Wat zijn wij God verschuldigd?
1, 2. (a) Welke toestanden die in de christenheid bestaan, geven te kennen hoe de meerderheid der mensen over verplichtingen jegens God denkt? (b) Hoe denken in communistische landen personen die een officiële positie bekleden, over God?
IS DE mens verplicht God ook maar iets te geven? Wat zijn wij God verschuldigd? Het ligt voor de hand dat de geschapen, met verstand begaafde mens zich op de een of andere wijze jegens zijn Schepper, Jehovah God, verplicht moet voelen. Maar schenkt de gemiddelde persoon God tegenwoordig datgene wat hem toekomt? In de toonaangevende natie van de christenheid klaagde een zekere vooraanstaande religieuze leider: „Wat is er van het leven van de gemiddelde christen in de gemiddelde kerk in onze gemiddelde maatschappij geworden? Het bestaat in het bezoeken van één kerkdienst per zondag . . . het lid zijn van één of meer sociale clubs van de kerk, waarnaast hij nog tot de een of andere ’loge’ behoort, terwijl loyaliteit aan laatstgenoemde vereniging dikwijls in botsing komt met loyaliteit aan de kerk. Indien hij een tamelijk consciëntieus kerklid is, tracht hij zich regelmatig van zijn financiële verplichtingen ten opzichte van de kerk te kwijten. Hij stuurt zijn kinderen naar de zondagsschool. Hij bidt alleen gedurende kerkdiensten. Hij leest heel zelden zijn bijbel, en dan alleen nog in de kerk . . . Zijn gezin komt heel zelden bijeen voor gebed of om christelijke aangelegenheden te bespreken. Hij is tragisch onwetend wanneer het op zijn christelijke geloofsovertuigingen aankomt.” Ondertussen berichtte in West-Europa de News Chronicle van Londen: „Het opinieonderzoek bracht enige tijd geleden aan het licht dat op twee zondagen in augustus en september in Engeland niet meer dan 12 percent van de mannen en niet meer dan 18 percent van de vrouwen de kerk had bezocht.” En sommige Westeuropese landen berichten een nog veel lager percentage kerkbezoek dan Engeland.
2 De gemiddelde persoon in de vele landen van de christenheid bezoekt dus misschien zo nu en dan de kerk of gaat af en toe naar een tempel of synagoge, maar hij weet betrekkelijk weinig omtrent zijn religie en schijnt geheel in beslag te worden genomen door het zakenleven of sociale contacten en de genoegens van het leven. Wij horen de mensen zeggen: „Ik ga naar de kerk.” Dikwijls menen zij dat zij daarmee aan hun verplichtingen hebben voldaan en tonen weinig of geen belangstelling voor de bijbel of het bestuderen ervan. Sommigen zeggen dat zij volgens de tien geboden of de „gulden regel” leven, maar zij nemen er zelden de tijd voor om te bidden of God te danken voor iets dat zij hebben ontvangen. Dan is er een behoorlijk groot aantal mensen dat zich helemaal niet om de kerk of aanbidding bekommert; zij willen ’vrij zijn om te doen wat zij verkiezen’. In een kennelijke poging om hun onverschilligheid ten aanzien van geestelijke zaken te rechtvaardigen, zullen mensen vragen stellen zoals bij voorbeeld of er eigenlijk wel een God bestaat. Sommigen loochenen dat God bestaat. In deze eeuw is het communisme vele landen gaan overheersen en het stelt krachtige pogingen in het werk om de theorieën van het atheïsme opgang te laten maken. In de Sowjet-Unie hebben sowjetatheïsten, nadat zij de satellieten en raketten een betrekkelijk korte afstand de ruimte in hadden gezonden, hun idee gepropageerd dat „indien er werkelijk bovennatuurlijke wezens bestonden, deze al lang door de krachtige hulpmiddelen van wetenschappelijke onderzoekingen ontdekt zouden zijn. Het feit dat satellieten en raketten de Allerhoogste, engelen, enzovoorts, niet hebben ontdekt, getuigt ten nadele van religieuze overtuigingen en sterkt het ongeloof in God”. Maar praten verstandige mensen zo?
3. Wat hebben enkele vooraanstaande geleerden over God gezegd?
3 De ware wetenschap ondersteunt het feit dat God bestaat. Zijn schepping is hiervan het bewijs. Dit wordt door mannen der wetenschap erkend. De beroemde geleerde Einstein getuigde van het bestaan van God met de woorden: „Het is voor mij genoeg het mysterie van het bewuste leven dat zich door alle eeuwigheid heen in stand houdt, te overdenken; de wonderbaarlijke structuur van het universum, dat wij vaag kunnen waarnemen, te overpeinzen, en nederig te trachten zelfs maar een oneindig klein gedeelte te begrijpen van de intelligentie die in de natuur openbaar is.” „Ik kan niet geloven dat God een gokspel speelt met de kosmos.” De bekende decaan der Amerikaanse geleerden, Dr. Robert A. Millikan, een winnaar van de Nobelprijs, verklaarde in een toespraak die hij hield voor een vergadering van het Amerikaanse Natuurwetenschappelijke Genootschap te Washington, D.C.: „Er is een Godheid die onze gangen bestuurt . . . Hoe wij precies in de plannen van de Grote Architect passen, en hoeveel Hij ons heeft toegewezen te verrichten, weten wij niet. . . . Maar stellig passen wij op een of andere wijze in die plannen, anders zouden wij ons niet bewust zijn van onze verantwoordelijkheid. Een zuiver materialistische filosofie is voor mij het toppunt van onverstand. Verstandige mensen in alle eeuwen hebben altijd voldoende gezien om hen op zijn minst eerbiedig te doen zijn.”
4, 5. (a) Hoe kunnen alle mensen weten dat God bestaat? (b) Hoe werd de mens gemaakt?
4 Het feit dat God bestaat, wordt niet alleen gestaafd door eerlijk en diep na te denken en logica te gebruiken. De bijbel maakt het bekend, door in Romeinen 1:20 te zeggen dat Gods ’onzichtbare hoedanigheden van de schepping der wereld af duidelijk worden gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid’. Alle scheppingswonderen zijn Gods bewijs aan de mens van zijn oppergezag en macht. Of de mens nu ons machtige zonnestelsel en de melkwegstelsels van het universum beschouwt of het kleine zaadje dat, wanneer het ontkiemt, een klein grasblaadje voortbrengt dat zware aarde opzij duwt om het zonlicht te bereiken, hij ontvangt het bewijs van het feit dat God bestaat. Jaargetijden komen en gaan op een geregelde wijze zoals God het heeft verordineerd. En wat valt er over het mysterie van het leven zelf te zeggen? Ja, schepping door God is de enige redelijke en bevredigende verklaring voor alles wat wij om ons heen zien. „De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.” — Ps. 14:1.
5 De levende God Jehovah heeft zich niet in het mysterieuze onbekende gelaten. Hij heeft in de eerste twee hoofdstukken Ge 1-2 van de bijbel de nauwkeurige geschiedenis van de schepping, met inbegrip van de oorsprong van de mens, verschaft. Over de mens staat er geschreven: „En Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel” (Gen. 2:7, NW). Hoe werd de mens gemaakt? Om een robot te zijn? Neen. Hij werd geschapen met een denkvermogen en een vrije wil om zijn weg in het leven te kiezen. De bijbel zegt dat hij naar het beeld van God werd gemaakt, doordat hij werd toegerust met een mate van wijsheid, gerechtigheid, liefde en macht. Maar het vermogen van de vrije wil was een heilig toevertrouwd pand dat de mens verstandig diende te gebruiken.
6. (a) Is er verschil tussen de positie van de mens en de dieren? (b) Handelen de mensen altijd zo als er van intelligente personen verwacht kan worden?
6 Werd de mens slechts gemaakt om te leven, te eten, te lachen, te wenen, te slapen, te werken en zich voort te planten naar zijn soort? Ook dieren leven, nemen voedsel tot zich, planten zich voort en slapen. De mens werd met een hoger doel gemaakt. Hij werd toegerust met een denkvermogen, met intelligentie. Toch lijkt het wel eens alsof sommige mensen het er niet zo goed van afbrengen als de dieren. In de geschiedenis van de natie Israël uit de oudheid was er een tijd dat God zich uitliet over de mensen met de woorden: „Ik heb kinderen groot gebracht en opgevoed, maar zij zijn van Mij afvallig geworden. Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, maar Israël heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht. . . . Zij hebben den HERE verlaten, den Heilige Israëls versmaad, zich achterwaarts gewend” (Jes. 1:2-4). Ja, een man zal zijn hond roepen en de hond laten reageren, maar hoeveel mensen reageren op de woorden van God? De mensen van die natie uit de oudheid dachten niet aan hun verplichting jegens Degene die hen had geschapen. Zij waren niet zo verstandig om God te gehoorzamen. Wie in deze tijd zou willen dat de Schepper hem onverstandiger zou noemen dan een rund of een ezel?
VERHOUDING TUSSEN GOD EN DE MENS
7. Hoe beschrijft de bijbel de verhouding tussen God en de mens?
7 Wat was en is nog steeds de ware verhouding tussen de mens en zijn God? De bijbel illustreert deze verhouding aldus: „Het woord, dat van den HERE tot Jeremia kwam: Maak u op, daal af naar het huis van den pottenbakker, en daar zal Ik u mijn woorden doen horen. Toen daalde ik af naar het huis van den pottenbakker, en zie, hij was juist bezig een werkstuk te maken op de schijf. Mislukte de pot dien hij bezig was te maken, zoals dat gaat met leem in de hand van den pottenbakker, dan maakte hij daarvan weer een anderen pot, zoals het den pottenbakker goed dacht te maken. Toen kwam het woord des HEREN tot mij: Zal Ik niet met u kunnen doen zoals deze pottenbakker, o huis Israëls? luidt het woord des HEREN. Zie, als leem in de hand van den pottenbakker, zo zijt gij in mijn hand, huis Israëls!” (Jer. 18:1-6) „O mens, wie zijt gij dan toch, dat gij God wilt tegenspreken? Zal het geboetseerde soms tot zijn boetseerder zeggen: ’Waarom hebt gij mij zo gemaakt?’ Wat? Heeft de pottenbakker geen autoriteit over het leem, om uit dezelfde massa het ene vat voor een eervol en het andere voor een oneervol gebruik te maken?” (Rom. 9:20, 21) Het hart van ieder mens dient met dankbaarheid jegens God vervuld te zijn voor het leven dat hij heeft ontvangen.
8. Waarom is het redelijk dat de mens naar Gods instructies luistert?
8 God had niet alleen het recht om de mens zo te maken als hij dat wilde, maar als Schepper had God het volmaakte recht om regels vast te stellen voor de wijze waarop de mens diende te handelen en die tot welzijn van de mens zouden zijn. Niemand betwist een uitvinder of constructeur het recht om regels vast te stellen voor de werking van datgene wat is gemaakt. Wanneer een maatschappij vliegtuigen produceert, verschaft ze dan geen instructies over de wijze waarop de machinerie werkt en ermee omgegaan moet worden en welke verzorging ze nodig heeft en moet de eigenaar van het vliegtuig deze instructies niet zorgvuldig opvolgen, wil hij het vliegtuig op een veilige en bevredigende wijze kunnen besturen? Is er soms iemand die zal zeggen dat de maatschappij niet weet wat ze doet wanneer ze de instructies over de werking ervan uitvaardigt? Toch wil de mens niet zo verstandig zijn om aandacht te schenken aan instructies die door de Maker van de mens en om zijn bestwil zijn verschaft. Adam was de eerste mens, een volmaakt mens, en zelfs hij werd ertoe gebracht in strijd met de regels voor de mens te handelen, waardoor hij in gebreke bleef de instructies van de Maker in aanmerking te nemen, hetgeen tot gevolg had dat hij degenereerde en de dood stierf. Tot op deze tijd slaat de meerderheid der mensheid geen acht op de instructies die door de Maker van de mens zijn gegeven. Wat God in zijn Woord voor de mens uiteenzette, was voor ’s mensen welzijn bedoeld, zowel in fysiek als in mentaal opzicht. Het misbruiken van het lichaam en het negeren van God zijn er de oorzaak van dat lijden, ziekte en verdriet voor de mens zijn toegenomen. Het in gebreke blijven om Gods weg te volgen, verklaart ten dele waarom er thans zovelen onder de menselijke familie in geestelijk en emotioneel opzicht gestoord zijn. — Gen. 2:16, 17; 3:17-19.
9, 10. (a) Wat wenst God de mensheid te zien doen, in tegenstelling tot wat Adam en Eva hebben gedaan? (b) Wat is plicht?
9 Het behaagde God om de mens als een volmaakt schepsel te maken, maar met een vrije wil. De sterkste natuurlijke drang die God in de mens legde, is het verlangen om te aanbidden. Het is ’s mensen plicht om altijd te verkiezen zijn Schepper te behagen en te aanbidden en om te leven overeenkomstig de regels die door God zijn uiteengezet. Adam en Eva dachten dat zij beter dan de Schepper wisten wat goed voor hen was. Derhalve zondigden zij. Aldus kwam de dood over de gehele mensheid. Ofschoon men dit heel goed weet, is de meerderheid der mensheid nog steeds ongehoorzaam aan de regels die God voor ’s mensen welzijn heeft gemaakt.
10 Wat verwachtte God in Adam en Eva te zien? Wat verwacht hij van de gehele mensheid? Hierover laat God de mens niet in twijfel verkeren, want God heeft gezegd: „Ik, Jehovah, uw God, ben een God die exclusieve toewijding eis” (Ex. 20:5, NW). Jehovah gaf de mens intellect en een denkvermogen, en hij verwacht van de mens dat hij deze gaven op een juiste manier gebruikt. Helder denken en wijsheid zullen de mens ertoe brengen zich vrijwillig aan de aanbidding en dienst van Jehovah God, zijn Schepper, op te dragen, omdat hij weet dat dit juist is. Exclusieve aanbidding van Jehovah God is de plicht van ieder mens ten opzichte van zijn Maker. Plicht is het gedrag dat iemand verschuldigd is aan een superieur; het sluit respect en gehoorzaamheid in. De studie van de ethiek of zedenleer toont aan dat een gedragslijn een plicht is wanneer onthouding ervan kwaad is. De mens is moreel verplicht God te dienen; zijn geweten is er dus bij betrokken. Wij horen de mensen vrijuit spreken over de plicht van vader of kinderen in de gezinsverhouding, en de plicht van knechten, artsen of bedienaren van het evangelie. Maar dient men niet eerst de plicht van de mens jegens God te beschouwen?
GELOOF VEREIST
11. (a) Wat voor soort van aanbidding verlangt God? (b) Wie heeft werkelijk geloof?
11 God verwacht van zijn menselijke schepselen op aarde dat zij zich verstandig gedragen en dat zij hem door geloof, en niet met behulp van beelden, aanbidden. De schepping bewijst zijn bestaan. Bovendien heeft God de geschreven gids, de bijbel, verschaft en daaruit kan men voldoende omtrent God leren. Wanneer men gebruik maakt van beelden, blijkt men volgens Romeinen 1:18-23 leeghoofdig en onverstandig te zijn. Door de kennis die wij putten uit het waarnemen van de schepping en het bestuderen van de bijbel te combineren, krijgen wij geloof, en waar God in de mens naar zoekt, is, op geloof gebaseerde aanbidding van God. „Zonder geloof [is het] onmogelijk hem welgevallig te zijn, want wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken” (Hebr. 11:6). Maar hoe kan iemand weten of hij het geloof heeft dat zijn Schepper zal behagen? Geloof is geen verborgen hoedanigheid die zich niet openbaart. Iemand kan heel gemakkelijk beoordelen hoe sterk zijn geloof is door te onderzoeken wat hij met betrekking tot Gods zaken doet. Doet hij de wil van God, zoals in Gods geschreven Woord wordt geboden? In een beschouwing over dingen die Abraham en Rachab hadden gedaan, brengt Jakobus 2:14, 24, 26 het aldus onder woorden: „Wat voor nut heeft het, mijn broeders, indien iemand zegt dat hij geloof heeft, maar hij heeft geen werken? Dat geloof kan hem toch niet redden? Gij ziet dat een mens rechtvaardig verklaard wordt door werken, en niet door geloof alleen. Ja, zoals het lichaam zonder adem dood is, zo is ook geloof zonder werken dood.”
12, 13. (a) Hoe worden ’s mensen verplichtingen jegens God in de Schrift samengevat? (b) Hoe kunnen mensen deze dingen doen?
12 Jehovah God laat geen twijfel bestaan over datgene wat hij zijn menselijke schepselen wenst te zien doen. Dit kan worden begrepen door enkele teksten uit uw bijbel te lezen: „Wat vraagt Jehovah, uw God, van u dan Jehovah, uw God, te vrezen, door al zijn wegen te bewandelen en hem lief te hebben en Jehovah, uw God, met geheel uw hart en geheel uw ziel te dienen; de geboden van Jehovah en zijn inzettingen, die ik u heden gebied, te onderhouden, voor uw welzijn?” „En gij moet Jehovah, uw God, liefhebben en te allen tijde uw plicht jegens hem in acht nemen en zijn inzettingen en zijn rechterlijke beslissingen en zijn geboden onderhouden” (Deut. 10:12, 13; 11:1, NW). „Alleen, volbrengt zeer zorgvuldig het gebod en de wet die Mozes, de knecht van Jehovah, u geboden heeft, door Jehovah, uw God, lief te hebben en door al zijn wegen te bewandelen en door zijn geboden te onderhouden en door hem aan te hangen en door hem met geheel uw hart en met geheel uw ziel te dienen” (Joz. 22:5, NW). „Hij heeft u bekend gemaakt, o mens, wat goed is en wat de HERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God” (Micha 6:8). „Mijn zoon, geef mij uw hart, laten uw ogen behagen hebben in mijn wegen.” — Spr. 23:26.
13 Maar, zult u vragen, hoe kan iemand deze dingen doen? Het spreekt vanzelf dat men om Gods geboden te kunnen onderhouden, deze geboden moet kennen. Hieruit blijkt dat het noodzakelijk is Zijn Woord, de bijbel, zorgvuldig te lezen. Kennis is de basis van geloof. De mens is verplicht geloof in God te tonen. Geloof zal iemand helpen zich zo te gedragen dat hij de Schepper behaagt. Mensen des geloofs in voorbijgegane eeuwen zijn hun verplichtingen jegens God nagekomen en wij kunnen dus het vertrouwen hebben dat wij tot hetzelfde in staat zijn en God kunnen geven wat wij hem verschuldigd zijn. Het belangrijkste voorbeeld van het geven aan God wat hem toekomt, vinden wij in Gods eerste met verstand begaafde schepping. Wie was dat? Niet Adam. Neen, maar het Woord, dat een mens op aarde werd (Joh. 1:1; Kol. 1:15; Openb. 3:14). Jezus Christus heeft de mensheid getoond hoe men datgene wat men aan God verschuldigd is, betaalt. Gelieve hiervoor het volgende artikel te beschouwen.