer inconsequent. Op andere tijden klagen zij bitter en vragen waarom God, indien hij almachtig is, zoveel moeilijkheden op aarde laat bestaan. Maar waarom dit geklaag? Waarom danken zij God niet dat hij moeilijkheden laat bestaan? Zeggen zij niet dat deze moeilijkheden hun leven juist interessant maken en saaiheid verdrijven? En een nieuwe wereld zonder moeilijkheden trekt hun niet. Waarom dienen zij dan nu tegen God uit te varen omdat hij de moeilijkheden laat bestaan die hen juist gelukkig maken, zoals zij beweren? In werkelijkheid zijn zij onredelijk en kinderachtig en weigeren zij tevreden te zijn, ongeacht wat Jehovah al dan niet toelaat. Jezus vergeleek zijn geslacht met kinderen die geen vrolijk maar ook geen droevig spel wilden spelen. Zij mochten Johannes niet omdat hij niet at of dronk; zij mochten Jezus niet omdat hij wel at en dronk. Zij wilden slechts aanmerkingen maken, ontevreden zijn en kritiek uitoefenen. Personen die in deze tijd klagen omdat er moeilijkheden in deze oude wereld bestaan en die eveneens klagen omdat er in de nieuwe wereld geen moeilijkheden zullen zijn, vallen onder dezelfde dwaze categorie. — Matth. 11:16-19.
15. Waarom zal de nieuwe wereld niet saai zijn?
15 De nieuwe wereld zal niet saai zijn. Ze heeft geen moeilijkheden en ziekte en dood nodig om niet saai te zijn. Er zal werk te doen zijn, en de belofte is dat de mensen ’lang van het werk hunner handen zullen genieten.’ Er zal werk in overvloed zijn, zowel op geestelijk als physiek gebied. De aarde te bebouwen, te onderhouden en te onderwerpen, zal een project zijn waardoor men volledig in beslag wordt genomen, en liefderijke heerschappij over de lagere dieren te oefenen, zal een vreugde en een genoegen zijn. Sommigen zullen dingen uitvinden, anderen zullen dingen voortbrengen en weer anderen zullen dingen gebruiken. Er zullen uitgebreide verscheidenheden van werk zijn, elk met zijn problemen om de geestelijke vermogens en handenarbeid uit te dagen. Ledigheid en eentonigheid zullen niet bestaan en zullen het leven in de nieuwe wereld niet saai maken.
VLUCHT THANS NAAR DE BERGEN
16. Waarom dienen wij dankbaar te zijn dat Jehovah geduldig is, in plaats dat wij hem er van beschuldigen dat hij traag is?
16 Evenmin dienen wij thans ledigheid in ons leven te laten bestaan, want dit zou onze vernietiging teweegbrengen. Sommigen denken dat Jehovah traag is ten aanzien van het strijden van Armageddon en het oprichten van de nieuwe wereld. Maar hij is niet traag, hij is geduldig, en hij is dit ten behoeve van onze redding: „Jehovah is niet traag ten aanzien van zijn belofte, zoals sommige mensen traagheid beschouwen, maar hij is geduldig met u omdat hij niet wenst dat er ook maar een wordt vernietigd, maar wenst dat allen tot berouw geraken.” ’Zowaar Ik leef, luidt het woord van den Here Jehovah, Ik heb geen behagen in den dood van den goddeloze, maar veeleer daarin, dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen. Want waarom zoudt gij sterven?’ Thans is er een speciale tijd toegestaan waarin de mensen uit de ten ondergang gedoemde oude wereld onder Satan kunnen vluchten en onder het nieuwe samenstel van dingen onder Christus kunnen komen, opdat zij kunnen meegaan met de stroom van mensen uit alle natiën die zich naar Jehovah’s berg begeven. — 2 Petr. 3:9, NW; Ezech. 33:11, NBG.
17. Waarom is deze oude wereld blind en met een dronkaard te vergelijken?
17 Deze oude wereld is blind ten aanzien van deze boodschap, is er doof voor en onderscheidt de gevaarlijkheid van deze tijden niet. Waarom is dit zo? Wegens de sluier welke over deze oude wereld is gespreid door de god er van: „Wanneer nu het goede nieuws dat wij verkondigen, in werkelijkheid bedekt is, is het bedekt onder hen die vergaan, onder wie de god van dit samenstel van dingen de geest der ongelovigen heeft verblind, opdat de verlichting van het glorierijke goede nieuws over de Christus, die het beeld van God is, niet zou kunnen doorschijnen.” Hebt gij ooit een dronkaard gezien? Herinnert gij u de wazige, troebele en katterige uitdrukking in zijn ogen? Hij kan niet duidelijk zien en niet helder denken noch zeker handelen. Maar vraag het hem en hij zal zeggen dat hij nuchter is, alles kan doen en topprestaties kan bereiken. Hij is beneveld, maar hij weet het niet. Op die manier heeft Satan een benevelende, bedwelmende sluier over de natiën van dit samenstel van dingen gespreid en ze verblind zonder dat ze het weten. Ze denken dat ze duidelijk kunnen zien, duidelijk kunnen horen en helder kunnen denken, maar in werkelijkheid zijn ze dronken van Satans wijn, zijn religieuze en politieke propaganda. Hij heeft een weefsel van leugens geweven en het op de geest der mensen gelegd en het gelijk een sluier over de ogen van de natiën gespreid, en blindelings worden zij naar de slachting van Armageddon geleid. Satans propaganda en „uitingen die door demonen zijn geïnspireerd, . . . gaan uit tot de koningen van de gehele bewoonde aarde, om hen te vergaderen tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige.” — 2 Kor. 4:3, 4; Openb. 16:14, NW; Jer. 51:7; Openb. 17:2; 18:3.
18. Hoe beschouwen zij die blind zijn de boodschap welke wij prediken, maar wat is de wijsheid van deze wereld?
18 Maar denkt gij dat deze velen die door de Duivel zijn misleid en verblind, het zullen toegeven? Net zo min als de dronkaard zal toegeven dat hij dronken is! Predik de waarheid tot hen, vertel hun over Christus’ slachtoffer, vestig er de aandacht op dat zijn koninkrijk is opgericht, toon de aanwijzingen dat wij in de laatste dagen van deze oude wereld leven, waarschuw hen voor het naderbijkomen van Armageddon en verklaar hoe zij er aan kunnen ontkomen in Armageddon ten onder te gaan; en hoeveel waarde hechten zij aan dit alles? Het is „dwaasheid voor hen die vergaan.” Deze ingebeelde wereld wordt verblind door haar zogenaamde wijsheid, zoals in de Bijbel staat: ’De wereld heeft door haar wijsheid God niet leren kennen.’ Daar God te kennen, eeuwig leven betekent, en de wijsheid van de wereld belet dat men deze levengevende kennis verwerft, is ’de wijsheid dezer wereld waarlijk dwaasheid.’ Ten einde aan de omhulsels van deze dwaasheid te ontkomen en inzicht te verwerven in het licht van Jehovah’s Woord en dit licht te onderscheiden, moeten de mensen achter de sluier die Satan voor hun ogen heeft gebonden, vandaan komen. — 1 Kor. 1:18, 21; 3:19; Joh. 17:3, NW.
19. Waar alleen kunnen wij aan Satans verblindende sluier ontkomen?
19 En waarheen kunnen zij gaan ten einde van deze verblindende sluier bevrijd te worden? Er is slechts één plaats waar deze sluier is vernietigd: „En Hij zal op dezen berg den sluier vernietigen, die alle natiën omsluiert, en de bedekking, waarmede alle volken bedekt zijn” (Jes. 25:7, NBG). Op de berg van Jehovah, het Koninkrijksgebied onder Christus, bestaat de sluier van Satan niet, en tot mannen, vrouwen en kinderen uit alle natiën wordt gezegd dat zij thans naar deze berg moeten vluchten en er bescherming moeten zoeken, en honderdduizenden hebben dit reeds gedaan, terwijl vele duizenden meer bezig zijn te vluchten en weer duizenden anderen alsnog zullen ontwaken en vluchten, en zij zullen allen gezamenlijk de oorlog uit de hemel overleven ten einde zich voor eeuwig te verheugen in de vrede welke deze oorlog tot de aarde brengt.