De godsdiensten van deze tijd — een test
WAT geloven de mensen? Religieuze leiders moeten tot hun verontrusting constateren dat velen niet meer geloven wat hun geleerd is.
Ja, het religieuze toneel is drastisch veranderd sinds 1961, toen Ontwaakt! een goed ontvangen test publiceerde die getiteld was „Hoe goed kent u uw religie?” Met deze uitgave nodigen wij onze lezers opnieuw uit hun achtergrondkennis van de hedendaagse godsdiensten en hun eeuwenoude tradities te testen. Ditmaal ligt de nadruk echter op de crisis waarvoor de godsdienst zich wereldwijd geplaatst ziet, waarbij wij ons concentreren op ontwikkelingen zoals het hedendaagse verschijnsel dat het geloof van de mensen taant en de nieuwe zelfbewustheid van de godsdienst op het gebied van politiek en oorlog.
Waarom pakt u uw potlood niet om de vragen op deze pagina en de volgende drie bladzijden te beantwoorden? Vergelijk uw antwoorden dan met de citaten op de antwoordpagina’s. Kijk of de uitslag u helpt u vertrouwd te maken met de hedendaagse religieuze situatie.
HET LEDENTAL VAN DE WERELDGODSDIENSTEN
Veel mensen op aarde zijn niet bij een godsdienst aangesloten, maar deze grafiek vertegenwoordigt degenen die wel een godsdienst toegedaan zijn.
Kunt u de godsdiensten rangschikken naar orde van grootte of ledental zoals de grafiek aangeeft? (Antwoorden op blz. 18.)
1 ‐‐‐‐‐
2 ‐‐‐‐‐
3 ‐‐‐‐‐
4 ‐‐‐‐‐
5 ‐‐‐‐‐
6 ‐‐‐‐‐
BOEDDHISME
HINDOEÏSME
SJINTOÏSME
CHRISTENHEID
JUDAÏSME
ISLAM
BASIS VOOR DE GELOOFSOVERTUIGINGEN
Geef aan bij welke godsdienst of filosofie de geschriften horen. (Antwoorden op blz. 19.)
1. ‐‐ Koran A. Boeddhisme
2. ‐‐ Talmoed B. Confucianisme
3 ‐‐ Veda’s C. Hindoeïsme
4 ‐‐ Vijf klassieken D. Islam
5 ‐‐ Pali-canon E. Judaïsme
BIJBELSE FEITEN EN LEERSTELLINGEN
Vul „G” of „F” in voor „Goed” of „Fout”. (Antwoorden op blz. 19.)
1. ‐‐ De bijbelschrijvers geven toe dat zij onder inspiratie van God hebben geschreven, die van hen verlangde dat zij hun eigen pijnlijke fouten en tekortkomingen optekenden.
2. ‐‐ De bijbel bedeelt de geestelijken der christenheid de taak toe, de leken tegen het hellevuur te beschermen.
3. ‐‐ De bijbel gaf te kennen dat de aarde rond was toen de mensen nog dachten dat ze plat was.
GODSDIENST EN OORLOG
Geef aan welke godsdiensten een rol hebben gespeeld bij recente burgeroorlogen of gewapende conflicten. (Antwoorden op blz. 20.)
1. ‐‐ India (Bhiwandi en A. Katholicisme,
Bombay) protestantisme
2. ‐‐ India (Punjab) B. Hindoeïsme, boeddhisme
3. ‐‐ Ierland C. Hindoeïsme, islam
4. ‐‐ Libanon D. Hindoeïsme, de Sikh-religie
5. ‐‐ Sri Lanka E. Sji’itische islam,
christenheid, Droezen
WIE ZEI HET?
Combineer naam en citaat. (Antwoorden op blz. 21.)
1. ‐‐ „Godsdienst is de opium van het volk.”
2. ‐‐ „Reinheid is inderdaad de naaste buur van heiligheid.”
3. ‐‐ „De Volkenbond is de politieke uitdrukking van het koninkrijk Gods op aarde.”
4. ‐‐ „De wachters van de hel folteren.”
5. ‐‐ „Het is een heilige oorlog, en hij zal voortduren totdat de sjah aftreedt.”
6. ‐‐ „Help uzelf, zo helpt u God.”
7. ‐‐ ’Laat wat frisse lucht in de Kerk.’
8. ‐‐ ’Noem niemand uw vader.’
9. ‐‐ „De volken van de aarde wenden zich tot de Verenigde Naties als de laatste hoop op eendracht en vrede.”
A. Ayatollah Roehallah Chomeiny
B. Karl Marx
C. Boeddhistische geschriften
D. Federale Raad van Kerken
E. John Wesley
F. Jezus van Nazareth
G. Paus Johannes XXIII
H. Paus Paulus VI
I. Aesopus (Griekse fabeldichter)
OPVATTINGEN OVER GOD
Onderstreep het juiste antwoord. (Antwoorden op blz. 21.)
1. Hindoes erkennen (0; slechts 3; 330.000.000) goden en godinnen.
2. Sjintoïstische geschriften spreken van (0; slechts 3; 8.000.000) goden.
3. Het geloof in een schepper van alle dingen komt niet voor in (het boeddhisme; het hindoeïsme; de islam; het judaïsme).
4. Een drieëenheid van godheden werd (uitsluitend door de eerste christenen; door de meeste oude niet-christelijke godsdiensten) geleerd.
GODSDIENST EN DE WERELD
Geef aan welke bewering juist is. (Antwoorden op blz. 22 en 23.)
1. Jezus van Nazareth heeft [ ] nooit [ ] eenmaal [ ] meer dan eens geweigerd politieke macht als koning of nationale heerser te aanvaarden.
2. De bijbel leert dat de ellende in de wereld wordt bewerkstelligd door [ ] God [ ] Gods vijand, de Duivel.
3. De Schrift schrijft voor dat Gods dienstknechten [ ] bij het rechtzetten van maatschappelijke problemen in laatste instantie geweld gebruiken [ ] neutraal blijven in de politieke aangelegenheden van de wereld en voor de oplossing naar Gods koninkrijk opzien [ ] de gevestigde orde omverwerpen.
4. De bijbel [ ] leert dat naarmate de wereld op onderwijsgebied en maatschappelijk vooruitgaat, de godsdienst aan kracht en menselijkheid zal winnen [ ] waarschuwt dat mensen slechts een vorm van godvruchtige toewijding zullen beoefenen maar de kracht ervan niet zullen blijken te bezitten [ ] voorziet geen godsdienstcrisis.
5. De bijbel [ ] gaat ervan uit dat de godsdienst de wereld zal bekeren [ ] voorzegt dat alle godsdiensten zich zullen verenigen [ ] voorzegt dat nationale heersers de godsdiensten van de wereld totaal zullen vernietigen.
HET KONINKRIJK GODS
Vul „G” of „F” in voor „Goed” of „Fout”. (Antwoorden op blz. 24 en 25.) De bijbel zegt:
1. ‐‐ Het Koninkrijk is een geestelijke toestand in het hart van de vrienden van Jezus.
2. ‐‐ Het Koninkrijk is een echte regering.
3. ‐‐ Het Koninkrijk wordt op aarde vertegenwoordigd door de Verenigde Naties.
4. ‐‐ Zonder hulp van mensen zal het koninkrijk Gods de koninkrijken van deze wereld vernietigen.
ANTWOORDEN BIJ DE TEST
HET LEDENTAL VAN DE WERELDGODSDIENSTEN
Antwoorden op de vragen op blz. 15.
1. Christenheid 1644 miljoena
2. Islam 860 miljoen
3. Hindoeïsme 655 miljoen
4. Boeddhisme 310 miljoen
5. Judaïsme 18 miljoen
6. Sjintoïsme 3 miljoen
BASIS VOOR DE GELOOFSOVERTUIGINGEN
Antwoorden op de test op blz. 16.
1. D Islam. Koran: „Het heilige boek der Mohammedanen, bevattende de openbaringen, welke Allah aan zijn profeet Mohammed zou gegeven hebben.” — De Katholieke Encyclopaedie.
2. E Judaïsme. Talmoed: „De gezaghebbende verzameling joodse overleveringen, omvattende de misjna en de gemara.” — Webster’s New Collegiate Dictionary.
3. C Hindoeïsme. Veda’s: „Elk van de vier canonieke verzamelingen lofzangen, gebeden en liturgische formules die de vroegste heilige geschriften van het hindoeïsme vormen.” — Webster’s New Collegiate Dictionary.
4. B Confucianisme. Vijf klassieken: „De confuciaanse canon van vijf boeken (Tjing), bestaande uit: De I-tjing, of het Boek der Veranderingen . . . De Sjoe-tjing, of het Boek der Geschiedenis . . . De Sje-tjing, of het Boek der Oden . . . De Li-tsji, of het Boek der Riten . . . De Tsj’oen-tsj’ioe, of de Kronieken van Lente en Herfst.” — Webster’s New International Dictionary.
5. A Boeddhisme. Pali-canon: „Deze canon werd in de eerste eeuw v.Chr. op schrift gesteld, zo’n vier eeuwen na de dood van de Boeddha. . . . De Pali-canon geeft ongetwijfeld het boeddhisme weer zoals het in de eerste eeuw v.Chr. in de monnikengemeenschap bestond. Er is geen algemene overeenstemming over wat het boeddhisme inhield voordat de Pali-canon werd geschreven.” — The Encyclopedia Americana.
BIJBELSE FEITEN EN LEERSTELLINGEN
Antwoorden op de test op blz. 16.
1. Goed. De bijbelschrijvers geven ronduit toe dat zij onder inspiratie schreven en dat God van hen verlangde dat zij hun eigen pijnlijke fouten en tekortkomingen optekenden. David, die in zijn talrijke bijbelse psalmen onverbloemd de nationale tekortkomingen en zijn eigen persoonlijke zonden aan de kaak stelde, verklaarde: „De geest van Jehovah was het die door mij heeft gesproken.” — 2 Samuël 23:2.
Daarbij sprak Daniël over toekomstige gebeurtenissen waarvan hij toegaf dat hij ze ’niet kon begrijpen’. Hij vroeg: „O mijn heer, wat zal het laatst zijn van deze dingen?” Het antwoord dat hij kreeg, luidde: „Ga, Daniël, want de woorden blijven geheim en verzegeld tot de tijd van het einde.” — Daniël 12:8, 9.
Ja, bijbelschrijvers voorzeiden gebeurtenissen die zij destijds niet vermochten te begrijpen. Daarom geeft de apostel Petrus toe: „Geen profetie der Schrift [ontstaat] door enige eigen uitlegging . . . Want nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd.” — 2 Petrus 1:20, 21.
2. Fout. De bijbel bedeelt de geestelijken der christenheid de taak niet toe, de leken tegen het hellevuur te beschermen. Het is een feit dat de leer van het hellevuur niet in de bijbel voorkomt. De bijbel leert dat de doden zich van niets bewust zijn en geen pijn voelen. Er staat in: „Wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust, . . . want er is geen werk noch overleg noch kennis noch wijsheid in Sjeool [de „hel” in oudere uitgaven van de bijbel], de plaats waarheen gij gaat.” — Prediker 9:5, 10.
De bijbel machtigt niet tot het instellen van een klasse geestelijken onderscheiden van personen met een zogenaamde lekenstatus. Jezus leerde zijn volgelingen: „Gij [zijt] allen broeders.” En het gebruik van titels als „Rabbi”, „Vader” of „Leider” werd door hem strikt verboden. — Matthéüs 23:8-10.
3. Goed. De bijbel gaf te kennen dat de aarde rond was toen de mensen nog dachten dat ze plat was. In de achtste eeuw voor Christus, toen de mensen nog geloofden dat de aarde plat was, schreef Jesaja: „Er is er Een die woont boven het rond der aarde.” — Jesaja 40:22.
GODSDIENST EN OORLOG
Antwoorden op de test op blz. 16.
1. C Hindoeïsme, islam
India (Bhiwandi en Bombay): „De spanningen tussen hindoes en moslims in India kwamen tot een uitbarsting in enkele van de ernstigste lokale rellen sedert de onafhankelijkheid. Bij rellen in Bhiwandi en Bombay in mei en juni [1984] vielen meer dan 300 doden.” — Encyclopædia Britannica, 1985 Book of the Year.
2. D Hindoeïsme, de Sikh-religie
India (Punjab): In 1984 gaf India’s premier, Indira Gandhi, een hindoe, opdracht tot het „bestormen van de heiligste tempel van de Sikh-religie, de Gouden Tempel van Amritsar” in de Punjab, „waar Jarnail Singh Bhindranwale [een militante leider van de Sikhs] . . . door regeringstroepen werd gedood”. De vergelding liet niet lang op zich wachten: Sikhs van Gandhi’s eigen lijfwacht vermoordden haar. „Spanningen en geweldpleging tussen hindoe- en Sikh-gemeenschappen duurden ook in 1985 voort.” — Encyclopædia Britannica, 1985 en 1986 Book of the Year.
3. A Katholicisme, protestantisme
Ierland: „Margaret Thatcher, de Britse premier, stemde erin toe de Ierse Republiek te raadplegen bij de behandeling van de grieven van Ulsters 600.000 rooms-katholieken. Maar leiders van de één miljoen protestanten in het Noorden hebben het . . . akkoord fel afgewezen. . . . Als zij hun zin krijgen . . . zal een wreed conflict waarschijnlijk ook de volgende eeuw nog woeden.” — The New York Times, 15 november 1986.
4. E Sji’itische islam, christenheid, Droezen
Libanon: „[Naam]christenen doodden moslims zonder verblijfplaats. Moslims doodden christenen met een sinds de kruistochten ongekende wreedheid. Droezen [leden van een Syro-Libanese religieuze sekte die uit de islam is voortgekomen] en Palestijnen betraden het duistere strijdperk, totdat er op een gegeven moment wel 53 ’ongeregelde’ legers in Libanon streden. Ja, het ’Libanon-syndroom’ werd de metafoor voor ongeregelde oorlogvoering en zinloos doden in onze tijd.” — Encyclopædia Britannica, 1985 Book of the Year.
5. B Hindoeïsme, boeddhisme
Sri Lanka: „Een van de per traditie boeddhistische naties, Sri Lanka, was het bloedige toneel geworden van hernieuwde gewelddadige conflicten tussen de hindoeïstische Tamil-minderheid in het noorden en de boeddhistische Singalese meerderheid.” — Encyclopædia Britannica, 1986 Book of the Year.
WIE ZEI HET?
Antwoorden op de test op blz. 17.
1. B Karl Marx
2. E John Wesley
3. D De Federale Raad van Kerken van Christus in Amerika (die verscheidene protestantse richtingen vertegenwoordigt) op 18 december 1918, in een aangenomen verklaring die aan de Amerikaanse president Woodrow Wilson werd gezonden
4. C Boeddhistische geschriften geciteerd in de „Nikayas van de Pali-canon”
5. A Ayatollah Roehallah Chomeiny, geciteerd in de Encyclopædia Britannica, 1985 Book of the Year
6. I Aesopus, in zijn fabel Heracles en de wagenmenner
7. G Paus Johannes XXIII, op 25 januari 1959, toen hij uitlegde waarom hij van plan was het Tweede Oecumenisch Vaticaans Concilie te beleggen
8. F Jezus van Nazareth (Matthéüs 23:9)
9. H Paus Paulus VI tijdens zijn bezoek aan de Verenigde Naties in 1965
OPVATTINGEN OVER GOD
Antwoorden op de test op blz. 17.
1. 330.000.000 hindoegodheden: Over de gewone man in India zegt professor J. B. Noss: „Hoewel de ervaring er voor hem meestal aanleiding toe is één bepaalde god of godin als patroon te aanvaarden . . ., eert hij niettemin elk bovennatuurlijk wezen . . . Hindoes zeggen gewoonlijk dat het aantal van hun godheden zo’n 33 crore beloopt, dat wil zeggen zo’n 330 miljoen.” — Man’s Religions.
2. 8.000.000 sjintôgodheden: „Ergens wordt gezegd dat het aantal sjintôgoden . . . 80 myriaden bedraagt en ergens anders dat dit aantal 800 myriaden is.” — The Sacred Writings of the World’s Great Religions.
3. Het boeddhisme leert geen geloof in een schepper. „Het erkent geen wezens met grotere bovennatuurlijke vermogens dan de mens door deugd en kennis kan bereiken; verscheidene van de boeddhistische naties hebben in hun taal zelfs geen woord om het begrip God uit te drukken.” — McClintock en Strongs Cyclopædia.
4. De meeste oude niet-christelijke godsdiensten: Abbotts Dictionary of Religious Knowledge noemt de Drieëenheid een „zeer in het oog springend” kenmerk van het hindoeïsme dat ook „terug te vinden” is in de oude [voorchristelijke] godsdiensten van Perzië, Egypte, Rome, Japan, India en Griekenland. Volgens professor E. W. Hopkins „bedacht” een neoplatonisch filosoof genaamd Plotinus (205-270 G.T.) een drieëenheidsvorm die overeenkomt met de orthodoxe boeddhistische en brahmaanse drieëenheid. Professor Hopkins zei over Plotinus: „Zijn theologie, die ’platonisch’ werd genoemd, was van niet geringe invloed op de leiders van de christelijke opinie.”
Was de invloed van deze filosoof op de leiders van de christenheid groter dan die van Jezus zelf? Professor Hopkins antwoordt: „Jezus en Paulus was de drieëenheidsleer blijkbaar onbekend; zij zeggen er in ieder geval niets over.” — Origin and Evolution of Religion.
GODSDIENST EN DE WERELD
Antwoorden op de test op blz. 17.
1. Meer dan eens
Tweemaal heeft Jezus Christus gelegenheden afgewezen om politieke macht te verwerven. Jezus weigerde te marchanderen toen de Duivel hem het aanbod deed: „Ik zal u al deze autoriteit [over „alle koninkrijken van de bewoonde aarde”] . . . geven, want ze is mij overgegeven, en ik geef ze aan wie ik ook wens.” — Lukas 4:5, 6.
Jezus wilde ook niets weten van een volksbeweging van religieuze bewonderaars om hem als koning te steunen: „Toen de mensen . . . de tekenen zagen die hij verrichtte, zeiden zij voorts: ’Dit is stellig de profeet die in de wereld zou komen.’ Daar Jezus nu wist dat zij wilden komen en hem wilden grijpen om hem koning te maken, trok hij zich . . . terug.” — Johannes 6:14, 15.
2. De Duivel
De bijbel legt de schuld voor de ellende in de wereld bij Gods vijand, Satan de Duivel. Er wordt in gezegd: „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” — Openbaring 12:12.
3. Neutraal blijven in de politieke aangelegenheden van de wereld en voor de oplossing naar Gods koninkrijk opzien
Jezus gebood neutraliteit en wees op Gods koninkrijk met de woorden: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld. Indien mijn koninkrijk een deel van deze wereld was, zouden mijn dienaren hebben gestreden, opdat ik niet . . . overgeleverd zou worden [om ten onrechte ter dood veroordeeld te worden]” (Johannes 18:36). Jezus zei ook tegen de apostel Petrus, toen deze om hem te verdedigen een wapen opnam: „Steek uw zwaard weer op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard vergaan.” — Matthéüs 26:52.
Als blijk van zijn geloof in Gods koninkrijk als de oplossing voor de problemen van de mensheid verkondigde Jezus die regering als de enige hoop voor de mens. Tijdens zijn verblijf op aarde legde hij uit: „Ik moet ook aan andere steden het goede nieuws van het koninkrijk Gods bekendmaken, want hiertoe werd ik uitgezonden.” — Lukas 4:43.
Volgens The Encyclopedia Americana „was het Jezus’ methode om naar de mensen toe te gaan, vooral naar het gewone volk en zelfs de meest verachte klassen, de ’belastinginners en zondaars’ . . . Zijn kernthema was het koninkrijk Gods . . . De Koninkrijksboodschap behelsde berouw en dankbaar geloof in God; dat men een nieuw leven begon van gehoorzaamheid, samen met anderen die in hoop wachtten tot God Zijn koninkrijk zou oprichten; de komst ervan had met het werk van Jezus een aanvang genomen. Naar de uiteindelijke oprichting van het koninkrijk . . . door het krachtige optreden van God aan het einde der eeuw . . . werd vol verlangen uitgezien.” — Deel 3, blz. 704 (1977).
4. Mensen zullen slechts een vorm van godvruchtige toewijding beoefenen maar de kracht ervan niet blijken te bezitten
De bijbel voorzei: „Weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen . . . meer liefde voor genoegens dan liefde voor God [hebben], . . . een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten . . . Goddeloze mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger voortgaan, terwijl zij misleiden en worden misleid.” ’Zij zullen zich tal van leraren bijeenbrengen om hun oren te laten kittelen.’ — 2 Timótheüs 3:1-13; 4:3, 4.
De bijbel waarschuwde ook: „Vele valse profeten [blijkbaar het type populaire leiders van wie ook hierboven sprake was] zullen opstaan en velen misleiden; en wegens het toenemen der wetteloosheid zal de liefde van de meesten verkoelen.” — Matthéüs 24:11-13.
5. Nationale heersers zullen de godsdiensten van de wereld totaal vernietigen
De bijbel voorzegt deze afloop. Door de eeuwen heen is de valse religie diep verwikkeld geweest in de politieke aangelegenheden van de naties, ook al had Jezus over zijn ware discipelen gezegd: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben” (Johannes 17:16). Wegens haar vertrouwelijke omgang met de wereld wordt de valse religie in de bijbel afgeschilderd als een prostituée of hoer die niet trouw is geweest aan God. Een bijbelprofetie zegt: „Kom, ik zal u het oordeel tonen over de grote hoer, die op vele wateren zit, met wie de koningen der aarde hoererij hebben bedreven.” — Openbaring 17:1, 2, 18.
Deze „grote hoer” is dus als een vrouw die betrapt is op het verkopen van haar seksuele gunsten in ruil voor invloed op hoog niveau in de regering. Haar straf past bij de misdaad. God zal bij haar voormalige minnaars een plotselinge, dreigende verandering van hart teweegbrengen. Volgens de bijbel zullen de koningen of politieke heersers van de wereld „de hoer haten en . . . haar woest en naakt maken, en ze zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden. Want God heeft het hun in het hart gegeven zijn gedachte uit te voeren.” — Openbaring 17:12, 16, 17.
HET KONINKRIJK GODS
Antwoorden op de test op blz. 18.
1. Fout
Toen Jezus zei: „Het Koninkrijk Gods is binnen ulieden”, sprak hij tot vijandige Farizeeën, zijn vijanden, niet tot zijn vrienden (Lukas 17:21, Statenvertaling). Wat bedoelde Jezus dan toen hij met deze Farizeeën sprak? Moderne bijbelvertalingen, zoals de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Nieuwe-Wereldvertaling, geven Jezus’ woorden respectievelijk weer met: „Het Koninkrijk Gods is bij u” en „Het koninkrijk Gods is in uw midden.” Het Koninkrijk was bij hen, in hun midden, daar Jezus, degene die als Koning van dat toekomstige Koninkrijk aangesteld was, zich onder die Farizeeën bevond.
De Encyclopædia Britannica verklaart dan ook: „Met ’koninkrijk’ schijnt Hij niet in de eerste plaats het rijk Gods bedoeld te hebben maar Gods heerschappij . . . In deze zin is het gegrond Jezus’ opvatting omtrent het koninkrijk als op de toekomst gericht te beschrijven . . . Jezus Zelf treedt in de Evangeliën op als de aankondiger . . . Daarom kon Hij tot Zijn vijanden zeggen dat het koninkrijk ’in uw midden’ was (Lukas XVII, 21, niet ’in u’); want Hijzelf was het teken van het koninkrijk in hun midden.”
2. Goed
Dat Gods koninkrijk een echte regering is, wordt duidelijk gemaakt in Jesaja 9:6 (5), waar over de komende Messías staat: „De heerschappij is op Zijn schouder” (SV). „De vorstelijke heerschappij zal op zijn schouder komen.” — NW.
3. Fout
Het koninkrijk Gods zou op aarde niet door de Verenigde Naties vertegenwoordigd kunnen worden, want Jezus leerde onomwonden: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld.” — Johannes 18:36.
Gods koninkrijk is apolitiek; het wordt door God tot stand gebracht, zonder hulp van mensen. Zoals de Encyclopædia Britannica het onder woorden brengt: „Het is daarom niet in overeenstemming met Jezus’ leer als christenen zeggen dat zij ’het koninkrijk bouwen’. Het is duidelijk dat Hij de aandacht van Zijn toehoorders richtte op dat wat zou komen, toen Hij tot hen over het koninkrijk sprak.”
4. Goed
De in Daniël 2:44 opgetekende bijbelprofetie maakt duidelijk dat Gods koninkrijk de koninkrijken of regeringen van de wereld zal vernietigen. Er staat: „In de dagen van die koningen [hedendaagse regeringen] zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. . . . Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.”
Zie voor de zegeningen die de mensheid wachten nadat God deze vijandige naties heeft vernietigd, het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven. Deze publikatie verschaft bijbelse en historische bewijzen dat in 1914 de langverwachte heerschappij van Gods koninkrijk in de hemel is begonnen — met als gevolg dat er universele vrede zal komen voordat het geslacht dat toen leefde, voorbij is gegaan (Matthéüs 24:34). Een profetische bijbelpsalm zegt het zo: „De boosdoeners zelf zullen afgesneden worden, maar wie op Jehovah hopen, díe zullen de aarde bezitten. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Psalm 37:9, 11.
[Voetnoten]
a Omvat 926 miljoen rooms-katholieken, 332 miljoen protestanten en 160 miljoen oosters-orthodoxen.
[Grafiek op blz. 15 en 18]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
[Illustratie op blz. 23]
Kan een godsdienst door God goedgekeurd worden als de geestelijken ervan militairen zegenen?
[Verantwoording]
U.S. Army photo
[Illustratie op blz. 25]
Onder Gods koninkrijk zal de aarde een paradijs zijn