Gods oordeel tegen „de mens der wetteloosheid”
„Elke boom die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.” — MATTHÉÜS 7:19.
1, 2. Wat is de mens der wetteloosheid, en hoe is de ontwikkeling ervan geweest?
TOEN de apostel Paulus er door God toe werd geïnspireerd de komst van een „mens der wetteloosheid” te voorzeggen, zei hij dat deze zelfs in zijn tijd al begon te verschijnen. Zoals het voorgaande artikel uitlegde, had Paulus het over een klasse van personen die de leiding zouden nemen in de afval van het ware christendom. Achter in de eerste eeuw, vooral na de dood van de laatste apostelen, begon men zich inderdaad van de waarheid af te keren. De wetteloze klasse voerde leerstellingen en praktijken in die in strijd waren met Gods Woord. — 2 Thessalonicenzen 2:3, 7; Handelingen 20:29, 30; 2 Timótheüs 3:16, 17; 4:3, 4.
2 Mettertijd ontwikkelde deze wetteloze klasse zich tot de geestelijkheid van de christenheid. De macht ervan werd in de vierde eeuw door de Romeinse keizer Constantijn geconsolideerd toen de afvallige kerken in een huwelijksverbintenis met de heidense Staat werden gebracht. Terwijl de christenheid steeds verder versplinterde tot een veelheid van sekten, bleef de geestelijkheid zich boven de leken verheffen en vaak ook boven de wereldlijke heersers. — 2 Thessalonicenzen 2:4.
3. Wat zal het lot zijn van de mens der wetteloosheid?
3 Wat zou het lot zijn van de mens der wetteloosheid? Paulus voorzei: „De wetteloze [zal] geopenbaard worden, die door de Heer Jezus weggedaan zal worden . . . en tenietgedaan zal worden door de manifestatie van zijn tegenwoordigheid” (2 Thessalonicenzen 2:8). Dit betekent dat de vernietiging van de geestelijkheid zal plaatsvinden wanneer God een eind zal maken aan heel Satans samenstel. God gebruikt zijn hemelse Koning, Christus Jezus, om de uit engelen bestaande terechtstellingslegers aan te voeren (2 Thessalonicenzen 1:6-9; Openbaring 19:11-21). Dit lot staat de geestelijken te wachten omdat zij God en Christus hebben onteerd en miljoenen mensen hebben weggeleid van de ware aanbidding.
4. Volgens welk beginsel zal de mens der wetteloosheid geoordeeld worden?
4 Jezus vermeldde het beginsel waarnaar de mens der wetteloosheid geoordeeld zou worden: „Wacht u voor de valse profeten, die in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. Aan hun vruchten zult gij hen herkennen. Plukt men soms ooit druiven van dorens of vijgen van distels? Evenzo brengt elke goede boom voortreffelijke vruchten voort, maar elke rotte boom brengt waardeloze vruchten voort; een goede boom kan geen waardeloze vruchten dragen, noch kan een rotte boom voortreffelijke vruchten voortbrengen. Elke boom die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. . . . Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is.” — Matthéüs 7:15-21; zie ook Titus 1:16; 1 Johannes 2:17.
Voortreffelijke christelijke vruchten
5. Wat is de basis voor voortreffelijke christelijke vruchten, en hoe luidt een fundamenteel gebod?
5 De basis voor voortreffelijke christelijke vruchten wordt genoemd in 1 Johannes 5:3, waar staat: „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden.” En een fundamenteel gebod luidt: „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf” (Matthéüs 22:39). Gods ware dienstknechten moeten dan ook liefde hebben voor hun naasten, ongeacht hun ras of nationaliteit. — Matthéüs 5:43-48; Romeinen 12:17-21.
6. Jegens wie vooral moet christelijke liefde worden betoond?
6 Vooral moeten Gods dienstknechten liefde hebben voor degenen die hun geestelijke broeders zijn. „Indien iemand de bewering uit: ’Ik heb God lief’ en toch zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, niet liefhebben. En dit gebod hebben wij van hem, dat degene die God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben” (1 Johannes 4:20, 21). Die liefde, zei Jezus, zou een identificerend kenmerk van ware christenen zijn: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt.” — Johannes 13:35; zie ook Romeinen 14:19; Galaten 6:10; 1 Johannes 3:10-12.
7. Hoe zijn ware christenen wereldwijd in eenheid samengevoegd?
7 Broederlijke liefde is de „lijm” die Gods dienstknechten in eenheid samenvoegt: „Bekleedt u . . . met liefde, want ze is een volmaakte band van eenheid” (Kolossenzen 3:14). En ware christenen moeten in eenheid zijn met al hun broeders over de hele wereld, want Gods Woord gebiedt hun ’allen in overeenstemming met elkaar te spreken’. Er dient ’geen verdeeldheid onder hen te zijn’. Zij dienen ’nauw verenigd te zijn in dezelfde geest en in dezelfde gedachtengang’ (1 Korinthiërs 1:10). Om deze liefde en eenheid op een wereldomvattende schaal te kunnen handhaven, moeten Gods dienstknechten neutraal zijn ten aanzien van de politieke aangelegenheden van deze wereld. Jezus zei: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben.” — Johannes 17:16.
8. Hoe demonstreerde Jezus wat christenen moeten doen?
8 Jezus demonstreerde de reikwijdte van wat hij in gedachten had, toen Petrus een zwaard gebruikte en daarmee een van de mannen die gekomen waren om Jezus te arresteren, een oor afsloeg. Moedigde Jezus een dergelijk gebruik van geweld aan, in een situatie nota bene waar het ging om het beschermen van de Zoon van God tegen tegenstanders? Nee, maar hij zei tegen Petrus: „Steek uw zwaard weer op zijn plaats” (Matthéüs 26:52). Ware christenen nemen dus geen deel aan de oorlogen van de natiën noch aan enig ander bloedvergieten, ook al resulteert zo’n weigering erin dat zij vanwege hun neutrale standpunt zelf worden gedood, zoals dat met vele in de loop der eeuwen en zelfs in onze tijd is gebeurd. Zij weten dat alleen Gods koninkrijk onder Christus oorlog en bloedvergieten voor eeuwig zal uitbannen. — Psalm 46:9; Matthéüs 6:9, 10; 2 Petrus 3:11-13.
9. (a) Wat vertelt de geschiedenis ons over de eerste christenen? (b) Hoe contrasteert dit met de religies van de christenheid?
9 De geschiedenis bevestigt dat de eerste-eeuwse christenen geen menselijk bloed vergoten. Een voormalige hoogleraar in de theologie uit Engeland, Peter de Rosa, schrijft: „Bloedvergieten was een ernstige zonde. Dit was de reden waarom christenen tegenstanders waren van gladiatorengevechten. . . . Hoewel oorlog en het gebruik van geweld noodzakelijk waren voor het voortbestaan van Rome, vonden christenen toch dat zij daar niet aan konden meedoen. . . . Christenen beschouwden zich, net als Jezus, als boodschappers van vrede; onder geen beding konden zij werktuigen des doods zijn.” De verdeelde religies van de christenheid daarentegen hebben het gebod van liefde overtreden en hebben een enorme hoeveelheid bloed vergoten. Ze zijn geen boodschappers van vrede geweest maar wel herhaaldelijk werktuigen des doods.
Bloedschuld van Babylon de Grote
10. Wat is Babylon de Grote, en waarom wordt het zo genoemd?
10 Satan is „de heerser van deze wereld”, „de god van dit samenstel van dingen” (Johannes 12:31; 2 Korinthiërs 4:4). Tot Satans wereld behoort het zich over de hele aarde uitstrekkende stelsel van valse religie dat hij in de loop der eeuwen heeft opgebouwd, en waarvan ook de christenheid met haar geestelijkheid deel uitmaakt. De bijbel noemt dit wereldwijde stelsel van valse religie „Babylon de Grote, de moeder van de [geestelijke] hoeren en van de walgelijkheden der aarde” (Openbaring 17:5). De wortels van de huidige valse religies gaan terug tot de oude stad Babylon, die doortrokken was van valse religie en godonterende leringen en praktijken. Om die reden wordt de tegenhanger van het oude Babylon aangeduid als Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie.
11. Wat zegt de bijbel over Babylon de Grote, en waarom?
11 Met betrekking tot het religieuze Babylon zegt Gods Woord: „In haar werd het bloed gevonden van profeten en van heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn” (Openbaring 18:24). In welk opzicht zijn de religies van deze wereld verantwoordelijk voor het bloed van allen die geslacht zijn? In de zin dat al deze religies — zowel de kerken van de christenheid als de niet-christelijke religies — de oorlogen van de natiën hebben ondersteund, door de vingers hebben gezien of er zelfs de leiding in hebben genomen; ook hebben ze godvrezende mensen die er een andere mening op na hielden, vervolgd en gedood.
Een godonterend bericht
12. Waarom zijn de geestelijken van de christenheid meer te laken dan andere religieuze leiders?
12 De geestelijken van de christenheid zijn meer te laken voor hun vergieten van bloed dan andere religieuze leiders. Waarom? Omdat zij niet alleen Gods naam op zich hebben genomen, maar ook die van Christus. Zij hebben zich er daardoor toe verplicht de leringen van Jezus te volgen (Johannes 15:10-14). Maar zij hebben die leringen niet gevolgd en hebben daardoor grote smaad geworpen op zowel God als Christus. De verantwoordelijkheid voor bloedvergieten die op de geestelijkheid rust, is zowel direct, in de kruistochten, andere religieuze oorlogen, inquisities en vervolgingen, als indirect, door het vergoelijken van oorlogen waarin leden van de kerken hun medemensen in andere landen doodden.
13. Waarvoor was de geestelijkheid van de elfde tot de dertiende eeuw verantwoordelijk?
13 Zo heeft bijvoorbeeld de geestelijkheid van de christenheid van de elfde tot de dertiende eeuw de kruistochten ingevoerd. Deze hebben geleid tot een verschrikkelijk bloedvergieten en plunderen in de naam van God en van Christus. Honderdduizenden werden gedood. De kruistochten veroorzaakten ook de zinloze dood van duizenden kinderen die ertoe waren gebracht deel te nemen aan de kinderkruistocht in het jaar 1212.
14, 15. Welk commentaar geeft een katholieke schrijver op wat de Katholieke Kerk in de dertiende eeuw heeft ingevoerd?
14 In de dertiende eeuw gaf de Rooms-Katholieke Kerk haar officiële goedkeuring aan een andere godonterende gruwel — de inquisitie. Ze begon in Europa en breidde zich uit tot Midden- en Zuid-Amerika, en heeft meer dan zes eeuwen geduurd. In het leven geroepen en ondersteund door het pausdom, was het een moordzuchtige poging om allen die zich niet met de kerk konden verenigen, te folteren en uit te roeien. Hoewel de kerk ook voordien niet-katholieken had vervolgd, bestreek de inquisitie een veel groter terrein.
15 Peter de Rosa, die zichzelf een „patriottische katholiek” noemt, verklaart in zijn recente boek Vicars of Christ — The Dark Side of the Papacy: „De kerk was verantwoordelijk voor de vervolging van joden, voor de inquisitie, voor het bij duizenden afslachten van ketters, voor het opnieuw in Europa invoeren van foltering als onderdeel van de gerechtelijke procedure. . . . Pausen stelden zelfs keizers aan en stuurden hen ook weer de laan uit, eisten dat zij hun onderdanen onder bedreiging met foltering en dood het christendom oplegden. . . . De schade die dit de boodschap van het evangelie heeft toegebracht, was verschrikkelijk.” De enige „misdaad” van sommigen die werden vermoord, was dat zij een bijbel bezaten.
16, 17. Welke opmerkingen worden over de inquisitie gemaakt?
16 Over paus Innocentius III (begin dertiende eeuw) zegt de Rosa: „Men heeft geraamd dat er in de laatste en hevigste periode van vervolging onder [de Romeinse] keizer Diocletianus [derde eeuw] wereldwijd ongeveer tweeduizend christenen zijn omgekomen. In het eerste gewelddadige incident in paus Innocentius’ kruistocht [tegen „ketters” in Frankrijk] werden tienmaal zoveel mensen afgeslacht. . . . Het is een schok te moeten ontdekken dat een paus in één klap veel meer christenen heeft gedood dan Diocletianus. . . . [Innocentius] had er geen problemen mee om Christus’ naam te gebruiken voor alles waar Christus een tegenstander van was.”
17 De Rosa merkt op dat „in de naam van de paus, [de inquisiteurs] verantwoordelijk waren voor de meest beestachtige en langdurige aanval op het menselijke fatsoen in de geschiedenis van het ras”. Van de dominicaner inquisiteur Torquemada in Spanje zegt hij: „Na in 1483 te zijn aangesteld, heeft hij vijftien jaar op tirannieke wijze geheerst. Het aantal van zijn slachtoffers bedroeg meer dan 114.000, van wie 10.220 werden verbrand.”
18. Hoe karakteriseert een schrijver de inquisitie, en hoe verklaart hij dat ze meer dan zes eeuwen heeft kunnen bestaan?
18 Deze schrijver komt tot de slotsom: „Het bericht van de inquisitie zou voor iedere organisatie pijnlijk zijn; voor de Katholieke Kerk is het vernietigend. . . . Wat de geschiedenis laat zien is dat meer dan zes eeuwen achtereen het pausdom de gezworen vijand van elementaire gerechtigheid was. Van tachtig opeenvolgende pausen vanaf de dertiende eeuw, heeft niet één bezwaar gemaakt tegen de theologie en het apparaat van de inquisitie. Integendeel, de een na de ander voegde zijn eigen wrede specialiteiten toe aan de werking van deze dodelijke machinerie. Het mysterie is: hoe konden pausen generatie na generatie doorgaan met wat naar de praktijk ketterij was? Hoe konden zij op elk punt het evangelie van Jezus ontkennen?” Hij antwoordt: „Pausen spraken liever het evangelie tegen dan een ’onfeilbare’ voorganger, want dat zou het pausdom zelf ten val brengen.”
19. Welke andere wetteloze activiteit werd door de meeste geestelijken vergoelijkt?
19 Ook wetteloos was de rol die de geestelijkheid speelde in het gewelddadige instituut van de slavernij. Door de natiën van de christenheid werden vele duizenden Afrikanen weggehaald, naar bestemmingen gevoerd ver van hun eigen land en als slaven eeuwenlang aan fysieke en mentale wreedheid onderworpen. Betrekkelijk weinigen van de klasse der geestelijken hebben zich actief verzet. Sommigen beweerden zelfs dat het Gods wil was. — Zie Matthéüs 7:12.
Bloedschuld in de twintigste eeuw
20. Hoe heeft de bloedschuld van de mens der wetteloosheid in deze eeuw een hoogtepunt bereikt?
20 De bloedschuld van de mens der wetteloosheid bereikte een hoogtepunt in onze eeuw. De geestelijkheid heeft haar steun verleend aan oorlogen die tientallen miljoenen levens hebben geëist, de ergste oorlogen aller tijden. Zij hebben beide partijen in de twee wereldoorlogen ondersteund, conflicten waarin mensen van dezelfde religie, „broeders”, elkaar doodden. Zo hebben in de Tweede Wereldoorlog Franse en Amerikaanse katholieken Duitse en Italiaanse katholieken gedood; hebben Engelse en Amerikaanse protestanten Duitse protestanten gedood. Soms doodden zij anderen die niet alleen dezelfde godsdienst hadden maar ook nog dezelfde nationale achtergrond. De twee wereldoorlogen zijn in het hart van de christenheid ontstaan en zouden niet mogelijk zijn geweest als de geestelijkheid het gebod van liefde had gehoorzaamd en haar volgelingen had geleerd hetzelfde te doen.
21. Wat zeggen wereldlijke bronnen over de betrokkenheid van de geestelijkheid bij oorlog?
21 The New York Times bevestigde: „In het verleden hebben plaatselijke katholieke hiërarchieën bijna altijd steun verleend aan de oorlogen van hun natiën, de troepen gezegend en gebeden voor de overwinning opgezonden, terwijl een andere groep bisschoppen aan de andere kant publiekelijk bad voor de tegenovergestelde uitkomst. . . . De tegenspraak tussen de christelijke geest en het voeren van oorlog . . . wordt velen steeds duidelijker naarmate de wapenen beestachtiger worden.” En U.S.News & World Report merkte op: „Het aanzien van het christendom in de wereld heeft ernstig te lijden gehad van de frequentie waarmee de zogeheten christelijke naties geweld hebben gebruikt.”
22. Waarvoor is de geestelijkheid nog meer verantwoordelijk in onze tijd?
22 Bovendien heeft de geestelijkheid, al is er dan nu geen officiële inquisitie, de arm van de Staat gebruikt om „profeten” en „heiligen” die met hen van mening verschillen, te vervolgen. Zij hebben politieke leiders onder druk gezet om ’kwaad te beramen onder de dekmantel der wet’. Op deze wijze hebben zij aangezet tot of goedkeuring geschonken aan verbanning, gevangenzetting, slaag en foltering en zelfs de dood van godvrezende mensen in onze eeuw. — Openbaring 17:6; Psalm 94:20, The New English Bible.
Ter verantwoording geroepen
23. Waarom zal God de mens der wetteloosheid ter verantwoording roepen?
23 Werkelijk, in de valse religie wordt het bloed aangetroffen van profeten en heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn (Openbaring 18:24). Aangezien het ergste bloedvergieten in de christenheid heeft plaatsgevonden, is de schuld van de geestelijkheid het grootst. Hoe passend dat de bijbel hen een „mens der wetteloosheid” noemt! Maar Gods Woord verklaart ook: „Wordt niet misleid: God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Galaten 6:7). God zal de wetteloze geestelijkheid dus ter verantwoording roepen.
24. Welke wereldschokkende gebeurtenissen zullen binnenkort plaatsvinden?
24 Jezus zei: „Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid” (Matthéüs 7:23). En hij verklaarde: „Elke boom die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen” (Matthéüs 7:19). Heel snel nadert nu de tijd voor het vurige einde van de mens der wetteloosheid, samen met alle valse religie, wanneer de politieke elementen met wie zij de hoer hebben gespeeld, zich tegen hen zullen keren en ’de hoer zullen haten en haar woest en naakt zullen maken en haar vleesdelen zullen opeten en haar geheel met vuur zullen verbranden’ (Openbaring 17:16). Aangezien zulke wereldschokkende gebeurtenissen spoedig zullen plaatsvinden, moeten Gods dienaren ze aan anderen bekendmaken. Het volgende artikel zal onderzoeken hoe zij zich hiervan kwijten.
Vragen ter herhaling
◻ Wat is de mens der wetteloosheid, en hoe is de ontwikkeling ervan geweest?
◻ Welke voortreffelijke vruchten moeten ware christenen voortbrengen?
◻ Wat is Babylon de Grote, en hoeveel bloedschuld heeft ze?
◻ Welk godonterend bericht heeft de mens der wetteloosheid opgebouwd?
◻ Hoe zal God de mens der wetteloosheid ter verantwoording roepen?
[Illustratie op blz. 18]
De kruistochten leidden tot verschrikkelijk bloedvergieten in de naam van God en van Christus
[Verantwoording]
Met vriendelijke toestemming van The British Library
[Illustratie op blz. 19]
’Plaatselijke katholieke hiërarchieën hebben bijna altijd steun verleend aan de oorlogen van hun natiën’
[Verantwoording]
U.S. Army