Als herders dienen met onze Grootse Schepper
„Jehovah is mijn Herder. Mij zal niets ontbreken. Mijn ziel verkwikt hij. Hij leidt mij in de sporen van rechtvaardigheid om zijns naams wil.” — PSALM 23:1, 3.
1. Welke liefdevolle verkwikking verschaft Jehovah?
DE 23ste psalm, „een melodie van David”, heeft veel vermoeide zielen verkwikt. De psalm heeft hen aangemoedigd het vertrouwen te hebben dat in vers 6 tot uitdrukking wordt gebracht: „Waarlijk, louter goedheid en liefderijke goedgunstigheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; en ik zal stellig in het huis van Jehovah wonen tot in lengte van dagen.” Is dat ook uw verlangen, om voor altijd in Jehovah’s huis van aanbidding te wonen, verenigd met zijn volk dat nu uit alle natiën der aarde wordt bijeengebracht? „De herder en opziener van uw zielen”, onze Grootse Schepper, Jehovah God, zal u helpen dat doel te bereiken. — 1 Petrus 2:25.
2, 3. (a) Hoe weidt Jehovah zijn volk liefdevol? (b) Hoe heeft Jehovah’s „kudde” zich op spectaculaire wijze uitgebreid?
2 De Schepper van „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” is ook de Organisator en Hoogste Opziener van de christelijke gemeente, „Gods huisgezin” (2 Petrus 3:13; 1 Timotheüs 3:15). Hij is intens geïnteresseerd in het weiden van zijn volk, zoals in Jesaja 40:10, 11 duidelijk wordt uiteengezet: „Zie! De Soevereine Heer Jehovah zelf zal komen net als een sterke, en zijn arm zal voor hem heersen. Zie! Zijn beloning is bij hem, en het loon dat hij betaalt, gaat voor hem uit. Als een herder zal hij zijn eigen kudde weiden. Met zijn arm zal hij de lammeren bijeenbrengen, en aan zijn boezem zal hij ze dragen. De zogenden zal hij met zorg leiden.”
3 In een uitgebreidere betekenis omvat deze „kudde” degenen die reeds lang in de christelijke waarheid wandelen alsook „lammeren”, die nog maar heel kort geleden bijeenvergaderd zijn — zoals de grote aantallen die nu in Afrika en Oost-Europa gedoopt worden. Jehovah’s sterke, beschermende arm vergadert hen tot zijn boezem. Hoewel zij als verdwaalde schapen waren, zijn zij nu in een intieme verhouding tot hun geliefde God en Herder gekomen.
Jehovah’s Medeherder
4, 5. (a) Wie is „de voortreffelijke herder”, en hoe werd in de profetie de aandacht op hem gevestigd? (b) Over welk scheidingswerk voert Jezus het opzicht, en met welk schitterende resultaat?
4 Dienend aan de rechterhand van zijn Vader in de hemel schenkt „de voortreffelijke herder”, Jezus Christus, ook vol mededogen aandacht aan de „schapen”. Hij legde zijn leven af opdat eerst de „kleine kudde” gezalfden en vervolgens, in deze tijd, de grote schare van zijn „andere schapen” er voordeel van zouden trekken (Lukas 12:32; Johannes 10:14, 16). De Grote Herder, Jehovah God, richt zich tot al deze schapen met de woorden: „Hier ben ik, ikzelf, en ik zal stellig richten . . . tussen een schaap en een schaap. En ik wil één herder over hen verwekken, en hij moet hen weiden, ja, mijn knecht David. Hijzelf zal hen weiden en hijzelf zal hun herder worden. En ikzelf, Jehovah, zal stellig hun God worden, en mijn knecht David een overste in hun midden. Ikzelf, Jehovah, heb gesproken.” — Ezechiël 34:20-24.
5 De in de profetie gebruikte aanduiding „mijn knecht David” vestigt de aandacht op Christus Jezus, het „zaad” dat Davids troon erft (Psalm 89:35, 36). In deze dag waarin de natiën geoordeeld worden, gaat Jehovah’s Medeherder en Koning, Christus Jezus, de Zoon van David, ermee voort de „schapen” onder de mensheid te scheiden van degenen die misschien wel beweren „schapen” te zijn maar in werkelijkheid „bokken” zijn (Mattheüs 25:31-33). Deze ’ene herder’ wordt ook verwekt om de schapen te voeden. Wat een schitterende vervulling van die profetie zien wij in deze tijd! Terwijl politici erover spreken de mensheid door middel van een nieuwe wereldorde te verenigen, verenigt de ene Herder de schapen uit alle natiën werkelijk door middel van een veeltalige getuigenisveldtocht zoals alleen Gods organisatie op aarde die ooit zou kunnen ondernemen.
6, 7. Hoe heeft „de getrouwe en beleidvolle slaaf” erop toegezien dat er ’voedsel te rechter tijd’ voor de schapen beschikbaar wordt gesteld?
6 Naarmate de Koninkrijksboodschap voortdurend tot in nieuwe gebieden wordt verbreid, ziet de uit gezalfde christenen bestaande „getrouwe en beleidvolle slaaf” er in opdracht van de ene Herder op toe dat elke voorziening wordt getroffen om ’voedsel te rechter tijd’ uit te zenden (Mattheüs 24:45). Veel van de 33 bijkantoren van het Wachttorengenootschap over de hele aarde die een eigen drukkerij hebben, verhogen hun produktie om te kunnen voldoen aan de steeds toenemende vraag naar meer en betere bijbelverklarende boeken en tijdschriften.
7 Het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen doet al het mogelijke om de kwaliteit van het vertaalwerk in zo’n 200 talen te verbeteren en vertalingen van start te laten gaan in nog meer talen, al naar dit noodzakelijk is om het hele wereldomvattende veld te kunnen bestrijken. Dit is ter ondersteuning van de opdracht die Jezus zijn discipelen in Handelingen 1:8 gaf: „Gij zult kracht ontvangen wanneer de heilige geest op u gekomen is, en gij zult getuigen van mij zijn . . . tot de verst verwijderde streek der aarde.” Bovendien wordt de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift, die in haar geheel of gedeeltelijk reeds in veertien talen gedrukt is, nu in zestien andere talen van Europa, Afrika en de Oriënt vertaald.
„De vrede van God” genieten
8. Hoe zijn de schapen rijk gezegend door het vredesverbond dat Jehovah met hen gesloten heeft?
8 Door bemiddeling van zijn ene Herder, Christus Jezus, sluit Jehovah een „vredesverbond” met Zijn goed gevoede schapen (Jesaja 54:10). Daar de schapen geloof oefenen in Jezus’ vergoten bloed kunnen zij in het licht wandelen (1 Johannes 1:7). Zij genieten ’de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat en die hun hart en geestelijke vermogens behoedt door bemiddeling van Christus Jezus’ (Filippenzen 4:7). Zoals Ezechiël 34:25-28 vervolgens beschrijft, brengt Jehovah zijn schapen naar weidegronden in een geestelijk paradijs, een verrukkelijke toestand van zekerheid, verkwikkende voorspoed en vruchtbaarheid. Deze liefdevolle Herder zegt over zijn schapen: „Zij zullen moeten weten dat ik Jehovah ben wanneer ik de houten van hun juk verbreek en ik hen heb bevrijd uit de hand van degenen die hen als slaven hadden gebruikt. En zij zullen niet langer tot plundering worden voor de natiën; . . . en zij zullen werkelijk in zekerheid wonen, zonder dat iemand hen doet beven.”
9. Welke gelegenheden zijn door het ’verbreken van de houten van hun juk’ voor Gods volk opengesteld?
9 In recente jaren hebben Jehovah’s Getuigen in veel landen reeds ondervonden dat „de houten van hun juk” verbroken zijn. Zij zijn als nimmer tevoren vrij om te prediken. En mogen wij allen, in elk land, een goed gebruik maken van de bescherming die Jehovah verschaft terwijl wij voorwaarts gaan om het werk gedaan te krijgen. Wat een geruststelling geeft Jehovah naarmate wij de tijd naderen van de grootste verdrukking die de mensheid ooit zal meemaken! — Daniël 12:1; Mattheüs 24:21, 22.
10. In wie heeft Jehovah voorzien om de Voortreffelijke Herder, Christus Jezus, te assisteren, en hoe sprak de apostel Paulus sommigen van hen toe?
10 Ter voorbereiding op die dag van zijn wraak tegen de goddelozen heeft Jehovah in onderherders voorzien om de Voortreffelijke Herder, Christus Jezus, te assisteren bij het zorgdragen voor de kudde. Zij worden in Openbaring 1:16 beschreven als een volledig aantal van „zeven sterren” in Jezus’ rechterhand. In de eerste eeuw sprak de apostel Paulus een vertegenwoordigende groep van deze onderherders toe en zei: „Schenkt aandacht aan uzelf en aan de gehele kudde, onder welke de heilige geest u tot opzieners heeft aangesteld, om de gemeente van God te weiden, welke hij met het bloed van zijn eigen Zoon heeft gekocht” (Handelingen 20:28). In deze tijd zijn er tienduizenden onderherders die in de 69.558 gemeenten over de hele aarde dienen.
Onderherders, treed naar voren!
11. Hoe hebben sommige herders succesvol de leiding genomen in veelvuldig bewerkte gebieden?
11 Op veel plaatsen moeten deze herders de leiding nemen in gebieden die gedurende deze laatste dagen al herhaaldelijk bewerkt zijn. Hoe kunnen zij de kudde helpen enthousiast te blijven? De herders zijn zeer te prijzen voor wat zij tot dusver hebben gedaan. Zo zijn zij bijvoorbeeld succesvol geweest in het stimuleren van de hulp- en gewone pioniersdienst. Veel herders hebben zelf een aandeel aan deze dienst gehad, en zelfs verkondigers die hier niet toe in staat waren, hebben de pioniersgeest tentoongespreid en dienen met een vreugde die ertoe bijdraagt apathie in het gebied te overwinnen (Psalm 100:2; 104:33, 34; Filippenzen 4:4, 5). Als gevolg hiervan zijn terwijl de wereld overspoeld wordt door goddeloosheid en bijna volslagen anarchie, vele met schapen te vergelijken personen wakker geschud voor de Koninkrijkshoop. — Mattheüs 12:18, 21; Romeinen 15:12.
12. Welk ernstige probleem bestaat in gebieden waar het werk snel groeit, en hoe wordt dit probleem soms opgelost?
12 Een ander probleem is dat er vaak niet voldoende bekwame herders zijn om zorg te dragen voor de kudde. Waar snelle groei is, zoals in Oost-Europa, zijn er veel nieuwe gemeenten waarin geen enkele aangestelde ouderling is. Bereidwillige schapen nemen de last op zich maar zij zijn heel onervaren, en er is hulp nodig om de schapen die de gemeenten binnenstromen op te leiden. In landen als Brazilië, Mexico en Zaïre, waar het werk heel snel groeit, moeten betrekkelijk jonge Getuigen worden gebruikt om de dienst te organiseren en andere nieuwelingen op te leiden. Pioniers bieden voortreffelijke hulp, en hier is een terrein waarop zusters nieuwe zusters kunnen opleiden. Door middel van zijn geest zegent Jehovah de resultaten. De toename duurt voort. — Jesaja 54:2, 3.
13. (a) Waar moeten alle Getuigen om bidden, aangezien de oogst zo groot is? (b) Hoe werden de gebeden van Gods volk voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog verhoord?
13 In landen waar het predikingswerk al een heel vertrouwd verschijnsel is geworden, in landen waar onlangs restricties zijn opgeheven en in pasgeopende gebieden gelden de in Mattheüs 9:37, 38 opgetekende woorden van Jezus nog steeds: „Ja, de oogst is groot, maar er zijn weinig werkers. Smeekt daarom de Meester van de oogst dat hij werkers in zijn oogst uitzendt.” Wij moeten ook bidden of Jehovah meer herders wil verwekken. Hij heeft laten zien dat hij dit kan. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog trachtten wrede, met Assyriërs te vergelijken dictators Jehovah’s Getuigen uit te roeien. Maar in antwoord op hun gebeden verbeterde Jehovah de structuur van hun organisatie, door die werkelijk theocratisch te maken, en voorzag hij in de benodigde „herders”.a Dit was in overeenstemming met de profetie: „Wat de Assyriër aangaat, wanneer hij in ons land komt en wanneer hij onze woontorens betreedt, dan zullen wij zeven herders tegen hem moeten verwekken, ja, acht hertogen uit de mensheid” — zelfs meer dan een voldoende aantal toegewijde ouderlingen om de leiding te nemen. — Micha 5:5.
14. Waaraan bestaat grote behoefte in de organisatie, en welke aanmoediging wordt broeders gegeven?
14 Waaraan grote behoefte bestaat, is dat alle gedoopte mannelijke Getuigen naar verdere voorrechten streven (1 Timotheüs 3:1). De situatie is dringend. Het einde van dit samenstel komt snel naderbij. In Habakuk 2:3 staat: „Het visioen is nog voor de bestemde tijd, en het blijft voorthijgen naar het einde, en het zal geen leugen vertellen. . . . Het zal zonder mankeren uitkomen. Het zal niet te laat komen.” Broeders, kunnen jullie je vollediger inzetten teneinde in aanmerking te komen voor verdere voorrechten in dit herderlijke werk — voordat het einde komt? — Titus 1:6-9.
Als theocratische herders dienen
15. In welk opzicht is Jehovah’s volk een theocratie?
15 Teneinde een volledig aandeel te hebben aan de expansie van Jehovah’s organisatie, moet zijn volk een theocratische kijk hebben. Hoe kunnen zij dit bereiken? Welnu, wat wordt bedoeld met de uitdrukking „theocratisch”? Volgens Webster’s New Twentieth Century Dictionary betekent „theocratie” dat ’een staat door God geregeerd wordt’. In dit opzicht is de „heilige natie” van Jehovah’s volk een theocratie (1 Petrus 2:9; Jesaja 33:22). Als leden van die theocratische natie of als personen die ermee verbonden zijn, moeten ware christenen in gehoorzaamheid aan Gods Woord en de daarin opgetekende beginselen leven en dienen.
16. Wat houdt zich theocratisch betonen in essentie in?
16 De apostel Paulus legt duidelijk uit wat het voor christenen inhoudt theocratisch te zijn. Eerst zegt hij dat zij „de nieuwe persoonlijkheid [dienen] aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit”. De persoonlijkheid van een christen moet gevormd worden naar Gods rechtvaardige beginselen die in zijn Woord worden uiteengezet. Hij moet loyaal aan Jehovah en aan Zijn wetten zijn. Nadat Paulus heeft geïllustreerd hoe dit gedaan kan worden, geeft hij de aansporing: „Wordt . . . navolgers van God, als geliefde kinderen” (Efeziërs 4:24–5:1). Als gehoorzame kinderen moeten wij God navolgen. Dat is ware theocratie in actie — er blijk van geven dat wij werkelijk door God geregeerd worden! — Zie ook Kolossenzen 3:10, 12-14.
17, 18. (a) Welke schitterende hoedanigheid van God bootsen theocratische christenen na? (b) Hoe legde Jehovah in zijn tot Mozes gerichte woorden de nadruk op Zijn voornaamste hoedanigheid, maar welke waarschuwing voegde Hij eraan toe?
17 Wat is de voornaamste hoedanigheid van God die wij dienen na te bootsen? De apostel Johannes geeft in 1 Johannes 4:8 het volgende antwoord: „God is liefde.” Acht verzen verder, in vers 16, herhaalt hij dit uitermate belangrijke beginsel: „God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in eendracht met God en God blijft in eendracht met hem.” De Grote Herder, Jehovah, is de personificatie van liefde. Theocratische herders volgen hem na door van diepe liefde voor Jehovah’s schapen blijk te geven. — Vergelijk 1 Johannes 3:16, 18; 4:7-11.
18 De Grote Theocraat openbaarde zich aan Mozes als „Jehovah, Jehovah, een God barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid, die liefderijke goedheid bewaart voor duizenden, die dwaling en overtreding en zonde vergeeft, maar hij zal geenszins vrijstelling van straf geven, daar hij straf voor de dwaling van vaders brengt over zonen en over kleinzonen, over het derde geslacht en over het vierde geslacht” (Exodus 34:6, 7). Aldus legt Jehovah de nadruk op diverse facetten van zijn voornaamste theocratische hoedanigheid, liefde, terwijl hij krachtig waarschuwt dat hij dwaling zal straffen wanneer dit verdiend is.
19. Hoe dienen christelijke herders in tegenstelling met de Farizeeën theocratisch te handelen?
19 Wat betekent theocratisch zijn voor degenen die een positie van verantwoordelijkheid in de organisatie hebben? Over de schriftgeleerden en Farizeeën uit zijn tijd zei Jezus: „Zij binden zware vrachten samen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren” (Mattheüs 23:4). Hoe onderdrukkend en liefdeloos! Ware theocratie, of godsregering, vereist dat de kudde wordt geweid door de liefdevolle beginselen van de bijbel toe te passen, niet door de schapen de last van een eindeloze reeks door mensen gemaakte regels op te leggen. (Vergelijk Mattheüs 15:1-9.) Terzelfder tijd moeten theocratische herders God navolgen door aan hun liefde fermheid toe te voegen teneinde de zuiverheid van de gemeente te handhaven. — Vergelijk Romeinen 2:11; 1 Petrus 1:17.
20. Welke organisatorische regelingen erkennen theocratische herders?
20 Ware herders erkennen dat Jezus gedurende deze laatste dagen zijn getrouwe en beleidvolle slaaf over al zijn bezittingen heeft aangesteld en dat deze slaaf onder leiding van de heilige geest ouderlingen aanstelt om de schapen te weiden (Mattheüs 24:3, 47; Handelingen 20:28). Theocratisch zijn houdt derhalve in diep respect te hebben voor deze slaaf, voor de organisatorische regelingen die de slaaf heeft ingesteld en voor de ouderlingenregeling binnen de gemeente. — Hebreeën 13:7, 17.
21. Welk voortreffelijke voorbeeld heeft Jezus aan onderherders gegeven?
21 Jezus zelf heeft een voortreffelijk voorbeeld gegeven door voor leiding voortdurend naar Jehovah en Zijn Woord op te zien. Hij zei: „Ik kan niets uit mijzelf doen; gelijk ik hoor, oordeel ik; en het oordeel dat ik vel, is rechtvaardig, want ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil van hem die mij heeft gezonden” (Johannes 5:30). Onderherders van de Heer Jezus Christus dienen een soortgelijke nederige houding aan te kweken. Indien een ouderling zich net als Jezus voor leiding altijd tot Gods Woord wendt, is hij waarlijk theocratisch. — Mattheüs 4:1-11; Johannes 6:38.
22. (a) In welk opzicht dienen allen ernaar te streven theocratisch te zijn? (b) Welke vriendelijke uitnodiging doet Jezus de schapen toekomen?
22 Gedoopte mannen, streef ernaar om voor voorrechten in de gemeente in aanmerking te komen! En u allen, geliefde schapen, stel u ten doel theocratisch te zijn door God en Christus na te volgen in het betonen van liefde! Mogen zowel de herders als de kudde zich verheugen omdat zij ingegaan zijn op Jezus’ uitnodiging: „Komt tot mij, allen die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel. Want mijn juk is weldadig en mijn vracht is licht.” — Mattheüs 11:28-30.
[Voetnoot]
a Zie de Wachttoren-artikelen getiteld „Organisatie” in de uitgaven van augustus en september 1938.
Kunt u dit uitleggen?
◻ Wat is Jehovah’s „kudde”, en wie maken er deel van uit?
◻ Hoe trad Jezus in de eerste eeuw als „de voortreffelijke herder” op, en hoe doet hij dat in deze tijd?
◻ Welke belangrijke rol spelen onderherders in het zorgdragen voor de kudde?
◻ Welke betekenis ligt aan het woord „theocratie” ten grondslag?
◻ Hoe dient een christen — vooral een onderherder — te handelen teneinde theocratisch te zijn?
[Illustratie op blz. 20]
Als een toegewijde herder zorgt Jehovah voor zijn kudde
[Illustratie op blz. 23]
Jehovah’s hoedanigheid liefde nabootsen, is theocratie in actie