Is uw oog „zuiver”?
„Wanneer dan uw oog zuiver is, zal uw hele lichaam helder zijn.” — MATTHÉÜS 6:22.
1. Waarom kan er worden gezegd dat het oog een wonder van intelligente schepping is?
HET gezichtsvermogen wordt algemeen als het kostbaarste en belangrijkste zintuig beschouwd — vooral door degenen die het niet langer bezitten. Geleerden vertellen ons dat elke seconde tien biljoen lichtdeeltjes de pupillen van onze ogen passeren. Als ze het netvlies bereiken, worden ze door honderd miljoen zintuigcellen, de zogenaamde staafjes en kegeltjes, opgevangen. Door het licht gestimuleerd, beginnen deze zenuwcellen elektrische signalen naar de hersenen door te geven. Daar gaat een groot gedeelte van de honderd miljard neuronen aan het werk om datgene wat zojuist is opgevangen, te ontcijferen en vast te stellen hoe hierop gereageerd moet worden. Dit alles vindt in slechts een fractie van een seconde plaats. Ja, het oog is een ontzagwekkend voorbeeld van het wonder van intelligente schepping. — Psalm 139:14.
2. Welk aspect van het gezichtsvermogen blijft voor geleerden nog altijd een raadsel?
2 Hoewel geleerden heel wat weten over de biologische werking van het oog en de hersenen, weten zij weinig over het hoe en waarom wij op een bepaalde manier reageren op wat wij zien. Men begrijpt bijvoorbeeld niet volledig waarom de ene persoon rood verkiest boven blauw terwijl de andere blauw verkiest boven rood, of waarom verschillende kleuren een verschillende uitwerking op ons hebben. Het verband tussen het zien van iets en de reactie erop blijft een raadsel. Maar Jehovah, de Maker van het oog, en zijn Zoon en medewerker Jezus Christus, zijn zich heel goed bewust van de ingewikkelde structuur van het letterlijke oog, en zij weten hoe het oog invloed uitoefent op onze daden en ons leven.
„De lamp van het lichaam”
3. Hoe is het oog „de lamp van het lichaam”?
3 Jezus merkte op dat ’de lamp van het lichaam het oog is’ (Matthéüs 6:22). Een lamp wordt gebruikt om een donkere plaats te verlichten, opdat wij weten waar wij ons bevinden, hoe wij moeten handelen, in welke richting wij moeten gaan, enzovoort. Door licht in ons lichaam binnen te laten, vervullen onze ogen dezelfde functie als een lamp. Ze stellen ons in staat in nauw contact te blijven met de wereld om ons heen en er op een verstandige en specifieke wijze op te reageren in plaats dat wij rondtasten, struikelen en ons misschien bezeren.
4. Welke invloed oefent de conditie van het oog op ons uit?
4 De mate waarin het oog als een lamp voor het lichaam kan dienen, hangt echter voornamelijk van de conditie van het oog af. Daarom zei Jezus vervolgens: „Wanneer dan uw oog zuiver is, zal uw hele lichaam helder zijn; maar wanneer uw oog boos is, zal uw hele lichaam duister zijn. Indien het licht dat in u is, in werkelijkheid duisternis is, hoe groot is die duisternis dan!” (Matthéüs 6:22, 23) Hieruit kunnen wij opmaken welk een enorme invloed het oog op onze gehele levenswandel uitoefent, ten goede of ten kwade.
De invloed van het oog
5. In welke mate was het oog betrokken bij de verleiding waaraan Satan Eva blootstelde?
5 Laten wij het geval van de eerste vrouw, Eva, eens beschouwen. De mate waarin het oog haar daden beïnvloedde, blijkt uit het verslag dat de bijbel geeft van haar ontmoeting met de Misleider, Satan de Duivel (2 Korinthiërs 11:3; 1 Timótheüs 2:14). Satan opperde dat ’haar ogen stellig geopend zouden worden’ als zij Gods gebod gewoon zou negeren en de vrucht van „de boom der kennis van goed en kwaad” zou nemen en die zou eten. Hoe reageerde zij hierop? De bijbel vertelt ons: „Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken.” Zij liet toe dat haar ogen naar iets bleven kijken wat voor haar verboden was. Aldus gebruikte zij haar ogen moedwillig op een verkeerde wijze. Wat was het gevolg? „Zij nam dan van zijn vrucht en at.” — Genesis 2:17; 3:4-6.
6. Hoe beïnvloedt het oog onze daden?
6 Dit was ongetwijfeld niet de eerste keer dat Eva „de boom der kennis van goed en kwaad” of de vrucht ervan zag. Maar nu gebeurde er iets anders. Deze keer leek de boom „iets . . . waarnaar het verlangen der ogen uitging” en was hij „begeerlijk om naar te kijken”. Verlangen en begeerte zijn normaal gesproken geen eigenschappen van het oog, maar van het hart. Maar door wat het oog ziet, worden het verlangen en de begeerte van het hart zodanig versterkt dat dit tot daden kan leiden. In Eva’s geval hadden deze daden niet alleen rampzalige gevolgen voor haarzelf en haar man, Adam, maar ook voor al hun toekomstige nakomelingen, met inbegrip van ons in deze tijd. — Romeinen 5:12; Jakobus 1:14, 15.
7. Hoe was het oog betrokken bij Satans derde poging Jezus te misleiden, en wat was het eindresultaat?
7 Doch als bewijs dat het mogelijk is weerstand te bieden aan elke invloed ten kwade die ons via het oog zou kunnen bereiken, zouden wij het voorbeeld van Jezus Christus kunnen beschouwen. Opnieuw was dezelfde Verzoeker, Satan, erbij betrokken. In zijn derde poging Jezus van het doen van Gods wil af te brengen, „nam de Duivel hem mee naar een ongewoon hoge berg, en hij toonde hem alle koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid”. Merk op dat Satan Jezus niet slechts mondeling alle macht en heerlijkheid van de wereld aanbood in ruil voor een daad van aanbidding. Hij „toonde hem” deze dingen, waarbij hij munt sloeg uit de krachtige invloed van het oog. Maar aangezien Jezus’ oog niet door het verleidelijke aanbod werd afgeleid maar scherp was ingesteld op zijn verhouding met zijn hemelse Vader, Jehovah, slaagde hij erin Satans listige plan te verijdelen. — Matthéüs 4:8-10.
8. Welke lessen kunnen wij uit het voorbeeld van Eva en van Jezus leren?
8 Wat kunnen wij uit bovengenoemde voorbeelden leren? In de eerste plaats dat hetgeen waarop wij ons oog richten, de goede of de slechte verlangens van ons hart kan versterken. Dit kan tot een handelwijze leiden die over onszelf en anderen hetzij zegen of rampspoed zal brengen. In de tweede plaats is het duidelijk dat Satan zijn slachtoffers graag misleidt door via de ogen te werken. Van alle methoden waarvan Satan zich bedient bij het nastreven van zijn „bedoelingen” om de mensheid te misleiden, schijnt de verleiding die wordt geschapen door dat wat men met het oog ziet, een van de doeltreffendste te zijn. — 2 Korinthiërs 2:11.
9. Hoe bevordert Satan in deze tijd „de begeerte der ogen”?
9 In deze tijd maakt Satan nog steeds gebruik van dezelfde tactiek bij zijn snode plannen om alle mensen af te brengen van het doen van Gods wil. Door middel van het klatergoud van de wereld, bevordert Satan „de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft” (1 Johannes 2:16). Dit blijkt duidelijk uit de reclamestunts waarvan de handelswereld zich bedient. Is het niet zo dat reclames waarbij het visuele effect wordt uitgebuit, het meeste succes boeken? De duizenden kleurrijke affiches en lichtreclames, de op glanzend papier afgedrukte illustraties in tijdschriften en reclamebladen en de knappe televisiespots — alsmede de miljarden guldens die gebruikt worden om ze te produceren — getuigen alle van het feit dat reclame er helemaal op gericht is „de begeerte der ogen” van de consument op te wekken.
10. Wat wordt in werkelijkheid door de handelswereld bevorderd?
10 Hoewel veel van deze reclameboodschappen misschien weinig aan de verbeelding overlaten, is een subtieler effect dat ze in werkelijkheid niet alleen consumptieartikelen maar ook levensstijlen propageren. Heel vaak worden de artikelen getoond als goederen die door de meest bevoorrechte, invloedrijke, gelukkige en uiterlijk knappe mensen worden gebruikt. De boodschap is dat als de consument dat artikel gebruikt, zijn „middelen voor levensonderhoud” hem automatisch in een van die categorieën zullen plaatsen. Reclameontwerpers weten dat wanneer iemand eenmaal een bepaalde levensstijl heeft aangenomen, er weinig voor nodig is om hem of haar ertoe te brengen de goederen en handelsartikelen te aanvaarden die erbij behoren. In dit licht bezien doen opgedragen christenen er beslist verstandig aan de in Hebreeën 13:5 opgetekende raad ter harte nemen! Wij lezen daar: „Laat uw levenswijze vrij zijn van de liefde voor geld, en weest tevreden met de tegenwoordige dingen.”
Het oog „zuiver” houden, niet „boos” laten worden
11. Leg uit wat de uitdrukkingen „zuiver” en „boos” in Jezus’ uitspraak over het oog betekenen.
11 Aangezien wij dagelijks met zo’n reeks oogstrelende, afleidende factoren worden geconfronteerd, kunnen wij des te beter beseffen waarom Jezus Christus ons aanspoorde ons oog „zuiver” te houden en niet „boos” te laten worden (Matthéüs 6:22, 23). Wat betekent dat? „Zuiver” is hier de vertaling van het Griekse woord haʹplous, dat strikt genomen onverdeeldheid van geest of toewijding aan één doel betekent. „Boos” daarentegen is in het oorspronkelijke Grieks po·neʹros en heeft de betekenis van slecht, waardeloos, kwaad. In plaats dat het ’zuivere oog’ dus door alles wat er gebeurt, wordt afgeleid of op een zijspoor wordt geleid, richt het zijn aandacht uitsluitend op één ding. In tegenstelling hiermee is het ’boze oog’ gemakkelijk af te leiden, sluw en begerig en wordt het naar twijfelachtige en duistere dingen getrokken.
12. Beschouw en verklaar de context van Jezus’ bespreking.
12 Maar waarop dient het oog zich te richten opdat het ’hele lichaam helder zal zijn’? Een beschouwing van de context zal ons helpen het antwoord te weten te komen. In de voorgaande verzen sprak Jezus over „schatten op aarde” en „schatten in de hemel”. Hij zei dat ’waar uw schat is, daar ook uw hart zal zijn’. Na vervolgens over het oog gesproken te hebben, beklemtoonde hij opnieuw hoe noodzakelijk het is er blijk van te geven slechts één doel voor ogen te houden door te zeggen: „Niemand kan twee meesters”, God en de Rijkdom, „als slaaf dienen.” In de volgende verzen gaf hij raad over de kijk die men op de dagelijkse levensbehoeften moet hebben, waarna hij besloot met de aansporing: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd.” — Matthéüs 6:19-34.
13. Waarop dienen wij ons oog te richten opdat ons ’hele lichaam helder zal zijn’? Waarom?
13 Wat kunnen wij uit dit alles afleiden? Jezus spreekt hier over doeleinden in het leven en wijst op de nutteloosheid van het najagen van materiële dingen en de zegen van het ontwikkelen van belangstelling voor geestelijke zaken. Hij zegt ons duidelijk dat als wij ons oog uitsluitend op de Koninkrijksbelangen richten, ons „hele lichaam helder [zal] zijn”. Waarom? Omdat als wij het doen van Gods wil tot ons doel in het leven maken, wij eropuit zullen zijn het glorierijke goede nieuws in ieder aspect van ons leven te weerspiegelen. Wij kunnen dan niet alleen vooruitzien naar een schitterende toekomst, maar kunnen ook bevrijd worden van de duistere en achterbakse dingen die worden voortgebracht wanneer men zijn leven aan zelfzuchtige bezigheden wijdt. — 2 Korinthiërs 4:1-6.
14. Hoe kan er gezegd worden dat het „duisternis” tot gevolg heeft wanneer men het oog op materiële rijkdommen richt?
14 De apostel Paulus zette kracht bij aan Jezus’ woorden toen hij uitlegde: „Zij . . . die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten” (1 Timótheüs 6:9). Deze woorden houden beslist veel in! Het nieuws staat bol van verhalen over senatoren, burgemeesters, rechters, bankiers, topfunctionarissen in het bedrijfsleven en anderen die betrapt zijn toen zij zich schuldig maakten aan witte-boordencriminaliteit, waarmee, volgens één rapport, alleen al in de Verenigde Staten ’minimaal tweehonderd miljard dollar per jaar’ gemoeid is. De ’verzoeking en strik’ om rijk te worden, hebben veel eens gerespecteerde personen in schurken en misdadigers veranderd. Wij zullen het beslist willen vermijden ’in vernietiging en verderf gestort’ te worden en in de „duisternis” terecht te komen waarvoor Jezus waarschuwde. — Zie Spreuken 23:4, 5.
15, 16. (a) Welke andere „begeerte der ogen” moeten wij mijden? (b) Hoe zou u de raad in Spreuken 27:20 op onze bespreking van toepassing brengen?
15 Lopen echter alleen degenen die het oog op het verwerven van rijkdom hebben gericht, gevaar in duisternis te wandelen? Neen, want „de begeerte der ogen” omvat nog veel meer dingen. Roep u Jezus’ woorden in Matthéüs 5:28 te binnen: „Een ieder die naar een vrouw blijft kijken ten einde hartstocht voor haar te hebben, [heeft] in zijn hart reeds overspel met haar . . . gepleegd.” Die waarschuwing kan beslist ook van toepassing gebracht worden op iemand die toelaat dat zijn ogen blijven kijken naar materiaal dat ten doel heeft ongeoorloofde hartstochten en begeerten te prikkelen of op te wekken.
16 Dan is er de bezorgdheid met betrekking tot eten, drinken, en kleding, waarover Jezus sprak (Matthéüs 6:25-32). Hoewel deze dingen noodzakelijk zijn, kan een buitensporig verlangen om altijd het laatste, het kostbaarste en het meest begeerde te hebben, onze geest en ons hart in slavernij brengen (Romeinen 16:18; Filippenzen 3:19). Zelfs in ontspanning, hobby’s, sport, lichaamsbeweging, enzovoort, moeten wij een juist evenwicht bewaren en op onze hoede zijn dat wij ons niet laten meeslepen door de rages en grillen van de wereld. Op al deze terreinen zou het goed voor ons zijn de wijze woorden in gedachte te houden die in Spreuken 27:20 staan opgetekend: „Sjeool en de plaats van het verderf raken niet verzadigd; evenmin raken de ogen van een mens verzadigd.” Ja, wij moeten zelfbeheersing oefenen, opdat wij ons geestelijke leven niet in gevaar brengen doordat wij onze ogen trachten te verzadigen.
Zegeningen wegens het „zuiver” houden van ons oog
17. Hoe heeft het „zuiver” houden van het oog sommigen geholpen de Koninkrijksbelangen te behartigen?
17 Degenen die hun oog „zuiver” hebben gehouden en het strak op Gods koninkrijk en beloften hebben gericht, hebben veel zegeningen van Jehovah ontvangen. Dit wordt goed geïllustreerd door de ervaringen van mensen van alle rangen en standen overal ter wereld. Beschouw de volgende voorbeelden eens:
„Toen ik in Colombia (Zuid-Amerika) diende waar de behoefte groot is, moest ik leven van een inkomen van ten naaste bij $100 per maand. Ik was met pionieren begonnen, maar in het begin van de maand viel ik en brak ik mijn enkel. De hieruit voortvloeiende onkosten voor medische behandeling deden een aanslag op mijn financiële middelen, en ik zou pas aan het einde van de maand weer geld krijgen. Het werd tijd voor mijn bijdrage voor de Koninkrijkszaal, maar als ik het geld zou geven, zou ik niets hebben waarmee ik de volgende week zou kunnen rondkomen. Na de kwestie enkele dagen lang overdacht te hebben, besloot ik het geld in de bijdragenbus te doen, omdat ik wist dat de zaalhuur betaald moest worden. De volgende morgen reeds ontving ik een brief van een zuster in de Verenigde Staten die mij in Colombia had opgezocht. In haar brief sloot zij wat Colombiaans geld in dat zij van haar bezoek had overgehouden. Het was precies het bedrag dat ik in de bijdragenbus had gedeponeerd.”
Op een warme dinsdagmiddag werd Ki, die in Taetjoen, Korea, een kliniek beheert, door drie medewerkers uitgenodigd om ’s middags met hen naar het strand te gaan. Hoewel het idee aanlokkelijk was, wist Ki dat hij, als hij ging, niet op tijd terug zou zijn om die avond naar de gemeenteboekstudie te gaan. Daarom sloeg hij het aanbod af. Enkele ogenblikken later werden de drie naar de kliniek teruggebracht — dood! Zij hadden onmiddellijk nadat zij de kliniek hadden verlaten een fataal auto-ongeluk gehad. Ki was bedroefd over het incident, maar hij was blij dat zijn leven gespaard was omdat hij had vastgehouden aan de goede gewoonte die hij in de loop der jaren had gevormd. — Hebreeën 10:24, 25.
18. Hoe kan jongeren worden geleerd hun oog „zuiver” te houden?
18 Zelfs aan jongeren kan worden geleerd dat zij het oog op de Koninkrijksbelangen gericht moeten houden, zoals door de volgende ervaring wordt geïllustreerd:
„Toen wij van twee bezoekers hoorden dat broeders in drie gemeenten op de Filippijnen $1000 per gemeente moesten opbrengen — een flinke som gelds voor hen — om hun afgebrande Koninkrijkszaal te herbouwen, besloten mijn man en ik een bijdrage te geven. Hoe stond het met onze vier kinderen, van vier maanden tot zes jaar oud? Elke week als mijn man zijn salaris kreeg, kocht hij voor elk kind een zilveren dollar. Mijn man verdeelde de geldstukken, zodat elk kind kon zien hoeveel hij had. Wij spraken ook over enkele van de dingen waarop zij hun zinnen hadden gezet en die zij met het geld hadden willen kopen. Maar het antwoord was altijd hetzelfde — zij wilden het geld aan de broeders geven.” Met hun $99 stuurden de kinderen ook een eenvoudig briefje. De broeders en zusters op de Filippijnen waren zo door hun liefde en edelmoedigheid bewogen dat velen van hen hun tranen niet konden bedwingen toen de brief werd voorgelezen.
19. Waarop moeten wij onze ogen gevestigd houden om van een schitterende toekomst verzekerd te zijn?
19 „Wat uw ogen betreft, recht vooruit dienen ze te kijken, ja, uw eigen stralende ogen dienen met gespannen aandacht recht voor u uit te zien” (Spreuken 4:25). Wat is het verstandig die raad ter harte te nemen en niet toe te laten dat onze ogen ronddwalen, zodat ze worden afgeleid! „Ziet er . . . nauwlettend op toe hoe gij wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen”, luidde Paulus’ raad, „de gelegen tijd voor uzelf uitkopend, omdat de dagen goddeloos zijn.” Ook gaf hij de aansporing: „Blijft inzien wat de wil van Jehovah is” (Efeziërs 5:15-17). Door dit te doen, kunnen wij er verzekerd van zijn dat wij erin zullen slagen ons oog „zuiver” te houden en kunnen wij vol vertrouwen uitzien naar een schitterende toekomst — eeuwig leven in Gods beloofde nieuwe samenstel van dingen. — Vergelijk 2 Korinthiërs 4:17, 18.
Kunt u dit uitleggen?
◻ Hoe is het oog „de lamp van het lichaam”?
◻ Hoe oefent het oog invloed uit op onze daden, zoals uit het voorbeeld van Eva en van Jezus blijkt?
◻ Op welke manieren doet Satan thans een beroep op „de begeerte der ogen”?
◻ Wat moeten wij doen om ons oog „zuiver” te houden?
◻ Waarop dienen wij het oog thans te richten?
[Illustratie op blz. 12]
Datgene waarop wij het oog richten, kan de begeerte van het hart versterken