Hoofdstuk 3
De valse vriend van de bijbel
In dit hoofdstuk bespreken wij de voornaamste reden waarom velen uit niet-christelijke landen weigeren de bijbel als het Woord van God te aanvaarden. Vanuit historisch standpunt bezien, maakt de christenheid er aanspraak op in de bijbel te geloven en de behoedster ervan te zijn. Maar de religieuze organisaties der christenheid zijn betrokken geweest bij enkele van de verschrikkelijkste gruwelen uit de geschiedenis, van de kruistochten en de pogroms in de middeleeuwen tot de Holocaust in onze tijd. Vormt het gedrag van de christenheid een goede reden om de bijbel te verwerpen? De waarheid is dat de christenheid een valse vriend van de bijbel is gebleken. Ja, toen de christenheid in de vierde eeuw G.T. op het toneel verscheen, was de levensstrijd van de bijbel geenszins ten einde.
1, 2. (Inclusief de inleiding.) (a) Waarom weigeren velen de bijbel als het Woord van God te aanvaarden? (b) Welk goede werk werd tijdens de eerste en tweede eeuw tot stand gebracht, maar welke gevaarlijke ontwikkeling was er gaande?
TEGEN het einde van de eerste eeuw was het schrijven van alle bijbelboeken voltooid. Vanaf die tijd traden de christenen op de voorgrond wat het kopiëren en verspreiden van de complete bijbel betreft. Terzelfder tijd hielden zij zich ermee bezig de bijbel in de gangbare talen van die tijd te vertalen. Terwijl de christelijke gemeente zich met dit bewonderenswaardige werk bezighield, begon er echter iets vaste vorm te krijgen dat een groot gevaar voor het voortbestaan van de bijbel zou blijken te zijn.
2 Deze ontwikkeling werd door de bijbel zelf voorzegd. Jezus vertelde eens een gelijkenis van een man die zaad van een goede kwaliteit tarwe op zijn veld zaaide. Maar „terwijl de mensen sliepen”, zaaide een vijand zaad dat onkruid zou voortbrengen. Beide soorten zaad ontkiemden, en een tijdlang werd de tarwe door het onkruid aan het oog onttrokken. Door deze gelijkenis toonde Jezus aan dat de vruchten van zijn werk ware christenen zouden zijn, maar dat er na zijn dood valse christenen de gemeente zouden binnendringen. Uiteindelijk zou het moeilijk zijn de ware van de valse te onderscheiden. — Matthéüs 13:24-30, 36-43.
3. Welke invloed zouden met onkruid te vergelijken „christenen” volgens de apostel Petrus op het geloof in de bijbel hebben?
3 De apostel Petrus waarschuwde ronduit voor de invloed die deze met onkruid te vergelijken „christenen” zouden hebben op de wijze waarop mensen het christendom en de bijbel zouden bezien. Hij waarschuwde: „Ook [zullen er] onder u valse leraren . . . zijn. Dezen zullen heimelijk verderfelijke sekten invoeren en zullen zelfs de eigenaar, die hen heeft gekocht, verloochenen, waardoor zij een spoedige vernietiging over zichzelf brengen. Bovendien zullen velen hun daden van losbandig gedrag navolgen, en door hun toedoen zal er schimpend over de weg der waarheid worden gesproken.” — 2 Petrus 2:1, 2.
4. Hoe gingen de voorzeggingen van Jezus en Petrus nog gedurende de eerste eeuw in vervulling?
4 Nog gedurende de eerste eeuw gingen de voorzeggingen van Jezus en Petrus in vervulling. Ambitieuze mannen drongen de christelijke gemeente binnen en zaaiden tweedracht (2 Timótheüs 2:16-18; 2 Petrus 2:21, 22; 3 Johannes 9, 10). Tijdens de volgende twee eeuwen werd de zuiverheid van de bijbelse waarheid verdorven door Griekse filosofieën, en velen gingen heidense leerstellingen abusievelijk als bijbelse waarheid aanvaarden.
5. Welke beleidsverandering voerde Constantijn in het begin van de vierde eeuw in?
5 In de vierde eeuw erkende de Romeinse keizer Constantijn het „christendom” als de officiële religie van het Romeinse Rijk. Maar het „christendom” dat hij kende, verschilde totaal van de religie die Jezus had gepredikt. Tegen deze tijd tierde het „onkruid” welig, precies zoals Jezus had voorzegd. Niettemin kunnen wij er zeker van zijn dat er gedurende al die tijd enkelen waren die het ware christendom vertegenwoordigden en er ernstig moeite voor deden zich aan de bijbel als het geïnspireerde Woord van God te houden. — Matthéüs 28:19, 20.
Het vertalen van de bijbel tegengestaan
6. Wanneer begon de christenheid vorm aan te nemen, en wat was één punt waarin de religie van de christenheid verschilde van het christendom van de bijbel?
6 In de tijd van Constantijn begon de christenheid zoals wij die nu kennen vorm aan te nemen. Vanaf die tijd was de reeds ontsproten ontaarde vorm van het christendom niet langer slechts een religieuze organisatie. Ze was een deel van de staat, en haar leiders speelden een belangrijke rol in de politiek. Uiteindelijk gebruikte de afvallige kerk haar politieke macht op een wijze die volkomen in strijd was met het christendom van de bijbel door nog een gevaarlijke bedreiging voor de bijbel te introduceren. Hoe ging dit in zijn werk?
7, 8. Wanneer verklaarde de paus zich tegen het vertalen van de bijbel, en waarom deed hij dit?
7 Toen het Latijn een dode taal werd, waren er nieuwe vertalingen van de bijbel nodig. Maar de Katholieke Kerk stond hier niet langer gunstig tegenover. In 1079 vroeg Vratislav, die later koning van Bohemen werd, toestemming aan paus Gregorius VII om de bijbel in de taal van zijn onderdanen te vertalen. De paus wees dit af. Hij zei: „Voor degenen die er vaak over nadenken, is het duidelijk dat het de Almachtige God niet zonder reden heeft behaagd dat de Heilige Schrift op bepaalde plaatsen geheim zou blijven, uit vrees dat, indien de Heilige Schrift voor alle mensen zonder meer duidelijk zou zijn, ze misschien van geringe waarde geacht en geminacht zou worden; of ze zou door middelmatig geschoolde mensen verkeerd begrepen kunnen worden en dwaling tot gevolg kunnen hebben.”1
8 De paus wilde dat de bijbel in het Latijn, dat inmiddels een dode taal was geworden, zou blijven. De inhoud ervan moest „geheim” blijven en niet in de talen van het gewone volk vertaald worden.a De door Hiëronymus vertaalde Latijnse Vulgaat, die in de vijfde eeuw was vervaardigd om de bijbel voor iedereen toegankelijk te maken, werd nu een middel om de bijbel verborgen te houden.
9, 10. (a) Hoe ontwikkelde zich de tegenstand van rooms-katholieke zijde tegen het vertalen van de bijbel? (b) Wat beoogde de Kerk met de tegenstand tegen de bijbel?
9 In de loop van de middeleeuwen werd het standpunt dat de Kerk innam tegen bijbels in de landstaal hardnekkiger. In 1199 schreef paus Innocentius III zo’n krachtige brief aan de aartsbisschop van Metz (Duitsland) dat de aartsbisschop alle Duitstalige bijbels waar hij de hand op kon leggen, verbrandde.3 In 1229 mochten krachtens een op de synode van Toulouse (Frankrijk) aangenomen decreet „leken” niet in het bezit zijn van enig bijbelboek in de gewone taal.4 In 1233 gelastte een provinciale synode van Tarragona (Spanje) dat alle boeken van „het Oude of Nieuwe Testament” ingeleverd moesten worden om te worden verbrand.5 Op de in 1407 door aartsbisschop Thomas Arundel te Oxford (Engeland) bijeengeroepen synode van geestelijken werd uitdrukkelijk verboden de bijbel in het Engels of enige andere moderne taal te vertalen.6 In 1431 werd, eveneens in Engeland, door bisschop Stafford van Wells het vertalen van de bijbel in het Engels en het in bezit hebben van zulke vertalingen verboden.7
10 Deze religieuze autoriteiten trachtten niet de bijbel te vernietigen. Zij trachtten hem in onbruik te doen geraken, in een taal te houden die slechts enkelen konden lezen. Aldus hoopten zij te verhinderen wat zij als ketterij bestempelden maar wat in werkelijkheid neerkwam op het trotseren van hun autoriteit. Als zij succes hadden gehad, was de bijbel misschien slechts een voorwerp van intellectuele curiositeit geworden en had hij weinig of geen invloed op het leven van gewone mensen uitgeoefend.
Voorvechters van de bijbel
11. Wat gebeurde er toen Julián Hernández Spaanstalige bijbels Spanje binnensmokkelde?
11 Maar gelukkig weigerden vele oprechte mensen deze edicten op te volgen, doch niet zonder gevaar. Sommigen ondergingen verschrikkelijk lijden wegens de „misdaad” een bijbel in bezit te hebben. Neem bijvoorbeeld eens het geval van een Spanjaard genaamd Julián Hernández. Volgens Foxes History of Christian Martyrdom waagde Julián (of: Juliano) het „een groot aantal bijbels, verborgen in vaten en verpakt als Rijnse wijn, vanuit Duitsland naar zijn eigen land over te brengen”. Hij werd verraden en door de rooms-katholieke inquisitie gearresteerd. Degenen voor wie de bijbels bestemd waren, „werden allen zonder onderscheid gemarteld, en vervolgens werden de meesten van hen tot diverse straffen veroordeeld. Juliano eindigde zijn leven op de brandstapel, twintig werden er aan het spit geroosterd, verscheidenen kregen levenslang, sommigen werden in het openbaar gegeseld en velen naar de galeien gestuurd.”8
12. Hoe weten wij dat de religieuze autoriteiten uit de middeleeuwen niet het christendom van de bijbel vertegenwoordigden?
12 Wat een afschuwelijk machtsmisbruik! Het is duidelijk dat deze religieuze autoriteiten geenszins het bijbelse christendom vertegenwoordigden! In de volgende woorden onthulde de bijbel zelf tot wie zij behoorden: „Hieraan zijn de kinderen van God en de kinderen van de Duivel kenbaar: Een ieder die geen rechtvaardigheid betracht, spruit niet uit God voort, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft. Want dit is de boodschap die gij van het begin af hebt gehoord, dat wij liefde voor elkaar moeten hebben; niet zoals Kaïn, die uit de goddeloze voortsproot en zijn broer vermoordde.” — 1 Johannes 3:10-12.
13, 14. (a) Welk opmerkelijke feit in verband met de bijbel tijdens de middeleeuwen toont de goddelijke oorsprong ervan aan? (b) Hoe veranderde de situatie wat de bijbel betreft in Europa?
13 Maar wat opmerkelijk is het dat mannen en vrouwen bereid waren zo’n vreselijke behandeling te riskeren enkel en alleen om in het bezit te zijn van een bijbel! En zo kunnen er tot op onze tijd nog talloze voorbeelden meer worden aangehaald. De diepe toewijding die de bijbel in personen heeft opgewekt, de bereidheid om geduldig te lijden en zich gelaten aan verschrikkelijke terechtstellingen te onderwerpen zonder hun pijnigers iets terug te doen, is een krachtig bewijs dat de bijbel werkelijk het Woord van God is. — 1 Petrus 2:21.
14 Uiteindelijk, na de protestantse rebellie tegen de rooms-katholieke macht in de zestiende eeuw, werd de Rooms-Katholieke Kerk zelf gedwongen vertalingen van de bijbel in de gewone talen van Europa te vervaardigen. Maar zelfs toen werd de bijbel meer met het protestantisme dan met het katholicisme in verband gebracht. Zoals de rooms-katholieke priester Edward J. Ciuba schreef: „Men moet eerlijkheidshalve toegeven dat een van de meer tragische gevolgen van de protestantse reformatie was dat de bijbel onder de katholieke gelovigen werd veronachtzaamd. Hoewel de bijbel nooit volledig vergeten werd, was hij voor de meeste katholieken een gesloten boek.”9
Hogere bijbelkritiek
15, 16. Waarom gaat het protestantisme wat tegenstand tegen de bijbel betreft niet vrijuit?
15 De protestantse kerken gaan wat tegenstand tegen de bijbel betreft echter niet vrijuit. Met het verstrijken der jaren ondernamen bepaalde protestantse geleerden een ander soort van aanval op het boek: een intellectuele aanval. Gedurende de achttiende en negentiende eeuw ontwikkelden zij een methode voor het bestuderen van de bijbel die bekendstaat als hogere bijbelkritiek. De geleerden die zich hiermee bezighielden, onderwezen dat veel van de bijbel uit legenden en mythen bestond. Sommigen zeiden zelfs dat Jezus nooit heeft bestaan. In plaats van de bijbel als het Woord van God te kwalificeren, beschouwden deze protestantse geleerden de bijbel als het woord van mensen, en dan nog een zeer verward woord.
16 Hoewel de meer extreme opvattingen van de hogere bijbelkritiek niet langer worden gehuldigd, wordt hogere bijbelkritiek nog steeds op theologische hogescholen onderwezen, en het is niet ongewoon protestantse geestelijken in het openbaar grote gedeelten van de bijbel te horen loochenen. Zo werd in een Australisch nieuwsblad een anglicaanse geestelijke geciteerd die had gezegd dat veel van wat er in de bijbel staat, „gewoon onjuist is. De geschiedenis is ten dele onjuist. Sommige van de details zijn duidelijk verminkt.” Deze denkwijze is een produkt van hogere bijbelkritiek.
’Schimpend over gesproken’
17, 18. Hoe heeft het gedrag van de christenheid smaad op de bijbel geworpen?
17 Maar misschien is het gedrag van de christenheid wel de grootste hinderpaal waarom mensen de bijbel niet als Gods Woord aanvaarden. De christenheid beweert volgens de bijbel te leven. Toch heeft ze door haar gedrag grote smaad op de bijbel en zelfs op de naam christen geworpen. Zoals de apostel Petrus voorzei, is er over de weg der waarheid ’schimpend gesproken’. — 2 Petrus 2:2.
18 Terwijl de kerk bijvoorbeeld het vertalen van de bijbel verbood, steunde de paus groots opgezette militaire ondernemingen tegen de moslims in het Midden-Oosten. Dit werden „heilige” kruistochten genoemd, maar er was niets heiligs aan. De eerste — de „Volkskruistocht” genoemd — gaf de toon aan voor wat er zou volgen. Vóór het vertrek uit Europa keerde een onstuimig leger, opgehitst door predikers, zich tegen de joden in Duitsland en slachtte hen in de ene stad na de andere af. Waarom? De geschiedschrijver Hans Eberhard Mayer zegt: „Het argument dat de joden, als de vijanden van Christus, het verdienden gestraft te worden, was slechts een zwakke poging ter verdoezeling van het werkelijke motief: hebzucht.”10
19-21. Hoe heeft de Dertigjarige Oorlog, alsook Europa’s zendingspogingen en koloniale expansie, ertoe bijgedragen smaad op de bijbel te werpen?
19 De protestantse rebellie in de zestiende eeuw verbrak in veel landen van Europa de macht van het rooms-katholicisme. Eén gevolg was de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), die in The Universal History of the World „een van de verschrikkelijkste oorlogen in de geschiedenis van Europa” wordt genoemd. De grondoorzaak van de oorlog? „De haat van de katholieken jegens de protestanten, en van de protestanten jegens de katholieken.”11
20 Tegen deze tijd had de christenheid zich reeds tot buiten Europa uitgebreid en bracht ze de „christelijke” beschaving naar andere delen van de aarde. Deze militaire expansie werd gekenmerkt door wreedheid en hebzucht. In Midden- en Zuid-Amerika verwoestten de Spaanse conquistadores (veroveraars) al snel de inheemse Amerikaanse beschavingen. Eén geschiedenisboek merkte op: „In het algemeen verwoestten de Spaanse heersers de inheemse beschaving, zonder de Europese beschaving in te voeren. De zucht naar goud was het voornaamste motief dat hen naar de Nieuwe Wereld trok.”12
21 Ook protestantse zendelingen trokken van Europa naar andere continenten. Een van de resultaten van hun werk was de bevordering van de koloniale expansie. Een wijdverbreide zienswijze die er tegenwoordig met betrekking tot de protestantse zendingsactiviteit op na wordt gehouden, is deze: „In veel gevallen is de zendingsonderneming gebruikt als een rechtvaardiging van en een dekmantel voor de overheersing van mensen. De interrelatie tussen zending, technologie en imperialisme is welbekend.”13
22. Hoe heeft de christenheid gedurende de twintigste eeuw smaad op de naam van het christendom geworpen?
22 De nauwe associatie tussen de religies van de christenheid en de staat is tot nu toe blijven bestaan. De laatste twee wereldoorlogen werden hoofdzakelijk tussen „christelijke” natiën gestreden. Geestelijken aan beide zijden van het front moedigden hun jonge mannen aan te vechten en te trachten de vijand — die vaak tot dezelfde religie behoorde — te doden. In het boek If the Churches Want World Peace werd opgemerkt: „Het strekt [de kerken] beslist niet tot eer dat het huidige oorlogsstelsel tot ontwikkeling is gekomen en zijn grootste verwoesting heeft aangericht in landen die zich geheel aan de zaak van het christendom hebben gewijd.”14
Het Woord van God blijft bestaan
23. Hoe geeft de geschiedenis van de christenheid te kennen dat de bijbel Gods Woord is?
23 Wij verhalen deze lange, droeve geschiedenis van de christenheid om twee punten te doen uitkomen. Ten eerste dat zulke gebeurtenissen een vervulling van bijbelse profetieën zijn. Er was voorzegd dat velen die beweren christenen te zijn, smaad op de bijbel en de naam van het christendom zouden werpen, en het feit dat dit is gebeurd, bewijst dat de bijbel waar is. Niettegenstaande dat dienen wij niet uit het oog te verliezen dat het gedrag van de christenheid niet representatief is voor het op de bijbel gebaseerde christendom.
24. Wat is het kenmerk van ware christenen, en hoe wordt de christenheid dientengevolge duidelijk als onchristelijk veroordeeld?
24 Jezus zelf zette uiteen hoe ware christenen te herkennen zijn: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Johannes 13:35). Verder zei Jezus: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben” (Johannes 17:16). Op beide punten geeft de christenheid er duidelijk blijk van niet het christendom van de bijbel te vertegenwoordigen. Ze beweert de vriend van de bijbel te zijn, maar ze is een valse vriend.
25. Waarom is de bijbel in weerwil van alle aanvallen waaraan hij heeft blootgestaan, tot op onze tijd blijven bestaan?
25 Het tweede punt is dit: Gezien het feit dat de christenheid in haar geheel lijnrecht in strijd met de belangen van de bijbel heeft gehandeld, is het werkelijk opmerkelijk dat het boek tot op de dag van vandaag is blijven bestaan en nog steeds een goede invloed op het leven van veel mensen uitoefent. De bijbel is blijven bestaan in weerwil van bittere tegenstand tegen het vertalen ervan, aanvallen van modernistische geleerden alsook het onchristelijke gedrag van zijn valse vriend, de christenheid. Waarom? Omdat de bijbel met geen enkel ander geschreven werk te vergelijken is. De bijbel is onvergankelijk. De bijbel is het Woord van God, en dit boek zelf vertelt ons: „Het gras verdort, de bloem verwelkt, maar het woord van onze God houdt in eeuwigheid stand.” — Jesaja 40:8, Willibrordvertaling.
[Voetnoten]
a Er werden enkele vertalingen in landstalen gemaakt. Maar ze werden dikwijls moeizaam vervaardigd in zeer sierlijke manuscripten en waren bepaald niet voor algemeen gebruik bestemd.2
[Inzet op blz. 34]
De voornaamste protestantse kerken hebben deelgenomen aan een grote intellectuele aanval op de bijbel
[Illustratie op blz. 26]
De geschiedenis van de christenheid begon in feite toen Constantijn het „christendom” van zijn tijd als officiële godsdienst erkende
[Illustraties op blz. 29]
Paus Gregorius VII en paus Innocentius III speelden een belangrijke rol in de strijd die de Katholieke Kerk voerde om te verhinderen dat de bijbel in de gewone taal van het volk werd vertaald
[Illustratie op blz. 33]
Het aanstootgevende gedrag van de christenheid heeft velen eraan doen twijfelen of de bijbel werkelijk het Woord van God is
[Illustratie op blz. 35]
Tijdens de Eerste Wereldoorlog buigen deze Russische soldaten voor een religieus icoon voordat zij er op uit trekken om mede-„christenen” te doden