LESJEM-STEEN
(le̱sjem).
Een niet-geïdentificeerde edelsteen die de eerste steen was van de derde rij edelstenen op het „borststuk der rechtspraak” van de hogepriester. — Ex 28:15, 19; 39:12.
Diverse stenen, zoals barnsteen, hyacint, opaal en toermalijn, zijn reeds vereenzelvigd met de „lesjem-steen”, maar geen van deze identificaties kan met zekerheid worden vastgesteld. Daarom laat de Nieuwe-Wereldvertaling het Hebreeuwse woord onvertaald en zegt lesjem-steen.