Stoornis in symbolische zon kwelt de aarde
1. Wat is ’s mensen grootste energiebron?
BIJ het zoeken naar energiebronnen om de slinkende reserves van de aarde aan te vullen, is men tot de erkenning gekomen dat de zon een veel grotere bron van energie is dan enige andere bron die men tot nog toe heeft ontdekt. De hoeveelheid zonlicht uit deze kolossale kernoven die in slechts twee dagen alleen al op de Verenigde Staten valt, levert evenveel energie als al onze resterende aardse brandstofreserves. Het probleem is, een manier te vinden om die energie bruikbaar te maken. Er zijn veel methoden beproefd om de zonneënergie economisch te benutten, met slechts matig succes.
2. Zijn stoornissen in de zon van invloed op ons leven?
2 Het zonlicht is niet alleen de grootste energiebron, maar de vele stralingsvormen ervan hebben ook geduchte invloed op ons leven. Als er bijvoorbeeld zonnevlekken-activiteit is, wordt de radiocommunicatie in ernstige mate gestoord, en geleerden zijn van mening dat zonnevlekken wellicht ook fysiek en psychologisch van grote invloed op ons leven zijn.
GODS TOORN BRENGT STOORNIS
3. Hoe beschouwden de Babyloniërs uit de oudheid en enkele anderen de zon, en wordt ze tegenwoordig op die manier bezien?
3 Bij de Babyloniërs uit de oudheid werd de zon onder de naam Sjamasj als een god, de rechter des hemels, aanbeden. Hij was de tweede god in een van de Babylonische triades van goden. De afvallige Israëlieten bootsten, door de zon te gaan aanbidden, de Babyloniërs na, zoals in Ezechiël 8:15, 16 en Deuteronomium 4:19 te kennen wordt gegeven. Thans aanbidden enkele achtergebleven volken van de aarde de zon nog steeds. Deze mensen beschouwen de zon als meer dan een energiebron; zij vertrouwen ook op en bidden tot de zon alsof ze een met verstand begaafde verzorgster is. In deze moderne tijd aanbidden de intellectuele, ontwikkelde volken van de aarde de zon natuurlijk niet rechtstreeks, ofschoon zij wel begrijpen hoe belangrijk ze voor de mensheid is.
4. Waarvan is de zon een bewijs, en hoe gebruikt de Schepper ze symbolisch?
4 Deze reusachtige bol in de ruimte waaromheen onze kleine planeet wentelt, werd niet gemaakt om door de mens aanbeden te worden. Ze is veeleer een bewijs te meer van de macht en liefderijke goedheid van onze grote Schepper Jehovah God, die ze daar heeft geplaatst. Zonder de zon zou spoedig alle leven van de aarde verdwijnen. Wij dienen er hem dankbaar voor te zijn. Omdat de zon voor de mens zo belangrijk is, is het logisch dat de Schepper ze in de bijbel als een symbool of „teken” gebruikt om iets te illustreren waarop de mens vertrouwt voor leven, licht en leiding. Soms gebruikt hij het symbool in een goede en heilzame betekenis, wanneer hij van de zon der gerechtigheid spreekt bijvoorbeeld, en soms in een kwade betekenis, als hij spreekt van het uitgieten van een plaag op de zon, zoals in Openbaring 16:8.
5. Waarin bestaat de vierde plaag?
5 In de laatstgenoemde betekenis gebruikt hij de uitdrukking in verband met de vierde van de zeven plagen uit het boek Openbaring. De engel die deze plaag ten uitvoer bracht, goot zijn schaal met Gods toorn op de symbolische zon uit, wat er stoornissen in teweegbracht die voor de mensen op aarde gevolgen hadden welke wij hier willen bespreken. Na de eerste drie plagen te hebben beschreven, zegt Johannes: „En de vierde goot zijn schaal uit op de zon; en het werd de zon gegeven de mensen te verzengen met vuur.” — Openb. 16:8.
6. (a) Hoe gebruikte Jezus de zon in een symbolische betekenis? (b) Welke beweegreden hebben anderen die in deze wereld als de zon schijnen?
6 Om ons er een begrip van te vormen wat deze plaag inhoudt, is het nuttig ons eerst te wenden tot Jezus’ profetische illustratie van het onkruid en de tarwe in Matthéüs 13:38, 39, 43. Hij zei tot zijn discipelen: „Het voortreffelijke zaad, dat zijn de zonen van het koninkrijk; . . . De oogst is een besluit van een samenstel van dingen, . . . In die tijd zullen de rechtvaardigen helder schijnen als de zon in het koninkrijk van hun Vader.” Hij sprak over degenen die de boodschap van het koninkrijk onder Christus de Messias, die het licht der wereld is, verkondigen, en door dit te doen, schijnen zij als de zon omdat zij de mensen die luisteren, zegenen (Joh. 1:4, 9; Matth. 5:14). Zij ontvangen hun energie van God en uit zijn Woord. Er zijn evenwel nog anderen met een schittering als van de zon, maar zij schijnen in de koninkrijken van deze wereld en zij schenken de mensheid stellig niet een dergelijke zegen. Zij schijnen om zich een naam in de wereldgeschiedenis te maken en om verafgood te worden.
DE PLAAG BEKENDMAKEN
7. (a) Waarom staan zij die in deze wereld schijnen, vijandig tegenover de zonen van het Koninkrijk? (b) Welke bekendmaking betreffende de „zon” van deze wereld werd in 1925 op het congres in Indianapolis gedaan?
7 Daaruit volgt dat zij die als de zon van deze wereld schijnen, vijandig zouden staan tegenover degenen die als de zon in het Koninkrijk schijnen. Dit komt doordat God de zonen van het Koninkrijk niet alleen gebiedt het goede nieuws van het Koninkrijk bekend te maken, maar ook de beweegredenen van de „zon” van deze wereld en de gevolgen van haar met kracht op de mensen neerdalende stralen, aan de kaak te stellen. Deze bekendmaking vormt een aankondiging van de vierde van de zeven plagen die door de engelendienaren van God uitgegoten worden. Dienovereenkomstig werd op 29 augustus 1925, op een congres van de Internationale Bijbelonderzoekers in Indianapolis, Indiana, een resolutie aangenomen met als titel „Boodschap van hoop”. Een gedeelte ervan luidde:
„Wereldmachten, wetenschap en filosofie, handel en religie, hebben alle beurtelings hun respectieve geneesmiddelen ter verlichting van de mensheid aangeboden. In de naam en onder het mom van democratie, bieden zij te zamen hun verenigde en onderscheidene krachten aan om aan de behoeften van de mens te voldoen. Te zamen maken zij er aanspraak op het zonlicht van de wereld te zijn, en al het licht uit te stralen dat er maar schijnt om het mensdom te verlichten en te leiden.”
8. In welk opzicht zwaaide deze resolutie de wereldse „zon” geen eer toe?
8 In deze resolutie werd de naam van mensen die aan het wereldse firmament schitteren geen eer of lof toegezwaaid, want enkele paragrafen verder werd vervolgens gezegd:
„Daarom wordt hier, in de naam en in de geest van de Heer, de standaard van Gods waarheid en rechtvaardigheid opgeheven tegen de vijand en tot heil van de volken, welke standaard is:
Dat Jehovah de enige ware God is, de Allerhoogste, de Almachtige, de auteur en voleinder van het grote voornemen voor de redding der mensen, en de beloner van allen die hem ijverig zoeken en gehoorzamen; dat de bijbel zijn geopenbaarde Woord van waarheid is; dat zijn geliefde Zoon Christus Jezus de Loskoper en Bevrijder van de mens is en, getrouw aan zijn belofte, is gekomen om de volken te regeren en te zegenen . . .”
EEN VERZENGENDE ZON
9. Beschrijf de gevolgen van het uitgieten van de vierde plaag.
9 De gevolgen van het uitgieten van deze schaal waren: „Het werd de zon gegeven de mensen te verzengen met vuur. En de mensen werden verzengd met grote hitte” (Openb. 16:8, 9). Hoe gebeurde dit? Welnu, tegen deze tijd, 1925, had Benito Mussolini zichzelf tot dictator van Italië gemaakt. Stalin manipuleerde de aangelegenheden zo, dat hij tegen het eind van 1927 de absolute meester van de communistische Russische reus was. Adolf Hitler streefde er fanatiek naar de nationaal-socialistische dictator van Duitsland te worden. Japan maakte plannen om zijn imperialisme op het vasteland van Azië uit te breiden, terwijl de rest van de wereld zich nog steeds trachtte te herstellen van de algemene slachting van de Eerste Wereldoorlog. Toch brachten al deze regelingen en al deze veranderingen de mensen totaal geen licht van vrijheid en warmte van zegeningen. In plaats daarvan begon de symbolische „zon” onderdrukkend en verzengend heet te worden, en de mensen hadden onder de grotere druk te lijden, juist zoals Jehovah’s getuigen hadden voorzegd. De mensen die verwachtten dat de „zon” van deze wereld na de Eerste Wereldoorlog herstel en zegeningen zou brengen, werden stellig teleurgesteld, want het bleek geen „zon der gerechtigheid” met „genezing . . . onder haar vleugelen” te zijn. — Mal. 4:2.
10. Hoe lasterden de mensen de naam van God toen de plaag werd uitgegoten, en wat voerden zij als excuus aan?
10 Jehovah’s getuigen vertelden de mensen dat de tijden der heidenen in 1914 geëindigd waren en dat toen Gods koninkrijk in de hemel werd opgericht. Terwijl God de mensen waarschuwde voordat zijn koninkrijk de koninkrijken der wereld zou verpletteren en er een eind aan zou maken, stond hij de regeringen van deze wereld tevens toe nog een weinig langer als de „superieure autoriteiten” te bestaan (Rom. 13:1). De mensen grepen dit aan als een excuus om God de schuld te geven voor de moeilijkheden die zich voordeden en om hun vijandigheid jegens Jehovah’s getuigen, die de verzengende hitte aan de wereldse „zon” toeschreven, te vergroten. Het was zoals Openbaring 16:9 had voorzegd: „Zij lasterden de naam van God, die de autoriteit over deze plagen heeft, en zij hadden geen berouw om hem heerlijkheid te geven.”
11. Wat ging Jehovah’s volk in die tijd inzien, en wat werd ten aanzien hiervan in The Watch Tower van 15 december 1925 bekendgemaakt?
11 Nu het Koninkrijk in de hemel was opgericht en Gods volk hieromtrent klaarheid had gekregen, gingen zij meer dan ooit tevoren de belangrijkheid inzien van Gods persoonlijke naam Jehovah en beseffen dat hij door middel van zijn koninkrijk zijn naam ten aanschouwen van de gehele aarde groot zou maken. Zij verspreidden de resolutie die zij op het congres in Indianapolis hadden aangenomen, over de gehele aarde in vele miljoenen exemplaren in vele talen. Bovendien zei The Watch Tower van 15 december 1925 onder het opschrift „Zijn Naam” het volgende:
De wereld — in het bijzonder de regeringselementen der natiën — heeft de naam van God ter zijde geschoven. Thans is de tijd gekomen dat God zich op aarde een naam zal maken. . . .
Thans brengen Satan en zijn goddeloze bondgenoten al hun strijdkrachten bijeen voor de grote en beslissende strijd. . . . In die strijd zal de Here God zich een naam maken, opdat de volken en natiën der aarde mogen weten dat hij God is. — Bladzijde 375.
12. Hoe werd Jezus’ profetie bewaarheid, speciaal door datgene wat Jehovah’s dienstknechten in The Watch Tower van 1 januari 1926 werd opgedragen?
12 Derhalve werd, terwijl de „zon” van deze wereld onderdrukkender en verzengend heet ging worden, en intussen Jehovah’s naam smaadde, Jezus’ profetie bewaarheid dat zijn volk zou schijnen „als de zon in het koninkrijk van hun Vader”. In de daaropvolgende uitgave van The Watch Tower, die van 1 januari 1926, was het hoofdartikel: „Wie zal Jehovah eren?” In de eerste paragraaf stond:
Dit [„Gezegend zij de Heer uit Sion.” — Ps. 135:21a, Authorized Version] zijn de woorden van onze tekst voor het jaar 1926. Gezegend of zegenen, zoals het in deze tekst wordt gebruikt, betekent vereren, vergoden, aanbidden, eren en verheerlijken. Wie zal tot de klasse gaan behoren die aldus Jehovah God eert? Zij die in Sion verblijven, zullen dit met vreugde doen.
GODS ROEMRIJKE NAAM SCHIJNT OP ZIJN VOLK
13. Hoe werd het onderscheid tussen hen die in het Koninkrijk schijnen en degenen die in de wereld schijnen scherper, en hoe werd er in 1931 een hoogtepunt bereikt?
13 De plaag en de gevolgen ervan werden duidelijker merkbaar naarmate de wereldse regeringen hun onderdrukking vergrootten, terwijl terzelfder tijd Jehovah’s volk vaster besloten was om God te eren. Dienovereenkomstig richtten de Wachttoren-publikaties van toen af de aandacht van deze christenen op de woorden van Jesaja 43:10-12, waarin Jehovah tot zijn opgedragen volk zegt dat zij zijn getuigen zijn. Zij gingen hun verhouding tot en hun verantwoordelijkheid jegens God steeds meer beseffen. Ten slotte namen zij op zondag, 26 juli 1931, op hun internationale vergadering in Columbus, Ohio, per resolutie de schriftuurlijk ondersteunde naam „Jehovah’s getuigen” aan.
14. (a) Hebben Jehovah’s getuigen zichzelf bij die naam genoemd, of wat gebeurde er? (b) Wat is de reactie van de „zon” van deze wereld en van de mensen die haar aanbidden, op de toegenomen bekendmaking van Jehovah’s naam geweest?
14 Zij hebben de naam Jehovah’s getuigen niet uitgevonden, en evenmin zijn zij zo vermetel geweest om zichzelf deze naam te geven. Het was een door de Schrift gegeven, door God gegeven naam, hetgeen bewees dat zij hun licht ontvingen van de ware bron van alle licht en zegeningen. Intussen hebben zij steeds meer bekendheid aan Gods naam gegeven en thans, vooral nu de naam over zijn volk is uitgeroepen, heeft de „zon” van de wereld haar toorn rechtstreeks tegen Gods persoonlijke naam gericht en deze gelasterd. Gods naam Jehovah wordt zo hevig gehaat dat de geestelijken van de christenheid, die vertrouwd hebben op de wereldse „zon”, hebben ontkend dat het de naam van de Schepper is, hem uit hun moderne bijbelvertalingen hebben weggelaten en hebben gezegd dat het niet de naam van de God van christenen is, waarmee zij het aan Jehovah’s getuigen als de enigen hebben overgelaten om de onderscheiden, goddelijke Naam te dragen. Zij hebben niet het minste besef dat dit een manoeuvre van God is, want hij eerbiedigt zijn heilige naam en regelt het zo, dat alleen degenen die hem zijn toegewijd hem mogen dragen.
EEN LICHT DAT FAALDE
15. (a) Hoe trachtte paus Pius XI in 1933 een schijnend licht voort te brengen? (b) Hoe werd dit valse licht als waardeloos aan de kaak gesteld, en wat werd er in de radiotoespraak waarin dit gebeurde en die over heel de Verenigde Staten werd uitgezonden, gezegd?
15 Jehovah’s getuigen hadden het voorrecht om ter gelegenheid van het zogenaamde Heilige Jaar 1933, bekend te maken dat de plaag werkelijk aan de gang was en dat de „zon” van deze wereld de mensen geen hulp zou bieden. Paus Pius XI van Vaticaanstad, die een concordaat-partner van de dictators Mussolini en Hitler was, kondigde aan dat 1933 een heilig jaar zou zijn. Bij de inwijding ervan op 2 april, stelde de paus de mensheid in het vooruitzicht dat vrede en welvaart het resultaat zouden zijn wanneer dat jaar als heilig in acht genomen zou worden. Maar slechts drie weken daarna, namelijk op 23 april 1933, hield J. F. Rutherford, president van het Wachttorengenootschap, via de radio een toespraak van een uur over het onderwerp: „Uitwerking van heilig jaar op vrede en welvaart”. Met de WBBR op Staten Island, New York, als hoofdstation, waren meer dan 54 andere radiostations verbonden. Dit exposé van het Heilig Jaar werd op grammofoonplaten opgenomen en hiervan werd op 25 juni daaraanvolgend over 158 stations een uitzending gemaakt. Een passage uit de rede van de president luidde:
„. . . Met alle vriendelijkheid en oprechtheid breng ik u, die hebt geluisterd naar de ’heilig-uurdienst’ die op de 2de april in New York werd gehouden, in herinnering dat daarin de naam van de mens werd verheerlijkt door veelvuldig zulke uitdrukkingen als ’Heilige Vader’, ’Uwe Eminentie’ en ’Uwe Excellentie’ te gebruiken en op de mens toe te passen, terwijl de naam van Jehovah God, Zijn Koning en Zijn koninkrijk in het geheel niet werden genoemd. Er werd geen melding gemaakt van Gods uitdrukkelijke voornemen zich met het mensdom in te laten via en door middel van Zijn koninkrijk. . . .
Deze daad, het uitroepen van dit jaar tot een ’heilig jaar’ om vrede en welvaart te bewerkstelligen, is een aanmatigende zonde tegen de Almachtige God. Geen mens of groep van mensen drijft Jehovah’s zaken, zodat zij in staat zouden zijn ’tijden en wet te veranderen’, en zo staat het ook in Daniël 7:25 vermeld. . . .
. . . Vrede en welvaart kunnen niet door mensen op aarde worden teweeggebracht, maar zullen komen door Gods koninkrijk onder Christus. . . .” — The Golden Age van 10 mei 1933, de bladzijden 483-490.
16. Hoe wordt de „zon” steeds heter?
16 De symbolische „zon” van deze wereld heeft sedertdien niet opgehouden de mensen te verzengen. Integendeel, het is nog erger geworden. De verschrikkelijke vervolging van Jehovah’s getuigen door Hitler, erger dan die hij de joden liet ondergaan, vond plaats. Toen kwam de Tweede Wereldoorlog, die vele malen vernietigender bleek te zijn dan de Eerste Wereldoorlog. Hij werd tot een climax gebracht door de ontploffing van atoombommen op Japan. Thans zijn de communistische gesel, de angst die ermee gepaard gaat en de mogelijkheid van een kernoorlog die, naar geleerden vrezen, de mensheid van de aarde zou kunnen wegvagen, er aanleiding toe dat velen zich afvragen hoe lang iemand het onder de verzengende hitte van de „zon” van de wereld zal uithouden.
17. Hoe wordt Jehovah’s volk door de ware „zon” vertroost, maar hoe staat het met hen die op de „zon” van de wereld vertrouwen?
17 Daartegenover nemen Jehovah’s getuigen zowel in vrede als in aantal voortdurend toe, want vele personen zien in dat zij het ware licht van Gods Woord hebben, hetwelk de psalmist „een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad” noemde (Ps. 119:105). Evenals Jehovah God in zijn onverdiende goedheid en liefde voor de mensheid, alle dingen voor hen heeft geschapen om het hen geriefelijk te maken, met inbegrip van de zon, die zowel de energie voor ’s mensen leven verschaft als licht om hem te leiden, heeft hij ook de symbolische „zon der gerechtigheid” tot eeuwige verlichting, leven en zegening der mensheid gegeven. Honderdduizenden hopen de waarheid van Gods belofte verwezenlijkt te zien: „Voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen” (Mal. 4:2). In tegenstelling daarmee gaan de mensen die op de „zon” van deze wereld blijven vertrouwen en die afschuwelijk verzengd worden, de naam van God steeds meer lasteren en wordt hun verbolgenheid erop steeds groter. Zij hebben geen berouw ten einde hem eer te geven. De plaag zal op hen blijven totdat zij, samen met de „zon” der wereld, in de strijd van Armageddon verwijderd worden.
Zie voor een bespreking van de overige drie plagen van Openbaring hoofdstuk 16, volgende uitgaven van De Wachttoren, of het boek „Babylon the Great Has Fallen!” God’s Kingdom Rules! van de Watchtower Bible and Tract Society, Brooklyn, New York.