-
Welke toekomst voor de planeet Aarde?Ontwaakt! 1986 | 8 december
-
-
Maar als het waar is dat de aarde niet tot vernietiging of verderf is gedoemd, wat wordt er dan bedoeld met een in veel bijbelvertalingen in Matthéüs 24:3 voorkomende uitdrukking, „het einde der wereld”? Wat is de wereld waarvan gezegd wordt dat ze aan haar eind zal komen? Wanneer zal dat gebeuren? Zullen er overlevenden zijn? Wij nodigen u uit om voor antwoorden op deze onderzoekende vragen het volgende artikel te beschouwen.
-
-
Wat is „het einde der wereld”?Ontwaakt! 1986 | 8 december
-
-
DE BIJBEL heeft veel te zeggen over het feit dat ’de wereld voorbijgaat’. Op veel plaatsen bevat hij specifieke inlichtingen over de tijd die ook „het besluit van het samenstel van dingen” wordt genoemd. Maar wanneer de bijbel spreekt over dit „einde der wereld”, wat wordt er dan mee bedoeld? Betekent het dat onze woonplaats, de planeet Aarde, zal worden vernietigd? — 1 Johannes 2:17; Matthéüs 24:3, Petrus-Canisiusvertaling.
God hoeft de aarde niet te vernietigen om een eind te maken aan de verschrikkelijke toestanden die erop heersen. Het is niet de aarde die zorgt voor de problemen in de huidige mensenmaatschappij. Mensen zijn daarvoor verantwoordelijk, in het bijzonder mensen die weinig of geen respect voor de Schepper, Jehovah God, en zijn wetten hebben. Zij zijn degenen die het leven op deze aarde voor tallozen in een nachtmerrie veranderen. Maar God hoeft de aarde niet te vernietigen om haar van zulke personen te ontdoen.
Zich ontdoen van de overtreders
Als u bijvoorbeeld zou bemerken dat uw huis vergeven was van de muizen, hoe zou u dan proberen van ze af te komen? Zou u uw huis in brand steken? Natuurlijk niet! U zou in plaats daarvan waarschijnlijk wel andere remedies weten, zoals muizevallen plaatsen; of wellicht schaft u zich een kat aan. U zou niet het huis verwoesten.
Men zegt dat vossen zich soms van vlooien ontdoen op een manier die henzelf geen schade berokkent. Ze dompelen zich geleidelijk helemaal in water onder en houden slechts het puntje van hun snuit boven om te kunnen ademhalen, terwijl ze, op het wateroppervlak, een of ander voorwerp in hun bek houden. De vlooien kruipen langs het lichaam van de vos omhoog om niet te verdrinken en kruipen ten slotte allemaal bij elkaar op het voorwerp dat de vos in zijn bek heeft. Dan laat de slimme vos dat voorwerp los, waarop het met zijn lading vlooien wegdrijft. De vos blijft ongeschonden.
Het is dus niet nodig het lichaam van de gastheer te vernietigen om de parasieten kwijt te raken.
Zo zei Jezus in zijn illustratie over het einde der wereld dat een boer tarwe op zijn veld had gezaaid, maar dat gedurende de nacht zijn vijand kwam en er onkruid overheen zaaide. De boer verbrandde niet zijn gehele tarweveld enkel en alleen om van het onkruid af te komen. In plaats daarvan zei hij, toen zijn knechten het opgeschoten onkruid wilden uittrekken: „Nee, . . . als jullie het er tussen uit halen, trek je ook het koren mee uit. Laat het koren maar samen opgroeien met het onkruid tot de oogst. En als de oogsttijd is gekomen, zal ik tegen de maaiers zeggen: Haal eerst het onkruid bij elkaar en bind het tot bossen samen om het te verbranden; verzamel dan het koren en sla het op in mijn schuur.”
Daarna besloot Jezus: „Juist zoals het onkruid bij elkaar wordt gehaald en in het vuur verbrand, zo zal het gaan bij het einde van de wereld. De Mensenzoon zal zijn engelen uitsturen en zij zullen uit zijn koninkrijk bijeenbrengen . . . al degenen die kwaad doen, en zij zullen hen in de brandende oven gooien.” — Matthéüs 13:24-26, 29, 30, 40-42, Groot Nieuws Bijbel.
Jezus vergeleek „het einde der wereld” ook met wat er gebeurde ten tijde van de wereldomvattende vloed in Noachs dagen (Matthéüs 24:37-39). Destijds werd niet de aarde zelf vernietigd, maar werden de goddeloze mensen vernietigd. Wegens het schokkende gedrag van de toen levende mensen zei God: „Ik zal de mensen, die ik heb geschapen, van de oppervlakte van de aardbodem wegvagen” (Genesis 6:7). Zo sprak ook de apostel Petrus over die oude „wereld van goddeloze mensen” die in de dagen van Noach werd vernietigd. Het was niet de planeet Aarde die verging. — 2 Petrus 2:5.
Maar waarom verwarren velen de uitdrukking „het einde der wereld” met de vernietiging van de planeet Aarde? Een reden is dat die gedachte door veel hedendaagse religies wordt geleerd.
Verwarrende religieuze leerstellingen
Er is verwarring teweeggebracht door religieuze woordvoerders die „het einde der wereld” interpreteren als de vernietiging van de aarde zelf en al het daarop aanwezige leven. Een van de voorstanders van deze theorie is Arthur S. Maxwell. In zijn boek Time Running Out verklaart hij op rationalistische wijze dat atoomkracht dit voor het eerst in de menselijke geschiedenis mogelijk heeft gemaakt. Hij zegt: „Hoe zouden de hemelen kunnen verdwijnen? Hoe zouden de elementen in vuur ontbonden kunnen worden en de hele aarde blootgelegd? Pas nu in het atoomtijdperk is de volledige draagwijdte van deze dramatische boodschap glashelder geworden.”
Een overeenkomstige holocaust, maar met enkele variaties, wordt beschreven door Henry M. Morris in Bibliotheca Sacra: „De basismaterialen waaruit de aarde is samengesteld, zullen niet worden vernietigd, maar zullen ontzagwekkende ontbindingsprocessen ondergaan, mogelijk zelfs ontbinding in atomen.” Hij voegt eraan toe: „Het overblijvende water van de aarde zal hetzij ontbonden worden of in een oogwenk verdampen. . . . Dan, als de atomen van wat eens de aarde was zich na de holocaust weer beginnen samen te voegen, zal God nogmaals zijn oorspronkelijke scheppingskracht aanwenden en de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde ’scheppen’ en ’maken’.”
Een rooms-katholieke publikatie, Dictionnaire de Théologie Catholique, vermeldt onder „Einde der Wereld”: „De Katholieke Kerk gelooft en leert dat de huidige wereld [het stoffelijke universum], door God geformeerd, niet voor eeuwig zal voortbestaan. . . . Het is schriftuurlijk, in overeenstemming met de traditie van de katholieke theologie en bevestigd door de moderne wetenschap.” Ook de katholieke Dictionary of Biblical Theology verheerlijkt eerst de schepping als „de goedheid van God” en als „een waar kunststuk”, maar beschrijft vervolgens hoe de letterlijke, natuurlijke elementen „een totale ommekeer door een plotselinge terugkeer naar chaos” zullen ondergaan.
Veel van de grote religies en evangelikale groeperingen propageren soortgelijke zienswijzen. Maar zijn deze juist?
Welke wereld zal worden vernietigd?
Jezus’ discipelen stelden hem een rechtstreekse vraag over het einde van de wereld. Dit staat opgetekend in Matthéüs 24:3. Volgens de Petrus-Canisiusvertaling luidt het vers aldus: „Zeg ons . . . wat het teken zal zijn van uw komst en van het einde der wereld?” Andere bijbelvertalingen helpen ons te begrijpen dat het Griekse woord voor „wereld” (aiʹon) dat in deze tekst wordt gebruikt niet op de letterlijke aarde of op het stoffelijke universum slaat. Verschillende bijbelvertalingen geven de uitdrukking weer met „voleinding der eeuw” of met „de voleinding der tijden”. De Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift geeft het vers aldus weer: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?”
In plaats van een nucleaire holocaust te voorspellen, of een daarmee overeenkomende ontbinding van het stoffelijke universum met inbegrip van de planeet Aarde, leert de bijbel ons dus dat er een plotseling einde zal komen aan het op aarde aanwezige goddeloze samenstel van dingen. Dit omvat alles wat er nu bestaat aan corruptie, onwaarheid en huichelarij, of het nu op politiek, commercieel of religieus gebied is. Alle dan bestaande ontaarding, immoraliteit, en goddeloosheid en alle goddeloze mensen zullen met kracht van de aarde worden verwijderd.
Twee duidelijke verklaringen in de bijbel die geen verdere uitleg behoeven, zouden alle vrees moeten wegnemen dat de aarde wordt vernietigd wanneer de „wereld” aan haar eind komt. De eerste verklaring staat in Prediker 1:4 en luidt volgens de Statenvertaling: „Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in der eeuwigheid.” De tweede verklaring staat in Jesaja 45:18 (SV): „Want alzo zegt de HERE, Die de hemelen geschapen heeft, die God, Die de aarde geformeerd, en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd; Hij heeft ze niet geschapen, dat zij ledig zijn zou, maar heeft ze geformeerd, opdat men daarin wonen zou: Ik ben de HERE, en niemand meer.”
De wereld waarvan de bijbel zo duidelijk zegt dat ze vernietigd zal worden, is derhalve de wereld der mensheid die niet de wil van God doet. „Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt” (Spreuken 2:22). „Een geschil heeft Jehovah met de natiën. Hij moet persoonlijk in het gericht treden met alle vlees. Wat de goddelozen betreft, hij moet hen aan het zwaard overgeven . . . En zij die door Jehovah zijn neergeveld, zullen op die dag stellig van het ene einde der aarde helemaal tot het andere einde der aarde komen te liggen.” — Jeremia 25:31, 33.
-