-
Het is Gods voornemen dat de mens leven geniet in een paradijsDe Wachttoren 1989 | 1 augustus
-
-
9 „En Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel.
-
-
Het is Gods voornemen dat de mens leven geniet in een paradijsDe Wachttoren 1989 | 1 augustus
-
-
10, 11. (a) Welke feiten kwam Adam duidelijk te weten, maar welke andere vragen moest hij ook beantwoord krijgen? (b) Welke antwoorden gaf de hemelse Vader Adam?
10 Adams heldere, frisse geest dronk deze bevredigende informatie gretig in. Nu wist hij dat hij niet afkomstig was uit dat onzichtbare rijk van waar uit zijn Maker en Formeerder sprak. In plaats daarvan was hij gevormd uit de aarde waarop hij leefde en was hij dus aards. Zijn Levengever en Vader was Jehovah God. Hij was „een levende ziel”. Aangezien hij zijn leven van Jehovah God had ontvangen, was hij een „zoon van God”. De bomen rondom hem in de tuin van Eden brachten vruchten voort die goed waren tot voedsel, en hij kon ervan eten en als een levende ziel in leven blijven.
-