Hebt u de ware religie?
Er is een manier om hierachter te komen. Weet u hoe?
„HOE kan ik zeker weten of ik de ware religie heb?” zult u misschien vragen. „Er zijn honderden verschillende religies en ze beweren allemaal juist te zijn. Ik heb geen tijd om elke religie te onderzoeken.”
Komen deze gedachten bij u op? Dit is heel begrijpelijk. Aangezien de vele verschillende religies tegenstrijdige leerstellingen onderwijzen, is het echter duidelijk dat ze niet alle waar kunnen zijn.
Dit wordt ook in de bijbel te kennen gegeven, want dit Boek spreekt over „één geloof” en geeft de aansporing: „Blijft beproeven of gij in het geloof zijt, blijft bewijzen dat gij goedgekeurd zijt” (Ef. 4:5; 2 Kor. 13:5). De bijbel waarschuwt er ook voor niet misleid te worden door valse predikers, die „zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid” (2 Kor. 11:14, 15). Jezus Christus heeft zelf gezegd dat veel mensen ertoe misleid zouden worden de brede weg naar de vernietiging op te gaan, zodat hij waarschuwde: „Wacht u voor de valse profeten.” — Matth. 7:13-15.
Het spreekt vanzelf dat u niet graag misleid wilt worden. Hoe kunt u dit echter vermijden? Hoe kunt u zeker weten dat u de juiste religie hebt? U kunt u hiervan vergewissen door na te gaan of haar leerstellingen worden ondersteund door Gods Woord, dat volgens Jezus de waarheid is (Joh. 17:17). Ook door vast te stellen wat voor soort van vruchten de religie voortbrengt. Voortreffelijke, gezonde vruchten duiden erop dat de religie juist is, terwijl slechte vruchten te kennen geven dat ze vals is. — Matth. 7:16-23.
Het is dus betrekkelijk gemakkelijk de proef op de som te nemen. Indien een religie niet overeenstemt met wat de bijbel leert, is ze niet in harmonie met waarheid. Ze is niet de ware religie (Rom. 3:4). U hebt niets te vrezen wanneer u uw geloofsovertuiging aan de hand van de maatstaf van Gods Woord onderzoekt, want wanneer u de ware religie hebt, zult u alleen maar gesterkt worden in uw overtuiging. En indien uw geloof niet met de bijbel overeenstemt, dient u de waarheid te verwelkomen, omdat ze tot eeuwig leven leidt. — Joh. 17:3.
DE PROEF OP DE SOM NEMEN
Nu volgen enkele vragen die u zullen helpen in te zien of uw religie aan de bijbel vasthoudt. Beantwoord de vragen wanneer u ze leest. Overpeins vervolgens wat de bijbel heeft te zeggen. Als u de juiste religie hebt, zal ze in harmonie met de bijbel zijn. Aangezien de Nieuwe Vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap wellicht het meest algemeen wordt gebruikt in Nederlands sprekende landen, zullen alle schriftplaatsen in verband met dit leerstellige onderzoek uit deze vertaling worden aangehaald, hoewel u dezelfde waarheid in elke andere bijbelvertaling zult aantreffen.
Welnu, leert uw religie de leerstelling van de „Drieëenheid”, welke inhoudt dat de Almachtige God en Jezus Christus en de heilige geest drie personen zijn die samen één God vormen? Leert ze dat de Zoon, Jezus Christus, van gelijke eeuwigheid is met de Vader, Jehovah God, en hem in alles gelijk is?
Beschouw nu wat de bijbel hierover heeft te zeggen: „Er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus” (1 Tim. 2:5). God is derhalve één persoon, en Jezus is geen deel van God maar de middelaar tussen God en de mensen. Jezus heeft gezegd: „Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één” (Mark. 12:29). En over zichzelf heeft Jezus gezegd: „Ik ben Gods Zoon.” (Joh. 10:36; zie ook Lukas 1:32.) In plaats dat Jezus God of een deel van God zou zijn, spreekt de bijbel over hem als over de Zoon van God.
Zijn Jehovah God en Christus Jezus van gelijke eeuwigheid, zoals de aanhangers van de drieëenheidsleer geloven? Over Jehovah merkt de bijbel op: „Van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.” Ook noemt de bijbel hem „de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont” (Ps. 90:2; Jes. 57:15). Hij is derhalve niet geboren en ook niet geschapen; hij had geen begin. Merk echter op dat de bijbel Jezus Christus „de eerstgeborene der ganse schepping” en „het begin der schepping Gods” noemt. — Kol. 1:15; Openb. 3:14.
En wat valt erover te zeggen dat zij elkander gelijk zouden zijn? De aanhangers van de drieëenheidsleer geloven hier vast in. Jezus heeft echter gezegd: „De Vader is meer dan Ik” (Joh. 14:28). En in Markus 13:32 leert de bijbel dat de Vader over kennis beschikt die aan de engelen en de Zoon onbekend is. Het is dus heel erg duidelijk dat Jezus en de Vader niet gelijk zijn. Hoe doorstaat uw religie de vergelijking met wat in deze schriftplaatsen wordt geleerd? Als ze de ware religie is, dient ze ermee overeen te stemmen.
Neem ook de proef op de som met betrekking tot een andere fundamentele leerstelling. Leert uw religie dat de ziel onsterfelijk is, hetgeen betekent dat ze niet kan sterven? Merk op dat de bijbel spreekt over de mens die „zijn ziel [Hebreeuws: nefesj] niet in leven kan houden” (Ps. 22:30 29). Verder lezen wij dat Jezus „zijn leven [nefesj; SV: ziel] heeft uitgegoten in den dood” (Jes. 53:12). „Alle levende wezens [Grieks: psuche; SV: ziel] stierven” (Openb. 16:3). „De ziel die zondigt, die zal sterven” (Ezech. 18:4, 20). Het bijbelse antwoord is duidelijk. De bijbel leert dat zielen sterfelijk zijn, dat ze kunnen sterven en dit ook inderdaad doen. Wordt dit door uw religie geleerd? Als ze de ware religie is, dient dit zo te zijn.
Schenk eens aandacht aan de volgende vraag: Leert uw religie dat alleen de slechte mensen naar de hel gaan, dat de hel een plaats van vuur is en dat niemand uit de hel wordt opgewekt? Het woord hel komt in oudere vertalingen veelvuldig voor als vertaling van het Hebreeuwse woord sjeool, dat in nieuwere vertalingen vaak met dodenrijk wordt weergegeven. Jezus Christus is volgens de bijbel drie dagen in de „hel” geweest en er weer uit opgewekt. In een profetie betreffende hem verklaart de bijbel: „Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk [sjeool; SV: hel], noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien.” (Ps. 16:10; zie ook Handelingen 2:31.) Ook Jona is in de „hel” geweest en er levend uit te voorschijn gekomen. Toen hij door een grote vis was opgeslokt, zei hij: „Uit den schoot van het dodenrijk [sjeool] schreeuwde ik” (Jona 2:2). Waar was Jona? In de buik van de vis, en daar bevond zich geen vuur!
Wat wordt er derhalve met de hel bedoeld? Laten wij eens zien wat de bijbel hierover zegt. In Genesis 37:35 klaagde Jakob, een van Jezus’ voorvaders, toen hij om zijn zoon Jozef rouwde, die hij dood waande: „Rouw dragend zal ik tot mijn zoon in het dodenrijk [sjeool] neerdalen.” De American Standard Version laat het Hebreeuwse woord sjeool hier onvertaald; de Statenvertaling geeft het weer met „graf” maar de katholieke Douay Version vertolkt het met „hel”. Het is dus duidelijk dat sjeool, of de hel, het gemeenschappelijke graf der mensheid is. En merk op dat de bijbel zegt: „De dood en het dodenrijk [SV: hel] gaven de doden, die in hen waren” (Openb. 20:13). Ja, allen die in de hel vertoeven, zullen eruit worden opgewekt! Leert uw religie dit? Aangezien de bijbel dit leert, is dit ook met de ware religie het geval.
Nu nog een vraag: Leert uw religie dat de doden bewust voortleven? De geïnspireerde Schrift zegt: „De levenden weten . . . dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets” (Pred. 9:5). „Niet de doden zullen den HERE loven, niemand van wie in de stilte zijn neergedaald” (Ps. 115:17). De bijbel leert dus dat de doden geen bewustzijn bezitten. Zij hebben echter wel het grootse vooruitzicht door middel van een opstanding uit deze toestand opgewekt te worden. — Joh. 5:28, 29; Hand. 24:15.
U kunt ook heel gemakkelijk de proef op de som nemen met betrekking tot andere leerstellingen. Leert uw religie bijvoorbeeld dat christenen nog steeds onder de Mozaïsche wet staan en dat zij derhalve een wekelijkse sabbatdag dienen te onderhouden? (Rom. 6:14; Kol. 2:16, 17) Staat uw religie haar mensen toe voor beelden neer te knielen en gebeden tot hen op te zeggen? (Lev. 26:1; 1 Kor. 10:14) Staat ze haar mensen toe bloed te eten? (Lev. 17:12-14; Hand. 15:28, 29) Heeft ze een klasse van geestelijken aan wie ze titels schenkt zoals „Vader” en „Eerwaarde”? (Matth. 23:9; Job 32:21, 22) De hier aangehaalde schriftplaatsen tonen aan dat de ware religie geen van deze dingen onderwijst of beoefent.
Het is belangrijk een dergelijk onderzoek in te stellen. Als u er niet zeker van bent wat uw religie onderwijst, tracht dit dan beslist te weten te komen. Onderzoek haar leerstellingen vervolgens in het licht van Gods Woord. Ga na of ze door de bijbel worden ondersteund. Als dit niet het geval is, verwerp die religie dan. Spoor de religie op waarvan de leerstellingen in overeenstemming zijn met de bijbel. Ja, sla acht op de bijbelse raad: „Toetst alles en behoudt het goede.” — 1 Thess. 5:21.
DE VRUCHTEN ONDERZOEKEN
De ware religie kan ook worden herkend aan de vruchten die ze voortbrengt. Jezus Christus verklaarde dat er één in het oog springend kenmerk is aan de hand waarvan ze herkend kan worden, door te zeggen: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Joh. 13:35). Brengt uw religie deze vrucht liefde voort? Brengt ze haar mensen ertoe elkaar oprecht lief te hebben, ongeacht tot welk ras zij behoren of welke nationaliteit zij bezitten? — 1 Joh. 4:20.
Hebben de belangrijkste religies van de wereld de vrucht liefde voortgebracht, of hebben ze juist duidelijk getoond dat ze het door de vingers zagen wanneer haar lidmaten personen van een ander ras of een andere nationaliteit haatten en tegen hen streden, terwijl zij hen er zelfs toe aanspoorden? In oorlogstijd hebben miljoenen personen die tot dezelfde religie behoorden, elkaar op de slagvelden gedood, terwijl beide zijden door hun respectieve geestelijken, die eveneens tot dezelfde religie behoorden, werden ondersteund! Religies die zulke liefdeloze vruchten voortbrengen, bewandelen niet de weg van liefde en van de ware religie. Aan de hand van de vruchten die ze voortbrengen, kunt u vaststellen dat ze vals zijn. — 1 Joh. 3:10-12.
Zet uw onderzoek voort. Of de religie waarin u bent onderwezen, de ware religie is, kan ook worden vastgesteld aan de hand van haar houding ten opzichte van de wereld. Jezus Christus toonde aan welk juiste standpunt ware aanbidders dienen in te nemen toen hij zei: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben” (Joh. 17:16). En zijn discipel Jakobus schreef: „Weet gij niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is?” — Jak. 4:4.
De ware religie gehoorzaamt deze schriftuurlijke instructies derhalve en houdt zich afgescheiden van de wereld. Doet úw religie dit? Of is ze een onafscheidelijk deel van de wereld en haar politiek? Is ze bijvoorbeeld een voorstandster van deelneming aan politieke verkiezingen? Als u werkelijk Gods zegen wenst te ontvangen, kunt u het zich niet veroorloven betrekkingen te blijven onderhouden met een religie die Christus’ instructies met betrekking tot deze aangelegenheden in de wind slaat.
Ga verder met uw onderzoek. Of de religie waarin u bent onderwezen, de ware religie is of niet, kan ook worden vastgesteld op grond van haar houding ten opzichte van Gods naam, Jehovah (Ps. 83:18 [19], Jes. 12:4, 5, NW). Jezus Christus heeft in dit verband het juiste voorbeeld gegeven door Gods naam bekend te maken en in gebed tot zijn Vader te verklaren: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven” (Joh. 17:6). Brengt uw religie deze vrucht voort? Staat ze er speciaal om bekend dat ze Gods naam en voornemens bekendmaakt? Van de ware religie kan dit beslist gezegd worden.
Onderzoek echter nog verder. De ware religie kan ook worden herkend aan het feit dat ze Jezus’ voorbeeld volgt door een belangrijke plaats toe te kennen aan Gods Woord. Ze gelooft stellig dat „de gehele Schrift . . . door God [is] geïnspireerd en nuttig [is] om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten” (2 Tim. 3:16). Ze staat er derhalve speciaal om bekend dat ze anderen in Gods Woord onderwijst. Is dit met uw religie het geval? Voorziet uw religie in gratis huisbijbelonderricht ten gerieve van geïnteresseerde personen? De ware religie doet dit wel.
Ga verder met onderzoeken, want de ware religie is aan nòg een in het oog springend kenmerk te herkennen. Dat is de prediking van de boodschap van Gods koninkrijk. Jezus Christus heeft ook in dit opzicht het voorbeeld gesteld. De bijbel verklaart: „Hij [trok] van stad tot stad en van dorp tot dorp, terwijl hij het goede nieuws van het koninkrijk Gods predikte en bekendmaakte” (Luk. 8:1). Hij onderrichtte ook zijn discipelen (Matth. 10:12-14). En toen Jezus de opdracht voor christenen in deze „laatste dagen” bekendmaakte, zei hij: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — Matth. 24:14.
Voldoet uw religie aan deze vereisten? Brengt ze de Koninkrijksboodschap naar de huizen der mensen, terwijl ze de bediening op dezelfde wijze verricht als Jezus en zijn apostelen destijds? Kunnen haar bedienaren van het evangelie net als de apostel Paulus zeggen: „Ik [heb] mij er niet van . . . weerhouden u al wat nuttig was te vertellen en u in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen”? (Hand. 20:20) De predikers van de ware religie kunnen dit zeggen, want dit is de belangrijkste manier waarop zij hun bediening ten uitvoer brengen.
DE WARE RELIGIE
Het is dus mogelijk de ware religie te identificeren. In de eerste plaats kan ze worden herkend aan haar leerstellingen. De ware religie onderwijst niet de drieëenheidsleer; ze zegt niet dat de mens een onsterfelijke ziel heeft en ook leert ze niet dat mensen na de dood eeuwig in een hellevuur gepijnigd zullen worden. In plaats daarvan leert ze dat de Vader, Jehovah God, groter is dan de Zoon; ze zegt dat de doden geen bewustzijn bezitten en ze verklaart dat zij tot de opstanding in hun graven rusten. Vormt de schriftuurlijke waarheid met betrekking tot deze enkele punten niet reeds een grote hulp om de ware religie te identificeren?
Hoe nuttig is bovendien het onderzoeken van de vruchten! Wij hebben gezien dat de ware religie de vrucht liefde voortbrengt en dat degenen die deze religie beoefenen, weigeren medegelovigen in oorlogstijd af te slachten, ongeacht hun ras of nationaliteit. Zij houden zich volledig vrij van wereldse politiek. Zij spreken geregeld over God en gebruiken vaak zijn naam Jehovah. Zij staan er in het bijzonder om bekend dat zij in de huizen van geïnteresseerde personen gratis bijbelstudies leiden. En de predikers van de ware religie leggen geregeld van huis tot huis bezoeken af ten einde over Gods koninkrijk te prediken.
Voldoet uw religie aan deze beschrijving? Indien niet, dan is het van het grootste belang dat u de ware religie tracht te vinden.
Hiervoor is enige persoonlijke studie van uw zijde noodzakelijk. Het is echter niet moeilijk. God heeft zijn Woord, de bijbel, verschaft waarin wordt uiteengezet wat de ware religie is. Bestudeer de bijbel. Stel vast wat vals is en verwerp dit. Stel vast wat waar is en houd eraan vast. Doe Gods wil zodra u deze leert kennen. De apostel Johannes onthulde hoe belangrijk dit voor u is door te schrijven: „De wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — 1 Joh. 2:17.