Wees dankbaar — Jehovah’s Messiaanse koninkrijk heerst
„Wij danken u, Jehovah God, de Almachtige, . . . dat gij uw grote kracht hebt opgenomen en als koning zijt gaan regeren.” — OPENBARING 11:17.
1. Wat zei de president van het Wachttorengenootschap na zijn rondreis door Europa in 1911?
VROEG in 1911 hield de president van het Wachttorengenootschap, C. T. Russell, een serie bijbellezingen in belangrijke steden van Europa. In een commentaar op die rondreis schreef Russell in The Watch Tower van 15 mei 1911 het volgende: „Wij waren verbaasd overal zoveel bewijzen van voorspoed aan te treffen . . . Onze lezers weten dat wij nu al enkele jaren verwachten dat dit tijdperk in een verschrikkelijke tijd van moeilijkheden zal eindigen, en wij verwachten dat deze tijd niet lang na oktober 1914, wat voor zover wij de Schrift kunnen begrijpen de datum is waarop de tijden der heidenen — het tijdperk gedurende welke de heerschappijen van de aarde aan de heidenen zijn overgegeven — zullen aflopen, plotseling en met kracht zal uitbreken; de tijd derhalve wanneer het koninkrijk van de Messias zijn uitoefening van macht zal beginnen.” Werd deze verwachting vervuld?
2. Hoe werd de vrede in 1914 verbrijzeld, en met welke droevige gevolgen?
2 Gedurende de eerste helft van 1914 scheen de wereld zeker te zijn en beveiligd tegen oorlog. Maar de vrede werd plotseling verbrijzeld toen op 28 juni 1914 de Oostenrijkse troonopvolger door een Serviër werd vermoord. Spoedig daarop verklaarde Oostenrijk-Hongarije Servië de oorlog. Rusland koos de zijde van Servië en daarom verklaarde Duitsland op 1 augustus Rusland de oorlog. Vervolgens verklaarde Duitsland op 3 augustus Frankrijk de oorlog; Groot-Brittannië op 4 augustus Duitsland; Montenegro op 7 augustus Oostenrijk-Hongarije; Japan op 23 augustus Duitsland; Oostenrijk-Hongarije op 28 augustus België. Velen geloofden dat de oorlog spoedig voorbij zou zijn. Maar in plaats daarvan escaleerde deze in de ergste oorlog van de geschiedenis tot op die tijd, waarin nog negentien andere landen partij kozen in een internationaal bloedbad dat aan ruim 13.000.000 militairen en burgers het leven kostte, terwijl meer dan 21.000.000 mensen verminkt en gewond werden.
3, 4. Wat gebeurde er op vrijdagmorgen 2 oktober 1914 op het hoofdbureau van het Genootschap?
3 Op vrijdagmorgen 2 oktober 1914 deed Russell de volgende aankondiging aan de medewerkers op het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap in Brooklyn (New York): „De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad.” Deze aankondiging werd door de familie op Bethel, „het huis van God”, met enthousiast applaus begroet.
4 Op grond waarvan waren C. T. Russell en zijn metgezellen zo vreugdevol op die oktobermorgen? Waar komt de uitdrukking „tijden der heidenen” vandaan? Welke bewijzen zijn er dat de tijden der heidenen in oktober 1914 eindigden? En hoe dient dit op u van invloed te zijn?
Jeruzalem en de tijden der heidenen
5. Waar komt de uitdrukking „tijden der heidenen” vandaan?
5 De uitdrukking „tijden der heidenen”, of „bestemde tijden der natiën”, is ontleend aan Jezus’ uitvoerige profetie over de verwoesting van Jeruzalem (Lukas 21:5-36, Statenvertaling). Twee dagen voordat Jezus deze profetie uitsprak, bood hij zich aan de inwoners van Jeruzalem als hun Messias aan. Terwijl hij nederig op een ezel in de richting van de stad reed, werd hij door een menigte joden in triomf toegejuicht, precies zoals in Zacharia 9:9 was voorzegd. „Gezegend is Hij die komt als de Koning in Jehovah’s naam!”, riepen zij luid. — Lukas 19:28-40.
6, 7. Welke verschrikkelijke bloedschuld brachten eerste-eeuwse Judeeërs over zichzelf, en met welke gevolgen?
6 Maar Jezus wist dat de publieke opinie zich spoedig tegen hem zou keren omdat de religieuze leiders van Jeruzalem, die onder de invloed stonden van hun vader, de Duivel, een moordzuchtige haat jegens hem koesterden (Genesis 3:15; Johannes 8:44). Kort daarna, op 14 Nisan, drong een schare joden luidkeels op Jezus’ dood aan. „Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen”, schreeuwden zij de aarzelende Romeinse stadhouder toe (Mattheüs 27:24, 25). In plaats van Jezus als Messiaanse Koning te aanvaarden, verklaarden de overpriesters: „Wij hebben geen andere koning dan caesar” (Johannes 19:15). De ware Messias werd vervolgens aan een martelpaal genageld om te sterven, op de valse beschuldiging dat hij een opruier tegen Rome en een lasteraar tegen de God van de joden was. — Markus 14:61-64; Lukas 23:2; Johannes 18:36; 19:7.
7 De goddelijke wraak zou stellig over de inwoners van Judea komen vanwege hun verschrikkelijke bloedschuld. Jeruzalem, met zijn schitterende tempel, kon niet langer „de stad van de grote Koning”, Jehovah, genoemd worden (Mattheüs 5:35; Lukas 13:33-35). Enkele dagen voor Jezus’ dood spraken zijn discipelen vol bewondering over de tempelgebouwen van die stad. Als antwoord hierop voorzei Jezus: „Wat deze dingen aangaat die gij aanschouwt, er zullen dagen komen waarin hier geen steen op de andere gelaten zal worden die niet afgebroken zal worden.” — Lukas 21:5, 6.
8. Wat was er nog meer bij betrokken toen Jezus „het teken” gaf van de gebeurtenissen die tot Jeruzalems verwoesting leidden?
8 Verbaasd vroegen Jezus’ discipelen: „Leraar, wanneer zullen deze dingen feitelijk zijn, en wat zal het teken zijn wanneer deze dingen zullen geschieden?” (Lukas 21:7) Als antwoord hierop voorzei Jezus nauwkeurig de gebeurtenissen die tot Jeruzalems verwoesting zouden leiden, en hij voegde er deze belangrijke zinsnede aan toe: „Jeruzalem zal door de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn” (Lukas 21:8-24, SV). Aldus wees Jezus vooruit naar iets wat zich voorbij de verwoesting van Jeruzalem uitstrekte — iets wat moest wachten „totdat de tijden der heidenen vervuld [zouden] zijn”. Met betrekking tot „het teken” zei Jezus: „Wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is” (Lukas 21:31). Het teken zou derhalve een tweevoudige vervulling hebben. De eerste vervulling, of de vervulling op kleine schaal, zou te kennen geven dat ’de verwoesting van Jeruzalem nabij gekomen was’ (Lukas 21:20). De tweede, en grotere, vervulling zou komen wanneer de tijden der heidenen geëindigd waren, en hierdoor zou te kennen worden gegeven dat „het koninkrijk Gods nabij is”. — Vergelijk Mattheüs 24:3.
Het aardse Jeruzalem vervangen door een betere stad
9. Wanneer verloor het aardse Jeruzalem zijn begunstigde status, en waardoor is het vervangen?
9 Wilde Jezus met de woorden „Jeruzalem zal door de natiën worden vertreden totdat de bestemde tijden der natiën zijn vervuld” te kennen geven dat de aardse stad uiteindelijk in goddelijke gunst zou worden hersteld? Nee. Na de moord op Gods geliefde Zoon heeft het aardse Jeruzalem zijn speciale status voor altijd verloren en is het vervangen door een veel betere „stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem”. — Hebreeën 12:22; Mattheüs 23:37, 38; 27:50, 51.
10. Wat wordt met de uitdrukking „het hemelse Jeruzalem” bedoeld?
10 De uitdrukking „het hemelse Jeruzalem” wordt in de bijbel gebruikt als een beschrijving van het onvernietigbare hemelse koninkrijk waartoe gezalfde christenen geroepen zijn (Hebreeën 11:10; 12:22, 28).a Toen de apostel Paulus dit schreef, werd de aardse stad met haar tempel door joden nog steeds ten zeerste bewonderd. Derhalve herinnerde Paulus Hebreeuwse christenen aan het volgende: „Wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken ernstig de toekomstige.” — Hebreeën 13:14.
Waarom het hemelse Jeruzalem genoemd
11. Wat beeldde het aardse Jeruzalem af totdat deze stad Jehovah’s gunst verloor?
11 Jeruzalem was lange tijd de hoofdstad van de natie Israël, en over de koningen daarvan werd gezegd dat zij ’op Jehovah’s troon zaten’ (1 Kronieken 29:23). Ook sloot Jehovah een verbond met David dat het koningschap voor eeuwig in zijn geslacht zou blijven. Net zoals hedendaagse hoofdsteden als Washington, Moskou, Canberra en Pretoria gebruikt worden als een identificatie van hun respectieve regeringen, wordt Jeruzalem in de bijbel gebruikt als een afbeelding van het Davidische koninkrijk. — 2 Samuël 7:16; Lukas 1:32.
12. Hoe moet de uitdrukking „tijden der heidenen” toegepast worden?
12 Davids koninkrijk had een beperkt gebied en strekte zich slechts uit tot aan de door God bepaalde grenzen van het oude Israël. Het aardse Jeruzalem was daarom slechts een voorafbeelding van het werkelijke Messiaanse koninkrijk, dat vanuit de hemel zou regeren en de gehele aarde tot zijn domein zou hebben (Psalm 2:2, 7, 8; Daniël 7:13, 14; 2 Timotheüs 4:18). Zo verklaarde het boek The Time Is At Hand, in 1889 door het Wachttorengenootschap uitgegeven, duidelijk: „De uitdrukking ’tijden der heidenen’ werd door onze Heer toegepast op die periode in de geschiedenis der aarde die ligt tussen de verwijdering van het typologische koninkrijk Gods, het koninkrijk van Israël (Ezech. 21:25-27), en de invoering en oprichting van het tegenbeeld ervan, het ware koninkrijk Gods.”
Hoe lang duren de tijden der heidenen?
13. Wanneer begonnen de tijden der heidenen, en waarom antwoordt u zo?
13 Het typologische koninkrijk Gods werd in 607 v.G.T. door de Babylonische koning Nebukadnezar omvergeworpen. Tegen de zevende joodse maand, omstreeks midden oktober, lag het land woest (2 Koningen 25:8, 9, 22, 25, 26).b Als bewijs dat dit onder goddelijke toelating gebeurde, gaf Jehovah God Nebukadnezar een droom. Deze had te maken met een boom die werd omgehakt en na een periode van „zeven tijden” weer mocht uitspruiten. De droom had een eerste vervulling toen Nebukadnezar na een tijdelijke toestand van krankzinnigheid weer op zijn troon werd hersteld. — Daniël 4:10-17, 28-36.
14. Wat was het belangrijkste punt van Nebukadnezars droom?
14 Het thema van Nebukadnezars droom liet echter zien dat de voornaamste vervulling ervan te maken had met Gods typologische koninkrijk, dat onder Gods toelating door die heidense koning ’omgehakt’ werd. De droom besloot met de volgende woorden, waarin werd uiteengezet met welk doel dit was geschied: „Opdat de levenden mogen weten dat de Allerhoogste de Heerser is in het koninkrijk der mensheid en dat hij het geeft aan wie hij wil en daarover zelfs de geringste der mensen aanstelt.” — Daniël 4:17.
15. Hoe kwam Jezus Christus ervoor in aanmerking „de geringste der mensen” genoemd te worden? (Mattheüs 11:29)
15 Slechts één persoon kwam er in alle opzichten voor in aanmerking „de geringste der mensen” genoemd te worden. De eniggeboren Zoon van God gaf er blijk van dit te zijn door bereidwillig afstand te doen van zijn hemelse heerlijkheid teneinde geboren te worden als mens, als Jezus, die de meest vernederende en wrede dood door toedoen van Satan onderging (Filippenzen 2:3, 5-11). Nadat Jezus uit de dood opgewekt en weer in hemelse heerlijkheid opgenomen was, moest hij wachten totdat de periode van zeven tijden van heidense heerschappij was geëindigd voordat hij als de Messiaanse Koning over de mensheid op de troon geplaatst zou worden. — Hebreeën 10:12, 13.
16. Hoe stelt het boek Openbaring christenen in staat te berekenen wanneer de zeven tijden eindigden?
16 Maar hoe kwamen Jehovah’s Getuigen tot een begrip van de duur van de zeven tijden? De bijbel onthult dat „een tijd en tijden en een halve tijd”, of drie en een halve tijd, gelijk zijn aan 1260 dagen (Openbaring 12:6, 14). Daarom zou tweemaal dat aantal, of zeven tijden, op 2520 dagen neerkomen. Op basis van de profetische leidraad van „een dag voor een jaar” zouden de zeven tijden overeenkomen met 2520 jaar (Numeri 14:34; Ezechiël 4:6). Aan de hand van deze berekening eindigden de tijden der heidenen, die begonnen in oktober 607 v.G.T., 2520 jaar later in oktober 1914.
17. Welke blijde aankondiging zou in 1914 gedaan worden?
17 In oktober 1914 zette Jehovah God zijn geliefde Zoon, de Heer Jezus Christus, op de troon in het hemelse koninkrijk. Eindelijk begon het door de christelijke apostel Johannes in het boek Openbaring opgetekende visioen werkelijkheid te worden en kon de bekendmaking worden gedaan: „Het koninkrijk der wereld is het koninkrijk van onze Heer [Jehovah] en van zijn Christus geworden, en hij [Jehovah] zal als koning regeren tot in alle eeuwigheid” (Openbaring 1:10; 4:1; 11:15). Wat een glorierijk nieuws is dit en wat een reden voor het grootste geluk van de zijde van alle medeërfgenamen en onderdanen van dat koninkrijk! — Openbaring 11:17.
18. Waarom is de mensheid sinds 1914 door bedroevende toestanden gekweld?
18 Het is waar dat het grootste deel van de mensheid sinds 1914 niet veel geluk op aarde heeft gekend. De jammerlijke toestanden op aarde vormen echter het bewijs dat er binnenkort een eind aan Satans heerschappij zal komen. Hoe weten wij dit? Het boek Openbaring gaf te kennen dat de oprichting van Gods koninkrijk zou resulteren in een oorlog in de hemel. Satan en zijn demonen zouden uit de hemel geworpen en tot de omgeving van onze aarde beperkt worden. Nadat Johannes deze zegepraal in een profetisch visioen had gezien, hoorde hij een luide stem zeggen: „Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” — Openbaring 12:1-12.
19. Waarom zijn ware christenen zo dankbaar dat zij in deze tijd leven?
19 Verslechterende wereldtoestanden sinds 1914 vormen het bewijs dat Johannes’ visioen werkelijkheid is geworden en dat het einde van alle mensen die weigeren zich aan Gods soevereiniteit te onderwerpen, gevaarlijk dichtbij komt (Lukas 21:10, 11, 25-32). Wat is het opwindend in deze schitterende tijd te leven waarin Jehovah God, de Almachtige, de grote strijdvraag inzake zijn soevereiniteit over de aarde zal beslechten! Dan zal de aarde in een prachtig paradijs worden veranderd, en rechtvaardige menselijke overlevenden zullen tot volmaaktheid worden opgeheven. Zelfs de doden zullen worden opgewekt en de gelegenheid ontvangen voor eeuwig leven in aanmerking te komen. — Openbaring 20:1-3, 12, 13; 21:3-5.
Een hedendaagse noodzaak voor verandering in zienswijze
20. (a) Wie op aarde gaven er vóór 1914 blijk van Jehovah’s ware dienstknechten te zijn? (b) Welke veranderingen waren getrouwe gezalfde christenen bereid aan te brengen?
20 Gedurende 38 jaar voorafgaande aan 1914 wezen de Bijbelonderzoekers, zoals Jehovah’s Getuigen toen werden genoemd, op die datum als het jaar waarin de tijden der heidenen zouden eindigen.c Wat vormt dit een opmerkelijk bewijs dat zij ware dienstknechten van Jehovah waren! Toch koesterden zij, evenals eerste-eeuwse dienstknechten van God, ook enkele verkeerde verwachtingen. Zij verwachtten bijvoorbeeld dat het volledige aantal gezalfde christenen in oktober 1914 een hemelse opstanding zou krijgen. Zij dachten ook dat de oorlog die in 1914 was begonnen, rechtstreeks in het einde van Satans wereld zou overgaan.
21. Welk strenge onderricht ondergingen ware christenen tijdens de Eerste Wereldoorlog?
21 Mettertijd beseften gezalfde christenen echter dat er voor hen veel werk te doen was op aarde. Vanwege hun volharding in het openbare getuigeniswerk tijdens de Eerste Wereldoorlog ondergingen zij wrede vervolging van de zijde van de politieke gezagdragers, die door de geestelijken van de christenheid daartoe waren aangezet (Psalm 2:1-6). De activiteit van ware christenen werd op 21 juni 1918 een zware klap toegebracht toen leidinggevende functionarissen van het Wachttorengenootschap in de Verenigde Staten op valse beschuldigingen tot twintig jaar gevangenisstraf werden veroordeeld.
22, 23. (a) Wat hebben getrouwe gezalfde christenen sinds 1919 gedaan, en met welke tweevoudige reactie? (b) Wat is het hedendaagse ontrouwe Jeruzalem?
22 De Eerste Wereldoorlog kwam in november 1918 plotseling tot een einde. Vervolgens werden de functionarissen van het Wachttorengenootschap op 25 maart 1919 uit de gevangenis ontslagen. Later werden zij volledig gerehabiliteerd. Een onverwachte periode van vrede, overeenkomend met de gelegenheden die zich aan Christus’ vroege discipelen voordeden nadat zij in 33 G.T. door de heilige geest gemachtigd werden, opende zich voor die getrouwe gezalfde christenen. — Handelingen 2:17-21, 41.
23 Sinds 1919 hebben getrouwe gezalfde christenen als groep ijverig gehoor gegeven aan het gebod dat besloten ligt in de woorden die Jezus in Mattheüs 24:14 sprak: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” Als gevolg hiervan hebben bijna vier miljoen van Christus’ „andere schapen” hun leven gewijd aan het dienen van Jehovah in eendracht met het gezalfde overblijfsel (Johannes 10:16). De christenheid, onder de invloed van haar geestelijken, blijft de Koninkrijksboodschap van de hand wijzen. Haar voorkeur voor menselijke politieke programma’s en haar vervolging van Jehovah’s Getuigen komen overeen met de schokkende wijze waarop de eerste-eeuwse inwoners van Judea Christus behandelden. Net zoals Jehovah zijn oordeel aan Jeruzalem voltrok, zal hij dit ten aanzien van het tegenbeeldige ontrouwe Jeruzalem, namelijk de christenheid, doen. En zoals het geslacht dat Christus’ oordeelsboodschap hoorde de door hem voorzegde vernietiging meemaakte, zal de huidige generatie sinds 1914 „geenszins voorbijgaan” voordat de „grote verdrukking” komt. — Mattheüs 24:21, 22, 34.
24. Wat moeten wij doen om levend Gods nieuwe wereld binnen te gaan?
24 Wat moeten wij doen om de grote verdrukking te overleven en Gods nieuwe wereld binnen te gaan? Ongeacht de verkeerde verwachtingen die sommigen van ons misschien hebben gekoesterd, moeten wij ervoor waken in slaap te vallen wat onze christelijke verantwoordelijkheden betreft (Habakuk 2:3; 1 Thessalonicenzen 5:1-6). Het aantal van degenen die zich nog gebeurtenissen uit 1914 kunnen herinneren, wordt steeds kleiner. Wij moeten dus waakzaam zijn; er is geen tijd te verliezen (Mattheüs 24:42). Allen die het einde van Satans goddeloze wereld willen overleven, moeten nu handelen op een wijze die in overeenstemming is met de geïnspireerde woorden: „Wij danken u, Jehovah God, de Almachtige, . . . dat gij uw grote kracht hebt opgenomen en als koning zijt gaan regeren.” — Openbaring 11:17.
[Voetnoten]
b Zie voor meer inlichtingen waarom dit het begin van de tijden der heidenen kenmerkt, „Uw koninkrijk kome”, hfdst. 14, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
c C. T. Russell schreef een artikel getiteld „De tijden der heidenen: Wanneer eindigen ze?”, dat in het tijdschrift Bible Examiner van oktober 1876 werd gepubliceerd. Op bladzijde 27 zei het artikel: „De zeven tijden zullen in 1914 n. Chr. eindigen.”
Wat zou u antwoorden?
◻ Wat werd door het oude Jeruzalem afgebeeld, maar hoe verloor deze stad haar eervolle status?
◻ Wanneer begonnen en eindigden de tijden der heidenen, en met welk voorzegde resultaat?
◻ Wat werd door de verwoesting van het ontrouwe Jeruzalem afgebeeld?
◻ Hoe weten wij dat de grote verdrukking nabij is, en wat moeten wij doen om die te overleven?
[Illustratie op blz. 16]
Jeruzalem en zijn tempel verloren hun eervolle status, maar God bleef zijn Zoon, de Messias, zegenen en sprak zelfs rechtstreeks vanuit de hemel tot hem