De voltrekking van het goddelijke oordeel aan de valse religie
„Kom, ik zal u het oordeel tonen over de grote hoer, die zit op vele wateren.” — Openb. 17:1, NW.
1. Welk recht bezit iedereen en welke plicht hebben anderen in dit opzicht?
IEDEREEN heeft het recht de religie van zijn keuze te beoefenen. Dit geldt ook voor deze tijd, tenzij iemands religie uitermate immoreel en losbandig is en tegen de algemene fatsoensnormen indruist. Iedereen dient het recht van ieder ander om zijn eigen religie te kiezen en er in overeenstemming mee te leven, te respecteren. Wij moeten religieuze verdraagzaamheid aan de dag leggen.
2. (a) Wat betekent religieuze verdraagzaamheid niet? (b) Hoe beschouwt een Hindoe-auteur de namen van vele goden, hetgeen welke vragen in onze geest doet rijzen?
2 Dat wij het religieuze recht dat iedereen bezit, erkennen en weigeren iemand in de beoefening van zijn religie te belemmeren, wil echter nog niet zeggen dat wij zijn religie goedkeuren of dat wij naast onze eigen religie, alle andere religiën goedkeuren. Dat wij religieuze verdraagzaamheid aan de dag leggen, betekent niet dat wij geloven dat alle religiën goed en nuttig zijn en dat ze alle een eeuwige gelukkige toekomst tot gevolg hebben, waarin de aanbidders zich eindeloos lang in de god die zij aanbidden, kunnen verheugen. Ook betekent het niet dat wij erkennen dat wij per slot van rekening toch allemaal precies dezelfde god aanbidden, zij het onder verschillende namen of op verschillende manieren of door middel van verschillende religieuze ceremoniën. Zo schreef een Hindoe-auteur onlangs: „Een religie wordt net zomin door de namen van goden gevormd als de namen van mannen en vrouwen nodig zijn voor de vorming van hun persoonlijkheid. . . . Of het nu God, Jehovah, Bhagwan, Ishwar, Allah, Hari, Siva of Rama is, het is hetzelfde Wezen dat iedere aanbidder zich vaag voor de geest haalt wanneer hij de naam uitspreekt die hij, omdat hij aldus is grootgebracht, met het mysterie van het universum en het begrip aanbidding in verband brengt.”a Is dit echter waar? Is aan alle namen van de verschillende goden dezelfde geschiedenis verbonden? Doen ze de aanbidders alle aan één en dezelfde persoonlijkheid denken?
3. (a) Waarom is het niet verkeerd een valse religie aan de kaak te stellen? (b) Op grond waarvan dient dit te gebeuren?
3 Kan er ook valse religie bestaan? Het is geen vorm van religieuze vervolging wanneer iemand zegt en aantoont dat een andere religie vals of verkeerd is. Er is geen sprake van religieuze vervolging wanneer een welingelicht persoon een bepaalde religie openlijk als vals aan de kaak stelt, waardoor hij de mensen in staat stelt het verschil tussen valse en ware religie te zien. Ten einde de verkeerde religiën aan de kaak te kunnen stellen en te kunnen bewijzen dat ze vals zijn, zal de ware aanbidder echter een gezaghebbend middel om te oordelen, een maatstaf waarvan onomstotelijk vaststaat dat hij geen gebreken bezit, moeten gebruiken. Wanneer men valse religie openlijk aan de kaak stelt, doet men een veel waardevoller werk dan wanneer men een nieuwsbericht als onjuist aan de kaak stelt; men verricht er een openbare dienst mee in plaats dat men zich schuldig maakt aan een daad van religieuze vervolging, want het heeft met het eeuwige leven en geluk van de mensen te maken. Toch blijven de mensen vrij zelf een keuze te maken.
4. Wat moet iemand die de ware religie heeft, kunnen doen?
4 Waarom zou iemand een religie beoefenen wanneer hij er niet van overtuigd is dat zijn religie waar en juist is? Het is niet egotistisch wanneer een aanbidder zegt en gelooft dat zijn religie de enige ware religie is. Hij moet echter kunnen bewijzen dat zijn religie de enige juiste religie is die eeuwige zegeningen tot resultaat heeft. Anders is zijn geloof in zijn religie ongefundeerd en louter lichtgelovigheid.
5. (a) Indien alle religiën waar zouden zijn, wat zouden wij dan zien? (b) Op grond waarvan kunnen wij er zeker van zijn dat niet alle religiën waar zijn?
5 Het zal voor sommige mensen misschien een nieuwe gedachte zijn dat niet alle religiën waar en juist zijn en dat er in feite slechts één ware religie, slechts één ware vorm van aanbidding van een hogere of opperste intelligente macht is. Indien alle religiën waar en juist zouden zijn, zouden ze voor alle religieaanhangers verbetering, bescherming en blijvende voordelen tot gevolg hebben. Valse religie heeft uiteindelijk slechte resultaten en gaat met vernedering en ontaarding gepaard. Aangezien valse religie in dít leven al zo’n uitwerking heeft, hoe zou ze ons dan in feite kunnen redden? Hoe zou ze ons dan in een betere en veredelde wereld kunnen binnenleiden, terwijl daar dezelfde religie beoefend zal worden als tijdens dit leven op aarde? Alle religiën zouden niet waar kúnnen zijn, want ze spreken elkaar allemaal tegen, maar de werkelijk ware religie moet alle andere religiën tegenspreken.
6, 7. (a) Wat wordt door ware wetenschap aan het licht gebracht? (b) Op welke wijze toont Gods Woord aan dat de schepping van ons universum van goddelijke intelligentie getuigt?
6 Er kan noodzakelijkerwijs slechts één ware religie zijn, net zoals er ook slechts één ware wetenschap is. Negentien eeuwen geleden waarschuwde een geleerde verdediger van de ware religie tegen de „tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap” of de „tegenstellingen der ten onrechte zo genoemde kennis”, omdat het aanvaarden van deze ten onrechte zo genoemde wetenschap of kennis tot gevolg had dat vele gelovigen het ware geloof de rug toekeerden (1 Tim. 6:20, SV). De enige ware religie moet volledig in overeenstemming zijn met bewézen wetenschap, en niet met wetenschap die slechts zo wordt genoemd.
7 Wetenschap of kennis die waar is, omdat ze bewezen is, brengt de wetten van ons universum aan het licht. Ze doet ons steeds duidelijker inzien welk een wonderbaarlijke harmonie er tussen de scheppingswerken en alle wetten van ons zichtbare universum bestaat. De eenheid en harmonie van ons universum worden door wetenschappelijke onderzoekingen meer in bijzonderheden ontdekt, maar wij kunnen zelfs met onze natuurlijke ogen genoeg zien om te bewijzen dat er slechts één God, één Schepper van ons uitermate harmonieuze universum is. Dat ons harmonieuze universum van goddelijke intelligentie getuigt of dat goddelijke intelligentie er verantwoordelijk voor is, werd lang geleden als volgt onder woorden gebracht toen Paulus zich in zijn brief tegen degenen keerde die het bestaan van de enige oppermachtige Schepper God ontkenden: „Hetgeen omtrent God bekend kan zijn, . . . is [openbaar] onder hen, want God heeft het hun openbaar gemaakt. Want zijn onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn” (Rom. 1:19, 20, NW). Welke conclusies moeten wij hier wel uit trekken?
8. (a) Aan welke vereisten moet een religie voldoen wil ze de ene ware religie zijn? (b) Waarom moet de ware aanbidding zegevieren?
8 Er kan slechts één God oppermachtig en almachtig zijn, en één zo’n God kan slechts één ware religie betekenen, namelijk de ene juiste aanbidding van deze ene oppermachtige en almachtige God. Zijn religie is een religie van juiste geloofsovertuigingen, terwijl alle uitspraken ervan met elkaar in overeenstemming zijn, net zoals ware natuurwetenschap harmonieus en niet met zichzelf in tegenspraak is. De ware religie van de ene God is niet met zichzelf in tegenspraak, verloochent zichzelf niet en is ook niet in zichzelf verdeeld. Indien ze met zichzelf in tegenspraak en tegenstrijdig en verdeeld was, zou ze nooit kunnen standhouden; ze zou niet de eenvoudige waarheid zijn; ze zou met de wetenschappelijke wetten van het universum in strijd zijn; ze zou in de langdurige strijd tussen de ware en de valse religie niet de overwinning kunnen behalen. De ware religie moet echter zegevieren, omdat waarheid niet vernietigd kan worden. Dit vormt er ook de reden voor waarom de ware religie, ondanks dat ze alleen staat en er in de wereld zoveel valse religiën zijn, tot op de huidige dag is blijven bestaan. De ene almachtige God zou stellig niet anders kunnen doen dan zijn eigen religie beschermen.
9, 10. (a) Met wie eindigde de geslachtslijn van de ware aanbidding, en waarom met hem? (b) Hoe dacht hij over de noodzaak Jehovah exclusieve toewijding te geven?
9 Gedurende de eerste vierduizend jaar van ’s mensen bestaan was er een geslachtslijn van mensen waarin de aanbidding van de ware God bleef voortbestaan. Die geslachtslijn eindigde met Jezus Christus, die weigerde iemand anders dan de ware God te aanbidden. Jezus Christus antwoordde Satan, de Tegenstander van de ware God en zijn religie, door te zeggen: „Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: ’Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten.’” Jezus Christus deed hier een aanhaling uit de Wet van de profeet Mozes, en wel uit Deuteronomium 5:9 en 6:13, waar de oorspronkelijke taal van de Wet ons Gods naam, namelijk Jehovah, meedeelt.
10 Jezus Christus trouwde niet en stichtte geen gezin waarin de aanbidding van de ware God, Jehovah, kon worden voortgezet. Uit de door Jehovah God geïnspireerde opgetekende profetieën wist Jezus dat hij ten behoeve van de waarheid een martelaarsdood moest sterven. Daarom vergaderde hij getrouwe volgelingen om zich heen die de ware religie na zijn dood zouden voortzetten. — Joh. 18:37, NW.
11. Hoe veranderden sommige joden in de dagen van Jezus van religie?
11 De door hem gekozen twaalf apostelen hadden tot op die tijd geprobeerd in overeenstemming met de Wet van Mozes te leven. Nu veranderden Simon Petrus en zijn broer Andréas evenwel van religie, want van joodse religieaanhangers, die niets met de niet-joodse natiën te maken hadden, werden zij nu christenen of volgelingen van Jezus Christus. Ook de apostelen Johannes en Jakobus veranderden op deze wijze van religie, iets wat eveneens gezegd kon worden van alle andere apostelen, daar zij van geboorte allemaal natuurlijke joden waren. Saulus van Tarsus, die de apostel Paulus is geworden, was eerst een aanhanger van het judaïsme of de religie der joden en in die tijd vervolgde hij christenen, maar het duurde niet lang of hij stapte als gevolg van een wonder van het judaïsme naar het christendom over (Gal. 1:13-16; 2 Kor. 11:22, 23; Fil. 3:5, 6, NW). Deze verandering van religie hield echter niet in dat die apostelen er nu moeite voor deden te bewijzen dat de bijbel verkeerd was.
HET MIDDEL AAN DE HAND WAARVAN ALLE RELIGIËN KUNNEN WORDEN BEOORDEELD
12. (a) Wat was volgens Jezus de maatstaf voor waarheid? (b) Hoeveel van deze waarheid was er beschikbaar toen hij die woorden sprak?
12 Het tegendeel was veeleer waar. Die apostelen en de met hen verbonden joodse bekeerlingen verschaften nog meer bewijzen, die zeer up-to-date waren, om aan te tonen dat de Hebreeuwse Geschriften juist waren. De joodse christenen hadden destijds de Hebreeuwse Geschriften van Genesis tot en met Maleachi, samen negenendertig boeken, zoals ze thans zijn verdeeld. Jezus Christus zelf heeft de waarachtigheid van die Hebreeuwse Geschriften voortdurend hooggehouden, terwijl hij steeds op de vervulling van de erin opgetekende profetieën heeft gewezen. In het laatste gebed dat hij in aanwezigheid van zijn apostelen tot Jehovah God opzond, zei hij betreffende die Hebreeuwse Geschriften: „Heilig hen door middel van de waarheid; uw woord is waarheid.” Zijn joodse discipelen, zijn volgelingen uit de natie Israël, volgden zijn voorbeeld en bewezen, evenals hij dit als hun Leider had gedaan, dat de Hebreeuwse Geschriften waar en door God geïnspireerd waren. — Joh. 17:17; Luk. 24:25-27, 44-46; Hand. 17:2, 3, NW.
13. (a) Op welke wijze volgden Jezus’ eerste discipelen de raad op die in Johannes 17:17 (NW) staat opgetekend? (b) Wat vormde uiteindelijk het volledige Woord der waarheid, en waar is het tot op de huidige dag de maatstaf van?
13 Het kwam er dus in feite op neer dat die joodse bekeerlingen van het christendom zich bij Jezus Christus aansloten om de religieuze overleveringen die men met de Hebreeuwse Geschriften en Jehovah’s aanbidding in verband had gebracht, als vals aan de kaak te stellen, aangezien zulke door mensen gemaakte overleveringen in strijd waren met de Heilige Schrift en Gods geboden krachteloos maakten. Zij hielden zich strikt aan de negenendertig boeken van de Hebreeuwse Geschriften als de maatstaf aan de hand waarvan zij konden bepalen of religieuze leerstellingen en praktijken goed of verkeerd waren. In overeenstemming met die waarheidsgetrouwe Hebreeuwse Geschriften werden er nu zevenentwintig christelijke boeken geschreven die door acht geïnspireerde apostelen en discipelen oorspronkelijk in het Grieks werden opgetekend. Deze boeken werden aan de geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften toegevoegd en vormden daarmee één deel van zesenzestig boeken. In overeenstemming met de handelwijze van Jezus Christus en zijn discipelen uit de eerste eeuw, gebruiken wij thans dit geïnspireerde Boek, dat als de Heilige Schrift of de bijbel bekendstaat, als onze door God gegeven maatstaf aan de hand waarvan kan worden bewezen of een religie goed of verkeerd is.
GODDELIJKE OPPOSITIE TEGEN VALSE RELIGIE
14. Welk standpunt nemen God en Christus, met het oog op het feit dat zij geen van beiden kunnen liegen, ten opzichte van de valse religie in?
14 De enige levende en ware God liegt niet en kan niet liegen (Tit. 1:1, 2; Hebr. 6:18, NW). Doordat hij onwrikbaar de zaak der waarheid is toegewijd, is hij tegen alle valse religie gekant, hetgeen ook van zijn Zoon Jezus Christus gezegd kan worden. In het allerlaatste boek van de bijbel werkten zij samen om ons, door bemiddeling van de apostel Johannes, een in symbolen vervatte profetie te geven waarin de val en vernietiging van alle valse religie wordt beschreven.
15. (a) Wie is de bron van valse religie, en welke namen draagt hij? (b) Waarom heeft valse religie op onze aarde de overhand?
15 Zoals de ene ware religie haar oorsprong vindt bij de ene levende en ware God, Jehovah, en hem vertegenwoordigt, vertegenwoordigt alle valse religie het onzichtbare geestelijke schepsel dat de valse god van deze wereld of dit samenstel van dingen is (2 Kor. 4:4, NW). Hij is de bron van valse religie, want hij is een leugenaar en de vader van alle leugens en hij is tegen de ware God, de Schepper, gekant. In het laatste boek van de bijbel wordt er over hem gesproken als „de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel [Lasteraar] en Satan [Tegenstander] wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt” (Openb. 12:9, NW). Op degenen na die de ware God getrouw door bemiddeling van zijn Zoon Jezus Christus aanbidden, misleidt Satan de Duivel de „gehele bewoonde aarde” door middel van valse religie. Dit verklaart waarom valse religie op aarde de overhand heeft.
16. (a) Bestaan er vreedzame betrekkingen tussen de ware en de valse religie? (b) Waarom zal de ware religie beslist zegevieren?
16 De ware God en de valse god keuren geen van beiden de religie van de ander goed. De ware God is tegen de religie van de valse god, Satan de Duivel, gekant, terwijl de valse god tegen de religie van Jehovah is gekant en zijn dienstknechten erin voorgaat de religie van de ware God te vervolgen. Degenen die de ware aanbidding beoefenen, hebben in de loop der eeuwen derhalve zeer veel lijden moeten verduren van de zijde van de valse-religieaanhangers. Ook al is de valse religie thans op de bewoonde aarde aan de macht en verheugt ze zich in het grootste aantal aanhangers, rest ons toch de vraag: welke religie zal ten slotte zegevieren? Er is slechts één antwoord mogelijk: Aangezien waarheid niet vernietigd kan worden, zal de valse religie de nederlaag lijden en worden vernietigd. Dit is even zeker als dat de ware God over de valse religieuze god zal zegevieren.
17. (a) Welke macht bezit de ware God, zoals door het bijbelse verslag van de Vloed wordt aangetoond? (b) Waarom heeft hij valse religie derhalve tot op heden laten bestaan?
17 De ware God zou valse religie ogenblikkelijk kunnen uitwissen en zijn aanbidders aldus van tegenstand en vervolging kunnen bevrijden. In Noachs dagen vaagde hij de valse-religieaanhangers weg door de gehele aarde onder water te laten lopen. Acht getrouwe aanbidders van Hem, namelijk Noach en zeven naaste familieleden, bleven in leven (Gen. 6:5 tot en met 7:24). Sinds die wereldomvattende Vloed heeft de Almachtige God de valse religie alleen maar toegelaten. Hij duldt de aanwezigheid ervan ten einde de oprechtheid en getrouwheid van zijn aanbidders op de proef te stellen. In zijn geïnspireerde geschreven Woord, de bijbel, wordt duidelijk aangetoond dat hij niet altijd zal toelaten dat valse religie de boventoon voert. Hoe lang zal hij het beoefenen van valse religie op zijn grondgebied, deze aarde, die als zijn schepping zijn eigendom is, nog verdragen?
18. Hoe weten wij dat het einde van de valse religie zeer nabij is?
18 Vanaf de tijd dat de oorspronkelijke volmaakte mens in Eden tegen zijn Schepper, God, zondigde, telt de bijbel ongeveer 1656 jaar tot de vloed in Noachs dagen. Vanaf het begin van de Vloed tot nu toe is er een ruim tweemaal zo lange tijdsperiode, namelijk meer dan 4300 jaar, verstreken. Volgens inlichtingen die uit alle delen van de bewoonde aarde afkomstig zijn, zijn de toestanden thans slechter dan die welke er voordat de Vloed kwam en de valse-religieaanhangers wegvaagde, op aarde bestaan moeten hebben. Jezus Christus heeft een profetie uitgesproken waarin wordt aangetoond wanneer de valse religie en de rest van het samenstel van dingen van de Duivel vernietigd zouden worden. Hij wees in deze profetie op de overeenkomst tussen de toestanden die op aarde bestonden voordat de Vloed kwam en de toestanden die vóór het einde van de wereld van de Duivel op aarde zouden bestaan (Matth. 24:36-39; Luk. 17:26, 27, NW). Aangezien de door Jezus Christus voorzegde gebeurtenissen en toestanden sinds het jaar 1914 in de menselijke geschiedenis verwezenlijkt worden en aangezien onze tijd overeenkomt met de tijd van Noach vlak vóór de Vloed, is het einde van alle valse religie klaarblijkelijk zeer nabij.
HOE ZE IS BEGONNEN
19. Wie begon na de Vloed met de valse religie, en welke leugen vertelde de valse religie over het Vloed-verhaal?
19 Waar en hoe is de valse religie dan na de Vloed begonnen? Dit gebeurde in de dagen van een van Noachs achterkleinzoons, Nimrod genaamd, en in de stad Babel of Babylon. Nimrod, die een groot jager in strijd met Jehovah God was, werd de koning van Babel en haar held op het gebied van de jacht (Gen. 10:8-10, NW; 1 Kron. 1:10). Dit vormde het begin van waaruit de Babylonische religie werd opgebouwd en uitgebreid. De Babyloniërs voerden het begin van hun religie echter tot de schepping van de hemel en de aarde terug. De Babylonische religie had derhalve haar mythische kosmogonie of filosofie over de schepping van het heelal en had ook een Vloed-verhaal, welke Vloed ze had overleefd; vandaar dat ze beweerde de enige oorspronkelijke religie en daarom de ware religie te zijn.
20. Toon aan hoe Noach en Sem deze nieuwe verbreiding van valse religie bezagen.
20 De feiten tonen echter aan dat Noach en zijn zoon Sem, die de vloed met Noach overleefde, zich niet bij de religieuze opstandelingen aansloten om te zamen met hen Babel te bouwen of de maatschappelijke, politieke en religieuze gedachte te bevorderen die aan de bouw van deze stad en haar tot in de wolken reikende toren ten grondslag lag. Noach en Sem sloten zich niet bij deze mensen aan in het beoefenen van de te Babel of Babylon ingevoerde aanbidding van een nieuwe god. Zij bleven de ene ware God, de Schepper en Degene die de Vloed had veroorzaakt, aanbidden en hielden zich afzijdig van de aanbidding van de valse goden die in het Babylonische scheppingsverslag worden beschreven.
21. Door bemiddeling van wie werd de ware aanbidding levendig gehouden?
21 Op deze wijze werd de valse religie te Babel (Babylon) ingevoerd. De ware religie werd nog steeds beoefend waar Noach en Sem woonden, en Sem leefde nog in de dagen van een man die „Jehovah’s vriend” werd genoemd, namelijk de Hebreeër Abraham (Jak. 2:23, NW; 2 Kron. 20:7; Jes. 41:8). Abraham was een belangrijke nakomeling van Sem, en door bemiddeling van hem werd de aanbidding van de ware God, wiens naam Jehovah is, op aarde levendig gehouden.
22, 23. (a) Op welke wijze gaf God van zijn afkeuring over de Babylonische religie blijk? (b) Hoe bestempelde de valse religie Nimrods stad, maar hoe noemde Jehovah deze stad, hetgeen wat betekent?
22 God keurde Babel of Babylon niet goed, net zomin als hij de valse religie van deze stad had goedgekeurd. Ten einde van zijn afkeuring over de stad Babel en haar religieuze wolkenkrabber blijk te geven, verwarde de Almachtige God de taal van de bouwers en verstrooide hij hen. Ongetwijfeld werd ook Nimrods taal veranderd, zodat hij niet langer het zuivere Hebreeuws sprak. Hij bleef echter, of dit nu in een nieuwe taal gebeurde of niet, met de beoefening van zijn valse religie doorgaan, en in een van de nieuwe talen werd zijn stad een naam gegeven die „Poort van God” betekent. Dit had vanzelfsprekend geen betrekking op de Poort van Jehovah, tegen wie Nimrod was gekant, maar op het religieuze centrum en de hoofdstad van de nieuwe valse god.
23 Gods geschreven Woord noemt Nimrods koninklijke stad in het oorspronkelijke Hebreeuws Babel (Babylon, in de Griekse taal). Deze Hebreeuwse naam Babel betekent niet „Poort van God” maar „Verwarring”, en de stad kreeg deze naam met het oog op de voltrekking van het oordeel dat God over deze stad had uitgesproken. Valse religiën, die Babel of Babylon trachten te verheerlijken, geven de stad in hun taal niet de naam „Verwarring”, maar plaatsen het woord god, hun god, in de naam van de stad. In Sems geschiedenis wordt de stad echter Babel („Verwarring”) genoemd, en latere bijbelschrijvers die het Hebreeuws en het Grieks bezigden, doen dit eveneens. — Gen. 10:2 tot en met 11:10; Ps. 137:1, 8; Matth. 1:11, 12, 17, NW.
24. Hoe heeft de valse religie zich na de spraakverwarring onder de mensen van Babel ontwikkeld, en wat is er derhalve over de gehele wereld gebeurd?
24 Toen de spraak van Babylons bouwers werd verward en zij werden verstrooid, ging de valse religie van Babylon niet te gronde. De valse religie die in deze stad werd beoefend, werd door deze verstrooiing juist verbreid, zodat ze nu in verschillende talen en derhalve met verschillende namen voor Babylons goden, werd beoefend. De verstrooiing van Babylons bouwers had dus tot gevolg dat de aldaar beoefende religie in verschillende talen naar geheel Azië, Afrika en Europa werd overgebracht en niet louter in Babylon, maar nu op de gehele bewoonde aarde werd beoefend. Op deze wijze kwam er een wereldomvattend stelsel van valse religie tot stand, een vals-religieus wereldrijk met een priesterschap en religieuze ceremoniën. Alhoewel de vele samenstellende religiën in dit rijk verschillen vertoonden in taal, de benaming van zaken en religieuze kledij, hadden al deze religiën één en hetzelfde fundament, de valse religie die te Babylon haar begin had gevonden.
25. Op welke wijze hebben de wereldmachten van de Babylonische religie te lijden gehad?
25 Het wereldrijk van Babylonische religie is sindsdien onder Gods toelating blijven bestaan, met het gevolg dat het de zeven politieke wereldmachten waarvan de bijbel uit historisch en profetisch oogpunt melding maakt, heeft beheerst. In de volgorde waarin ze de wereldheerschappij verkregen, waren het 1. Egypte, 2. Assyrië, 3. Babylonië, 4. Medo-Perzië, 5. Griekenland of Macedonië, 6. Rome, zowel het heidense Rome als het Rome van de christenheid, het westelijke en het oostelijke deel van het Romeinse Rijk te zamen, en 7. Engeland-Amerika, ook al geven deze twee moderne politieke bondgenoten voor, niet de Babylonische religie maar het christendom te beoefenen.
26. (a) Waarom zullen sommige mensen de christenheid niet rangschikken onder de religiën waaraan de in Babylon beoefende religie ten grondslag ligt? (b) Op grond waarvan kunnen wij er zeker van zijn dat het wereldrijk van de valse religie niet zal blijven bestaan?
26 Aan alle religiën die in al die wereldmachten, en ook in de landen of gebieden buiten de zeven wereldmachten, op de voorgrond traden, lag de in Babylon beoefende religie ten grondslag. Ze stonden alle onder de onzichtbare heerschappij van de valse god van deze wereld. De christenheid is hierbij inbegrepen, maar dit wordt niet door haar religieaanhangers beseft, omdat er kwistig christelijke of bijbelse namen aan haar religieuze kenmerken zijn gegeven. Wegens de oorsprong en basis van dit wereldrijk van valse religie wordt het in het laatste boek van de bijbel onder het symbool van Babylon de Grote afgebeeld en ook zo genoemd. Dat het bij die naam wordt genoemd, duidt op een zekere ondergang en vernietiging, net zoals zijn vroegere prototype met de naam Babylon roemloos is gevallen en volledig van de aardbodem is weggevaagd.
27. Wat kan er van alle 111 leden van de Verenigde Naties, met inbegrip van het Rode Sowjet-Rusland — en dat ondanks de klacht van de sowjetpers — worden gezegd?
27 Het wereldrijk van de Babylonische religie, dat de zeven opeenvolgende wereldmachten heeft beheerst, oefent zijn heerschappij tot op de huidige dag uit, nu de internationale organisatie die als de Verenigde Naties bekendstaat, op het wereldtoneel is verschenen. Deze eeuwenlange heerschappij door het Babylonische religieuze imperialisme is in het laatste boek van de bijbel, in hoofdstuk zeventien van het boek Openbaring, profetisch afgebeeld. Op het ogenblik tellen de Verenigde Naties 111 ledenstaten, die alle de een of andere religie beoefenen, met inbegrip van de radicale Rode Religie met haar staats- en heldenaanbidding, die doet denken aan de aanbidding van Babylons held, de jager Nimrod, die tegen de God van zijn overgrootvader, Jehovah, in opstand kwam. The Americana Annual van 1963 zegt op bladzijde 692 onder het opschrift „Religie” over het Rode Sowjet-Rusland:
In 1962 klaagde de sowjetpers er zoals tevoren over dat religie nog steeds een grote kracht in het sowjetleven vormde, zodat ze op sterke intensifiëring van de antireligieuze propaganda aandrong. Gedurende 1962 werden meer dan 20 voorgangers van de Pinkstergemeente en op zijn minst zeven getuigen van Jehovah wegens illegale religieuze activiteiten gevangen gezet, . . .
HET MYSTERIE VAN HET SCHARLAKENGEKLEURDE WILDE BEEST
28. Wat wordt er door het zeedier met de zeven koppen en tien horens afgebeeld, en welk zonderlinge feit doet zich voor?
28 In Openbaring hoofdstuk zeventien wordt bericht dat de christelijke apostel Johannes een „scharlakengekleurd wild beest . . ., dat vol was van lasterlijke namen en dat zeven koppen en tien horens had”, zag (Openb. 17:3, NW). Waar dit beest vandaan komt of hoe het precies is ontstaan, wordt hier niet onthuld. In grote trekken komt het echter overeen met een ander wild beest, dat Johannes eerder in het visioen had gezien, een wild beest dat door de Draak, Satan de Duivel, werd gadegeslagen toen het uit de zee te voorschijn kwam en waaraan de Draak een troon en macht en grote autoriteit gaf. Dit zeedier had eveneens zeven koppen en tien horens op zijn koppen en tien diademen op de tien horens. In het licht van vroeger uitgesproken Hebreeuwse bijbelprofetieën beeldt dit zeedier Satan de Duivels zichtbare politieke organisatie op aarde vanaf de dagen van het oude Babylon tot nu toe af. Wat die zeven koppen van het zeedier betreft, deze beelden de hiervóór genoemde zeven wereldmachten af die successievelijk de leiding hebben genomen in de wereldpolitiek, van de Egyptische Wereldmacht in de oudheid tot de Anglo-Amerikaanse Wereldmacht in deze tijd. Nu deed zich het zonderlinge feit voor dat er van dit zeedier een beeld werd gemaakt. — Openb. 13:1-7, 14, 15, NW.
29. (a) Waarvan is het scharlakengekleurde beest van Openbaring hoofdstuk zeventien vers drie derhalve een beeld, en wat moet het volgens de bijbelse symboliek zijn? (b) Wat zegt Johannes in Openbaring 17:7, 9-11 (NW) over dit beest?
29 Op de huidskleur na vormt het scharlakengekleurde wilde beest een beeld van het zevenkoppige, tienhoornige wilde beest dat uit de zee was opgestegen. Door de bijbelse symboliek wordt te kennen gegeven dat het scharlakengekleurde beest een politieke organisatie is. Zijn koppen hebben dezelfde betekenis als de overeenkomstige koppen van het zeedier en symboliseren derhalve de zeven wereldmachten van het verleden en het heden, waarvan tot op de huidige dag nog politieke overblijfselen bestaan. Dit is de betekenis welke de engel die de Openbaring aan de apostel Johannes doorgaf, aan de koppen toekende. Ten einde het ’mysterie van het wilde beest’ te verklaren, zei de engel: „Hier komt de intelligentie die wijsheid heeft te pas: De zeven koppen betekenen zeven bergen, waarop de vrouw gezeten is. En er zijn zeven koningen: vijf zijn gevallen, één is er, de andere is nog niet gekomen, maar als hij gekomen zal zijn, moet hij een korte tijd blijven. En het wilde beest dat was maar niet is, is ook zelf een achtste koning, maar spruit voort uit de zeven [koningen, gesymboliseerd door de zeven koppen], en het gaat de vernietiging tegemoet.” — Openb. 17:7, 9-11, NW.
30, 31. (a) Op grond waarvan weten wij dat het scharlakengekleurde wilde beest geen afbeelding vormt van Rome, ook al zou men bepaalde „duidelijke” overeenkomsten kunnen aanwijzen? (b) Wat wordt er derhalve door dit scharlakengekleurde wilde beest afgebeeld, en wat wordt er door zijn zeven koppen gesymboliseerd?
30 Wat wordt er door dat scharlakengekleurde wilde beest afgebeeld? Rome, waar Vaticaanstad zich bevindt? Toen Johannes dit visioen zag, oefende Rome inderdaad heerschappij uit als de Zesde Wereldmacht, terwijl het Johannes, als een onderdeel van zijn programma om Christus’ ware volgelingen te vervolgen, naar het strafeiland Patmos had verbannen. Ook is het waar dat de stad Rome destijds op zeven heuvels was gebouwd. De zeven koppen die met bergen en koningen worden vergeleken, stellen echter niet zeven Romeinse koningen of regeerders voor die elk op een van de zeven heuvels van Rome waren gezeten. Ook stellen zij niet zeven Romeinse keizers voor die na elkaar hebben geregeerd, van wie er destijds vijf waren gestorven, terwijl er één regeerde en er nog één in Rome zou komen.
31 Neen, dat scharlakengekleurde wilde beest beeldt niet het heidense Romeinse Rijk af. Het beeldt iets af wat veel groter en ouder is. Het vertegenwoordigt het gehele zichtbare politieke stelsel van de Duivel dat in de dagen van Babel of Babylon is begonnen. Zijn zeven koppen vertegenwoordigen de zeven opeenvolgende wereldmachten, waarvan er vijf waren omvergeworpen, terwijl de zesde, de Romeinse Wereldmacht, in Johannes’ dagen aan de macht was en de zevende, de Anglo-Amerikaanse Wereldmacht, lang na Johannes’ dood op het wereldtoneel zou verschijnen.
32. Wat is het scharlakengekleurde beest volgens het bericht in Openbaring nog meer, en wanneer verschijnt het derhalve op het wereldtoneel?
32 Wat het scharlakengekleurde wilde beest zelf betreft, de engel zei dat het uit de zeven wereldmachten voortsproot maar zelf een achtste koning, een achtste wereldmacht vormde. Zeven is in de bijbel een getal dat op volmaaktheid duidt, en aangezien acht één meer is dan dit volmaakte getal, vertegenwoordigt acht iets buitensporigs, iets overtolligs. Daar het scharlakengekleurde wilde beest een achtste koning of wereldmacht is, de laatste wel te verstaan, beeldt het een politieke organisatie af die na de Zevende Wereldmacht, de met elkaar verbonden landen Engeland en Amerika, wordt gevormd. De eerste bijzondere verbintenis tussen het Britse Rijk en de Verenigde Staten van Amerika werd gedurende de eerste wereldoorlog van 1914-1918 tot stand gebracht, alhoewel er vóór die oorlog reeds een aanzienlijke internationale samenwerking tussen de twee politieke machten bestond.
33. Wat wordt er derhalve door de Achtste Wereldmacht vertegenwoordigd, en hoe weten wij dat ze niet het communistische blok van natiën is?
33 Wat is dan die Achtste Wereldmacht, die als laatste, en meest recente, op het wereldtoneel zou verschijnen? Niet het machtige communistische blok van natiën, zelfs niet ondanks het feit dat de bolsjewisten pas in november 1917, nadat Engeland en Amerika gedurende de eerste Wereldoorlog bondgenoten waren geworden, de heerschappij over Rusland in handen kregen. Communistisch Rusland en zijn satellietstaten passen niet in het beeld van Openbaring; er kan niet van dit communistische blok worden gezegd dat het ’voortspruit uit de zeven’, dat wil zeggen, uit de zeven voorgaande wereldmachten. Het tsaristische Russische Rijk heeft nooit deel uitgemaakt van die zeven wereldmachten. De Achtste Wereldmacht die onlangs, sinds de eerste Wereldoorlog, inderdaad ’uit de zeven is voortgesproten’, is niet het internationale communisme. Ze is veeleer de internationale organisatie voor vrede en veiligheid, die wij eerst in de vorm van de Volkenbond kenden en die thans in de vorm van de Verenigde Naties werkzaam is.
34. Welk rijk heeft volgens Openbaring 13:15 (NW) voornamelijk voor deze Achtste Wereldmacht gestreden, en in welke mate?
34 De Zevende Wereldmacht, namelijk die van Engeland en Amerika, is de grootste voorstandster van deze internationale organisatie voor wereldvrede en veiligheid geweest en heeft er het hardst voor gestreden. In Openbaring 13:11-15 (NW) wordt profetisch afgebeeld hoe de Brits-Amerikaanse dualistische wereldmacht deze internationale organisatie, die een beeld is van het politieke wilde beest uit de zee, in het leven roept en er adem aan geeft.
35, 36. Welke verdere opmerkenswaardige inlichtingen ontving Johannes over deze Achtste Wereldmacht, zoals in Openbaring 17:8 (NW) wordt aangetoond?
35 In overeenstemming hiermee moet het scharlakengekleurde zevenkoppige wilde beest, dat de Achtste Wereldmacht is, een symbool vormen van de thans dode Volkenbond en zijn levende opvolgster, de organisatie van de Verenigde Naties. Zelfs het feit dat het beest tweemaal zou verschijnen of in twee gedaanten zou optreden, is voorzegd, evenwel niet in Openbaring hoofdstuk dertien, waarin wordt beschreven hoe het zou ontstaan, maar in Openbaring 17:8 (NW), waar wij lezen:
36 „Het wilde beest dat gij gezien hebt, was, maar is niet, en toch staat het op het punt uit de afgrond op te stijgen, en het zal de vernietiging tegemoet gaan. En wanneer zij die op de aarde wonen, zien hoe het wilde beest was, maar niet is, en toch tegenwoordig zal zijn, zullen zij zich vol bewondering verbazen, maar hun namen zijn niet geschreven op de rol des levens van de grondlegging der wereld af.”
37. Leg uit op welke wijze Openbaring 17:8 (NW) in de activiteit van deze Achtste Wereldmacht zijn vervulling vond.
37 Het optreden van dit scharlakengekleurde wilde beest op aarde werd onderbroken doordat het in de afgrond verdween, en in die tijd was het niet op aarde werkzaam. Wanneer gebeurde dit? Volgens de geschiedenis gebeurde dit in september 1939, toen de Volkenbond, die na de eerste Wereldoorlog was georganiseerd ten einde de vrede te handhaven en de wereld op zijn minst tegen nog een wereldoorlog te beschermen, niet kon verhinderen dat de tweede Wereldoorlog uitbrak. Van het begin van dat tweede wereldconflict af toonde het symbolische scharlakengekleurde wilde beest hoe zwak en hulpeloos het was. Men kon in feite zeggen dat het ophield te bestaan. Het verdween werkelijk in een afgrond van op de dood gelijkend onvermogen, onbekwaam als het was om datgene wat in zijn handvest was bepaald, na te komen. Toen de Verenigde Staten van Amerika, die niet bij de Volkenbond waren aangesloten, werden gedwongen aan de oorlog deel te nemen en wederom oorlogsbondgenoten te worden van Groot-Brittannië, dat wel een lid van de Volkenbond was, verleende het dit land geen bescherming. Ook heeft dit symbolische beest het einde van de oorlog en het op touw zetten van een vredesconferentie niet bespoedigd. De superieure macht van de democratische bondgenoten en het invoeren van de atoombom in de oorlogvoering hebben dit tot stand gebracht. Er kan beslist gezegd worden dat het scharlakengekleurde wilde beest zich gedurende de jaren 1939-1945 in de afgrond bevond.
38. Verbaasde het Jehovah’s getuigen dat dit scharlakengekleurde wilde beest weer opstond? Waarom?
38 Vanaf het jaar 1942, toen de oorlog nog volop aan de gang was, verwachtten Jehovah’s getuigen echter dat het scharlakengekleurde wilde beest uit de afgrond te voorschijn zou komen, en zij maakten hun verwachting door het gesproken en gedrukte woord moedig in het openbaar bekend. Deze overtuigde verwachting baseerden zij op de profetie van Openbaring 17:8.b Aangezien hun overtuiging goed gefundeerd was, zijn zij niet in hun verwachting beschaamd. Vóór het einde van de tweede Wereldoorlog, namelijk van 25 april tot 26 juni 1945, werd de ’Conferentie der Verenigde Natie nopens Internationale Organisatie’ gehouden, waaraan door vijftig natiën — niet de nazi-fascistische machten en hun bondgenoten — werd deelgenomen. Waar? In een stad van de Zevende Wereldmacht, namelijk San Francisco, in de Amerikaanse Staat Californië. De aldaar gehouden Conferentie eindigde met de ondertekening van het handvest van de Verenigde Naties door vertegenwoordigers van die vijftig natiën.
39, 40. Wie traden bij het organiseren en levend maken van deze Achtste Wereldmacht ook nu het meest op de voorgrond, en wanneer begon ze opnieuw te functioneren?
39 Wie traden bij het treffen van regelingen voor de oprichting van de organisatie der Verenigde Naties het meest op de voorgrond? Dezelfde natiën die het voorstel hadden gedaan de Volkenbond op te richten en die er leven aan hadden geschonken, namelijk die tweehoornige wereldmacht van Engeland en Amerika, die in Openbaring 13:11-15 (NW) was voorzegd. De organisatie der Verenigde Naties vertoonde zeer veel overeenkomst met de Volkenbond, want ze trachtte met dezelfde middelen hetzelfde doel te bereiken, zodat ze in feite hetzelfde symbolische scharlakengekleurde wilde beest was. In deze vorm kwam het scharlakengekleurde wilde beest dus weer uit de afgrond te voorschijn.
40 Op 24 oktober 1945 werd het Handvest van de Verenigde Naties door negenentwintig regeringen, met inbegrip van de belangrijkste geallieerde machten die als de Grote Vijf bekendstaan, bekrachtigd. Hierdoor werd het Handvest van de Verenigde Naties een onderdeel van het internationaal recht. Nu kwam het symbolische scharlakengekleurde wilde beest uit de afgrond te voorschijn en ondanks de financiële moeilijkheden waarmee het af en toe heeft te kampen, heeft het zich sindsdien steeds als de Achtste Wereldmacht gehandhaafd. Dat het scharlakengekleurde wilde beest opnieuw op het wereldtoneel verscheen, wekte onder degenen die de aarde bewoonden grote verbazing, maar niet onder Jehovah’s getuigen, die met de profetische Geschriften op de hoogte waren.
41. Door welke commentaren van wereldleiders wordt aangetoond dat de organisatie der Verenigde Naties evenals haar voorganger vol lasterlijke namen is?
41 Deze aardbewoners verbaasden zich vol bewondering over het herleefde scharlakengekleurde wilde beest. Men stelde veel vertrouwen in zijn bekwaamheid als macht voor internationale vrede en veiligheid. Men koesterde in verband met dit beest de grootste verwachtingen en gaf er namen aan die van het standpunt van de bijbel uit werkelijk lasterlijk waren. Hoe dat zo? Doordat er aan dit „wilde beest” krachten werden toegeschreven en taken werden toegewezen die in werkelijkheid alleen Gods koninkrijk en zijn Messias of Christus bezitten en zullen vervullen. In 1919 had men de scharlakengekleurde Volkenbond in volle ernst „de politieke uitdrukking van het Koninkrijk Gods op aarde” genoemd. Thans zegt men van de organisatie der Verenigde Naties dat ze het beste middel voor vrede, ja, zelfs meer dan dat, de „laatste hoop voor vrede” vormt. Zo kunnen wij thans werkelijk zien wat de apostel Johannes symbolisch zag, namelijk dat het scharlakengekleurde wilde beest „vol . . . van lasterlijke namen” is. Door dergelijke, van bewondering voor dit beest getuigende uitdrukkingen worden valse-religieaanhangers niet tot de aanbidding van de Schepper, Jehovah God, gekeerd, maar tot de vergoding van een door mensen gemaakte schepping, de aanbidding van een politiek beeld, de aanbidding van een wereldorganisatie voor internationale vrede en veiligheid. — Openb. 17:3, NW.
DEGENE DIE HET BEEST BERIJDT
42. (a) Waarom zullen degenen die dit beest aanbidden, niet worden gered? (b) Welke passende vraag wordt in dit verband gesteld, met welk verrassende antwoord?
42 Zal de aanbidding van het scharlakengekleurde wilde beest zulke bewondering tot uitdrukking brengende bewoners op aarde redden? Neen! Er staat namelijk geschreven dat „hun namen . . . niet [zijn] geschreven op de rol des levens van de grondlegging der wereld af” (Openb. 17:8, NW). Waarom weerhoudt hun religie hen er echter niet van afgoderij te bedrijven, aangezien dit toch in strijd is met het eerste en tweede gebod van de door Jehovah God gegeven Tien Geboden? In Openbaring hoofdstuk zeventien wordt ons symbolisch getoond waarom dit zo is. Het komt doordat een vrouw het scharlakengekleurde beest berijdt. Wij lezen:
43. (a) Beschrijf hoe de vrouw die dit beest berijdt, eruitziet. (b) Hoe heet zij, en waar is zij dronken van geworden?
43 „En hij [de engel die aan Johannes verscheen] voerde mij in de kracht van de geest weg naar een wildernis. En ik kreeg een vrouw in het oog die op een scharlakengekleurd wild beest zat, dat vol was van lasterlijke namen en dat zeven koppen en tien horens had. En de vrouw was getooid met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en in haar hand had zij een gouden beker, die vol was van walgelijkheden en de onreinheden van haar hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een mysterie: ’Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde.’ En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus. Welnu, toen ik haar in het oog kreeg, verwonderde ik mij met grote verwondering [maar vanzelfsprekend niet met bewondering].” — Openb. 17:3-6, NW.
44. (a) Wat wordt er door het feit dat zij dronken is van het bloed van Gods dienstknechten ten aanzien van haar bewezen? (b) Wat is de betekenis van haar naam Babylon de Grote?
44 Wat wordt er door het feit dat de vrouw „dronken was van het bloed [van Gods] heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus” bewezen? Er wordt door bewezen dat zij tegen Jehovah God en tegen zijn Zoon Jezus de Messias of Christus is gekant. Zij staat derhalve niet aan de zijde van de ene ware aanbidding, de ene ware religie. Alhoewel de naam op haar voorhoofd een mysterie is, wordt erdoor verraden wie de vrouw is. Haar naam bestaat voor het grootste deel uit de naam van Jehovah Gods vroegere vijandin, Babylon. Zij is alleen groter dan die onder Nimrods leiding aan de rivier de Eufraat gebouwde stad; daarom wordt zij ook „Babylon de Grote” genoemd. De oude stad Babylon was tot op haar rampspoedige val in 539 v. Chr. zeer religieus; ze nam de leiding in de valse aanbidding. O, maar nu wordt het ons duidelijk dat het mysterieuze Babylon de Grote niet het heidense Rome van de zeven heuvels is, maar het wereldrijk van Babylonische religie dat de gehele wereld onder zijn heerschappij brengt.
45. (a) Wat wordt er door de wateren waar de vrouw op zit, voorgesteld, en hoe lang zit zij al op die wateren? (b) Van welke behendigheid heeft deze hoer in de loop der jaren blijk gegeven?
45 Daarom zei de engel tot Johannes ten einde het mysterie te verklaren: „De wateren die gij gezien hebt, waar de hoer zit, betekenen volken en scharen en natiën en talen. En de vrouw die gij gezien hebt, betekent de grote stad, die een koninkrijk over de koningen der aarde heeft” (Openb. 17:15, 18, NW). Lang voordat het scharlakengekleurde wilde beest als een afgodisch beeld werd opgericht, zat zij reeds op die symbolische wateren en oefende zij reeds het koningschap uit over de regeerders der aarde. Zodra het symbolische wilde beest na de eerste Wereldoorlog verscheen, klom zij op zijn rug. Zij had daar met het oog op haar religieuze macht helemaal geen moeite mee. Toen het scharlakengekleurde „wilde beest” gedurende de tweede Wereldoorlog in de afgrond verdween, bleef zij „op vele wateren”, namelijk op de volken, scharen, natiën en talen, zitten ten einde als een „koninkrijk over de koningen der aarde” te heersen (Openb. 17:1, NW). Toen het „wilde beest”, vooral met behulp van zijn zevende kop, de Anglo-Amerikaanse Wereldmacht, uit de afgrond te voorschijn kwam, klom Babylon de Grote onmiddellijk weer op zijn rug, waar zij tot op de huidige dag nog zit.
46. Hoe heeft deze goddeloze vrouw er blijk van gegeven „de moeder van de hoeren” te zijn?
46 Aangezien dit beest een politieke organisatie, een wereldmacht, is, was het alleen maar te verwachten dat zij dit beest zou gaan berijden. Babylon de Grote is een hoer en ze wordt „de moeder van de hoeren” genoemd. Gods engel zei dat zij de grote hoer [is], die zit op vele wateren, met wie de koningen der aarde hoererij hebben bedreven, terwijl zij die de aarde bewonen, dronken werden gemaakt van de wijn van haar hoererij” (Openb. 17:1, 2, NW). Aangezien het scharlakengekleurde wilde beest een politieke organisatie, de Achtste Wereldmacht, symboliseert en zijn zeven koppen symbolisch „zeven koningen” of zeven wereldmachten voorstellen, zou Babylon de Grote gewoon haar handelwijze voortzetten door er hoererij mee te bedrijven, net zoals zij dit met de voorgaande zeven wereldmachten en met andere „koningen der aarde” had gedaan. Symbolisch gesproken zou zij met een wild beest hoererij bedrijven, welke daad bestialiteit wordt genoemd en een walgelijke zonde is die door Gods wet wordt veroordeeld. — Lev. 20:15, 16.
47. Waarom interesseert deze hoer zich zo voor de wereldpolitiek, en hoever is zij gegaan om de gunst van de wereldse regeringen te winnen?
47 Haar hoererij bestaat in het verenigen van haar religie met politiek, waarbij zij zich ter verrijking van zichzelf met politiek bezighoudt. Zij interesseert zich intens voor politiek, maar dit is speciaal het geval omdat zij de wereldse politiek wil beheersen en de politici de wet wil voorschrijven ten einde hier zelf wel bij te varen. Zij geeft voor, het goddelijke recht te bezitten koningen te kronen en te ontkronen. Zij heeft zich voor immorele doeleinden aan de politieke regeerders ter beschikking gesteld. Zij heeft haar religieuze macht willen gebruiken om de ambities van de heersers te verwezenlijken, waarbij zij zelfs zo ver is gegaan dat zij hun met dodelijke wapens uitgeruste legers zegent, hun zelfzuchtige oorlogen heiligt en degenen die worden gedood terwijl zij proberen anderen in de oorlog te doden, een pas geeft waarmee zij zonder meer de hemelse heerlijkheid kunnen binnengaan. Geen wonder dat zij zo schitterend gekleed gaat.
48. Leg uit wat de zinsnede „zij die de aarde bewonen, [werden] dronken . . . gemaakt van de wijn van haar hoererij” betekent.
48 Welke uitwerking heeft haar gehoereer met de wereldse regeerders echter op het gewone volk gehad? Zoals wij lezen, werden „zij die de aarde bewonen, dronken . . . gemaakt van de wijn van haar hoererij”. Zij kregen het als gevolg van alle zelfzuchtige, ambitieuze, agressieve en hebzuchtige plannen die door haar werden gezegend en waaraan zij meewerkte ten einde de politieke heersers, haar goed betalende minnaars, maar te behagen, zwaar te verduren. Het volk werd door alle moeilijkheden, bezoekingen, ontberingen, lasten en onderdrukking die het uit de „gouden beker” van Babylon de Grote moest drinken, aan het wankelen gebracht en bedwelmd. Dat Babylon de Grote de lijdende volkeren in de vorm van een religieuze leerstelling heeft verteld dat deze dingen nu eenmaal over hen komen omdat de Hemel dit zo wil, heeft hun lijden niet verlicht, hun wonden niet geheeld en hun schrijnende hart niet vertroost. Haar gouden beker is uitermate vuil van binnen.
49. Welke dochterorganisaties heeft Babylon voortgebracht?
49 Babylon de Grote’s ontucht heeft haar tot een moeder gemaakt, maar dan een moeder van onechte kinderen, die naar hun moeder aarden. Daarom is zij de „moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde”. Logischerwijs heeft zij in de verschillende natiën dochterorganisaties voortgebracht, religieuze stelsels die zich óf in een Kerk-en-Staat-bondgenootschap met de plaatselijke regering hebben verenigd óf zich nauw met het nationale politieke stelsel hebben verbonden en er als dienstmaagd of concubine dienst voor verrichten. Zij is ook de moeder van walgelijkheden, dingen die vooral in Gods ogen verschrikkelijk walgelijk zijn, zoals personen die voor tempelprostitutie zijn geheiligd, kansspelen op religieus grondgebied om haar percentage van de onrechtvaardig behaalde winsten in de wacht te slepen, afgoderij met beelden, enzovoorts.
50. Noem de verschillende manieren waarop Babylon een zware bloedschuld op zich geladen heeft.
50 Babylon de Grote heeft voor het aangezicht van God de Schepper een zware bloedschuld op zich geladen. Zij is medeverantwoordelijk voor de oorlogen ten aanzien waarvan zij niet haar mystieke macht heeft aangewend om ze te verhinderen. Zij is medeschuldig aan het bloedbad dat is aangericht door degenen die door haar werden gezegend toen zij hen aan de oorlogsgod offerde, de mannen die broeders in het geloof waren, maar aan beide zijden van het front vochten, zodat zij elkaar betreden. In naam der religie heeft zij andersdenkenden op onverdraagzame wijze vervolgd. Zij heeft beestachtige heilige oorlogen uitgeroepen, waarbij zij degenen die aan een dergelijke strijd deelnamen, beloofde dat hun hemelse beloningen wachtten wanneer zij zouden sneuvelen. Zij heeft tot fanatieke kruistochten aangemoedigd, niet alleen tegen de zogenaamde ongelovigen, maar ook tegen degenen wier religie zij te vuur en te zwaard heeft trachten te verdelgen. Haar religieuze inquisities zijn afschuwelijk en duivels geweest. De geschiedenis verhaalt hoe kruiperig zij haar grote rol heeft gespeeld in de bloedigste conflicten die de mensheid heeft gekend, namelijk de eerste en de tweede Wereldoorlog. Op deze manieren heeft zij voornamelijk haar eigen religieaanhangers afgeslacht, maar toch waren dit allemaal schepselen van God, en daarom stelt hij Babylon de Grote voor hun bloed aansprakelijk.
51. In welk opzicht heeft zij speciaal tegen God gezondigd?
51 In haar religieuze vervolgingen heeft zij speciaal tegen God de Schepper gezondigd. De apostel Johannes vestigt de aandacht op de bloedschuld die zij in dit opzicht draagt, door te zeggen: „Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus” (Openb. 17:6, NW). Het drinken van bloed heeft voor haar nooit een probleem gevormd, en dat ondanks het feit dat Noach, de overgrootvader van Nimrod, van God het gebod heeft ontvangen geen bloed te drinken (Gen. 9:3, 4). Babylon de Grote heeft zich juist met veel genoegen een roes gedronken aan het bloed van Gods heiligen en van de getuigen van Jezus Christus, hetgeen vloeide doordat zij hen voor ketters uitkreet, hen een bedreiging voor de Babylonische religieuze maatschappij noemde en hen met behulp van de Staat tot de dood toe vervolgde.
52. Welke woorden van een van de zeven engelen zijn vervolgens van speciaal belang?
52 Verbaast het ons dan nog dat een van deze „getuigen van Jezus”, die aldus lijden moest ondergaan, een visioen kreeg waarin werd afgebeeld hoe het goddelijke oordeel aan dit wereldrijk van Babylonische religie zou worden voltrokken? In het geheel niet! Johannes leidt dit speciale deel van de Openbaring in door tot ons te zeggen: „En een van de zeven engelen die de zeven schalen [vol met Gods toorn] hadden, kwam en sprak met mij, zeggende: ’Kom, ik zal u het oordeel tonen over de grote hoer, die zit op vele wateren, met wie de koningen der aarde hoererij hebben bedreven, terwijl zij die de aarde bewonen, dronken werden gemaakt van de wijn van haar hoererij’” (Openb. 17:1, 2, NW). Op welke wijze werd dit oordeel voltrokken?
DE VOLTREKKING VAN HET OORDEEL
53. Welk oordeel wordt dan voltrokken, en wiens wil is het dat dit gebeurt?
53 Johannes geeft ons hier een beeld van met de woorden: „En de tien horens die gij gezien hebt, en het wilde beest, die zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en zij zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden. Want God heeft het hun in het hart gegeven zijn gedachte uit te voeren, ja, hun ene gedachte uit te voeren door hun koninkrijk aan het wilde beest te geven, totdat de woorden van God volbracht zullen zijn.” — Openb. 17:16, 17, NW.
54. Wat wordt er door de tien horens van het scharlakengekleurde beest voorgesteld, en waarom zijn het er tien?
54 Die tien horens bevonden zich volgens de beschrijving op de zeven koppen van het scharlakengekleurde wilde beest. Wat wordt erdoor voorgesteld? De hemelse engel vertelde dit aan Johannes met de woorden: „En de tien horens die gij gezien hebt, betekenen tien koningen, die nog geen koninkrijk hebben ontvangen, maar wel ontvangen zij voor één uur autoriteit als koningen met het wilde beest. Dezen hebben één gedachte, en daarom geven zij hun kracht en autoriteit aan het wilde beest” (Openb. 17:12, 13, NW). De horens symboliseren dus regeerders. (Vergelijk dit met Daniël 8:2-8, 20, 21.) En aangezien het getal tien in de bijbel een symbool van volledigheid is, vertegenwoordigen „tien koningen” alle regeerders, in het bijzonder degenen die deel uitmaken van het symbolische scharlakengekleurde wilde beest, de wereldorganisatie voor internationale vrede en veiligheid.
55. Wat hebben Babylon of de tien horens aan het einde van de eerste Wereldoorlog niet gedaan?
55 Aan het einde van de eerste Wereldoorlog zei Babylon de Grote die symbolische „tien horens” niet, hun nationale en imperiale soevereiniteit over te dragen aan Gods Messiaanse koninkrijk, dat in de hemelen was geboren om de heerschappij over de gehele aarde over te nemen. Die „tien horens” voelden er trouwens niets voor zich aldus over te geven. Gedurende de eerste Wereldoorlog vervolgden ze Jehovah’s christelijke getuigen, terwijl ze vol verachting weigerden de boodschap van Gods opgerichte koninkrijk te aanvaarden.
56. Op welke wijze voeren de tien horens thans Gods gedachte uit?
56 Zoals God reeds lang tevoren had voorzegd, nam hij zich voor deze symbolische „tien horens” te vernietigen. Het was zijn gedachte hen nu zo te manoeuvreren, dat hij ze alle te zamen in één keer kon vernietigen. Zo heeft God het, door hen op onzichtbare wijze te manoeuvreren, „hun in het hart gegeven zijn gedachte uit te voeren”. Hoe zouden zij Gods gedachte uitvoeren door gezamenlijk oppositie tegen Hem te voeren? Door tot een eenheid van gedachten of ideeën te komen en een handvest op te stellen voor een wereldorganisatie voor internationale vrede en veiligheid en zich vervolgens als één familie van natiën bij deze organisatie aan te sluiten, en wel in het bijzonder bij de Verenigde Naties van thans. In plaats dat zij derhalve hun koninkrijk aan God gaven ten einde hun aardse soevereiniteit aan zijn Messiaanse regering over te dragen, begonnen zij, zoals in Openbaring 17:17 (NW) wordt gezegd, „hun ene gedachte uit te voeren door hun koninkrijk aan het wilde beest te geven, totdat de woorden van God volbracht zullen zijn”.
57. Op welke wijze hebben de natiën het „wilde beest” macht, kracht en autoriteit gegeven?
57 Vanaf 1919, toen het Handvest van de Verenigde Naties werd bekrachtigd, begonnen zij hun koninkrijk dus aan het scharlakengekleurde „wilde beest” te geven. Zij gaven hun macht, kracht en autoriteit aan dit beest. Door ledenstaten van de wereldorganisatie voor internationale vrede en veiligheid, de Achtste Wereldmacht, te worden, „ontvangen zij voor één uur autoriteit als koningen met het wilde beest” (Openb. 17:12, 13, NW). In betrekkelijke zin rest het beest slechts „één uur” voordat het vernietigd wordt. Het heeft nog maar „één uur” te leven.
58. Hoe was Babylon dit „wilde beest” gezind, en waarop zal het voor haar en het beest uiteindelijk uitlopen?
58 Babylon de Grote, die er zo verzot op was dit „wilde beest” te berijden, keurde deze internationale actie goed, ook al druiste deze in tegen de belangen van het hemelse koninkrijk van het Lam van God, dat door Jehovah’s christelijke getuigen werd bekendgemaakt. Wat heeft het geven van nationale macht, kracht en autoriteit aan het „wilde beest”, het lievelingsdier van Babylon de Grote, thans en in de toekomst tot gevolg? In Openbaring 17:14 (NW) wordt het volgende antwoord gegeven: „Dezen zullen strijden tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen, omdat hij Heer der heren en Koning der koningen is. Ook de geroepenen en uitverkorenen en getrouwen met hem zullen dit doen.” Op deze wijze of om deze reden zal het scharlakengekleurde „wilde beest” dat thans aanwezig is nadat het uit de afgrond te voorschijn is gekomen, „de vernietiging tegemoet gaan”. Wanneer dat gebeurt, zullen „de woorden van God volbracht . . . zijn”. — Openb. 17:8, 17, NW.
59. Wie gaat echter het eerst de vernietiging tegemoet, en door wie wordt dit oordeel voltrokken?
59 Zal Babylon de Grote, de berijdster van het scharlakengekleurde „wilde beest”, tegelijk met het „wilde beest” worden vernietigd en aldus tot het einde toe van haar rit als hoer op dit beest genieten? Neen! Althans niet volgens de reeds opgetekende rechterlijke beslissing van Jehovah God. Zijn tegen haar gewezen vonnis luidt dat juist de voorwerpen van haar liefde haar zullen vernietigen voordat ze zelf worden vernietigd. Zij heeft voor dat „wilde beest” en zijn tien horens lang de zelfzuchtige liefde van een hoer of ontuchtige vrouw gekoesterd. Zij denkt dat zij altijd aantrekkelijk voor hen zal blijven en door hun zelfzuchtige immorele verlangens te bevredigen, altijd hun bescherming zal genieten. Ze bedriegt zich echter in dit opzicht en is derhalve niet op haar hoede voor de schokkende verrassing die haar wacht.
60. Beschrijf het rampspoedige einde van de hoer.
60 De Almachtige God zal die zelfzuchtige eenheid tussen de hoer en het tienhoornige wilde beest verbreken. Hij zal hun zelfzuchtige liefde in verachting en haat doen omslaan en het beest en zijn tien horens redenen verschaffen om de hoer die op hen zit te haten en hun haat woedend op haar te koelen. Ze zullen haar van een religieus paradijs in een toestand van verwoesting doen terechtkomen, ze zullen haar purperen en scharlaken kledingstukken en haar versierselen in de vorm van goud, kostbare stenen en paarlen van haar afrukken en die gouden beker vol walgelijkheden uit haar hand slaan. Zij zal als een religieus bedrog naakt aan de kaak gesteld worden. Haar vlees zal niet langer aantrekkelijk zijn en uitnodigen tot hartstochtelijk gevrij en immorele gemeenschap, maar het „wilde beest” en zijn tien horens zullen zich op een beestachtige wijze met haar vleselijke delen voeden. Haar skelet zullen ze tot kalk reduceren door het met vuur te verbranden. Zo zal het wereldrijk van Babylonische religie in de as worden gelegd om door de overlevende aanbidders van de ware God, Jehovah, de getrouwe volgelingen van zijn regerende Zoon Jezus Christus, te worden vertreden. — Mal. 4:3.
61. Wie zal erop toezien dat het scharlakengekleurde „wilde beest” wordt vernietigd?
61 Hierna komt het einde voor het scharlakengekleurde „wilde beest” en zijn tien horens. Neen, ze zullen niet weer in de afgrond gaan, want ze worden nu voor eeuwig totaal vernietigd. Het overwinnende Lam, tegen wie zij strijden, zal hierop toezien.
62. Welke raad wordt aan degenen gegeven die niet in Babylons lot willen delen?
62 Wat zullen wij, de gewone mensen, thans doen, nu wij van tevoren weten dat het oordeel binnenkort aan de valse religie zal worden voltrokken? De Babylonische hoer zit op „vele wateren” en op vele volken, scharen, natiën en talen. Zit zij nog steeds op enigen van ons? Indien dit het geval is, staat ons — willen wij voorkomen dat wij ten tijde van de voltrekking van het goddelijke oordeel aan haar, met haar vernietigd zullen worden — slechts één ding te doen waartoe wij onverwijld moeten overgaan: Ga, uit liefde voor de ene ware religie, uit van haar! Zij is tot de ondergang gedoemd! Krachtens het oordeel van Jehovah God heeft Babylon de Grote in 1919 een val gemaakt, en sindsdien zijn meer dan een miljoen mannen, vrouwen en kinderen uit haar weggetrokken ten einde als christelijke getuigen van Jehovah religieuze vrijheid te genieten. Nu nadert zij in haar gevallen toestand haar verschrikkelijke eeuwige vernietiging. Wij zeggen derhalve tot degenen die God zoeken en nog steeds onder haar religieuze bewind staan: Laat Babylon de Grote in de steek!
63, 64. Bij wie zullen zulke mensen zich niet aansluiten om aan Babylons lot te ontkomen, maar aan wiens zijde zullen zij zich scharen om voor eeuwige redding in aanmerking te komen?
63 Dit betekent niet dat wij ons bij het „wilde beest” en zijn „tien horens” moeten aansluiten wanneer zij dat wereldrijk van Babylonische religie op gewelddadige wijze vernietigen. Een dergelijk gewelddadig optreden door het „wilde beest” en zijn „tien horens” zal voor hen of voor degenen die zich bij het plegen van dergelijke gewelddaden bij hen aansluiten, geen redding tot gevolg hebben. Laten die gedesillusioneerde politieke machten dit maar als zichtbare werktuigen van God bij de voltrekking van zijn goddelijke oordeel aan de valse religie doen. Het is echter geen werk voor ons!
64 De ene ware religie is onze redding, want door middel van deze religie aanbidden wij de ene levende en ware God die ons door bemiddeling van zijn Zoon Jezus de Messias, de Christus, redding aanbiedt. Houd de woorden in gedachten die Jezus in gebed tot Jehovah God sprak: „Uw woord is waarheid” (Joh. 17:17, NW). Dit is de waarheid die ons van Babylon de Grote bevrijdt. Laten wij die glorierijke religieuze vrijheid binnengaan door de woorden die God in zijn bijbel tot ons spreekt, te aanvaarden en vervolgens in de voetstappen van het zegevierende Lam van God te treden. Hij zal de politieke minnaars van Babylon de Grote overwinnen en ons in het zegevierende koninkrijk van God een volledige vrijheid doen binnengaan. Moge Gods Messiaanse koninkrijk tot in alle eeuwigheid regeren!
[Voetnoten]
a Aangehaald uit het boek Hinduism, Doctrine and Way of Life, door C. Rajagopalachari, uitgegeven door de Hindustan Times Press, New Delhi, India. (Eerste uitgave, bladzijde 3)
b Zie de bladzijden 18-22 van de brochure Vrede — Is hij van blijvenden duur? In 1942 uitgegeven door de Watch Tower Bible & Tract Society of Pennsylvania.
[Illustratie op blz. 84]
Babel — Van hieruit verbreidde de valse religie zich over de gehele wereld
[Illustratie op blz. 93]
De vernietiging van het wereldrijk van Babylonische religie, zoals een engel dit in symbolen aan de apostel Johannes heeft beschreven