Bijbelboek nummer 1 — Genesis
Schrijver: Mozes
Waar geschreven: Wildernis
Geschrift voltooid: 1513 v.G.T.
Beschreven periode: „In het begin” tot 1657 v.G.T.
1. Wat zijn enkele van de bijzonder belangrijke onderwerpen waarover Genesis handelt?
DENKT u zich eens in, u neemt een boek ter hand van slechts 50 korte hoofdstukken en vindt op de eerste paar bladzijden het enige nauwkeurige verslag van de vroegste geschiedenis van de mens en een bericht dat laat zien in welke verhouding de mens tot God, zijn Schepper, en tevens tot de aarde met haar myriaden schepselen staat! Die paar bladzijden schenken u bovendien een diep inzicht in het doel waarvoor God de mens op aarde heeft geplaatst. Leest u wat verder, dan ontdekt u waarom de mens sterft en wat de oorzaak is van zijn huidige kommervolle situatie, en u wordt erover ingelicht wat de werkelijke basis voor geloof en hoop is en hoe u Gods instrument voor bevrijding — het Zaad der belofte — kunt identificeren. Het opmerkelijke boek waarin dit alles staat, is Genesis, het eerste van de 66 boeken van de bijbel.
2. Wat is de betekenis van de naam Genesis, en waarvan is dit boek het eerste deel?
2 „Genesis” betekent „Oorsprong; Geboorte”, en deze naam is aan de Griekse Septuaginta-vertaling van het boek ontleend. In de Hebreeuwse handschriften wordt de titel gevormd door het openingswoord, Bereʼ·sjithʹ, „in het begin” (Grieks: en arʹchei). Genesis is het eerste boek van de Pentateuch (een vernederlandst Grieks woord dat „vijf rollen” of „vijfdelige schriftrol” betekent). Klaarblijkelijk vormde de Pentateuch oorspronkelijk één boek, de Thora (Wet) of „het boek der wet van Mozes” genaamd, maar werd hij later, om hem gemakkelijker hanteerbaar te maken, in de vijf rollen verdeeld. — Joz. 23:6; Ezra 6:18.
3. (a) Wie is de Auteur van Genesis, maar wie heeft het geschreven? (b) Hoe kan Mozes aan de inlichtingen zijn gekomen die hij in Genesis heeft opgenomen?
3 Jehovah God is de Auteur van de bijbel, maar hij inspireerde Mozes tot het schrijven van het boek Genesis. Hoe kwam Mozes aan de inlichtingen die hij in Genesis heeft opgetekend? Sommige inlichtingen heeft hij wellicht rechtstreeks door goddelijke openbaring ontvangen en andere, onder leiding van de heilige geest, via mondelinge overlevering. Het is ook mogelijk dat Mozes geschreven documenten bezat die door zijn voorvaders als kostbare, waardevolle verslagen over de oorsprong der mensheid waren bewaard.a
4. (a) Waar en wanneer heeft Mozes zijn geschrift voltooid? (b) Hoe kan Mozes de hand hebben gelegd op het materiaal dat hij in het laatste gedeelte van Genesis heeft opgenomen?
4 Mozes heeft, onder inspiratie, zijn geschrift mogelijkerwijs in 1513 v.G.T. in de wildernis van Sinaï voltooid (2 Tim. 3:16; Joh. 5:39, 46, 47). Hoe kwam Mozes aan de inlichtingen voor het laatste gedeelte van Genesis? Daar zijn overgrootvader Levi de halfbroer van Jozef was, moeten deze bijzonderheden in zijn eigen familie nauwkeurig bekend zijn geweest. Het kan zelfs zijn dat Levi en Mozes’ vader, Amram, nog tijdgenoten zijn geweest. Bovendien zal Jehovah’s geest er wederom voor gezorgd hebben dat dit deel van de Schrift nauwkeurig te boek werd gesteld. — Ex. 6:16, 18, 20; Num. 26:59.
5. Door welk bewijsmateriaal in de bijbel zelf wordt bewezen dat Mozes de schrijver was?
5 Er bestaat geen twijfel over wie Genesis heeft geschreven. „Het boek der wet van Mozes” en soortgelijke verwijzingen naar de eerste vijf boeken van de bijbel, waarvan Genesis er één is, komt men vanaf de tijd van Mozes’ opvolger, Jozua, dikwijls tegen. In feite wordt Mozes in 27 van de latere bijbelboeken zo’n 200 maal genoemd. Door de joden is nooit in twijfel getrokken dat Mozes de schrijver was. De christelijke Griekse Geschriften maken vaak melding van Mozes als de schrijver van „de wet”, en het bekronende getuigenis is dat van Jezus Christus. Mozes schreef op rechtstreeks bevel van Jehovah en onder Zijn inspiratie. — Ex. 17:14; 34:27; Joz. 8:31; Dan. 9:13; Luk. 24:27, 44.
6. Welke aanwijzingen zijn er dat de mens reeds vroeg in zijn geschiedenis met schrijven is begonnen?
6 Sommige sceptici hebben de vraag gesteld: Maar hoe konden Mozes en zijn voorgangers schrijven? Was het schrijven niet een latere menselijke ontwikkeling? De mens is klaarblijkelijk reeds vroeg in zijn geschiedenis met schrijven begonnen, misschien al voor de vloed van Noachs dagen, die in 2370 v.G.T. plaatsvond. Zijn er aanwijzingen dat de mens de schrijfkunst al vroeg meester was? Hoewel archeologen aan bepaalde door hen opgegraven kleitabletten een vroeger jaartal dan 2370 v.G.T. hebben toegekend, zijn zulke datums louter gissingen. Er moet echter worden opgemerkt dat de bijbel duidelijk aantoont dat men al lang voor de Vloed was begonnen met het bouwen van steden, het ontwikkelen van muziekinstrumenten en het smeden van metalen gereedschappen (Gen. 4:17, 21, 22). Redelijkerwijs moet het voor de mens dan ook niet zo moeilijk zijn geweest om een schrijfmethode te ontwikkelen.
7. Welk uit wereldlijke bronnen afkomstige bewijs is er voor een wereldomvattende vloed en voor het bijbelse bericht omtrent de drie takken van het mensengeslacht?
7 Nog in vele andere opzichten blijkt Genesis op verbazingwekkende wijze met bewezen feiten in overeenstemming te zijn. Alleen Genesis verschaft een waar en met de feiten strokend verslag over de Vloed en de overlevenden ervan, hoewel er in de legenden van vele takken van de menselijke familie berichten te vinden zijn over een grote vloed en de overleving daarvan door mensen (in veel gevallen doordat zij in een vaartuig behouden bleven). Het Genesisverslag vermeldt ook de aanvankelijke woonplaatsen van de verschillende takken van de mensheid die afstammen van Noachs drie zonen — Sem, Cham en Jafeth.b Dr. Melvin G. Kyle van het Xenia Theological Seminary in Missouri (VS) verklaart: „Dat vanuit een centraal punt, ergens in Mesopotamië, de Hamitische tak van het mensdom naar het zuidwesten trok, de Jafethitische tak naar het noordwesten en de Semitische tak ’oostwaarts’ naar het ’land Sinear’, is onbetwistbaar.”c
8. Welke verdere bewijzen getuigen van de authenticiteit van Genesis?
8 De authenticiteit van Genesis als onderdeel van het goddelijke verslag blijkt eveneens uit zijn innerlijke harmonie alsook uit zijn volledige overeenstemming met de overige geïnspireerde geschriften. De openhartigheid van dit boek onthult een schrijver die Jehovah vreesde en waarheid liefhad en die zonder aarzelen over de zonden van zowel de natie als de vooraanstaande personen in Israël schreef. Bovenal wordt Genesis echter door de onveranderlijke nauwkeurigheid waarmee de erin opgetekende profetieën in vervulling zijn gegaan — zoals tegen het eind van dit hoofdstuk getoond zal worden — gekenmerkt als een treffend voorbeeld van een door Jehovah God geïnspireerd geschrift. — Gen. 9:20-23; 37:18-35; Gal. 3:8, 16.
DE INHOUD VAN GENESIS
9. (a) Wat wordt in het eerste hoofdstuk van Genesis verteld over Gods scheppingswerken? (b) Welke verdere bijzonderheden met betrekking tot de mens worden in het tweede hoofdstuk vermeld?
9 De schepping van de hemel en de aarde, en het gereedmaken van de aarde voor menselijke bewoning (1:1–2:25). Zich klaarblijkelijk miljarden jaren in de tijd terug begevend, begint Genesis met indrukwekkende eenvoud: „In het begin schiep God de hemel en de aarde.” Het is betekenisvol dat in deze eerste zin God als de Schepper en zijn stoffelijke schepping als de hemel en de aarde worden geïdentificeerd. Het eerste hoofdstuk geeft vervolgens in verheven, goed gekozen bewoordingen een algemeen verslag van het scheppingswerk met betrekking tot de aarde. Dit wordt tot stand gebracht in zes tijdsperioden, dagen genaamd, die elk beginnen met een avond, wanneer het scheppingswerk voor die periode zich nog niet aftekent, en eindigen met een stralend heldere morgen, wanneer de pracht van het scheppingswerk duidelijk openbaar wordt. Op achtereenvolgende ’dagen’ verschijnen het licht; het uitspansel van de atmosfeer; het droge land en de plantengroei; de hemellichten om scheiding te maken tussen dag en nacht; vissen en vogels; en landdieren en ten slotte de mens. God maakt hier zijn wet bekend waardoor de soorten worden afgebakend, de niet te overschrijden grens die het voor de ene soort onmogelijk maakt in een andere te evolueren. Nadat God de mens naar Zijn eigen beeld heeft gemaakt, kondigt Hij Zijn drievoudige voornemen voor de mens op aarde aan: de aarde te vullen met een rechtvaardig nageslacht, haar te onderwerpen en de dierlijke schepping in onderworpenheid te hebben. De zevende „dag” wordt door Jehovah, die er nu toe overgaat te ’rusten van al zijn werk dat hij gemaakt heeft’, gezegend en heilig verklaard. Het verslag verschaft vervolgens een close-up, of een soort uitvergroting, van Gods scheppingswerk ten aanzien van de mens. Het beschrijft de tuin van Eden en zijn ligging, vermeldt Gods wet met betrekking tot de verboden boom, verhaalt dat Adam de dieren een naam geeft en brengt vervolgens verslag uit over de wijze waarop Jehovah regelingen treft voor het eerste huwelijk door uit Adams eigen lichaam een vrouw te maken en haar tot Adam te brengen.
10. Hoe verklaart Genesis de oorsprong van zonde en dood, en welk belangrijke voornemen wordt hier bekendgemaakt?
10 Zonde en dood doen hun intrede in de wereld; een „zaad” voorzegd als bevrijder (3:1–5:5). De vrouw eet van de verboden vrucht en haalt haar man ertoe over zich bij haar in haar opstand aan te sluiten, en zo wordt Eden door ongehoorzaamheid ontwijd. Onmiddellijk wijst God op het middel waardoor zijn voornemen ten uitvoer zal worden gebracht: „Nu zei Jehovah God tot de slang [Satan, de onzichtbare aanstichter van de opstand]: ’. . . En ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen’” (3:14, 15). De mens wordt uit de tuin verdreven om in smart en moeizame arbeid, te midden van doornen en distels, te leven. Ten slotte moet hij sterven en tot de aardbodem, waaruit hij genomen is, terugkeren. Alleen zijn nakomelingen kunnen hun hoop op het beloofde Zaad stellen.
11. Hoe duren de verwoestende gevolgen van de zonde buiten Eden voort?
11 De verwoestende gevolgen van de zonde duren buiten Eden voort. Kaïn, het eerste mannelijke kind dat wordt geboren, wordt de moordenaar van zijn broer Abel, een getrouwe dienstknecht van Jehovah. Kaïn wordt door Jehovah naar het land der Vluchtelingschap verbannen, waar hij nakomelingen voortbrengt die later door de Vloed worden weggevaagd. Adam krijgt nu weer een zoon, Seth, die de vader wordt van Enos; in deze tijd beginnen de mensen de naam van Jehovah op huichelachtige wijze aan te roepen. Adam sterft op 930-jarige leeftijd.
12. Hoe wordt de aarde in de dagen van Noach verdorven?
12 Goddeloze mensen en engelen verderven de aarde; God brengt de Vloed (5:6–11:9). In dit gedeelte wordt de geslachtslijn via Seth vermeld. Onder deze nakomelingen van Seth treedt Henoch op de voorgrond, die Jehovah’s naam heiligt door ’met de ware God te wandelen’ (5:22). De volgende man die een opmerkelijk geloof bezit, is Henochs achterkleinzoon Noach, die 1056 jaar na Adams schepping wordt geboren. In deze tijd gebeurt er iets waardoor de geweldpleging op aarde toeneemt. Engelen van God verlaten hun hemelse woonplaats om met de mooie dochters der mensen te trouwen. Door deze onwettige seksuele gemeenschap ontstaat er een bastaardras van reuzen, die bekendstaan als de Nefilim (wat „Vellers” betekent) en die niet God, maar zichzelf een naam maken. Jehovah stelt Noach er derhalve van in kennis dat Hij mens en dier vanwege de voortdurende slechtheid van de mensheid zal uitroeien. Alleen Noach vindt gunst in Jehovah’s ogen.
13. Hoe heiligt Jehovah nu zijn naam?
13 Noach wordt de vader van Sem, Cham en Jafeth. Aangezien geweldpleging en verderf op aarde aanhouden, onthult Jehovah aan Noach dat Hij op het punt staat Zijn naam door middel van een grote vloed te heiligen, en Hij geeft Noach de opdracht een ark tot het behoud van leven te bouwen, waarvoor Hij hem uitvoerige bouwplannen verschaft. Noach gehoorzaamt prompt en brengt zijn gezin van acht personen bijeen, te zamen met landdieren en vogels; dan, in zijn 600ste levensjaar (2370 v.G.T.) begint de Vloed. De stortregen houdt 40 dagen aan, totdat zelfs de hoge bergen 15 el (ruim 6,5 m) onder water staan. Wanneer Noach zijn gezin ten slotte na één jaar de ark uit kan leiden, is het eerste wat hij doet, Jehovah een groot dankoffer brengen.
14. Wat gebiedt Jehovah nu, welk verbond sluit hij en welke gebeurtenissen doen zich tijdens Noachs leven nog voor?
14 Jehovah zegent Noach en zijn gezin nu en geeft hun het gebod de aarde met hun nakomelingen te vullen. Gods verordening staat het eten van vlees toe, maar eist onthouding van bloed, dat de ziel of het leven van het vlees is, en verlangt de terechtstelling van een moordenaar. Gods verbond om nooit meer een geweldige vloed over de aarde te brengen, wordt bekrachtigd door de verschijning van de regenboog aan de hemel. Later geeft Cham blijk van minachting voor Jehovah’s profeet Noach. Wanneer Noach dit verneemt, vervloekt hij Chams zoon Kanaän, maar hij voegt er een zegen aan toe waaruit blijkt dat Sem speciaal begunstigd zal worden en dat ook Jafeth zal worden gezegend. Noach sterft op 950-jarige leeftijd.
15. Hoe trachten de mensen zich een beroemde naam te maken, en hoe verijdelt Jehovah hun plannen?
15 Noachs drie zonen voeren Gods gebod om zich te vermenigvuldigen uit en brengen 70 families voort, de stamvaders van het huidige mensengeslacht. Nimrod, een kleinzoon van Cham, wordt niet meegeteld, kennelijk omdat hij „een geweldig jager gekant tegen Jehovah” wordt (10:9). Hij richt een koninkrijk op en begint steden te bouwen. Er is in deze tijd op aarde slechts één taal. In plaats van zich over de aarde te verspreiden om deze te bevolken en in cultuur te brengen, besluiten de mensen een stad te bouwen met een toren waarvan de top tot in de hemel reikt, zodat zij zich een beroemde naam kunnen maken. Jehovah verijdelt hun plannen echter door hun taal te verwarren en verstrooit hen daardoor. De stad wordt Babel (wat „Verwarring” betekent) genoemd.
16. (a) Waarom is de afstammingslijn van Sem belangrijk? (b) Hoe komt het dat Abram „Jehovah’s vriend” wordt genoemd, en welke zegeningen ontvangt hij?
16 Gods bemoeienissen met Abraham (11:10–25:26). De belangrijke afstammingslijn van Sem tot Terah’s zoon Abram wordt aangegeven, terwijl ook de leden ervan in hun chronologische volgorde worden vermeld. In plaats van te trachten zichzelf een naam te maken, oefent Abram geloof in God. Op Gods bevel verlaat hij de Chaldeeuwse stad Ur en steekt op 75-jarige leeftijd de Eufraat over op weg naar het land Kanaän, alwaar hij de naam van Jehovah aanroept. Vanwege zijn geloof en gehoorzaamheid wordt hij later aangeduid als „Jehovah’s vriend” of ’degene die Jehovah liefheeft’, en God sluit zijn verbond met hem (Jak. 2:23; 2 Kron. 20:7; Jes. 41:8). God beschermt Abram en zijn vrouw gedurende een kort verblijf in Egypte. Weer terug in Kanaän toont Abram zijn edelmoedigheid en vredelievendheid door zijn neef en medeaanbidder, Lot, het beste deel van het land te laten kiezen. Later bevrijdt hij Lot uit de handen van vier koningen die hem gevangen hebben genomen. Wanneer Abram van de strijd terugkeert, ontmoet hij vervolgens Melchizedek, de koning van Salem, die als priester van God Abram zegent en aan wie Abram tienden betaalt.
17. Hoe breidt God zijn verbond uit, en wat wordt onthuld betreffende Abrams zaad?
17 Wanneer God later aan Abram verschijnt, maakt Hij bekend dat Hij Abrams schild is en breidt Hij de verbondsbelofte uit door te onthullen dat Abrams zaad zo talrijk zal worden als de sterren aan de hemel. Aan Abram wordt gezegd dat zijn zaad 400 jaar lang gekweld maar daarna door God bevrijd zal worden, terwijl de natie die dit lijden over hen brengt, geoordeeld zal worden. Wanneer Abram 85 jaar is, geeft zijn nog steeds kinderloze vrouw Sarai hem haar Egyptische dienstmaagd Hagar opdat hij bij haar een kind kan verwekken. Ismaël wordt geboren en als de mogelijke erfgenaam beschouwd. Jehovah heeft echter iets anders voor. Als Abram 99 jaar is, verandert Jehovah zijn naam in Abraham en Sarai’s naam in Sara en belooft hij dat Sara een zoon zal baren. Abraham ontvangt het verbond der besnijdenis en onmiddellijk zorgt hij ervoor dat zijn huisgezin besneden wordt.
18. Welke opmerkelijke gebeurtenissen doen zich achtereenvolgens in Lots leven voor?
18 God deelt Zijn vriend Abraham nu Zijn besluit mee Sodom en Gomorra te vernietigen vanwege hun zware zonde. Engelen van Jehovah waarschuwen Lot en helpen hem om met zijn vrouw en twee dochters uit Sodom te vluchten. Zijn vrouw, die talmt om nog een blik te werpen op de dingen achter zich, wordt echter een zoutpilaar. Om nageslacht te verkrijgen, zorgen Lots dochters ervoor dat hun vader zich aan wijn bedrinkt, waarna zij seksuele omgang met hem hebben en twee zonen baren, die de voorvaders van de natiën Moab en Ammon worden.
19. Welke toets in verband met het Zaad doorstaat Abraham met succes, en wat onthult Jehovah verder bij het bevestigen van Zijn belofte?
19 God behoedt Sara ervoor door Abimelech van de Filistijnen bezoedeld te worden. Wanneer Abraham 100 en Sara ongeveer 90 jaar is, wordt Isaäk, de beloofde erfgenaam, geboren. Ongeveer vijf jaar hierna drijft de 19-jarige Ismaël de spot met de erfgenaam, Isaäk, hetgeen tot gevolg heeft dat Hagar en Ismaël met toestemming van God worden weggestuurd. Enige jaren later stelt God Abraham op de proef door hem het gebod te geven zijn zoon Isaäk op een van de bergen van Moria te offeren. Abrahams grote geloof in Jehovah wankelt niet. Hij poogt zijn zoon en erfgenaam te offeren, maar Jehovah houdt hem tegen en voorziet in een ram als plaatsvervangend offer. Weer bevestigt Jehovah Zijn belofte aan Abraham, door te zeggen dat Hij Abrahams zaad zal vermenigvuldigen als de sterren aan de hemel en als de zandkorrels die aan de zeeoever zijn. Hij maakt duidelijk dat dit zaad de poort van zijn vijanden in bezit zal nemen en dat alle natiën der aarde zich stellig door bemiddeling van het Zaad zullen zegenen.
20. Op welke zorgvuldige wijze gaat Abraham te werk om Isaäk een vrouw te verschaffen, en hoe wordt Isaäk tot enige erfgenaam gemaakt?
20 Sara sterft op 127-jarige leeftijd en wordt begraven in een veld dat Abraham van de zonen van Heth koopt. Abraham stuurt de voornaamste dienaar in zijn huisgezin er nu op uit om voor Isaäk een vrouw te halen uit het land waar zijn bloedverwanten wonen. Jehovah leidt de knecht naar de familie van Nahors zoon Bethuël, en er worden regelingen getroffen dat Rebekka met hem terugkeert. Met de zegen van haar familie gaat Rebekka bereidwillig mee en wordt de bruid van Isaäk. Abraham zijnerzijds neemt zich weer een vrouw, Ketura, die hem zes zonen baart. Hij geeft hun echter geschenken, zendt hen weg en maakt Isaäk tot zijn enige erfgenaam. Dan sterft Abraham op de leeftijd van 175 jaar.
21. Hoe krijgen Isaäk en Rebekka ten slotte twee zonen, een tweeling?
21 Zoals Jehovah had voorzegd, wordt Isaäks halfbroer Ismaël het hoofd van een grote natie, welke gegrondvest is op zijn 12 zonen, die de stamhoofden ervan zijn. Rebekka blijft 20 jaar lang onvruchtbaar, maar Isaäk zendt voortdurend smeekbeden tot Jehovah op, waarna zij het leven schenkt aan een tweeling, Esau en Jakob, omtrent wie Jehovah haar had verteld dat de oudste de jongste zou dienen. Isaäk is nu 60 jaar.
22. Hoe denken Esau en Jakob over het verbond met Abraham, en met welke gevolgen?
22 Jakob en zijn 12 zonen (25:27–37:1). Esau wordt iemand die van jagen houdt. Daar hij geen waardering heeft voor het verbond met Abraham, verkoopt hij wanneer hij op zekere dag van de jacht terugkomt, zijn eerstgeboorterecht aan Jakob voor slechts een paar happen van een linzengerecht. Ook trouwt hij met twee Hethitische vrouwen (en later met een Ismaëlitische), die voor zijn ouders een bron van bitterheid worden. Met de hulp van zijn moeder vermomt Jakob zich als Esau teneinde de zegen van de eerstgeborene te ontvangen. Esau, die Isaäk er niet van in kennis had gesteld dat hij het eerstgeboorterecht had verkocht, beraamt plannen om Jakob te doden wanneer hij verneemt wat Jakob gedaan heeft, dus raadt Rebekka Jakob aan naar haar broer Laban in Haran te vluchten. Voordat Jakob vertrekt, zegent Isaäk hem nogmaals en geeft hem de opdracht geen heidense vrouw te nemen maar iemand uit de familie van zijn moeder. Onderweg naar Haran krijgt hij te Bethel een droom waarin hij Jehovah ziet, die hem opnieuw verzekeringen geeft en de verbondsbelofte ten aanzien van hem bekrachtigt.
23. (a) Hoe krijgt Jakob ten slotte 12 zonen? (b) Hoe verspeelt Ruben het eerstgeboorterecht?
23 In Haran werkt Jakob voor Laban en huwt diens twee dochters, Lea en Rachel. Dit polygame huwelijk is het gevolg van een list van Laban; God schenkt er echter zijn zegen aan door Jakob bij de vrouwen en hun twee dienstmaagden, Zilpa en Bilha, 12 zonen en een dochter te schenken. God ziet erop toe dat de kudden van Jakob zich sterk uitbreiden en geeft hem dan de opdracht naar het land van zijn voorvaders terug te keren. Hij wordt door Laban achtervolgd, maar op de plaats die Gal-Ed en De Wachttoren (Hebreeuws: ham·Mits·pahʹ) wordt genoemd, sluiten zij een verbond. Jakob vervolgt de reis, engelen stellen hem gerust en ’s nachts worstelt hij met een engel, die hem ten slotte zegent en zijn naam van Jakob in Israël verandert. Jakob bewerkt een vreedzame ontmoeting met Esau en reist dan verder naar Sichem. Hier wordt zijn dochter, Dina, door de zoon van een Hevitische overste verkracht. Haar broers Simeon en Levi nemen wraak door de mannen van Sichem af te slachten. Dit mishaagt Jakob omdat het hem, als een vertegenwoordiger van Jehovah, een slechte naam bezorgt in het land. God zegt hem naar Bethel te gaan om daar een altaar te bouwen. Kort na het vertrek uit Bethel sterft Rachel tijdens de geboorte van Jakobs 12de zoon, Benjamin. Ruben onteert Rachels dienstmaagd, Bilha, de moeder van twee van Jakobs zonen, en verspeelt hiermee het eerstgeboorterecht. Spoedig hierna sterft Isaäk, op 180-jarige leeftijd, en Esau en Jakob begraven hem.
24. Waarom verhuizen Esau en zijn huisgezin naar het bergland Seïr?
24 Esau en zijn huisgezin verhuizen naar het bergland Seïr, daar het vermogen dat Esau en Jakob hebben vergaard, te groot is om nog langer bij elkaar te kunnen wonen. Er wordt een opsomming gegeven van Esau’s nakomelingen alsook van de stamhoofden en de koningen van Edom. Jakob blijft in Kanaän wonen.
25. Welke gebeurtenissen leiden ertoe dat Jozef een slaaf in Egypte wordt?
25 Voor levensbehoud naar Egypte (37:2–50:26). Omdat Jozef Jehovah’s gunst geniet en Jehovah hem bepaalde dromen geeft, gaan zijn oudere broers hem haten. Zij smeden plannen om hem te doden maar verkopen hem in plaats daarvan aan enkele voorbijtrekkende Ismaëlitische kooplieden. Nadat zij Jozefs gestreepte kleed in het bloed van een bok hebben gedoopt, laten zij het aan Jakob zien als bewijs dat de jonge, 17-jarige knaap door een wild beest is gedood. Jozef wordt naar Egypte gevoerd en aan Potifar, de overste van Farao’s lijfwacht, verkocht.
26. Waarom is het verslag over Perez’ geboorte belangrijk?
26 Hoofdstuk 38 dwaalt een ogenblik van het onderwerp af om verslag uit te brengen over de geboorte van Perez aan Tamar, die haar schoonvader Juda er door een list toe weet te brengen de huwelijksdaad te voltrekken die zijn zoon ten aanzien van haar had moeten voltrekken. Dit bericht beklemtoont weer de uiterste zorg waarmee de Schrift elke ontwikkeling vastlegt die tot de voortbrenging van het Zaad der belofte leidt. Juda’s zoon Perez wordt een van de voorvaders van Jezus. — Luk. 3:23, 33.
27. Hoe wordt Jozef eerste minister van Egypte?
27 Intussen zegent Jehovah Jozef in Egypte, en Jozef krijgt een belangrijke positie in Potifars huishouding. De moeilijkheden achtervolgen hem echter wanneer hij weigert Gods naam te smaden door hoererij met Potifars vrouw te bedrijven, met het gevolg dat hij vals beschuldigd en in de gevangenis geworpen wordt. Daar wordt hij door Jehovah gebruikt om de dromen van twee medegevangenen, Farao’s schenker en zijn bakker, uit te leggen. Wanneer Farao later een droom heeft die hem ten zeerste verontrust, wordt zijn aandacht gevestigd op de bekwaamheid van Jozef, die dan snel uit zijn gevangenishol voor Farao wordt gebracht. God de eer gevend, verklaart Jozef de droom als een voorspelling van zeven jaren van overvloed, gevolgd door zeven jaren van hongersnood. Farao ziet in dat „de geest van God” op Jozef rust en benoemt hem tot eerste minister om het hoofd te bieden aan de situatie (Gen. 41:38). De nu 30-jarige Jozef gaat verstandig te werk door gedurende de zeven jaren van overvloed levensmiddelen op te slaan. Tijdens de wereldomvattende hongersnood die volgt, verkoopt hij vervolgens het koren zowel aan de Egyptenaren als aan de mensen uit andere natiën die om voedsel naar Egypte komen.
28. Welke gebeurtenissen spelen zich rond de verhuizing van Jakobs huisgezin naar Egypte af?
28 Ten slotte zendt Jakob zijn tien oudste zonen naar Egypte om koren te halen. Jozef herkent hen, maar zij herkennen hem niet. Hij houdt Simeon als gijzelaar vast en eist van hen dat zij, als zij weer om koren komen, hun jongste broer meebrengen. Wanneer de negen zonen met Benjamin terugkomen, maakt Jozef zich bekend, brengt tegenover de tien schuldigen vergevensgezindheid tot uitdrukking en geeft hun de opdracht Jakob op te halen en in het belang van hun welzijn naar Egypte te verhuizen. Jakob trekt dan ook met 66 van zijn nakomelingen naar Egypte. Farao geeft hun het beste van het land, namelijk het land Gosen, om er te wonen.
29. Welke belangrijke reeks profetieën spreekt Jakob op zijn sterfbed uit?
29 Als Jakobs dood nadert, zegent hij Jozefs zonen, Efraïm en Manasse, en daarna roept hij zijn eigen 12 zonen bijeen om hun te vertellen wat hun „in het laatst der dagen” zal geschieden (49:1). Hij spreekt nu een reeks gedetailleerde profetieën uit, die sindsdien alle opmerkelijk in vervulling zijn gegaan.d Hij voorzegt hier dat de scepter der heerschappij tot de komst van Silo (wat „Hij van wie het is; Hij aan wie het toebehoort” betekent), het beloofde Zaad, in de stam Juda zal blijven. Nadat Jakob aldus de hoofden van de 12 stammen heeft gezegend en hen geïnstrueerd heeft betreffende zijn toekomstige begrafenis in het Land van Belofte, sterft hij op de leeftijd van 147 jaar. Jozef blijft voor zijn broers en hun gezinnen zorgen tot zijn eigen dood op 110-jarige leeftijd; vlak voor zijn dood brengt hij zijn geloof tot uitdrukking dat God Israël weer naar hun land zal brengen en doet het verzoek ook zijn gebeente mee te nemen naar dat Land van Belofte.
WAAROM NUTTIG
30. (a) Welke basis verschaft Genesis voor het begrijpen van de latere bijbelboeken? (b) Op welk juiste doel wijst Genesis?
30 Als het begin van het geïnspireerde Woord van God is Genesis van onschatbaar nut omdat het ons in kennis stelt van de schitterende voornemens van Jehovah God. Wat een voortreffelijke basis verschaft het ons voor het begrijpen van de latere bijbelboeken! Het bestrijkt een wijd terrein, want het geeft een beschrijving van het begin en het einde van de rechtvaardige wereld in Eden, de ontwikkeling van de eerste wereld van goddeloze mensen en de ramp waarin ze werd weggespoeld, en de opkomst van de huidige goddeloze wereld. Op treffende wijze geeft dit boek het thema voor de gehele bijbel aan, namelijk de rechtvaardiging van Jehovah door middel van het door het beloofde „zaad” geregeerde koninkrijk. Het toont aan waarom de mens sterft. Vanaf Genesis 3:15 — en in het bijzonder in het verslag van Gods bemoeienissen met Abraham, Isaäk en Jakob — stelt het de hoop voor ogen op leven in de nieuwe wereld onder het koninkrijk van het Zaad. Het is nuttig omdat het op het juiste doel voor de gehele mensheid wijst — rechtschapenheid te handhaven en Jehovah’s naam te heiligen. — Rom. 5:12, 18; Hebr. 11:3-22, 39, 40; 12:1; Matth. 22:31, 32.
31. Toon met verwijzing naar bijgaande tabel aan dat Genesis (a) betekenisvolle profetieën en (b) waardevolle beginselen bevat.
31 De christelijke Griekse Geschriften maken melding van elke in het oog springende gebeurtenis en persoon in het boek Genesis. Bovendien zijn de in Genesis opgetekende profetieën onfeilbaar in vervulling gegaan, zoals overal in de Schrift wordt getoond. De vervulling van één zo’n profetie, namelijk de profetie over de „vierhonderd jaar” waarin Abrahams zaad gekweld zou worden, begon toen Ismaël in 1913 v.G.T. Isaäk bespotte en eindigde met de bevrijding uit Egypte in 1513 v.G.T. (Gen. 15:13).e In bijgaande tabel staan voorbeelden van andere betekenisvolle profetieën en de vervulling ervan. Ook de goddelijke beginselen die voor het eerst in Genesis worden vermeld, zijn van zeer groot nut om het geloof te versterken en een dieper inzicht te verkrijgen. Zowel de profeten uit de oudheid als Jezus en zijn discipelen verwezen dikwijls naar passages uit het boek Genesis en gaven er de toepassing van. Wij doen er goed aan hun voorbeeld te volgen, en een studie van bijgaande tabel zal ons hierbij helpen.
32. Welke belangrijke inlichtingen bevat Genesis over het huwelijk, geslachtsregisters en de berekening van de tijd?
32 Genesis onthult heel duidelijk Gods wil en voornemen betreffende het huwelijk, de juiste verhouding tussen man en vrouw, het gezagsbeginsel en het beginsel inzake de opleiding van het gezin. Jezus zelf maakte van deze inlichtingen gebruik, want hij haalde zowel het eerste als het tweede hoofdstuk van Genesis aan in zijn ene verklaring: „Hebt gij niet gelezen dat hij die hen heeft geschapen, hen van het begin af als man en als vrouw heeft gemaakt en gezegd heeft: ’Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en de twee zullen één vlees zijn’?” (Matth. 19:4, 5; Gen. 1:27; 2:24) Het verslag in Genesis is onontbeerlijk omdat het ons het geslachtsregister van de menselijke familie verschaft en ons tevens in staat stelt te berekenen hoe lang de mens zich op deze aarde bevindt. — Gen. hfdst. 5, 7, 10, 11.
33. Noem enkele beginselen en gebruiken van de patriarchale maatschappij die belangrijk zijn voor het begrijpen van de bijbel.
33 Ook een bestudering van de patriarchale maatschappij, waartoe Genesis ons in staat stelt, is voor de onderzoeker van de Schrift werkelijk nuttig. De patriarchale maatschappij was de maatschappijvorm van de familieheerschappij; ze bleef onder Gods volk van kracht vanaf de dagen van Noach totdat de Wet bij de berg Sinaï werd gegeven. Veel van de bijzonderheden die in het Wetsverbond waren opgenomen, werden al in de patriarchale maatschappij toegepast. Beginselen als de gemeenschapsverdienste (18:32), de gemeenschapsverantwoordelijkheid (19:15), de doodstraf alsook de heiligheid van het bloed en van het leven (9:4-6), en Gods afschuw van mensenverheerlijking (11:4-8) zijn door de hele geschiedenis heen op de mensheid van invloed geweest. Veel wettelijke gebruiken en uitdrukkingen werpen licht op latere gebeurtenissen, tot in Jezus’ dagen toe. Willen wij de benodigde achtergrond hebben om een duidelijk begrip van de bijbel te verkrijgen, dan moeten wij zowel bekend zijn met de patriarchale wet betreffende de zorg en de verantwoordelijkheid voor personen en eigendommen (Gen. 31:38, 39; 37:29-33; Joh. 10:11, 15; 17:12; 18:9) en de manier waarop eigendommen werden overgedragen (Gen. 23:3-18), als met de wet betreffende het erfdeel van hem die het eerstgeboorterecht ontving (48:22). Andere gebruiken van de patriarchale maatschappij die in de Wet werden opgenomen, waren het brengen van offers, de besnijdenis (het eerst aan Abraham gegeven), het sluiten van verbonden, het zwagerhuwelijk (38:8, 11, 26) en het zweren van een eed om een zaak te bevestigen. — 22:16; 24:3.f
34. Welke voor christenen waardevolle lessen kunnen uit de bestudering van Genesis worden geput?
34 Genesis, het eerste boek van de bijbel, verschaft vele lessen in rechtschapenheid, geloof, getrouwheid, gehoorzaamheid, eerbied, goede manieren en moed. Hier volgen een paar voorbeelden: Henochs geloof en moed toen hij in weerwil van gewelddadige vijanden met God wandelde; Noachs rechtvaardigheid, onberispelijkheid en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid; Abrahams geloof, zijn vastbeslotenheid en zijn volharding, zijn verantwoordelijkheidsgevoel als gezinshoofd en onderwijzer van Gods geboden aan zijn kinderen, zijn edelmoedigheid en zijn liefde; Sara’s onderworpenheid aan haar echtgenoot en hoofd en haar ijver; Jakobs zachtaardige natuur en zijn belangstelling voor Gods belofte; Jozefs gehoorzaamheid aan zijn vader, zijn morele rechtschapenheid, zijn moed, zijn goede gedrag in de gevangenis, zijn respect voor superieure autoriteiten, zijn nederigheid door God de heerlijkheid te geven, en de barmhartige wijze waarop hij zijn broers vergaf; het verterende verlangen van al deze mensen om Jehovah’s naam te heiligen. In het leven van degenen die gedurende de lange periode van 2369 jaar vanaf Adams schepping tot Jozefs dood, de tijd die in het boek Genesis wordt beschreven, met God wandelden, treden deze voorbeeldige kenmerken sterk op de voorgrond.
35. Waarnaar wijst Genesis, tot opbouw van het geloof, vooruit?
35 Ja, het verslag in Genesis is nuttig tot opbouw van het geloof, want het beschrijft zulke schitterende voorbeelden van geloof, die beproefde hoedanigheid van geloof die de stad tracht te verkrijgen waarvan God de bouwer en schepper is, namelijk zijn Koninkrijksregering, die hij lang geleden door bemiddeling van zijn Zaad der belofte, de voornaamste heiliger van Jehovah’s grote naam, gereed begon te maken. — Hebr. 11:8, 10, 16.
[Voetnoten]
a Insight on the Scriptures, Deel 1, blz. 919, 920; Deel 2, blz. 1212.
b Insight on the Scriptures, Deel 1, blz. 328, 329.
c Biblical History in the Light of Archaeological Discovery, 1934, D. E. Hart-Davies, blz. 5.
d De Wachttoren, 1962, blz. 517-533, 549-567.
e Hulp tot begrip van de bijbel, blz. 229, 238.
f De Wachttoren, 1952, blz. 291-302.
[Tabel op blz. 18]
GENESIS — GEÏNSPIREERD EN NUTTIG
Teksten uit Beginsel Verwijzingen door
Genesis andere schrijvers
1:27; 2:24 Heiligheid en bestendigheid Matth. 19:4, 5
van de huwelijksband
2:7 De mens is een ziel 1 Kor. 15:45
2:22, 23 Gezagsbeginsel 1 Tim. 2:13;
9:4 Heiligheid van bloed Hand. 15:20, 29
20:3 Overspel onjuist 1 Kor. 6:9
24:3; 28:1-8 Trouw alleen met gelovige 1 Kor. 7:39
28:7 Gehoorzaamheid aan ouders Ef. 6:1
Vervulde profetieën en profetische parallellen
12:1-3; Identificatie van Abrahams Zaad Gal. 3:16, 29
14:18 Melchizedek beeldt Christus af Hebr. 7:13-15
16:1-4, 15 Zinnebeeldige betekenis van
Sara, Hagar, Ismaël, Isaäk Gal. 4:21-31
49:1-28 Jakobs zegen over de 12 stammen Joz. 14:1–21:45
49:9 De Leeuw uit de stam Juda Openb. 5:5
Andere teksten die door profeten, Jezus en discipelen zijn
gebruikt — als toelichting, in hun toepassing of als
voorbeeld — en die eveneens een bewijs vormen voor de
authenticiteit van Genesis
1:1 God schiep hemel en aarde Jes. 45:18;
1:26 Mens gemaakt naar Gods beeld 1 Kor. 11:7
1:27 Mens gemaakt als man en vrouw Matth. 19:4;
2:2 God rustte op de zevende dag Hebr. 4:4
3:1-6 Slang bedroog Eva 2 Kor. 11:3
3:20 Gehele mensheid stamt af van
oorspronkelijke paar Hand. 17:26
4:9, 10 Abels bloed Matth. 23:35
Geslachtsregister Luk. hfdst. 3
5:29 Noach Ezech. 14:14;
12:1-3, 7 Abrahamitische verbond Gal. 3:15-17
15:13, 14 Verblijf in Egypte Hand. 7:1-7
18:1-5 Gastvrijheid Hebr. 13:2
19:24, 25 Sodom en Gomorra vernietigd 2 Petr. 2:6;
19:26 Vrouw van Lot Luk. 17:32
20:7 Abraham een profeet Ps. 105:9, 15
21:9 Ismaël hoont Isaäk Gal. 4:29
22:10 Abraham poogt Isaäk te offeren Hebr. 11:17
25:23 Jakob en Esau Rom. 9:10-13;
25:32-34 Esau verkoopt
eerstgeboorterecht Hebr. 12:16, 17
37:28 Jozef naar Egypte verkocht Ps. 105:17
41:40 Jozef wordt eerste minister Ps. 105:20, 21