Dien Jehovah met vreugde des harten
„Al deze vervloekingen zullen stellig over u komen . . . ten gevolge van het feit dat gij Jehovah, uw God, niet met verheuging en vreugde des harten hebt gediend.” — DEUTERONOMIUM 28:45-47.
1. Waaruit blijkt dat degenen die Jehovah dienen vreugdevol zijn, ongeacht waar zij hem dienen?
JEHOVAH’S dienstknechten zijn vreugdevol, of zij zijn wil nu in de hemel of op aarde doen. Hemelse „morgensterren” hieven een vreugdegeroep aan toen de aarde gegrondvest werd, en ongetwijfeld putten de myriaden engelen in de hemel er vreugde uit ’Gods woord te volbrengen’ (Job 38:4-7; Psalm 103:20). Jehovah’s eniggeboren Zoon was een vreugdevolle „meesterwerker” in de hemel en schiep er behagen in als de mens Jezus Christus op aarde de goddelijke wil te doen. Bovendien heeft hij „wegens de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde . . . een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten”. — Spreuken 8:30, 31; Hebreeën 10:5-10; 12:2.
2. Waardoor werd bepaald of er zegeningen of vervloekingen over de Israëlieten kwamen?
2 De Israëlieten hadden vreugde wanneer zij God behaagden. Maar hoe stond het ermee als zij hem ongehoorzaam waren? Zij werden gewaarschuwd: „[Vervloekingen] moeten tot onbepaalde tijd als een teken en een wonder op u en uw nageslacht blijven rusten, ten gevolge van het feit dat gij Jehovah, uw God, niet met verheuging en vreugde des harten hebt gediend wegens de overvloed van alles. En gij zult uw vijanden moeten dienen, die Jehovah op u zal afzenden, met honger en dorst en naaktheid en gebrek aan alles; en hij zal u stellig een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat hij u verdelgd heeft” (Deuteronomium 28:45-48). Zegeningen en vervloekingen maakten duidelijk wie wel en wie niet Jehovah’s dienstknechten waren. Zulke vervloekingen bevestigden ook dat Gods beginselen en voornemens niet licht opgevat noch geminacht kunnen worden. Omdat de Israëlieten weigerden acht te slaan op Jehovah’s waarschuwingen dat het land verwoest en de natie in ballingschap gevoerd zou worden, werd Jeruzalem „tot een vervloeking voor alle natiën der aarde” (Jeremia 26:6). Laten wij daarom God gehoorzamen en zijn gunst genieten. Vreugde is een van de vele goddelijke zegeningen die de godvruchtigen ten deel vallen.
Hoe met „vreugde des harten” te dienen
3. Wat is het figuurlijke hart?
3 De Israëlieten moesten Jehovah dienen „met verheuging en vreugde des harten”. Dit geldt ook voor Gods hedendaagse dienstknechten. Zich verheugen wil zeggen „blij zijn; vervuld zijn met vreugde”. Hoewel er in de Schrift gewag wordt gemaakt van het fysieke hart, is het niet letterlijk zo dat het fysieke hart denkt of redeneert (Exodus 28:30). De voornaamste functie ervan is het bloed door het bloedvatenstelsel te pompen teneinde de lichaamscellen te voeden. In verreweg de meeste gevallen waarin het woord „hart” in de bijbel voorkomt, heeft het echter betrekking op het figuurlijke hart, waarmee niet slechts gedoeld wordt op de zetel van genegenheid, beweegreden en intellect. Er wordt gezegd dat het staat voor „het centrum in het algemeen, het binnenste, en dus voor de innerlijke mens zoals die zich manifesteert in zijn hele doen en laten, in zijn verlangens, genegenheden, emoties, hartstochten, doeleinden, zijn gedachten, opvattingen, voorstellingen, zijn wijsheid, kennis, vaardigheid, zijn zienswijzen en zijn overleggingen, zijn herinneringsvermogen en zijn bewustzijn” (Journal of the Society of Biblical Literature and Exegesis, 1882, blz. 67). Bij ons figuurlijke hart zijn onze gevoelens en emoties, met inbegrip van vreugde, betrokken. — Johannes 16:22.
4. Wat kan ons helpen Jehovah God met vreugde des harten te dienen?
4 Wat kan ons helpen Jehovah met vreugde des harten te dienen? Een positieve en dankbare kijk op onze zegeningen en door God geschonken voorrechten is een hulp. Wij kunnen bijvoorbeeld met gevoelens van vreugde nadenken over ons voorrecht „heilige dienst” voor de ware God te verrichten (Lukas 1:74). Nauw hiermee verbonden is het voorrecht Jehovah’s naam als zijn Getuigen te dragen (Jesaja 43:10-12). Hieraan kunnen wij de vreugde toevoegen die voortspruit uit de wetenschap dat wij God behagen door zijn Woord te volgen. En wat een vreugde schenkt het om geestelijk licht te weerkaatsen en aldus velen te helpen uit de duisternis te komen! — Mattheüs 5:14-16; vergelijk 1 Petrus 2:9.
5. Wat is de bron van godvruchtige vreugde?
5 Toch is het dienen van Jehovah met vreugde des harten niet slechts een kwestie van een positieve denkwijze. Het is heilzaam om een positieve zienswijze te bezitten. Maar godvruchtige vreugde spruit niet uit karakterontwikkeling voort. Ze is een vrucht van Jehovah’s geest (Galaten 5:22, 23). Als wij die vreugde niet bezitten, moeten wij misschien veranderingen aanbrengen teneinde de een of andere onschriftuurlijke denk- of handelwijze te vermijden die er de oorzaak van zou kunnen vormen dat wij Gods geest bedroeven (Efeziërs 4:30). Laten wij als aan Jehovah toegewijde personen echter niet bang zijn dat als wij af en toe geen diepgevoelde vreugde hebben, dit een bewijs is dat wij Gods goedkeuring niet bezitten. Wij zijn onvolmaakt en onderhevig aan pijn, droefheid en af en toe zelfs depressiviteit, maar Jehovah begrijpt ons (Psalm 103:10-14). Laten wij dus om zijn heilige geest bidden, in gedachte houdend dat vreugde een door God geschonken vrucht ervan is. Onze liefdevolle hemelse Vader zal zulke gebeden verhoren en zal ons in staat stellen hem met vreugde des harten te dienen. — Lukas 11:13.
Wanneer vreugde ontbreekt
6. Wat dienen wij te doen als wij geen vreugde hebben in onze dienst voor God?
6 Als wij geen vreugde hebben in onze dienst, zouden wij het uiteindelijk langzamer aan kunnen gaan doen in het dienen van Jehovah of hem zelfs ontrouw kunnen worden. Het zou derhalve verstandig zijn nederig en onder gebed te beschouwen wat onze motieven zijn en de noodzakelijke veranderingen aan te brengen. Om door God geschonken vreugde te bezitten, moeten wij Jehovah uit liefde en met geheel ons hart, geheel onze ziel en geheel ons verstand dienen (Mattheüs 22:37). Wij moeten niet met een geest van wedijver dienen, want Paulus schreef: „Indien wij door geest leven, laten wij dan ook door geest ordelijk blijven wandelen. Laten wij niet egotistisch worden, doordat wij onderlinge wedijver aanwakkeren en elkaar benijden” (Galaten 5:25, 26). Wij zullen geen ware vreugde hebben als wij onze dienst verrichten omdat wij anderen willen overtreffen of eropuit zijn lof te oogsten.
7. Hoe kunnen wij onze vreugde des harten opnieuw aanwakkeren?
7 Het schenkt vreugde overeenkomstig onze opdracht aan Jehovah te leven. Toen wij ons pas aan God hadden opgedragen, begonnen wij ijverig de christelijke levensweg te bewandelen. Wij bestudeerden de bijbel en namen geregeld deel aan de vergaderingen (Hebreeën 10:24, 25). Het gaf ons vreugde een aandeel aan de bediening te hebben. Maar als onze vreugde nu eens is afgenomen? Bijbelstudie, vergaderingsbezoek, deelname aan de velddienst — ja, volledig opgaan in elk aspect van het christendom — moet ons leven geestelijke stabiliteit kunnen geven en zowel de liefde die wij eerst hadden als onze vroegere vreugde des harten opnieuw kunnen aanwakkeren (Openbaring 2:4). Dan zullen wij niet zijn als sommigen die tamelijk vreugdeloos zijn en vaak geestelijke hulp nodig hebben. Ouderlingen helpen graag, maar ieder van ons individueel moet overeenkomstig zijn opdracht aan God leven. Niemand anders kan dit voor ons doen. Laten wij het ons dus ten doel stellen de normale christelijke routine te volgen teneinde overeenkomstig onze opdracht aan Jehovah te leven en ware vreugde te hebben.
8. Waarom is een zuiver geweten belangrijk als wij vreugdevol willen zijn?
8 Als wij de vreugde willen bezitten die een vrucht van Gods geest is, moeten wij een zuiver geweten hebben. Zolang koning David van Israël zijn zonde probeerde te verbergen, voelde hij zich ellendig. In feite leek het alsof zijn levenssap verdampte, en het kan zijn dat hij lichamelijk ziek is geworden. Wat een verkwikking ervoer hij toen hij berouw kreeg en zijn zonde beleed! (Psalm 32:1-5) Wij kunnen niet vreugdevol zijn als wij de een of andere ernstige zonde verbergen. Dat zou er heel goed de oorzaak van kunnen vormen dat wij onder kwelling gebukt gaan en is beslist niet de manier om vreugde te ervaren. Maar het belijden van zonde en berouw brengen verlichting en herstel van een vreugdevolle geest. — Spreuken 28:13.
Met vreugde wachten
9, 10. (a) Welke belofte ontving Abraham, maar hoe kunnen zijn geloof en vreugde op de proef gesteld zijn? (b) Hoe kunnen wij profijt trekken van de voorbeelden van Abraham, Isaäk en Jakob?
9 Vreugde hebben wanneer wij het goddelijke voornemen voor het eerst leren kennen en met het verstrijken der jaren vreugdevol blijven, zijn twee verschillende dingen. Dit kan in het geval van de getrouwe Abraham worden geïllustreerd. Nadat hij had gepoogd zijn zoon Isaäk op Gods bevel te offeren, bracht een engel de volgende boodschap over: „’Waarlijk, ik zweer bij mijzelf,’ is de uitspraak van Jehovah, ’dat wegens het feit dat gij deze zaak hebt gedaan en gij mij uw zoon, uw enige, niet hebt onthouden, ik u voorzeker zal zegenen en uw zaad voorzeker zal vermenigvuldigen als de sterren aan de hemel en als de zandkorrels die aan de zeeoever zijn; en uw zaad zal de poort van zijn vijanden in bezit nemen. En door bemiddeling van uw zaad zullen alle natiën der aarde zich stellig zegenen, ten gevolge van het feit dat gij naar mijn stem hebt geluisterd’” (Genesis 22:15-18). Ongetwijfeld was Abraham verrukt over deze belofte.
10 Abraham kan verwacht hebben dat Isaäk het „zaad” zou zijn door bemiddeling van wie de beloofde zegeningen zouden komen. Maar het verstrijken van de jaren zonder dat er iets wonderbaarlijks via Isaäk tot stand kwam, kan het geloof en de vreugde van Abraham en zijn gezin op de proef hebben gesteld. Dat God tegenover Isaäk en later tegenover diens zoon Jakob de belofte bevestigde, gaf hun de verzekering dat de komst van het Zaad nog in de toekomst lag, en dit hielp hen hun geloof en vreugde te bewaren. Abraham, Isaäk en Jakob stierven echter zonder dat zij Gods beloften ten aanzien van hen in vervulling hadden zien gaan, maar zij waren geen vreugdeloze dienstknechten van Jehovah (Hebreeën 11:13). Ook wij kunnen Jehovah met geloof en vreugde blijven dienen in afwachting van de vervulling van zijn beloften.
Vreugde ondanks vervolging
11. Waarom kunnen wij ondanks vervolging vreugdevol zijn?
11 Als Jehovah’s dienstknechten kunnen wij Jehovah met vreugde des harten dienen, ook al ondergaan wij vervolging. Jezus verklaarde degenen die ter wille van hem worden vervolgd gelukkig, en de apostel Petrus zei: „Blijft u verheugen, aangezien gij deel hebt aan het lijden van de Christus, opdat gij u ook gedurende de openbaring van zijn heerlijkheid moogt verheugen en verrukt moogt zijn. Indien gij om de naam van Christus wordt gesmaad, zijt gij gelukkig, want de geest der heerlijkheid, ja, de geest van God, rust op u” (1 Petrus 4:13, 14; Mattheüs 5:11, 12). Indien u ter wille van rechtvaardigheid vervolging en lijden ondergaat, hebt u Jehovah’s geest en bezit u zijn goedkeuring, en dat bevordert stellig vreugde.
12. (a) Waarom kunnen wij geloofsbeproevingen met vreugde onder de ogen zien? (b) Welke fundamentele les kan geleerd worden uit het geval van een leviet die zich in ballingschap bevond?
12 Wij kunnen geloofsbeproevingen met vreugde onder de ogen zien omdat God onze Toevlucht is. Dit wordt in Psalm 42 en 43 duidelijk gemaakt. Om de een of andere reden bevond een zekere leviet zich in ballingschap. Hij miste de aanbidding in Gods heiligdom zozeer dat hij zich voelde als een dorstige hinde — een vrouwtjeshert — die in een droge en dorre streek naar water verlangt. Hij ’dorstte’, of verlangde vurig, naar Jehovah en naar het voorrecht om God in Zijn heiligdom te aanbidden (Psalm 42:1, 2). De ervaring van deze balling dient ons ertoe te bewegen van dankbaarheid blijk te geven voor de omgang die wij met Jehovah’s volk genieten. Indien een situatie als opsluiting wegens vervolging ons tijdelijk zou belemmeren met hen samen te zijn, laten wij dan stilstaan bij vroegere vreugden toen wij gezamenlijk aan heilige dienst deelnamen en laten wij bidden om volharding terwijl wij ’op God wachten’ voor het brengen van een keer in onze situatie zodat wij ons weer in geregelde activiteit met zijn aanbidders kunnen verheugen. — Psalm 42:4, 5, 11; 43:3-5.
„Dient Jehovah met verheuging”
13. Hoe laat Psalm 100:1, 2 zien dat onze dienst voor God door vreugde gekenmerkt moet worden?
13 Vreugde moet een belangrijk aspect van onze dienst voor God zijn. Dit werd duidelijk gemaakt in een melodie van dankzegging waarin de psalmist zong: „Juicht in triomf Jehovah toe, gij mensen van heel de aarde. Dient Jehovah met verheuging. Komt voor zijn aangezicht met vreugdegeroep” (Psalm 100:1, 2). Jehovah is „de gelukkige God”, en hij wil dat zijn dienstknechten vreugde vinden in het nakomen van hun opdrachtsgelofte aan hem (1 Timotheüs 1:11). Mensen uit alle natiën dienen zich uitbundig te verheugen in Jehovah, en onze uitingen van lof dienen krachtig te zijn, zoals de ’triomfkreet’ van een leger dat de overwinning heeft behaald. Aangezien dienst voor God verkwikkend is, dient ze gepaard te gaan met verheuging. Vandaar dat de psalmist mensen ertoe aanspoorde „met vreugdegeroep” voor Gods aangezicht te komen.
14, 15. Hoe is Psalm 100:3-5 van toepassing op Jehovah’s vreugdevolle volk in deze tijd?
14 De psalmist voegde eraan toe: „Weet [besef, erken] dat Jehovah God is. Hij is het die ons heeft gemaakt, en niet wijzelf. Wij zijn zijn volk en de schapen van zijn weide” (Psalm 100:3). Aangezien Jehovah onze Schepper is, zijn wij zijn eigendom zoals een herder de eigenaar van zijn schapen is. God zorgt zo goed voor ons dat wij hem dankbaar loven (Psalm 23). Over Jehovah zong de psalmist ook: „Gaat zijn poorten binnen met dankzegging, zijn voorhoven met lofgezang. Brengt hem dank, zegent zijn naam. Want Jehovah is goed; zijn liefderijke goedheid duurt tot onbepaalde tijd, en zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht.” — Psalm 100:4, 5.
15 In deze tijd komen vreugdevolle mensen uit alle natiën de voorhoven van Jehovah’s heiligdom binnen om hem dankzegging en lof te brengen. Wij zegenen vreugdevol Gods naam door altijd goed van Jehovah te spreken, en zijn schitterende hoedanigheden bewegen ons ertoe hem te loven. Hij is door en door goed en wij kunnen ons altijd op zijn liefderijke goedheid en meedogende aandacht voor zijn dienstknechten verlaten, want die duurt tot onbepaalde tijd. Van „geslacht tot geslacht” is Jehovah getrouw in het betonen van liefde jegens degenen die zijn wil doen (Romeinen 8:38, 39). Stellig hebben wij dus goede reden om ’Jehovah met verheuging te dienen’.
Verheug u in uw hoop
16. In welke verwachtingen en vooruitzichten kunnen christenen zich verheugen?
16 Paulus schreef: „Verheugt u in de hoop” (Romeinen 12:12). Gezalfde volgelingen van Jezus Christus verheugen zich in de glorierijke hoop op onsterfelijk hemels leven die God hun door bemiddeling van zijn Zoon in het vooruitzicht heeft gesteld (Romeinen 8:16, 17; Filippenzen 3:20, 21). Christenen die de hoop koesteren eeuwig leven in het Paradijs op aarde te ontvangen, hebben ook redenen voor verheuging (Lukas 23:43). Al Jehovah’s getrouwe dienstknechten hebben reden zich te verheugen in de Koninkrijkshoop, want zij zullen hetzij deel uitmaken van die hemelse regering of in het aardse domein ervan leven. Wat een vreugdevolle zegen! — Mattheüs 6:9, 10; Romeinen 8:18-21.
17, 18. (a) Wat werd in Jesaja 25:6-8 voorzegd? (b) Hoe gaat deze profetie van Jesaja thans in vervulling, en wat valt er te zeggen over de toekomstige vervulling ervan?
17 Jesaja heeft ook een vreugdevolle toekomst voor de gehoorzame mensheid voorzegd. Hij schreef: „Jehovah der legerscharen zal op deze berg stellig voor alle volken een feestmaal aanrechten van schotels rijk aan olie, een feestmaal van wijn bewaard op de droesem, van schotels rijk aan olie en vol merg, van wijn bewaard op de droesem, geklaard. En op deze berg zal hij stellig het gelaat verzwelgen van het omwindsel dat alle volken omwindt, en het vlechtwerk dat over alle natiën gevlochten is. Hij zal werkelijk de dood voor eeuwig verzwelgen, en de Soevereine Heer Jehovah zal stellig de tranen van alle aangezichten wissen. En de smaad van zijn volk zal hij van de gehele aarde wegnemen, want Jehovah zelf heeft het gesproken.” — Jesaja 25:6-8.
18 Het geestelijke feestmaal waarin wij ons in deze tijd als aanbidders van Jehovah verheugen, is inderdaad een vreugdevol feestmaal. In feite vloeit onze vreugde over terwijl wij God ijverig dienen in afwachting van het feestmaal van letterlijk goede dingen die hij voor de nieuwe wereld heeft beloofd (2 Petrus 3:13). Op grond van Jezus’ loskoopoffer zal Jehovah „het vlechtwerk” dat tengevolge van Adams zonde de hele mensheid omwindt, verwijderen. Wat een vreugde zal het zijn te zien dat zonde en dood weggedaan zijn! Wat een intense vreugde om de uit de dood opgewekte geliefden te verwelkomen, te zien dat tranen verdwenen zijn en te leven op een paradijsaarde, waar Jehovah’s volk niet gesmaad zal worden maar God een antwoord zal hebben verschaft dat hij aan de grote honer, Satan de Duivel, kan geven! — Spreuken 27:11.
19. Hoe dienen wij te reageren op de vooruitzichten die Jehovah ons als zijn Getuigen voor ogen heeft gesteld?
19 Vervult het u niet van vreugde en dankbaarheid te weten wat Jehovah voor zijn dienstknechten zal doen? Ja, zulke grandioze vooruitzichten dragen tot onze vreugde bij! Bovendien doet onze gezegende hoop ons naar onze gelukkige, liefdevolle en edelmoedige God opzien met gevoelens die aldus onder woorden worden gebracht: „Zie! Dit is onze God. Wij hebben op hem gehoopt en hij zal ons redden. Dit is Jehovah. Wij hebben op hem gehoopt. Laten wij blij zijn en ons verheugen in de redding door hem” (Jesaja 25:9). Laten wij met onze schitterende hoop vast in onze geest geplant, elke krachtsinspanning in het werk stellen om Jehovah met vreugde des harten te dienen.
Wat zou u antwoorden?
◻ Hoe kunnen wij Jehovah met „vreugde des harten” dienen?
◻ Wat kunnen wij doen als wij geen vreugde hebben in onze dienst voor God?
◻ Waarom kan Jehovah’s volk ondanks vervolging vreugde hebben?
◻ Welke redenen hebben wij om ons te verheugen in onze hoop?
[Illustraties op blz. 17]
Een aandeel hebben aan alle facetten van een christelijke levenswijze zal onze vreugde doen toenemen