Een ontijdige poging tot vestiging van een nieuwe ordening
1. Welke vragen rijzen er met betrekking tot het oprichten van een nieuwe ordening?
ZAL er ooit een vredige nieuwe ordening tot stand komen? Zo ja, wie zal deze volgens u dan stichten? God zelf of de mens met God als helper? En bestaat er een tijdtafel voor? Is de tijd voor de stichting ervan onveranderlijk bepaald of is er een glijdende schaal, een plooibaar schema, afhankelijk van wat de politieke zowel als de religieuze regeerders der aarde kunnen bereiken en wanneer zij het kunnen bereiken?
2. Waarom is het antwoord op deze vragen belangrijk?
2 Het antwoord op deze vragen is niet onbelangrijk, want het betekent het verschil tussen „bloed, zweet en tranen”, en plezierig werk; tussen afmattend gezwoeg met niets dan teleurstelling, en verkwikkende, opbouwende activiteiten; ja, tussen leven en dood. — Ps. 127:1; Hab. 2:13; Hag. 1:6.
3. Hoe kunnen wij het antwoord vinden op de vraag of de wereldleiders een nieuwe ordening kunnen oprichten?
3 Dienen wij niet te vertrouwen op wereldregeerders en leidinggevende geestelijken? Kunnen zij de regeringen niet veranderen en hervormen zodat door middel daarvan de beginselen van het koninkrijk Gods tot uitdrukking zullen komen? Welnu, wij dienen stellig de antwoorden op deze vragen in de bijbel te kunnen vinden want de inlichtingen dat er een blijvende nieuwe ordening komt waarin de mens eeuwig op aarde kan leven, krijgen wij uit de bijbel en niet uit een andere bron. Wat zegt de bijbel er echter over?
4. (a) Waarmee laten de wereldregeerders, zoals de bijbel aantoont, zich in doordat zij trachten door hun eigen krachtsinspanningen een nieuwe ordening op te richten? (b) Hoe beramen de wereldleiders het tot stand brengen van een nieuwe ordening zonder de politieke organisatie van de Duivel volkomen te hoeven hervormen?
4 De bijbel zegt ten eerste dat zij die door hervormingen in de regering en op sociaal gebied een nieuwe ordening teweeg trachten te brengen die dezelfde dingen omvat als het koninkrijk Gods tot stand zal brengen, een wild beest hebben aangegrepen. Het is ook geen gewoon wild beest, want het is een monster met zeven koppen en tien horens op zijn koppen. Het vertegenwoordigt de wereldomvattende menselijke politieke organisatie onder leiding van de Duivel.a Het is een verscheurend beest en het is gedurende de verscheidene duizenden jaren die achter ons liggen ontembaar gebleken. Welnu, misschien kunnen zij dan iets maken dat het beest weerspiegelt, misschien een beeld van het beest. Het zou iets moeten zijn waarnaar de mensen, wat het brengen van vrede en eenheid onder de natiën betreft, als gezaghebbend zouden kunnen opzien, iets door middel waarvan de natiën zouden kunnen werken. Zij zouden hun individuele soevereiniteit niet behoeven op te geven, maar zouden toch in de kwestie van wereldvrede kunnen samenwerken met de bedoeling ten slotte tot een toestand van vreedzame coëxistentie te komen. Dit proces van het min of meer tegen elkaar uitspelen van de horens van het beest en ze ertoe te brengen om, in plaats van hun geschillen uit te vechten, als scheidsrechter tussen hen op te treden en de organisatie genoeg macht te geven om de genomen beslissingen kracht bij te zetten, leek hun de enige logische weg.
VREDESPOGINGEN EN RESULTATEN VOORAF BEKEND
5. Wat wist God van tevoren dat de wereldleiders zouden doen?
5 Het is verbazingwekkend dat Jehovah God, de Auteur van de bijbel, van tevoren de gedachtengang die de leiders van deze wereld zouden volgen, kende en heeft voorzegd dat dit precies is wat zij zouden doen. In zijn Woord beschrijft hij nauwkeurig wat zij zouden doen en toont hij aan dat zij een beeld voor het wilde beest zouden maken en oprichten opdat de mensen ernaar zouden opzien voor de goede dingen die het koninkrijk Gods zou brengen. O, maar door dit te doen, zouden zij iets creëren dat even geducht is als het eerste wilde beest en net zo moeilijk vreedzaam en rechtvaardig te maken is! Johannes beschrijft het visioen dat God hem over deze zaak gaf met de volgende woorden:
6. Beschrijf hoe het visioen in de Openbaring de handelwijze van de wereldleiders bij hun poging een nieuwe ordening op te richten voorzegt.
6 „Welnu, toen ik haar [de vrouw Babylon de Grote] in het oog kreeg, verwonderde ik mij met grote verwondering. Daarop zei de engel tot mij: ’Waarom werdt gij door verwondering aangegrepen? Ik zal u het mysterie zeggen van de vrouw en van het wilde beest dat haar draagt en dat de zeven koppen en de tien horens heeft: Het wilde beest dat gij gezien hebt, was, maar is niet, en toch staat het op het punt uit de afgrond op te stijgen, en het zal de vernietiging tegemoet gaan. En wanneer zij die op de aarde wonen, zien hoe het wilde beest was, maar niet is, en toch tegenwoordig zal zijn, zullen zij zich vol bewondering verbazen, maar hun namen zijn niet geschreven op de rol des levens van de grondlegging der wereld af.’” — Openb. 17:6-8.
7. (a) Wie neemt een voorname rol op zich bij het oprichten van een vredesorganisatie voor een „nieuwe ordening”? (b) Wat valt er te zeggen over het vredesbeest dat Babylon de Grote speciaal behaagt, en in welk opzicht valt het haar gemakkelijk haar tegenhangers ertoe te krijgen het te ondersteunen?
7 De vrouw die het beest berijdt, is een hoer en heet Babylon de Grote, en zoals in voorgaande uitgaven van dit tijdschrift reeds werd uitgelegd, stelt ze symbolisch het wereldrijk van valse religie voor. Ze speelt een heel voorname rol bij het oprichten van de vredesorganisatie. Het beest waarop ze rijdt, is evenals zij een mysterie, het is een geheim, iets onbegrijpelijks, tot Gods tijd gekomen is om het aan de kaak te stellen. Dit scharlakengekleurde wilde beest is hetzelfde als het beeld van het beest waarover in Openbaring 13:14, 15 wordt gesproken doch daar niet volledig wordt beschreven. Omdat het een beeld is, behaagt het Babylon de Grote, want ze is heel goed met beelden en de wijze waarop ze gebruikt worden, bekend. Afgodendienaars zeggen vaak dat de beelden die zij gebruiken niet door hen aanbeden worden, doch louter hulpmiddelen zijn bij de aanbidding van de goden die door de beelden of afgoden worden voorgesteld, welke afgoden slechts relatieve aanbidding ontvangen. Dit is in strijd met Gods wet, die iedere vorm van afgoderij veroordeelt en relatieve aanbidding, zelfs door bemiddeling van mensen, verbiedt (1 Joh. 5:21; Openb. 19:10). In dit geval worden de mensen ertoe gebracht zich voor de dingen die Gods koninkrijk zal brengen, tot het beeld te wenden en het derhalve te ondersteunen alsof het werkelijk Gods koninkrijk vertegenwoordigt.
DOOD EN HERLEVING VAN „NIEUWE ORDENING”-BEEST
8. (a) Wanneer ging het beest zijn koninklijke rol vervullen? (b) Wanneer kan men zeggen dat het „niet is”? (voetnoot) (c) Wanneer werd er een „begrafenisdienst” voor de Bond gehouden?
8 De scharlaken kleur van het beest vertegenwoordigt koningschap. Wanneer kwam het tot bestaan en wanneer werd het dit koningschap toegekend? Voor het eerst in 1920, toen de Volkenbond geratificeerd werd. Tot op de Tweede Wereldoorlog „was” het. Jehovah’s getuigen sloegen toentertijd, net als Johannes, de aangelegenheden gade en verkondigden het feit dat de Bond een surrogaat was van Gods koninkrijk. De engel zegt in het visioen aan Johannes dat het wilde beest „was, maar niet is”. Wanneer wordt het „niet”? Dit gebeurde toen de katholieke nazi-dictator Hitler in september 1939 de Tweede Wereldoorlog ontketende.b Hier bleef de Bond in gebreke de doelstellingen van zijn charter na te komen en hield op doeltreffend te functioneren; in de tot op die tijd grootste oorlog ter wereld ging hij onder in de afgrond van de woedend te keer gaande mensheid, in een toestand van inactiviteit, van schijndood. Toen de Bond in de afgrond van inactiviteit ging, waarin hij „niet is”, merkten Jehovah’s getuigen dit op.
9. Hoe leken Jehovah’s getuigen op de apostel Johannes met betrekking tot het weer „tegenwoordig” zijn van het beest?
9 Net zoals Johannes werd verteld dat het beest uit de afgrond te voorschijn zou komen en weer tegenwoordig zou zijn, zo zagen Jehovah’s getuigen ernaar uit dat dit zou gebeuren. In 1942, middenin de Tweede Wereldoorlog, werd dit door de president van de Watch Tower Bible and Tract Society krachtig uiteengezet in de openbare toespraak: „Vrede — Is hij van blijvende duur?”; dit gebeurde tijdens een nationaal congres dat in de Verenigde Staten werd gehouden, en wel in drieënvijftig plaatsen, die door een netwerk van telefoondraden met de hoofdvergadering te Cleveland, Ohio, verbonden waren. Hij zei:
10. Bewijs uit de lezing „Vrede — Is hij van blijvende duur?” dat Jehovah’s getuigen, zelfs voordat het gebeurde, een juist begrip ontvingen omtrent het „tegenwoordig” zijn van het beest.
10 . . . „Ofschoon 40 leden nog steeds belijden tot den bond te behooren, is de bond in werkelijkheid schijndood en zal vernieuwd moeten worden, als hij ooit weer het levenslicht zal aanschouwen. Hij is geworpen in den afgrond van werkeloosheid en doelloosheid. Hij ’is niet’.
Zal de bond in den afgrond blijven? . . . De vereeniging der natiën zal terugkeeren. . . . De noodzakelijkheid van het begin van den totalitairen aanval en de beëindiging daarvan dwingen de natiën tot dit totale verbond der volkeren, in welken vorm dan ook. . . .
. . . Het herhaalde geschreeuw en geroep van politici en godsdienstaanhangers om ’meer godsdienst!’, versterkt de wetenschap, dat godsdienst het vredesbeest zal berijden. De persoonlijke afgezant, gezonden door den president van de U.S.A. naar het Vaticaan, om samen te werken met het godsdienstig hoofd teneinde vrede te bewerken, is een andere voorbode van de beleefdheid en eerbied, die de vrouw, genaamd ’Babylon’, zal worden betoond, als de totalitaire oorlog geëindigd zal zijn. Haar omgang met de leiders der wereld zal haar wereldsche verlangens bevredigen, zij zal de vredesschikking betitelen als ’een vrede van de Christenheid’, één van de ’namen van godslastering’, die kleven aan het ’beest’.”c
11. Wanneer kwam de vrede-en-veiligheidorganisatie uit de afgrond van schijndood te voorschijn?
11 De Zevende Wereldmacht, de dualistische wereldmacht van Groot-Brittannië en Amerika, had zich ervoor gespannen de Volkenbond tot bestaan te brengen. Nu spande deze zelfde dualistische wereldmacht zich ervoor om deze internationale vrede-en-veiligheidorganisatie uit de afgrond van schijndood te krijgen. Op 26 juni 1945 ondertekenden vijftig natiën (waarbij het Vaticaan en de asmogendheden niet waren inbegrepen) in San Francisco, in de Amerikaanse staat Californië, het handvest van de Verenigde Naties. Dit werd op 24 oktober 1945 door negenentwintig natiën, met inbegrip van de Grote Vijf, geratificeerd; het werd een deel van het internationaal recht. Toen kwamen de Verenigde Naties tot bestaan.
CHRISTELIJKE VERKLARING TEGEN DE V.N.
12. Waren Jehovah’s getuigen verrast en bevreesd toen het beest weer tot leven kwam?
12 Jehovah’s getuigen zagen uit naar een verdere vervulling van deze profetie en zij begrepen dat het scharlakengekleurde beest thans uit de afgrond was gestegen. Jehovah’s getuigen verbaasden zich echter niet vol bewondering over het scharlakengekleurde beest, het „beeld” van het wilde beest, en evenmin aanbaden zij het. In de hierboven aangehaalde, in 1942 gehouden toespraak zei de spreker:
13. Waarop had de president van het Genootschap in de lezing „Vrede — Is hij van blijvenden duur?” gewezen ten aanzien van de bestemming van het beest?
13 „. . . Plotseling zullen die tien horens en het beest ten onder gaan, niet vredig, doch gewelddadig, in de strijd van Armageddon. Ditmaal zullen het beest en zijn koppen en horens niet in de ’afgrond’, maar in het ’meer van vuur en zwavel’ gaan, alwaar het totaal verteerd en vernietigd zal worden. — Openb. 19:20; 20:10.”
14. Wat is de houding van Jehovah’s getuigen, in tegenstelling met die van vele anderen, ten opzichte van de Verenigde Naties?
14 Jehovah’s getuigen maken dus thans de mensen bekend dat de Verenigde Naties hetzelfde oude beeld vormen als de Bond, opgesierd met een nieuwe naam, dat ze niet zullen blijven bestaan en de mensen geen vrede zullen brengen. Velen zijn echter van mening dat de Verenigde Naties, deze nieuwe internationale organisatie, aangezien ze werd opgericht om, zoals haar handvest verklaart, de internationale vrede en veiligheid te handhaven, de vrede en veiligheid voor het wilde beest uit de zee zal bewaren en het beest in stand zal houden.
PAUSELIJKE ONDERSTEUNING
15. Wat had een monseigneur van de toonaangevende sekte der christenheid in 1963 over de encycliek van de paus en over het beest te zeggen? (voetnoot) Vanaf welke Joannes telde paus Joannes XXIII als de drieëntwintigste paus met die naam?
15 Wat heeft de vrouw die het beest berijdt erover te zeggen? Het hoofd van de toonaangevende sekte der christenheid, het dominerende deel van Babylon de Grote, namelijk paus Joannes XXIII,d liet zich in zeer duidelijke bewoordingen over de kwestie uit. Voordat zijn encycliek werd gepubliceerd, verscheen in de New York Times van 6 april 1963, bladzijde 2, onder het kopje: „Instemming met rol V.N.-politie”, een bericht van Associated Press, gedagtekend „ROME, 5 april”, waarin het volgende werd gezegd:
Monseigneur Pisoni schreef in de Corriere della Sera van Milaan dat het internationaal recht „in onze tijd zelfs nog gecompliceerder was gemaakt door zulke internationale organisaties als de Verenigde Naties waarop een beroep is gedaan met autonome militaire strijdkrachten de functie van ’internationale politiemacht’ op zich te nemen.” Hij zei dat de encycliek zou handelen over „de plicht van alle volken om de autonome strijdkrachten van de Verenigde Naties als een internationale politiemacht te erkennen”, niet alleen in de koude oorlog, maar ook in „van buitenaf gesteunde interne conflicten en burgeroorlog”.
16. Tot wie was de encycliek „Pacem in Terris” gericht?
16 In de daaropvolgende Heilige Week ondertekende paus Joannes XXIII zijn encycliek, getiteld „Pacem in Terris” („Vrede op aarde”). De encycliek was niet alleen aan de rooms-katholieke „geestelijken en gelovigen van de gehele wereld” gericht, maar ook „aan alle mensen van goede wil”. Deel IV sprak over het „universeel gezag” waarmee natuurlijk niet de Verenigde Naties werden bedoeld, want Vaticaanstad is geen lid van de V.N. Er werd verder in gezegd:
17. (a) Hoe rechtvaardigde paus Joannes in de encycliek het denkbeeld van een internationale vredesorganisatie? (b) Welke hoop verbond hij eraan?
17 . . . Het is nl. de taak van dit universeel gezag, de problemen te bestuderen en op te lossen, die het universeel algemeen welzijn meebrengt op economisch, sociaal, politiek of cultureel gebied, en die zo ernstig, zo gecompliceerd en zo urgent zijn, dat ze door de regeringen van de afzonderlijke staten niet bevredigend kunnen worden opgelost.
Het universeel gezag mag niet de activiteit van het publiek gezag van de afzonderlijke staten inperken of aan zich trekken. . . . integendeel . . .
Zoals bekend, werd op 26 juni 1945 de Organisatie van de Verenigde Naties opgericht (U.N.O.). Hieraan werden later organen toegevoegd, benoemd door de regeringen van de verschillende landen, die belangrijke internationale taken te vervullen kregen op economisch, sociaal en cultureel gebied en op het terrein van de opvoeding en de gezondheidszorg. Het voornaamste doel van de organisatie van de Verenigde Naties is, de vrede onder de volken te handhaven en te consolideren, en tussen hen vriendschappelijke betrekkingen tot stand te brengen en te bevorderen, gebaseerd op de beginselen van gelijkheid, wederzijds respect en alzijdige samenwerking op alle gebieden van de menselijke activiteit.
Een duidelijk bewijs van de belangrijkheid van de U.N.O. is de Algemene Verklaring van de rechten van de mens, die op 10 december 1948 door de Algemene vergadering van de Verenigde Naties werd goedgekeurd. In de inleiding van deze Verklaring wordt alle volken en naties als ideaal voorgehouden de daadwerkelijke erkenning en eerbiediging van alle rechten en vrijheden, die in de Verklaring worden opgenoemd.
Het is ons bekend, dat tegen bepaalde punten van deze Verklaring bezwaren zijn geopperd . . .
Het is daarom onze vurige wens, dat de Organisatie van de Verenigde Naties er steeds beter in moge slagen haar structuur en middelen aan te passen aan de omvang en de verhevenheid van haar taak. Moge spoedig de tijd komen, dat deze Organisatie in staat zal zijn, de rechten van de menselijke persoon op efficiënte wijze te waarborgen, de rechten, die onmiddellijk voortvloeien uit de waardigheid van de menselijke persoon en daarom universeel, onschendbaar en onvervreemdbaar zijn. Dit hopen wij des te meer, nu de moderne mens tegenwoordig steeds meer actief deelneemt aan het publieke leven in zijn eigen land, een steeds intensere belangstelling toont voor de wereldproblemen en zich steeds dieper bewust wordt, dat hij een levend lid is van de universele mensenfamilie.
18. Hoe bracht paus Joannes Gods koninkrijk met de Verenigde Naties in verband? (voetnoot) Welke ongewone gebeurtenis vond er in de Verenigde Staten als reactie op de encycliek plaats?
18 Paus Joannes XXIII bracht vervolgens Gods koninkrijk met al het voorgaande in verband door in de zesde en laatste alinea van de encycliek te zeggen:
. . . Wil de menselijke samenleving het meest volmaakte beeld zijn van het koninkrijk Gods, dan is Gods hulp volstrekt onmisbaar.e
19. Hoe gaf de katholieke kerk nog onlangs blijk van waardering voor de V.N. en welke nauwe verbondenheid met politici valt er waar te nemen?
19 Op 4 oktober 1966, de gedenkdag van paus Paulus’ bezoek en zijn algehele steun aan de V.N., kwamen 150.000 rooms-katholieken op het Sint Pietersplein in Rome in gebed samen en miljoenen hoorden via radio en televisie paus Paulus voorgaan in een gebed voor de vrede in Vietnam. President Johnson van de Verenigde Staten nam, te zamen met hoge regeringsautoriteiten, deel aan de speciale vredesmis in de St. Matthew’s Cathedral, terwijl er in het hoofdkwartier van de V.N. in de stad New York een vredesklokkenceremonie plaatsvond. Kardinaal Spellman onthulde ter herdenking van paus Paulus’ bezoek twee gedenkplaten waarop zijn aanbeveling van de V.N. geciteerd staat.f
20. Zullen de Verenigde Naties met de toonaangevende sekte der christenheid achter zich de oorlog van de grote dag van God de Almachtige overleven? Waarom?
20 Wil dit zeggen dat, aangezien de pausen van de Rooms-Katholieke Kerk zulk een bewondering voor de Verenigde Naties uiten, dit „publiek gezag van de afzonderlijke staten” de oorlog van de grote dag van God de Almachtige zal overleven? Neen, en het betekent evenmin dat de Verenigde Naties in enig opzicht het Koninkrijk weerspiegelen of het Koninkrijk bevorderen, want ze weerspiegelen in feite het wilde beest uit de zee, Satans zichtbare, politieke organisatie, die God altijd heeft tegengestaan en die thans in deze tijd zijn koninkrijk onder zijn Messias tegenstaat.
ER MOET EEN BESLISSING WORDEN GENOMEN
21. Waarom dienen wij persoonlijk ons ervoor te interesseren of wij de Verenigde Naties dienen te ondersteunen?
21 Hoe staat het er met ons persoonlijk voor? Dienen wij steun te verlenen aan de internationale vredesregeling? God zegt dat hij de namen van hen die hun aanbidding aan het beeld van het wilde beest geven of er hun hoop op vestigen, niet in zijn rol des levens zal schrijven. Dit is natuurlijk geen letterlijke maar een symbolische rol, en Jehovah heeft er de namen in geschreven van hen die sinds de grondlegging der wereld het leven waardig zijn, dat wil zeggen, sinds hij het mensenras, de wereld der mensheid stichtte. Volgens Gods geschreven Woord blijkt Abel, de als martelaar gestorven zoon van Adam en Eva, de eerste te zijn die „geschreven [staat] op de rol des levens” (Hebr. 11:4; 12:24; Gen. 4:2-10, 25; Matth. 23:35). De namen van die afgodendienaars zijn niet bij die van Abel geschreven.
22. Als wat herkennen christenen de Verenigde Naties? Waarom?
22 Ware christenen zullen derhalve de Verenigde Naties, het „beeld” van het wilde beest, ofte wel het scharlakengekleurde beest, als een vervalsing en een mislukte poging om Gods nieuwe ordening op aarde op te richten, herkennen. Wat het brengen van vrede op aarde betreft, Jezus Christus heeft gezegd dat zijn koninkrijk niet van deze wereld was. Er kan geen vrede komen door te vertrouwen op de militaire macht van natiën of van een combinatie van natiën die tegen God zijn. Jehovah zegt in dit verband: „Niet door een krijgsmacht, noch door kracht, maar door mijn geest.” — Zach. 4:6, NW.
23. (a) Hoe hebben de „nieuwe ordening”-bouwers het bij het verkeerde eind wat de tijdbepaling betreft? (b) Wat wordt er van ons vereist om eraan te ontkomen dat wij in het ontijdige „nieuwe ordening”-plan verward raken?
23 De politieke en religieuze leiders vergissen zich ook ten aanzien van Gods tijdtafel. Zijn koninkrijk onder zijn Messias, Christus, is reeds in de hemel opgericht. Door bemiddeling van Daniël heeft God voorzegd dat het koninkrijk Gods alle bestaande koninkrijken zou verbrijzelen maar zelf in eeuwigheid zou bestaan (Dan. 2:44). Gods nieuwe ordening, die ten volle de zegeningen van zijn hemelse koninkrijk tot de mensheid zal brengen, zal spoedig tot stand komen — in dit geslacht — echter niet voordat alle beelden en afgoden, met inbegrip van de Verenigde Naties, vernietigd zijn. Het ontbreekt hun dus aan geloof, en hun poging zelf Gods koninkrijk op te richten en een nieuwe ordening in te voeren, is ontijdig en eindigt in een mislukking, tot teleurstelling van allen die er hun hoop op stellen. Laten allen die werkelijk rechtvaardigheid liefhebben, horen wat God in zijn Woord, de bijbel, zegt, en meer vernemen over zijn koninkrijk en de stabiliteit en bestendigheid van zijn nieuwe ordening, die niet gebaseerd is op een onzekere, verontrustende coëxistentie, maar op ware rechtvaardigheid. Laten zij alle beeldenaanbidding de rug toekeren en zich door bemiddeling van Jezus Christus aan Jehovah God opdragen en hun namen in Jehovah’s rol des levens laten schrijven.
[Voetnoten]
a Zie voor een verdere bespreking van de hier genoemde beesten het boek „Babylon the Great Has Fallen!” God’s Kingdom Rules! door de Watch Tower Bible and Tract Society.
b De Algemene Vergadering van de Volkenbond hield na 14 december 1939 op te vergaderen, toen de Sowjet-Unie, omdat ze op 30 november 1939 zonder oorlogsverklaring Finland aanviel, door de Bond als lid werd geroyeerd. Toen de Vergadering van de Bond van 8-18 april 1946 weer bijeenkwam, gebeurde dit om de Volkenbond te liquideren en als niet-bestaand te verklaren. Het leek op een begrafenisdienst voor de Bond.
c Zie bladzijde 21-27 van de brochure: Vrede — is hij van blijvenden duur?, uitgegeven door het Wachttorengenootschap in 1942.
d Laat geen enkele lezer de vergissing begaan te denken dat paus Joannes XXIII rekende dat hij de drieëntwintigste met de pauselijke waardigheid was die de naam Jo(h)annes droeg door vanaf de apostel Johannes te tellen. De apostel is nooit paus geweest, doch toen hij op het gevangeneiland Patmos was en de apocalypse of openbaring ontving, was volgens zeggen een bisschop, genaamd Clemens, paus van Rome, en wel van 88-97 G.T., opgevolgd door Evaristus, paus van 97-105 G.T. Neen, paus Joannes XXIII telde zijn nummer vanaf Joannes I, Martelaar, paus van 523-526 G.T. — Zie Encyclopædisch kerkelijk woordenboek, blz. 24, 25, onder het opschrift „De pausenreeks”, uitgegeven in 1952 te Bilthoven.
e Onder een vetgedrukte kop die luidde: „Kennedy Verwelkomt Encycliek als Gids voor Allen”, publiceerde de New York Sunday News van 21 april 1963 een bericht, gedagtekend „Boston, 20 april”, waarin stond: „President Kennedy verwelkomde heden de encycliek van paus Joannes over de vrede als ’diepgaande analyse’ van huidige problemen, waardoor werd bewezen hoe ’één groot geloof en de daaraan verbonden tradities’ alle mannen en vrouwen van goede wil gezonde raad kan verschaffen. . . . ’Als katholiek’, zei hij, ’ben ik er trots op, en als Amerikaan heb ik ervan geleerd.’”
Voor de eerste maal in de geschiedenis heeft het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington, D.C., een encycliek van een paus van het Vaticaan aanbevolen.
f Avondeditie van de New York Times van 5 oktober 1966, blz. 1, 5.