Loyaal Gods geïnspireerde Woord hoog houden
„Wij hebben gebroken met de achterbakse dingen waarover men zich dient te schamen, daar wij niet met listigheid wandelen noch het woord van God vervalsen.” — 2 KORINTHIËRS 4:2.
1. (a) Wat wordt er vereist om het werk tot stand te brengen dat in Mattheüs 24:14 en 28:19, 20 wordt aangegeven? (b) In hoeverre was de bijbel in de talen van de mensen beschikbaar toen de wereld haar laatste dagen binnenging?
IN ZIJN omvangrijke profetie betreffende de tijd van zijn koninklijke tegenwoordigheid en het besluit van het oude samenstel van dingen voorzei Jezus Christus: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” Ook droeg hij zijn volgelingen op: „Maakt discipelen van mensen uit alle natiën, . . . en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Mattheüs 24:14; 28:19, 20). De vervulling van die profetieën brengt veel werk met zich. De bijbel moet vertaald en gedrukt worden en mensen moet worden geleerd wat de betekenis ervan is, terwijl zij ook geholpen moeten worden Gods Woord in hun leven toe te passen. Wat is het een voorrecht een aandeel te hebben aan die activiteit! Reeds in 1914 was de bijbel of een gedeelte ervan in 570 talen uitgegeven. Maar sedertdien zijn daar nog honderden talen en talrijke dialecten aan toegevoegd, en in veel talen is meer dan één vertaling beschikbaar gekomen.a
2. Welke uiteenlopende beweegredenen hebben invloed uitgeoefend op het werk van bijbelvertalers en -uitgevers?
2 Iedere vertaler staat voor de moeilijke taak om van materiaal in een bepaalde taal een tekst te maken die begrijpelijk is voor hen die een andere taal lezen en horen. Sommige bijbelvertalers zijn er bij hun werk sterk van doordrongen geweest dat hetgeen zij vertaalden, het Woord van God was. Anderen waren eenvoudig gefascineerd door de wetenschappelijke uitdaging van het project. Misschien hebben zij de inhoud van de bijbel als louter een waardevol cultureel erfgoed bezien. Sommigen zijn zakelijk geïnteresseerd in religie en het uitbrengen van een boek met hun naam erin als vertaler of uitgever, vormt een bron van inkomsten. Hun beweegredenen zijn uiteraard van invloed op de wijze waarop zij te werk gaan.
3. Hoe heeft het New World Bible Translation Committee zijn werk bezien?
3 Opmerkenswaard is de volgende verklaring van het New World Bible Translation Committee: „De Heilige Geschriften uit hun oorspronkelijke talen . . . in een hedendaagse taal over te zetten . . . betekent dat men in een andere taal de gedachten en uitspraken weergeeft van Jehovah God . . . Dit is een ernstig stemmende gedachte. De vertalers van dit werk, die vrees en liefde voor de Goddelijke Auteur van de Heilige Geschriften koesteren, voelen zich er vooral tegenover Hem verantwoordelijk voor, zijn gedachten en verklaringen zo nauwkeurig mogelijk over te brengen. Zij voelen zich ook verantwoordelijk tegenover de serieuze lezers die zich voor hun eeuwige redding op een vertaling van het geïnspireerde Woord van de Allerhoogste God verlaten. In het besef van deze zware verantwoordelijkheid heeft een comité van toegewijde mannen in de loop van vele jaren de New World Translation of the Holy Scriptures tot stand gebracht.” Het doel van het comité was een vertaling van de bijbel te hebben die helder en begrijpelijk zou zijn en die zich zo nauwgezet aan het oorspronkelijke Hebreeuws en Grieks zou houden dat ze een fundament zou verschaffen voor aanhoudende groei in nauwkeurige kennis.
Wat is er met Gods naam gebeurd?
4. Welke belangrijkheid wordt in de bijbel aan de naam van God toegekend?
4 Een van de voornaamste oogmerken van de bijbel is mensen te helpen de ware God te leren kennen (Exodus 20:2-7; 34:1-7; Jesaja 52:6). Jezus Christus leerde zijn volgelingen te bidden dat de naam van zijn Vader „geheiligd”, als heilig beschouwd of als heilig behandeld, zou worden (Mattheüs 6:9). God heeft zijn persoonlijke naam meer dan 7000 maal in de bijbel laten opnemen. Hij wil dat mensen die naam en de hoedanigheden van Degene die hem draagt, kennen. — Maleachi 1:11.
5. Hoe hebben verschillende vertalers de goddelijke naam weergegeven?
5 Veel bijbelvertalers hebben oprecht respect voor de goddelijke naam getoond en hebben die naam consequent in hun werk gebruikt. Sommige vertalers geven de voorkeur aan Jahweh. Anderen hebben een vorm van de goddelijke naam gekozen die aangepast is aan hun eigen taal maar nog duidelijk geïdentificeerd kan worden met wat in de Hebreeuwse tekst staat, mogelijk een vorm die door langdurig gebruik bekendheid geniet. De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift gebruikt in de hoofdtekst 7210 maal Jehovah.
6. (a) Wat hebben vertalers de laatste jaren met vermeldingen van de goddelijke naam gedaan? (b) Op welke schaal is dit gedaan?
6 De laatste jaren verwijderen bijbelvertalers, hoewel zij de naam van heidense godheden zoals Baäl en Molech wel aanhouden, steeds vaker de persoonlijke naam van de ware God uit vertalingen van zijn geïnspireerde Woord (Exodus 3:15; Jeremia 32:35). In passages als Mattheüs 6:9 en Johannes 17:6, 26 geeft een wijdverbreide Albanese vertaling de Griekse uitdrukking „uw naam” (dat wil zeggen de naam van God) eenvoudig weer met „u”, alsof in die schriftplaatsen geen sprake is van een naam. (Zie ook Johannes 17:26 in de GNB en Het Boek.) In Psalm 83:18 laten de Groot Nieuws Bijbel en Het Boek zowel Gods persoonlijke naam als elke zinspeling op het feit dat God een naam heeft weg. Hoewel de goddelijke naam in oudere vertalingen van de Hebreeuwse Geschriften in de meeste talen wel voorkwam, laten nieuwere vertalingen hem dikwijls weg of vermelden hem slechts in een kanttekening. Dit is zowel in het Engels het geval als in vele talen die gesproken worden in Europa, Afrika, Zuid-Amerika, India en de eilanden in de Grote Oceaan.
7. (a) Wat doen de vertalers van sommige Afrikaanse bijbels met de goddelijke naam? (b) Hoe denkt u daarover?
7 Vertalers van de bijbel in sommige Afrikaanse talen gaan nog een stap verder. In plaats van de goddelijke naam alleen maar te vervangen door een bijbelse titel, zoals God of Heer, lassen zij namen in die aan plaatselijke religieuze overtuigingen zijn ontleend. In „Het Nieuwe Testament en de Psalmen in het Zoeloe” (uitgave 1986) werd de titel God (uNkulunkulu) door elkaar gebruikt met een persoonlijke naam (uMvelinqangi), die volgens Zoeloe-begrippen betrekking heeft op ’de grote voorouder die door bemiddeling van menselijke voorouders wordt aanbeden’. Een artikel in het tijdschrift The Bible Translator van oktober 1992 berichtte dat vertalers bij het gereedmaken van de bijbel in het Chichewa, die Buku Loyera zal heten, Chauta (spreek uit: cha-oe-ta) als persoonlijke naam gebruikten ter vervanging van Jehovah. Chauta, zo legde het artikel uit, is „de God die zij altijd hebben gekend en aanbeden”. Maar veel van deze mensen aanbidden ook wat naar zij geloven geesten van de doden zijn. Is het waar dat als mensen smeekbeden richten tot een „Opperwezen”, elke willekeurige naam die zij voor het „Opperwezen” gebruiken een deugdelijk equivalent is voor de persoonlijke naam Jehovah, ongeacht wat hun aanbidding verder nog mag inhouden? Zeer beslist niet! (Jesaja 42:8; 1 Korinthiërs 10:20) Gods persoonlijke naam vervangen door iets wat mensen het idee geeft dat hun traditionele geloofsovertuigingen feitelijk juist zijn, helpt hen niet dichter tot de ware God te komen.
8. Waarom is Gods voornemen om zijn naam bekend te laten maken, niet verijdeld?
8 Dit alles heeft Jehovah’s voornemen om zijn naam bekend te laten maken, noch veranderd noch verijdeld. In de talen die gesproken worden in Europa, Afrika, Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, het Verre Oosten en de eilanden in de wereldzeeën zijn nog steeds veel bijbels in omloop waarin de goddelijke naam voorkomt. Er zijn ook meer dan 5.400.000 getuigen van Jehovah in 233 landen en gebieden die er gezamenlijk meer dan een miljard uur per jaar aan besteden om anderen over de naam en het voornemen van de ware God te vertellen. Zij drukken en verspreiden bijbels — waarin de goddelijke naam wordt gebruikt — in talen die door zo’n 3.600.000.000 aardbewoners worden gesproken, waaronder Engels, Chinees, Russisch, Spaans, Portugees, Frans en Nederlands. Zij drukken ook hulpmiddelen voor bijbelstudie in talen die door de overgrote meerderheid van de wereldbevolking gesproken worden. Binnenkort zal God zelf handelend optreden op een manier waardoor zijn uitspraak dat de natiën ’zullen moeten weten dat hij Jehovah is’, onmiskenbaar in vervulling zal gaan. — Ezechiël 38:23.
Als persoonlijke geloofsovertuigingen de vertaling kleuren
9. Hoe geeft de bijbel te kennen welke ernstige verantwoordelijkheid er rust op degenen die Gods Woord hanteren?
9 Zowel op degenen die Gods Woord vertalen als op hen die het onderwijzen, rust een zware verantwoordelijkheid. De apostel Paulus zei over zijn bediening en die van zijn metgezellen: „Wij hebben gebroken met de achterbakse dingen waarover men zich dient te schamen, daar wij niet met listigheid wandelen noch het woord van God vervalsen, maar door de waarheid openbaar te maken, onszelf aan ieder menselijk geweten aanbevelen voor het oog van God” (2 Korinthiërs 4:2). Vervalsen doelt op bederven door vermenging met vreemde of inferieure elementen. De apostel Paulus was niet als de trouweloze herders van Israël in Jeremia’s tijd, die door Jehovah werden terechtgewezen omdat zij hun eigen ideeën predikten in plaats van wat God had gezegd (Jeremia 23:16, 22). Maar wat is er in de tegenwoordige tijd gebeurd?
10. (a) Hoe hebben andere beweegredenen dan loyaliteit jegens God sommige hedendaagse vertalers beïnvloed? (b) Welke rol hebben zij zich daarmee aangematigd?
10 Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte een commissie van theologen en predikanten met de nazi-regering in Duitsland samen om een herzien „Nieuw Testament” uit te brengen waaruit alle positieve uitlatingen over de joden en alle aanduidingen van het joodse voorgeslacht van Jezus Christus verwijderd waren. Meer recent zijn vertalers die The New Testament and Psalms: An Inclusive Version hebben uitgebracht, naar de andere kant overgeheld door te proberen alle aanwijzingen dat de joden verantwoordelijkheid droegen in verband met de dood van Christus uit te wissen. Die vertalers meenden ook dat feministische lezers het prettiger zouden vinden als er over God niet werd gesproken als de Vader maar als Vader-Moeder, en als er van Jezus niet werd gezegd dat hij Gods Zoon was, maar zijn Kind (Mattheüs 11:27). Nu zij toch bezig waren, verwijderden zij ook maar het beginsel van onderworpenheid van vrouwen aan hun man en gehoorzaamheid van kinderen aan ouders (Kolossenzen 3:18, 20). De medewerkers aan die vertalingen onderschreven kennelijk niet het vaste besluit van de apostel Paulus om ’het woord van God niet te vervalsen’. Zij verloren de rol van vertaler uit het oog en namen de positie van auteur in door boeken uit te brengen die de reputatie van de bijbel gebruikten als middel om hun eigen meningen te propageren.
11. Hoe zijn de leerstellingen van de christenheid in strijd met wat de bijbel over de ziel en de dood zegt?
11 De kerken van de christenheid leren over het algemeen dat de menselijke ziel geest is, dat ze bij de dood het lichaam verlaat en dat ze onsterfelijk is. In tegenstelling daarmee zeggen oudere bijbelvertalingen in de meeste talen duidelijk dat zowel mensen als dieren zielen zijn en dat de ziel sterft (Genesis 12:5; 36:6; Numeri 31:28; Jakobus 5:20). Dat heeft de geestelijken in verlegenheid gebracht.
12. Hoe verdoezelen sommige recente vertalingen fundamentele bijbelse waarheden?
12 Nu verdoezelen sommige nieuwere vertalingen deze waarheden. Hoe? Ze vermijden eenvoudig een rechtstreekse vertaling van het Hebreeuwse zelfstandig naamwoord neʹfesj (ziel) in bepaalde schriftplaatsen. In Genesis 2:7 zeggen ze misschien dat de eerste mens „tot leven kwam” (in plaats van ’een levende ziel werd’). Of ze hebben het over „schepsel” in plaats van „ziel” in het geval van dierlijk leven (Genesis 1:21). In schriftplaatsen zoals Ezechiël 18:4, 20 spreken ze van „een mens” of „degene” (in plaats van „de ziel”) die sterft. Zulke weergaven zijn in de ogen van de vertaler misschien gerechtvaardigd. Maar in hoeverre helpen ze de oprechte waarheidszoeker wiens denken al voorgeprogrammeerd is door de onschriftuurlijke leerstellingen van de christenheid?b
13. Op welke wijze hebben sommige bijbelvertalingen Gods voornemen met de aarde verhuld?
13 In een poging hun geloof dat alle goede mensen naar de hemel gaan te ondersteunen, kan het ook gebeuren dat vertalers — of theologen die hun werk beoordelen — proberen te verbergen wat de bijbel over Gods voornemen met de aarde zegt. In Psalm 37:11 staat in een aantal vertalingen dat de nederigen „het land” zullen bezitten. „Land” is een mogelijke vertaling van het woord (ʼeʹrets), dat in de Hebreeuwse tekst wordt gebruikt. Today’s English Version (die de basis vormt voor vertalingen in veel andere talen) gaat echter verder. Hoewel deze vertaling het Griekse woord ge in het Evangelie van Mattheüs zeventienmaal weergeeft met „aarde”, wordt in Mattheüs 5:5 „aarde” vervangen door de zinsnede „wat God heeft beloofd”. Kerklidmaten brengen dit vanzelfsprekend met de hemel in verband. Zij worden er niet eerlijk over ingelicht dat Jezus Christus in zijn Bergrede zei dat de zachtaardigen, zachtmoedigen of nederigen ’de aarde zullen beërven’.
14. Welke zelfzuchtige beweegreden blijkt duidelijk uit bepaalde bijbelvertalingen?
14 Sommige bijbelvertalingen bedienen zich kennelijk van een woordkeus die ten doel heeft predikers aan een goed salaris te helpen. Het is waar dat de bijbel zegt: „De werkman is zijn loon waard” (1 Timotheüs 5:18). Maar in 1 Timotheüs 5:17, waar staat dat oudere mannen die op een voortreffelijke wijze de leiding hebben, ’dubbele eer waardig moet worden geacht’, is de enige eer die sommigen van hen de moeite van het vermelden waard vinden, van financiële aard. (Vergelijk 1 Petrus 5:2.) Zo zegt The New English Bible dat deze ouderlingen „een dubbele bezoldiging waardig geacht dient te worden”, en de Contemporary English Version zegt dat zij „het verdienen tweemaal zoveel betaald te krijgen”.
Loyaal Gods Woord hoog houden
15. Hoe kunnen wij vaststellen welke bijbelvertalingen wij dienen te gebruiken?
15 Wat betekent dit alles voor de individuele bijbellezer en voor degenen die de bijbel gebruiken om anderen te onderwijzen? In de meeste veelgesproken talen kan er uit meer dan één bijbelvertaling gekozen worden. Toon onderscheidingsvermogen in de keus van de bijbel die u wilt gebruiken (Spreuken 19:8). Indien een vertaling niet eerlijk is ten aanzien van de identiteit van God zelf — door zijn naam onder welk voorwendsel maar ook uit zijn geïnspireerde Woord te verwijderen — zouden de vertalers dan niet ook met andere delen van de bijbeltekst geknoeid kunnen hebben? Als u twijfelt aan de deugdelijkheid van een weergave, probeer die dan te vergelijken met oudere vertalingen. Als u een onderwijzer van Gods Woord bent, kies dan bij voorkeur de vertalingen die zich nauwgezet houden aan wat er in de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse tekst staat.
16. Hoe kunnen wij individueel van loyaliteit blijk geven in ons gebruik van Gods geïnspireerde Woord?
16 Individueel dienen wij allen loyaal te zijn aan Gods Woord. Wij doen dat door ons in die mate om de inhoud ervan te bekommeren dat wij er zo mogelijk elke dag enige tijd aan besteden de bijbel te lezen (Psalm 1:1-3). Wij doen dat door datgene wat erin staat volledig in ons leven toe te passen en de erin vervatte beginselen en voorbeelden te leren gebruiken als de basis voor het nemen van goede beslissingen (Romeinen 12:2; Hebreeën 5:14). Wij tonen dat wij loyale voorstanders van Gods Woord zijn door het ijverig tot anderen te prediken. Wij doen het ook als onderwijzers door de bijbel zorgvuldig te gebruiken en hem nooit te verdraaien of meer te laten zeggen dan wat er staat om hem met onze opvattingen te laten stroken (2 Timotheüs 2:15). Wat God heeft voorzegd, zal zonder mankeren gebeuren. Hij is loyaal in het vervullen van zijn Woord. Mogen wij loyaal zijn in het hoog houden ervan.
[Voetnoten]
a United Bible Societies publiceerde in 1997 een lijst met 2167 talen en dialecten waarin de bijbel, in zijn geheel of gedeeltelijk, is uitgegeven. In dit aantal zijn sommige talen met een aantal dialecten vertegenwoordigd.
b Deze bespreking concentreert zich op talen waarin de kwestie duidelijk gemaakt kan worden maar waarin vertalers verkiezen dat niet te doen. In bepaalde talen worden vertalers door de beschikbare woordenschat ernstig beperkt in hun mogelijkheden. Eerlijke religieuze onderwijzers zullen dan uitleggen dat ook al heeft de vertaler een verscheidenheid van woorden gebruikt of zelfs al heeft hij een woord met een onschriftuurlijke bijklank gebruikt, het oorspronkelijke woord, neʹfesj, wordt toegepast op zowel mensen als dieren en iets vertegenwoordigt dat ademt, eet en kan sterven.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Welke beweegredenen hebben het werk van bijbelvertalers in de tegenwoordige tijd beïnvloed?
◻ Waarom hebben hedendaagse vertaaltendensen Gods voornemen betreffende zijn eigen naam niet verijdeld?
◻ Hoe verdoezelen sommige vertalingen de bijbelse waarheid over de ziel, de dood en de aarde?
◻ Op welke manieren kunnen wij tonen dat wij Gods Woord loyaal hoog houden?
[Illustratie op blz. 16]
Welke bijbelvertaling dient u te gebruiken?