Aanbidt u God zoals Jezus dit deed?
Wat was bij Jezus’ aanbidding betrokken? Wie aanbidden God thans op zijn manier?
INDIEN u zichzelf als een christen beschouwt, respecteert u ongetwijfeld de onderwijzingen van Jezus Christus en ziet u naar hem op als het voorbeeld voor alle christenen. U interesseert zich speciaal voor de manier waarop hij God aanbad, en u wilt God eveneens op deze manier aanbidden.
Wellicht hebt u echter opgemerkt dat de verscheidene kerken van de christenheid, die weliswaar beweren christelijk te zijn, God op verschillende manieren aanbidden. U zult zich misschien hebben afgevraagd hoe deze kerken zo van elkaar kunnen verschillen en nog steeds Christus’ voorbeeld kunnen volgen, of waarom de manier van aanbidding in uw kerk verschilt van die van andere religieuze organisaties.
Laten wij, aangezien Jezus Christus het voorbeeld heeft gesteld voor christenen, de manier waarop Jezus God aanbad als maatstaf beschouwen aan de hand waarvan wij deze verschillende manieren van aanbidding en uiteenlopende leerstellingen kunnen beoordelen. Wanneer wij Jezus’ manier van aanbidding onderzoeken, doen wij er goed aan de volgende vragen in gedachten te hebben: In hoeverre komt mijn manier van aanbidding overeen met die van Jezus? Heb ik, indien noodzakelijk, de moed veranderingen aan te brengen om hem als het model voor alle christenen te volgen? — 1 Petr. 2:21.
„MET GEEST EN WAARHEID . . . AANBIDDEN”
Misschien herinnert u zich dat het bijbelse verslag in Johannes hoofdstuk 4 ons inlicht over een gesprek van Jezus met een Samaritaanse vrouw die geloofde dat ware aanbidding van God de aanbidding in de Samaritaanse tempel op de berg Gerizim omvatte. Gezeten bij de Jakobsbron, aan de voet van de berg Gerizim, sprak Jezus Christus de volgende betekenisvolle woorden:
„Geloof mij, vrouw: Het uur komt waarin gijlieden de Vader noch op deze berg noch in Jeruzalem zult aanbidden. . . . het uur komt, en is nu, waarin de ware aanbidders de Vader met geest en waarheid zullen aanbidden, ja, want de Vader zoekt zulke mensen om hem te aanbidden. God is een Geest, en wie hem aanbidden, moeten hem met geest en waarheid aanbidden.” — Joh. 4:21-24.
De Samaritanen en joden bekommerden zich in hun vorm van aanbidding voornamelijk om uiterlijkheden als tijd en plaats en de manier van naleving. Nu zei Jezus evenwel dat ware aanbidding dieper ging dan dat wat wordt gezien — dat ze „met geest en waarheid” beoefend dient te worden. De aanbidding van God zou niet tot één volk beperkt blijven of op één plaats beoefend worden, of dit nu in Jeruzalem was of in een andere „heilige stad”. In plaats daarvan zou de weg om Jehovah God „met geest en waarheid” te aanbidden, voor alle soorten van mensen geopend worden, wáár zij zich ook maar zouden bevinden.
AANBIDT U GOD „MET GEEST”?
Aangezien Jezus zei dat zijn Vader „met geest” aanbeden wenst te worden, dienen oprechte christenen hun manier van aanbidding te onderzoeken ten einde zich ervan te vergewissen dat zij aan dit vereiste voldoen. Wat moeten wij bijvoorbeeld denken van de gedachte dat mensen een afbeelding of een beeld maken van iets dat in de hemel of op aarde is, en er dan daden van aanbidding voor verrichten? God zegt zelf dat dit hem zou mishagen, want hij heeft eens tot zijn volk in de oudheid gezegd: „Gij moet goed voor uw ziel zorgen, . . . opdat gij niet verderfelijk handelt en niet werkelijk een gesneden beeld voor u maakt.” „Gij moogt u voor die niet buigen, noch u ertoe laten brengen ze te dienen.” — Deut. 4:15, 16; 5:8, 9.
Zou het bovendien niet redelijk zijn te geloven dat als God door middel van beelden aanbeden wenste te worden, Jezus deze gebruikt zou hebben? Nooit lezen wij echter in de Schrift dat Jezus zich ervan bediende. Als hij tot zijn Vader bad, gebruikte hij geen gesneden beelden of rozenkransachtige hulpmiddelen bij de aanbidding. Neen, hij bad rechtstreeks tot zijn „Vader in de hemelen”, zoals uit het Onze Vader blijkt (Matth. 6:9). Ook was hij niet de mening toegedaan dat hij naar een speciale heilige plaats moest gaan om zijn Vader te aanbidden. Hij bad overal — op bergen, in huizen of waar hij zich ook maar bevond (Luk. 6:12; Matth. 26:18, 26). Dit was het voorbeeld dat hij zijn volgelingen gaf. Volgt u zijn voorbeeld in gebed? Of bidt u alleen in een kerkgebouw of op een andere plaats die als heilig wordt beschouwd?
Het is van het grootste belang zo duidelijk mogelijk te begrijpen wat de volledige betekenis is van aanbidding door middel van dat wat niet voor het oog zichtbaar is, dat wil zeggen, „met geest”. Een van de belangrijke redenen hiervoor is, dat Gods Woord zegt dat christenen „wandelen door geloof, niet door aanschouwen”. Een andere reden is dat „de dingen die men ziet, . . . tijdelijk [zijn], maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig” (2 Kor. 5:7; 4:18). Om datgene te verwerven wat eeuwige waarde heeft, dient de christen over zijn eigen manier van aanbidding na te denken en zulke vragen te stellen als: Is bij mijn aanbidding ook in enig opzicht het gebruik van beelden, zogenaamde „heilige afbeeldingen”, rozenkransen of kruisen betrokken?
Veel oprechte mensen hebben zulke voorwerpen in hun aanbidding gebruikt, maar toen zij vernamen op welke wijze God in werkelijkheid aanbeden wenst te worden — ”met geest en waarheid” — hebben zij veranderingen aangebracht. Degenen die in de dagen van de apostelen christenen werden, ontdeden zich van de dingen die niet Gods goedkeuring genoten (Hand. 19:18, 19). En toen de jeugdige koning Josía de ware God begon te zoeken, reinigde hij Juda van de gegoten beelden, die hij aan stukken brak (2 Kron. 34:3, 4). Wat een voortreffelijk voorbeeld voor u als u God wenst te behagen!
AANBIDT U GOD ’MET WAARHEID’?
Welnu, wat bedoelde Jezus met de uitdrukking ’met waarheid aanbidden’? Hij bedoelde beslist dat waarheid, geen leugen, de basis van onze aanbidding dient te zijn. Anders zou onze aanbidding vergeefs zijn. Omdat de religieuze leiders van zijn tijd God niet ’met waarheid’ aanbaden, zei Jezus tot hen: „Jesaja heeft passend over u, huichelaars, geprofeteerd, zoals er staat geschreven: ’Dit volk eert mij met hun lippen, maar hun hart is ver van mij verwijderd. Tevergeefs blijven zij mij aanbidden, omdat zij mensengeboden als leerstellingen onderwijzen.’” — Mark. 7:6, 7.
Indien iemand God dus aanbidding schenkt overeenkomstig menselijke theorieën, persoonlijke meningen of filosofieën die in strijd zijn met het Woord der waarheid, de bijbel, hoe kan hij dan ’met waarheid’ aanbidden?
Jezus heeft God altijd met waarheid aanbeden. Toen hij bij een zekere gelegenheid tot zijn hemelse Vader bad, zei hij: „Uw woord is waarheid” (Joh. 17:17). Zou er niet verwacht mogen worden dat de ware volgelingen van Christus het geschreven Woord van God net zo zouden bezien als Jezus het bezag — als waarheid?
Er zijn in deze tijd echter veel geestelijken die de bijbel niet beschouwen zoals Jezus hem beschouwde; zij beweren dat hij vol mythen staat. In een artikel in het tijdschrift Time staat dat een methodistische theoloog studenten leert dat „de bijbel de grootste verzameling mythen in de geschiedenis van de westerse beschaving is”. En door de toonaangevende tak van de Presbyteriaanse Kerk in de Verenigde Staten werd aangekondigd dat de bijbel volgens hen niet „onfeilbaar” of vrij van dwaling is. U hebt misschien wel opgemerkt dat de geestelijken steeds openlijker te kennen gegeven dat zij de bijbel niet als het geïnspireerde Woord van God erkennen.
Hoe verschillen zulke christenen van Jezus en zijn apostelen! Een van Jezus’ apostelen schreef: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen.” — 2 Tim. 3:16.
Wie wilt u dus navolgen — Jezus en zijn apostelen, of de vele ontrouwe geestelijken? En wat valt ervan te zeggen als zulke bedienaren een goede positie blijven bekleden in de religieuze organisatie waartoe u behoort? Is het dan niet tijd het feit onder de ogen te zien dat de religie zelf van het door Jezus gestelde voorbeeld is afgeweken en daarom niet door God wordt goedgekeurd? Als u het verkiest in een organisatie te blijven waarvan de bedienaren de bijbel omlaaghalen, keert u Jezus dan niet de rug toe? Zo ernstig is deze kwestie.
VOLGEN DE KERKEN WERKELIJK JEZUS NA?
Misschien hebt u verklaringen van verschillende geestelijken gelezen die erop neerkomen dat de aanbidding van de kerken in het algemeen verschilt van Jezus’ manier van aanbidding. De episcopale bisschop D. Corrigan verklaarde bijvoorbeeld: „De meeste mensen vinden in het algemeen niet veel in de gemiddelde kerk dat hen aan Christus herinnert.” Misschien denkt u hier ook zo over. In The Protestant Dictionary wordt zelfs gezegd: „Jezus zou, vanzelfsprekend, maar weinig sporen van zijn filosofie in de overal ter wereld naar hem genoemde kerken terugvinden.” En de Newyorkse predikant R. W. Sockman heeft gezegd dat zelfs Jezus zich niet „in vele van de kerken die in Zijn naam zijn opgetrokken, zou thuis voelen, omdat ze de eenvoud en oprechtheid van Zijn oorspronkelijke evangelie door kerkelijkheid en wereldsgezindheid hebben laten vernietigen”.
Oordeel zelf. Trok Jezus speciale religieuze klederen aan als hij met zijn discipelen bijeenkwam? Eiste hij van zijn volgelingen dat zij sierlijke gebouwen met een altaar voor de aanbidding zouden optrekken ten einde er uitgebreide religieuze riten in te houden en een klasse van geestelijken te hebben? Als u de bijbel hebt gelezen, weet u dat hij deze dingen niet heeft gedaan. Ook deed hij niet als veel geestelijken in deze tijd, die zich steeds meer „tot wereldlijke bronnen als inspiratie voor preken wenden” (Time, 10 maart 1967). Jezus concentreerde zich op het Woord van God en moedigde zijn luisteraars aan Gods geboden te gehoorzamen: „Gij zijt mijn vrienden indien gij doet wat ik u gebied. . . . alle dingen die ik van mijn Vader heb gehoord, heb ik u bekendgemaakt.” — Joh. 15:14, 15.
Jezus onderwees het Woord van God, dat hij nooit door de bespiegelingen van mensen krachteloos maakte. Wat bemerken wij echter ten aanzien van de kerken? In zijn boek The Outline of History verklaart H. G. Wells dat de kerken in de loop der eeuwen methoden en leerstellingen van heidense religies hebben overgenomen, zodat Jezus’ „revolutionaire onderwijs onder deze algemeen aanvaarde verworvenheden werd bedolven”.
Wist u bijvoorbeeld dat de leerstelling van de onsterfelijkheid van de menselijke ziel, die in vrijwel elke kerk wordt onderwezen, een verworvenheid is die van valse aanbidders uit de oudheid is overgenomen? U kunt dit verifiëren door verwijswerken te raadplegen. Zelfs sommige geestelijken geven de onchristelijke oorsprong ervan toe. Hier volgt hoe een vooraanstaande geestelijke dit in het boek The Evolution of Immortality onder woorden brengt:
„Zij die [onder de bekeerlingen tot het „christendom”] Grieken waren, voerden in de nieuwe religie het Platonische denkbeeld in dat de individuele ziel onvernietigbaar is. . . . De meesterlijke Augustinus . . . NAM PLATO’S LEERSTUK VAN DE AANGEBOREN ONSTERFELIJKHEID VAN DE ZIEL . . . en bereikte dat er algemeen geloof aan werd gehecht, wat tot op heden nog steeds het geval is . . . Een heidense bespiegeling heeft zich zo lang als een elementaire christelijke waarheid voorgedaan dat . . . Plato nu de weg verspert en ten onrechte voor Christus wordt aangezien.”
Het is niet moeilijk de bijbelse waarheid in deze kwestie vast te stellen, zodat u ’met waarheid kunt aanbidden’. In Ezechiël 18:4 zegt Gods Woord der waarheid: „De ziel die zondigt, díe zal sterven.” Gezien dit bijbelvers en talloze andere bijbelse uitspraken, is het duidelijk dat de kerken niet de waarheid onderwijzen zoals Jezus die onderwees. Hun hoop is gebaseerd op iets wat niet bestaat. De waarheid die Jezus onderwees, was de hoop op de opstanding, geen onsterfelijkheid van de menselijke ziel (Joh. 5:28, 29). Kunnen degenen die er de voorkeur aan geven een hoop te koesteren die op heidense bespiegelingen is gebaseerd in plaats van op datgene wat Jezus onderwees, verwachten dat hij hen met eeuwig leven zal belonen? Het is beslist de moeite waard hier eens over na te denken. Kunt u, indien u God ’met waarheid’ wenst te aanbidden en Hem zodoende wenst te behagen, deel blijven uitmaken van een religieuze organisatie die niet onderwijst zoals Jezus dit heeft gedaan?
VOLG JEZUS IN UW AANBIDDING NA
Hoewel de kerken in gebreke zijn gebleven Jezus na te volgen, behoeft u niet eveneens aanbidding te beoefenen die vergeefs is. U kunt aan de hand van de bijbel vernemen wat Jezus heeft gedaan en hem navolgen. Waartoe moedigde Jezus zijn volgelingen aan? In zijn Bergrede legde Jezus er de nadruk op „de wil [te doen] van mijn Vader, die in de hemelen is”. — Matth. 7:21.
Wij kunnen de wil van God te weten komen door Jezus’ werk te bestuderen. In gebed tot zijn Vader zei Jezus dat hij „het werk [had] voleindigd” dat hem was opgedragen, waaraan hij toevoegde: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven.” Het bekendmaken van Gods naam Jehovah vormde een onderdeel van zijn werk. — Joh. 17:4-6; Ps. 83:18.
Wanneer wij verder de evangelieverslagen bestuderen, valt het ons herhaaldelijk op dat het predikingswerk van Jezus wordt beklemtoond. Hij ging niet alleen zelf naar de huizen van de mensen om Gods koninkrijk te prediken, maar hij leidde ook anderen hierin op. — Luk. 4:43; Matth. 10:7; Hand. 20:20.
Heeft uw kerk u ervoor opgeleid en ervoor toegerust aan dit werk, dat deel uitmaakt van de ware aanbidding, een aandeel te hebben? Heeft uw kerk u erbij geholpen Gods naam „Jehovah” aan anderen bekend te maken? Indien uw religieuze organisatie u niet opleidt voor het openbare predikingswerk dat Jezus zijn volgelingen opdroeg te doen, kunt u dan zeggen dat ze u erbij helpt God te aanbidden zoals Jezus dit heeft gedaan?
Indien u Jezus oprecht wenst na te volgen en God wenst te aanbidden zoals Jezus dit deed, kunt u hulp ontvangen. Veel mensen over de gehele aarde beseffen dat er een wereldomvattende groep is die God aanbidt zoals Jezus dit deed. L. Pfeffer verklaart bijvoorbeeld in zijn boek Church, State and Freedom dat de predikingsmethoden van Jehovah’s getuigen „herinneren aan die welke door de eerste christenen werden gebruikt”. Deze christelijke getuigen verkondigen Gods koninkrijk, zoals Jezus dit heeft opgedragen, en zij maken de naam van de Vader, Jehovah, bekend.
U bent van harte welkom in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen in uw omgeving. U zult bemerken dat hier vergaderingen worden gehouden die zijn belegd om uw geloof te versterken en een praktische opleiding te verschaffen waardoor u deel kunt nemen aan het werk dat Jezus zijn volgelingen heeft opgedragen te doen.
Om u bovendien te helpen God te aanbidden zoals Jezus dit heeft gedaan, zal een van Jehovah’s getuigen graag in uw eigen huis een gratis bijbelstudie met u willen houden. Hierdoor zult u worden geholpen een nauwkeurig begrip van de bijbel te verkrijgen, waardoor u de waarheid zult leren kennen waarvan Jezus zei dat deze u zou „vrijmaken” — vrij van tradities, filosofieën en niet-christelijke praktijken (Joh. 8:32). Mag het zo zijn dat u het moedig verkiest God te aanbidden zoals Jezus dit heeft gedaan, door Hem „met geest en waarheid” te aanbidden.