Een wereld zonder oorlog nabij

KIJK nog eens naar de bijbelse profetie in Jesaja die luidt: „Zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen slaan en hun speren tot snoeimessen. Natie zal tegen natie geen zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren.” Merk op dat de context laat zien dat degenen die hun zwaarden tot ploegscharen slaan, „vele volken” zijn die de paden van God bewandelen (Jesaja 2:2-4, King James Version). Dit betekent dat deze mensen Jehovah God aanbidden en zijn wetten gehoorzamen. Wie zijn dit?

Zij moeten een multinationaal volk zijn die niet alleen oorlogswapens hebben afgewezen maar zich ook hebben beijverd hun hart en geest te ontdoen van de instellingen en geneigdheden die tot wedijver en strijd leiden (Romeinen 12:2). In plaats van hun naaste te doden hebben zij liefde voor hem (Mattheüs 22:36-39). Hebt u wel eens van een dergelijk volk gehoord?

Misschien hebt u gehoord dat Jehovah’s Getuigen zich verheugen in een internationale broederschap en geen wapens meer opnemen om anderen te doden. Denk hier eens verder over na: Als iedereen op aarde dezelfde kijk bezat, zou deze planeet dan niet al een oord van vrede en veiligheid zijn?

Natuurlijk deelt niet iedereen die zienswijze. Het is zoals koning Salomo ongeveer 3000 jaar geleden schreef: „Ik voor mij wendde mij om alle daden van onderdrukking te kunnen zien die onder de zon worden bedreven, en zie! de tranen der onderdrukten, maar zij hadden geen trooster; en aan de zijde van hun onderdrukkers was macht.” — Prediker 4:1.

Een roep tot hen die vrede liefhebben

Zal er ooit een wereld zonder oorlog zijn? Ja. Zal die er komen door de inspanningen van mensen? Nee. Zal het gebeuren doordat mensen zich massaal tot het ware geloof bekeren? Nee. Het bijbelboek Psalmen antwoordt: „Komt, aanschouwt de activiteiten van Jehovah . . . Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.” — Psalm 46:8, 9.

Hoe zal Jehovah God dat doen? Het boek Spreuken antwoordt: „De oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft [zij die Gods wetten negeren], zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt.” — Spreuken 2:21, 22.

Een heel belangrijke reden waarom God niet al heeft gehandeld is deze: Hij geeft mensen een gelegenheid zijn wegen te leren kennen zodat zij zijn paden kunnen bewandelen. De apostel Petrus schreef: „Jehovah is niet traag ten aanzien van zijn belofte, zoals sommigen traagheid beschouwen, maar hij is geduldig met u, omdat hij niet wenst dat er iemand vernietigd wordt, maar wenst dat allen tot berouw geraken” (2 Petrus 3:9). Gods volk helpt dan ook onbaatzuchtig anderen meer over Jehovah te weten te komen. Zoals Jesaja het uitdrukte, roepen zij uit: „Komt, en laten wij opgaan naar de berg van Jehovah, . . . en hij zal ons onderrichten omtrent zijn wegen.” — Jesaja 2:3.

„Het laatst der dagen”

De tekst in Jesaja voorzei ook dat het onderrichten van mensen in de wegen van vrede zou plaatshebben „in het laatst der dagen” (Jesaja 2:2). Wij leven nu in die tijd. Ironisch genoeg geven de oorlogen van deze eeuw te kennen dat dat zo is.

Toen Jezus’ discipelen hem vroegen waardoor het einde van dit samenstel van dingen gekenmerkt zou worden, voorzei hij „grote aardbevingen . . . en in de ene plaats na de andere pestilenties en voedseltekorten” (Lukas 21:11; Mattheüs 24:3). Hij zei ook: „’Wanneer gij voorts van oorlogen en ongeregeldheden hoort, wordt dan niet verschrikt. Want deze dingen moeten eerst geschieden, maar het einde komt nog niet onmiddellijk.’ Toen zei hij vervolgens tot hen: ’Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk.’” — Lukas 21:9, 10.

Hoewel er al duizenden jaren oorlogen zijn geweest, heeft alleen deze eeuw twee wereldoorlogen meegemaakt en, volgens sommige tellingen, letterlijk honderden kleinere oorlogen. Het feit dat tientallen miljoenen mensen in deze eeuw in oorlogen zijn omgekomen is ontstellend. Volgens het tijdschrift World Watch waren er in de 2000 jaar voorafgaande aan de twintigste eeuw gemiddeld vijftig jaar voor nodig voordat er in oorlogen een miljoen mensen waren omgekomen. In deze eeuw was de lengte van de tijdsperiode waarin er een miljoen mensen in oorlogen stierven, gemiddeld genomen één jaar.

Een wereld zonder oorlog

De verschrikkelijke oorlogen van onze eeuw, en de vele andere ontwikkelingen die in bijbelprofetieën zijn voorzegd, tonen aan dat wij ons op de drempel van een nieuwe wereld van Gods makelij bevinden. De oude wereldwanorde zal weggevaagd worden en vervangen door een „nieuwe aarde”, waar vrede en rechtvaardigheid zullen heersen (2 Petrus 3:13). Gods Woord zegt: „De boosdoeners zelf zullen afgesneden worden, maar wie op Jehovah hopen, díe zullen de aarde bezitten. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Psalm 37:9, 11.

Over de hele aarde hunkeren ontelbare miljoenen naar een wereld zonder oorlog. Aantonend dat God zijn belofte om zo’n wereld tot stand te brengen, stellig zal vervullen, schreef een profeet van God lang geleden: „Het visioen is nog voor de bestemde tijd, en het blijft voorthijgen naar het einde, en het zal geen leugen vertellen. Zelfs al zou het op zich laten wachten, blijf er vol verwachting naar uitzien; want het zal zonder mankeren uitkomen. Het zal niet te laat komen.” — Habakuk 2:3.

Stel dan ook wijselijk uw vertrouwen op God en beleef de vervulling van zijn belofte: „God zelf zal bij [zijn volk] zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:3, 4.

[Kader/Illustraties op blz. 9, 10]

Wat de bijbel voor die nieuwe wereld belooft:

Geen misdaad, geweld of goddeloosheid

„[God] doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.” — Psalm 46:9.

„Boosdoeners zelf zullen afgesneden worden . . . En nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn.” — Psalm 37:9, 10.

De hele mensheid in vrede

„Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; en de vorstelijke heerschappij zal op zijn schouder komen. En zijn naam zal worden genoemd: . . . Vredevorst. Aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn.” — Jesaja 9:6, 7.

De hele aarde een paradijs

Jezus zei: „Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” — Lukas 23:43.

„De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” — Psalm 37:29.

Een liefdevolle wereldwijde broederschap

„God [is] niet partijdig . . ., maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem.” — Handelingen 10:34, 35.

Een opstanding van degenen die ons dierbaar waren

„Het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, [Jezus’] stem zullen horen en te voorschijn zullen komen.” — Johannes 5:28, 29.

Geen ziekte, ouderdom of dood meer

„Hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4.