BIJBELVERZEN UITGELEGD
Jozua 1:9 — ‘Wees sterk en moedig’
‘Ik gebied je opnieuw: Wees moedig en sterk. Laat je niet door angst verlammen, want Jehovah, je God, is met je, waar je ook gaat’ (Jozua 1:9, Nieuwewereldvertaling).
‘Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE, uw God, is met u, overal waar u heen gaat’ (Jozua 1:9, Herziene Statenvertaling).
Betekenis van Jozua 1:9
Met deze woorden stelde Jehovaha God zijn trouwe aanbidder Jozua gerust. Hij kon ‘moedig en sterk’ zijn ook al kreeg hij te maken met grote uitdagingen en problemen die onoverkomelijk leken. Jozua hoefde niet bang te zijn voor de toekomst zolang hij zich aan Gods geboden hield, want het zou zijn alsof Jehovah bij hem was om hem te helpen. God was met Jozua doordat hij hem instructies gaf en hem de overwinning gaf op zijn vijanden.
Hoe kon Jozua ‘moedig en sterk’ zijn? Hij kon moed en kracht putten uit de geïnspireerde geschriften waarin Jehovah toen had voorzien. Daar zat ‘de hele wet’ bij die Mozes hem geboden had (Jozua 1:7).b Jehovah zei tegen Jozua: ‘Je moet er dag en nacht met gedempte stem in lezen’, of volgens de Herziene Statenvertaling: ‘U moet het dag en nacht overdenken’ (Jozua 1:8). Dat lezen en overdenken zou Jozua’s overtuiging om Gods wil te doen versterken. Vervolgens moest Jozua iets doen met wat hij uit Gods Woord leerde. Hij moest zich ‘strikt houden aan alles wat erin staat’. Dan zou hij zich verstandig gedragen en succes hebben. En dat is precies wat er is gebeurd. Hoewel het niet altijd makkelijk was, had hij een rijk en gelukkig leven als trouwe aanbidder van Jehovah (Jozua 23:14; 24:15).
Wat Jehovah tegen Jozua zei, is ook in deze tijd bemoedigend. Het laat uitkomen hoeveel zorg Jehovah heeft voor al zijn aanbidders, vooral als ze het moeilijk hebben. Hij wil dat ze net als Jozua succes hebben. En ze kunnen net als Jozua ‘moedig en sterk’ zijn als ze Gods Woord, de Bijbel, geregeld lezen en overdenken en er dan ook naar leven.
Context van Jozua 1:9
Na de dood van Mozes wilde Jehovah dat Jozua het volk Israël zou leiden (Jozua 1:1, 2). De Israëlieten stonden op het punt het beloofde land, Kanaän, binnen te gaan. Maar eerst moesten ze afrekenen met machtige vijanden. Jozua moest bijvoorbeeld oorlog voeren tegen de Kanaänieten, die heel slecht waren (Deuteronomium 9:5; 20:17, 18).c De Kanaänieten waren ook talrijker en beter toegerust voor de strijd (Jozua 9:1, 2; 17:18). Maar Jozua volgde moedig de instructies van Jehovah op. En God liet inderdaad zien dat hij met hem was, want de Israëlieten overwonnen de meeste vijanden in slechts zes jaar (Jozua 21:43, 44).
a Jehovah is een Nederlandse vertaling van de Hebreeuwse naam voor God, de vier letters יהוה (JHWH), ook wel het Tetragrammaton genoemd. Die naam wordt in dit vers in de Herziene Statenvertaling weergegeven met ‘de HEERE’. In het artikel ‘Wie is Jehovah?’ is meer informatie te vinden over Jehovah en de reden waarom Bijbelvertalingen die naam niet gebruiken.
b De geïnspireerde geschriften die Jozua tot zijn beschikking had en die we nu in de Bijbel terugvinden, omvatten waarschijnlijk de vijf boeken van Mozes (Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium), het boek Job en een of twee psalmen.
c Zie voor de redenen waarom die oorlog noodzakelijk was het artikel ‘Waarom voerde God oorlog tegen de Kanaänieten?’ in De Wachttoren van 1 januari 2010.