-
De „grote schare” neemt nu de „hoofdweg” naar Gods organisatieWereldomvattende zekerheid onder de „Vredevorst”
-
-
1, 2. Wanneer gaat Jesaja hoofdstuk 35 in geestelijk opzicht in vervulling, en wat wordt in de eerste twee verzen beschreven?
TIJDENS de duizendjarige regering van de „Vredevorst” zullen vele onderdelen van Jesaja hoofdstuk 35 die thans vóór de vernietiging van Babylon de Grote in vervulling gaan, in letterlijk opzicht hun weerspiegeling op de mensheid hebben. Datgene immers wat in geestelijk opzicht is bereikt, zal beslist ook in letterlijk opzicht tot stand worden gebracht. De voornaamste geestelijke vervulling van deze profetie vindt op dit moment plaats, met het herstel van Gods volk uit gevangenschap aan Babylon de Grote. De profeet Jesaja beschreef het in de volgende lieflijke bewoordingen:
2 „De wildernis en de waterloze streek zullen zich uitbundig verheugen, en de woestijnvlakte zal blij zijn en bloeien als de saffraan.
-
-
De „grote schare” neemt nu de „hoofdweg” naar Gods organisatieWereldomvattende zekerheid onder de „Vredevorst”
-
-
3. Waar bevond zich in de zesde eeuw v.G.T. het dorre land, en hoe zou het zich uitbundig kunnen verheugen?
3 Waar bevonden de wildernis en de waterloze streek en de woestijnvlakte zich? In de zesde eeuw v.G.T. lagen ze in het gebied van het koninkrijk Juda. In 537 v.G.T. had dat land zeventig jaar woest gelegen, zonder inwoners. Maar hoe zou een wildernis zich uitbundig kunnen verheugen? Daarvoor zouden de vroegere bewoners erin moeten worden teruggebracht.
-
-
De „grote schare” neemt nu de „hoofdweg” naar Gods organisatieWereldomvattende zekerheid onder de „Vredevorst”
-
-
Een figuurlijke tuin van Eden voortbrengen
4, 5. (a) Wanneer heeft zich in deze tijd een soortgelijke gedaanteverwisseling van zo’n verlaten land voorgedaan, en waarom? (b) Wat hadden de herstelactiviteiten van het gezalfde overblijfsel tot resultaat? (c) Hoe werd in Jesaja 35:5-7 hun vernieuwde geestelijke toestand beschreven?
4 Het hedendaagse tegenbeeld, maar dan in geestelijk opzicht, van deze gedaanteverwisseling waarin een land van een godverlaten aanblik in een toestand kwam waarin het Jehovah’s gunst weer bleek te bezitten, begon in 1919 plaats te vinden. Jehovah’s herstelde volk was vastbesloten om ten volle te profiteren van de vredesperiode die toen was aangebroken. De Grotere Cyrus, Jezus Christus, en zijn Vader, Jehovah God, gaven het bevrijde overblijfsel van geestelijke Israëlieten een schitterend werk te doen dat overeenkwam met de door het gerepatrieerde overblijfsel van het oude Israël verrichte herbouw van de tempel van Jehovah na 537 v.G.T. De herstelactiviteiten na 1919 hadden tot resultaat dat er een figuurlijke tuin van Eden tot bestaan kwam.
-