-
Tijd om terug te keren naar de waarheidOntwaakt! 1973 | 22 februari
-
-
„gaven van de geest” die bij het eerste eeuwse christendom openbaar waren. Heden ten dage hebben het horen van stemmen en het raken in geestvervoering met spiritisme te maken. Vandaar de noodzaak om gehoor te geven aan de waarschuwing, gegeven door een discipel die nauw met Jezus omging: „Geliefden, gelooft niet elke geïnspireerde uiting, maar beproeft de geïnspireerde uitingen om te zien of ze uit God voortspruiten; want er zijn vele valse profeten uitgegaan tot de wereld.” — 1 Joh. 4:1, NW.
Belangstelling voor de leer
Het bestaan van de „Jezusbeweging” vormt er een aanwijzing voor dat veel hedendaagse jongeren werkelijke belangstelling hebben voor geestelijke zaken. Enkelen zijn nog verder gegaan. Zij hebben ingezien dat, ondanks het bijbellezen, de „Jezusbeweging” niet volledig tot de ware bijbelse leer is teruggekeerd en enkele leerstellingen van de christenheid heeft overgenomen die volkomen in strijd zijn met de bijbel. Na bij hun studie met Jehovah’s getuigen de Schrift nog verder te hebben onderzocht, zagen zij er de noodzaak van in hun vroegere geloof — met de leer van de onsterfelijkheid van de menselijke ziel, het hellevuur, de Drieëenheid, enzovoort — dat geworteld bleek te zijn in het heidendom, vaarwel te zeggen. Nu zijn zij er actief mee bezig de opwindende bijbelse waarheden aan anderen te vertellen.
Mensen die met Jehovah’s getuigen studeren, merken dat het hier geen kwestie is van een „momentbekering”. Onderzoek is een noodzakelijk vereiste. Zij moeten de onderwijzingen, beginselen en profetieën die in de Schrift staan, leren kennen. Zij ontwikkelen een werkelijk gezonde basis voor hun geloof — een diepgewortelde overtuiging, gebaseerd op kennis, in plaats van enthousiasme voor een voorbijgaand modeverschijnsel.
„Wat interesseert jou nu bij Jehovah’s getuigen?” werd een voormalige deelneemster van de „Jezusbeweging” gevraagd.
„Leerstellige dingen”, zei ze. „Het had betekenis.”
Waarop zij vervolgde: „Ik stapte pardoes de Koninkrijkszaal binnen en zei: ’Beantwoord mijn vragen!’ De antwoorden waren zo op de bijbel gebaseerd, dat je er niets tegenin kon brengen. Ik zocht nog naar achterdeurtjes, maar ze waren er niet.”
Een begrip van de schitterende hoop die de bijbel voor de onmiddellijke toekomst van de aarde in het vooruitzicht stelt, maakt een eind aan het verlangen naar drugs of naar emotioneel geladen bijeenkomsten, waar geroepen, geklapt en gestampt wordt. Een begrip van deze beloften doet bij iemand een kalme beredeneerde vastbeslotenheid ontstaan, waarna men er vreugde in schept deze wonderbaarlijke hoop met anderen te delen.
-
-
Wat een methodistenpredikant opmerkteOntwaakt! 1973 | 22 februari
-
-
Wat een methodistenpredikant opmerkte
OP EEN vergadering van Jehovah’s getuigen in Taylor, in de staat Texas, bevond zich onder de 1649 aanwezigen een predikant van de plaatselijke methodistische kerk. Behalve dat de geestelijke de openbare bijbellezing aanhoorde, was hij tevens in de gelegenheid het gedrag en de gesprekken op te merken van de Getuigen van de achttien gemeenten die deze vergadering bezochten. In het nieuwsblad van zijn kerk deed deze predikant als volgt verslag van zijn bevindingen omtrent de vergadering van de Getuigen:
„Veel gebeden en veel gesprekken gingen over onderwerpen uit het woord van God; over dingen die nooit uit de tijd raken! De naam Jehovah werd met diepe eerbied en achting behandeld. Bijzondere mensen, deze getuigen van Jehovah! Zij komen voor iets op. Zij hebben zeer duidelijk omschreven stelregels. Zij bestuderen het Woord van God systematisch en geregeld. Zij houden kinderen bezig met dingen die van belang zijn. Zij hebben iets stralends en vreugdevols over zich dat zeer aantrekkelijk en weldadig is. Zij hebben een ernst over zich die aandacht en respect afdwingt. Zij weten wat zij geloven! En wanneer zij een bijeenkomst hebben, kost het hun moeite een plaats te vinden die groot genoeg is om bijeen te komen. Andere religies hebben er moeite mee voor hun vergaderingen waar gesproken wordt over dingen die in der eeuwigheid niet terzake dienend zijn, een plaats te vinden die klein genoeg is om bijeen te komen! Denkt u dat wij wereldwijze godsdienstaanhangers enige waardevolle lessen van deze mensen zouden kunnen leren? Of zijn wij de mening toegedaan dat wij datgene wat wij tot stand kunnen brengen, reeds tot stand hebben gebracht?”
-