Homoseksualiteit — Is de zienswijze van de bijbel redelijk?
BENT u een homoseksueel? Zo ja dan bent u misschien van mening dat u het voorwerp bent van veel onbillijke discriminatie en dat u onrechtvaardig lijden ondergaat door wat u als een persoonlijke aangelegenheid beschouwt — de keuze van sekspartners. De wereld in het algemeen heeft volgens u misschien een zeer bekrompen kijk op homoseksualiteit.
Er is echter een oud gezegde dat ’een medaille twee zijden heeft’. Men moet er dus voor oppassen zich niet aan hetzelfde vooroordeel schuldig te maken dat men in anderen ziet. Hebt u er de tijd voor genomen zorgvuldig te onderzoeken wat de bijbel over het onderwerp van homoseksualiteit heeft te zeggen? Of hebt u de bijbel als het ware ter zijde gelegd als iets dat niet de moeite waard is er aandacht aan te schenken?
U weet misschien dat meer kerkmensen dan ooit die beweren de bijbel te vertegenwoordigen zich ten gunste van homoseksualiteit uitspreken. Pater Henry Fehren zegt bijvoorbeeld in het tijdschrift U.S. Catholic, dat anti-homoseksuele opvattingen gebaseerd zijn geweest „op verkeerde interpretaties van verspreide bijbelteksten die geschreven werden voor een andere tijd en cultuur”. Zijn woorden weergevend, zegt Günther Hintze, een luthers-evangelische predikant in Augustenborg (Denemarken): „De zienswijze van de bijbel inzake deze kwestie kan voor ons in deze tijd geen enkele waarde hebben.” En de joodse rabbijn Philip Horowitz zei onlangs in Cleveland, in de Amerikaanse staat Ohio: „De homoseksueel van nu zou zich beledigd voelen als zijn gedrag als immoreel werd beschouwd.”
Maar waarom keren deze mensen zich van de bijbel af? Let nog eens op wat zij zeggen: De bijbel is voor „een andere tijd”, en is niet „modern” of niet „voor ons in deze tijd”. De bijbel wordt wat het aanpakken van dit probleem betreft als ouderwets en niet meer bruikbaar beschouwd. Maar is dat zo? Rechtvaardiggezinde mensen die graag de waarheid willen weten en Gods goedkeuring willen bezitten, zijn bereid dit te onderzoeken.
Het is waar dat de bijbel een heel oud boek is. Maar dat op zich maakt hem nog niet ongeschikt als een gids inzake persoonlijke morele kwesties zoals homoseksualiteit; precies het tegenovergestelde is het geval. De ouderdom van de bijbel draagt juist bij tot zijn waarde als een morele gids. Waarom zeggen wij dit?
Welnu, om te beginnen zijn de mensen nu in wezen niet anders dan zij altijd geweest zijn. Mensen hebben, ongeacht in welke tijd zij geleefd hebben, dezelfde fundamentele lichamelijke en emotionele behoeften. Is het niet vanzelfsprekend en begrijpelijk dat, indien de bijbel het Woord van God is waarnaar de mensen hun leven dienen te richten, hij een lange geschiedenis zou moeten hebben? Beslist. De ouderdom van de bijbel is dus een factor in zijn voordeel en zet gewicht bij aan wat hij over homoseksualiteit zegt.
DE GEVOLGEN VAN HOMOSEKSUALITEIT
De bijbel gaat niet stilzwijgend aan homoseksuele praktijken voorbij. Er wordt in de Schrift verscheidene malen specifiek over zulke dingen gesproken. In Romeinen 1:26, 27 lezen wij bijvoorbeeld volgens The New Testament in Modern English door J. B. Phillips:
„God heeft hen daarom overgegeven aan schandelijke hartstochten. Hun vrouwen vervingen de normale handelingen van seksuele gemeenschap door iets wat abnormaal en tegennatuurlijk is. Zo werden ook de mannen, die zich afkeerden van natuurlijke omgang met vrouwen, opgezweept tot wellustige hartstochten voor elkaar.”
Maar daarna worden — hetgeen zeer belangrijk is — nauwkeurig de gevolgen van homoseksualiteit omschreven:
„Mannen met mannen bedreven deze schandelijke gruwelen en ondervonden vanzelfsprekend ten aanzien van hun eigen persoonlijkheid de gevolgen van seksuele perversiteit.”
Is de diagnose die de bijbel hier stelt werkelijk juist? Homoseksuelen zeggen door hun woorden en daden Ja. Zij wijzen op de instabiliteit van homoseksuele „huwelijken”, op de promiscuïteit in verband met het zoeken naar sekspartners en op de oneerlijkheid van te trachten zich achter een schijn van fatsoen te verschuilen terwijl men heimelijk homoseksuele handelingen bedrijft. Niet hun vijanden, maar homoseksuelen zelf spreken over de „angst alleen oud te worden”. De hopeloosheid van hun toekomst, zo merkt William Carroll op, leidt tot „cynisme, wanhoop en zelfs zelfmoord”. Ja, homoseksuelen geven zelf toe „ten aanzien van hun eigen persoonlijkheid” de gevolgen van de homoseksuele leefwijze te ondervinden.
De bijbel schildert derhalve nauwkeurig de gevolgen van deze praktijk af. Maar waarom doen deze nadelige dingen zich „ten aanzien van hun eigen persoonlijkheid” gevoelen? De apostel Paulus zegt dat dit komt doordat zij zich bezighouden met datgene wat „abnormaal en tegennatuurlijk” is. Verdedigers van homoseksualiteit zeggen dat wat iets „natuurlijk” of „onnatuurlijk” maakt zuiver subjectief is en een kwestie die ieder voor zichzelf moet beslissen. Maar is dat werkelijk het geval? Is het voor nagenoeg alle mensen niet zonneklaar dat man en vrouw in seksueel opzicht tegenhangers, tegenpolen zijn? Is het niet duidelijk dat hun geslachtsorganen zo ontworpen zijn dat ze bij elkaar „passen”?
Lijkt het u daarentegen „natuurlijk” dat twee lesbische vrouwen seksueel samenkomen? Een van de twee moet vaak het een of andere kunstmatige vervangingsmiddel voor een mannelijk orgaan gebruiken om de ander te bevredigen. En beschouw mannelijke homoseksuelen eens. Beiden beweren misschien mannen te zijn, maar moet een van hen niet op de een of andere manier een vrouwelijke rol op zich nemen? In het geval van mannelijke en vrouwelijke homoseksuelen moet op de een of andere wijze een vervangingsmiddel verschaft worden voor wat de andere sekse „van nature” verschaft. Hoe redelijk is dat? De bijbel noemt de handelingen van homoseksuelen terecht „abnormaal en tegennatuurlijk”.
De bijbel schildert derhalve nauwkeurig de gevolgen van deze praktijk af en vertelt ons waarom deze gevolgen optreden. Zou hij de praktijk daarna dan niet vanzelfsprekend duidelijk veroordelen? Dat zou redelijk zijn.
In 1 Korinthiërs 6:9, 10 lezen wij dan ook: „Vergis u niet: geen hoereerder of afgodendienaar, niemand die zich schuldig maakt aan hetzij overspel of homoseksuele perversie . . . zal het koninkrijk Gods bezitten” (The New English Bible). Of, zoals het vers in The Living Bible geparafraseerd wordt: „Homoseksuelen — zullen niet in zijn koninkrijk delen.”
Bijbels gesproken is de kwestie heel duidelijk, niet waar? De bijbel toont gewoon ronduit aan dat homoseksualiteit verkeerd is. De Schrift is dus consequent door niet alleen de slechte gevolgen van deze praktijk te laten zien, maar ook terecht datgene te veroordelen wat die slechte gevolgen voortbrengt.
Het is onder homoseksuelen echter mode geworden te redeneren dat in de eerste plaats de apostel Paulus, niet Jezus Christus, homoseksualiteit veroordeelde. Hoe steekhoudend is die bewering?
JEZUS EN HOMOSEKSUALITEIT
Welnu, om te beginnen negeren degenen die zo redeneren het feit dat de bijbel naar de woorden van Paulus verwijst als een deel van de ’Schrift’ en derhalve als nuttig om „dingen recht te zetten” (2 Tim. 3:15-17; 2 Petr. 3:15, 16). Maar uit een eerlijk onderzoek van Jezus’ woorden blijkt dat ook hij wel degelijk homoseksualiteit veroordeelde.
Hij zei, zoals staat opgetekend in Matthéüs 19:9 volgens de Revised Standard Version (RSV): „Een ieder die van zijn vrouw scheidt, behalve wegens onkuisheid, en een ander trouwt, pleegt overspel.” Het Griekse woord voor „onkuisheid”, zoals Matthéüs Jezus’ woorden hier weergeeft, is porneia. Porneia is verwant aan het werkwoord porneu.oo hetgeen betekent: „zich aan onwettige seksuele gemeenschap overgeven”.
De beste manier om te begrijpen wat deze uitdrukkingen omvatten, is na te gaan hoe ze op andere plaatsen gebruikt worden. Een overeenkomstig woord komt in de bijbel in Judas 7 voor, waar de zonde van zekere steden uit de oudheid beschreven wordt: „Sodom en Gomorra en de omliggende steden, die eveneens immoreel [versterkte vorm van porneu.oo] handelden en zich aan tegennatuurlijke wellust overgaven dienen als een voorbeeld door een straf van eeuwig vuur te ondergaan” (RSV). Voor wat voor vorm van ’immoraliteit’ of porneia werden de mensen in Sodom en Gomorra veroordeeld? Het bijbelverslag in Genesis 19:4, 5 antwoordt:
„De mannen van Sodom [omsingelden] het huis, van knaap tot grijsaard, het hele volk in één samenscholing. En zij bleven roepen tot Lot en tot hem zeggen: ’Waar zijn de mannen die vanavond bij u gekomen zijn? Breng hen naar buiten bij ons, opdat wij gemeenschap met hen hebben.’”
Deze mannen van Sodom en Gomorra waren homoseksuelen. Het Nederlandse woord „sodomie”, dat strikt genomen ’geslachtsgemeenschap tussen twee mannen’ betekent, is in feite ontleend aan de naam van de stad Sodom. De bijbel zou hun zonde porneia noemen. Jezus zei dat porneia moreel zo verkeerd was dat het een reden was om de huwelijksband te verbreken.
Bedenk verder dat Jezus een jood was die onder de wet van Mozes leefde. De wijze waarop hij porneia gebruikt, zo zegt Edward Robinsons Greek and English Lexicon of the New Testament, omvat klaarblijkelijk ’alle seksuele omgang die door de Mozaïsche Wet verboden was’. Die wet beval onder andere nadrukkelijk: „Ga niet bij een man liggen zoals men bij een vrouw ligt; het is een gruwel” (Lev. 18:22, The Torah, The Five Books of Moses, door de joodse uitgeversmaatschappij van Amerika). Porneia, het door Jezus gebruikte woord, omvatte kennelijk dit gebod van God.
Er dient ook opgemerkt te worden dat homoseksualiteit zelfs al voordat de wet van Mozes was gegeven, verboden was. Het verslag over Sodom en Gomorra, waarnaar eerder werd verwezen, bevestigt dit feit; die steden werden meer dan 400 jaar voordat de wet van Mozes tot bestaan kwam door God vernietigd. Jezus was daarvan op de hoogte. — Luk. 17:28, 29, 32.
Het lijdt derhalve geen twijfel dat Jezus al zulke ’onkuise’ praktijken als homoseksualiteit wel degelijk veroordeelde. Zoals de rede ons zegt, is de bijbel consequent ten aanzien van deze kwestie. Paulus’ woorden worden gestaafd door het gezag van de Zoon van God.
Maar welke handelwijze kunnen homoseksuelen volgens de bijbel volgen? Zijn zij zonder meer veroordeeld en als het ware voor eeuwig bij God uit de gunst gevallen? Dat zou niet redelijk lijken; laten wij eens zien.
[Illustratie op blz. 709]
God vernietigde Sodom en nabijgelegen steden wegens hun tegennatuurlijke seksuele praktijken. Is het redelijk te veronderstellen dat God zijn zienswijze veranderd heeft?