Hoofdstuk 25
Voor Satans wereld of voor Gods nieuwe samenstel?
1. Waaruit moet blijken of u voor Gods nieuwe samenstel bent?
BENT U VOOR Gods rechtvaardige nieuwe samenstel en wilt u graag dat het komt? Bent u tegen Satan en zou u graag zien dat er een eind kwam aan zijn wereld? Misschien zult u beide vragen wel met Ja beantwoorden. Maar is dat voldoende? Natuurlijk spreken daden luider dan woorden. Als u in Gods nieuwe samenstel gelooft, zal dit tot uiting moeten komen in de manier waarop u leeft. — Matthéüs 7:21-23; 15:7, 8.
2. (a) Wie zijn de twee meesters die wij kunnen dienen? (b) Waaruit blijkt wiens slaaf, of dienstknecht, wij zijn?
2 Het spreekt vanzelf dat u niet twee meesters tegelijk kunt behagen. U dient òf Jehovah God òf Satan de Duivel. Een beginsel dat wij in de bijbel aantreffen, helpt ons dit te begrijpen. Het luidt: „Weet gij niet dat wanneer gij u als slaven aan iemand blijft aanbieden om hem te gehoorzamen, gij slaven van hem zijt omdat gij hem gehoorzaamt?” (Romeinen 6:16) Wie gehoorzaamt u? Wiens wil doet u? Hoe uw antwoord ook luidt, als u de onrechtvaardige wegen van de wereld bewandelt, kunt u de ware God, Jehovah, niet dienen.
WAT IS SATANS WERELD?
3. (a) Wie is volgens de bijbel de heerser van de wereld? (b) Hoe toonde Jezus in gebed dat er verschil bestaat tussen de wereld en zijn discipelen?
3 Jezus noemde Satan „de heerser van deze wereld”. En de apostel Johannes zei: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (Johannes 12:31; 1 Johannes 5:19). Merk op dat Jezus in zijn gebed tot God zijn discipelen niet onder Satans wereld rekende. Hij zei: „Ik doe een verzoek betreffende hen [zijn discipelen]; ik doe geen verzoek betreffende de wereld . . . Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben” (Johannes 17:9, 16; 15:18, 19). Hieruit blijkt duidelijk dat ware christenen zich afgescheiden van de wereld moeten houden.
4. (a) Op wie heeft de uitdrukking „de wereld” in Johannes 3:16 betrekking? (b) Wat is „de wereld” waarvan Christus’ volgelingen zich moeten afscheiden?
4 Maar waarop doelde Jezus toen hij sprak over „de wereld”? In de bijbel betekent de uitdrukking „de wereld” soms eenvoudig de mensheid in het algemeen. God zond zijn Zoon opdat hij zijn leven zou geven als losprijs voor deze mensenwereld (Johannes 3:16). Toch heeft Satan het grootste deel van de mensheid georganiseerd in oppositie tegen God. Satans wereld is dus deze georganiseerde mensenmaatschappij die afgescheiden van of buiten Gods zichtbare organisatie bestaat. Van deze wereld moeten ware christenen afgescheiden zijn. — Jakobus 1:27.
5. Wat is een belangrijk onderdeel van de wereld, en hoe wordt het in de bijbel afgebeeld?
5 Satans wereld — zijn georganiseerde mensenmaatschappij — bestaat uit verscheidene delen die nauw met elkaar verbonden zijn. Een belangrijk onderdeel is de valse religie. In de bijbel wordt de valse religie afgebeeld als een „grote hoer”, of prostituée, die de naam „Babylon de Grote” draagt. Ze is een wereldrijk, zoals blijkt uit het feit dat ze „een koninkrijk over de koningen der aarde heeft” (Openbaring 17:1, 5, 18). Maar waardoor wordt bewezen dat Babylon de Grote een religieus wereldrijk is?
6, 7. (a) Waardoor wordt bewezen dat Babylon de Grote een religieus rijk is? (b) Welke relatie bestaat er tussen valse religie en de politieke regeringen?
6 Daar van „de koningen der aarde” wordt gezegd dat ze ’hoererij met haar bedrijven’, kan Babylon de Grote geen politiek wereldrijk zijn. En daar de „reizende kooplieden” van de aarde op een afstand staan en haar verwoesting betreuren, is ze ook geen commercieel wereldrijk (Openbaring 17:2; 18:15). Dat ze werkelijk een religieus rijk is, blijkt echter uit de opmerking in de bijbel dat ’door haar spiritistische praktijken alle natiën werden misleid’. — Openbaring 18:23.
7 Dat Babylon de Grote een religieus rijk is, wordt verder bewezen door de nauwe relatie die ze heeft met een „wild beest”. In de bijbel beelden dergelijke beesten politieke regeringen af (Daniël 8:20, 21). Over Babylon de Grote lezen wij dat ze „op een scharlakengekleurd wild beest zat, . . . dat zeven koppen en tien horens had”. Ze heeft dan ook getracht dit ’wilde beest’, deze wereldregering, te beïnvloeden (Openbaring 17:3). En het is bekend dat religie zich door de hele geschiedenis heen in de politiek heeft gemengd en regeringen vaak gezegd heeft wat ze moesten doen. Ze heeft inderdaad „een koninkrijk over de koningen der aarde” gehad. — Openbaring 17:18.
8. Wat is eveneens een belangrijk onderdeel van Satans wereld, en hoe worden ze in de bijbel afgebeeld?
8 Deze politieke regeringen vormen eveneens een belangrijk onderdeel van Satans wereld. Zoals wij reeds hebben opgemerkt, worden ze in de bijbel afgebeeld als beesten (Daniël 7:1-8, 17, 23). Dat deze met beesten te vergelijken regeringen hun macht van Satan ontvangen, blijkt uit een door de apostel Johannes opgetekend visioen. Hij schreef: „Ik zag een wild beest uit de zee opstijgen, met tien horens en zeven koppen . . . En de draak gaf het beest zijn kracht” (Openbaring 13:1, 2; 12:9). Een verder bewijs dat deze koninkrijken of regeringen deel uitmaken van Satans wereld, is het feit dat Satan Jezus verzocht door hem deze koninkrijken aan te bieden. Satan had dit aanbod niet kunnen doen als hij niet de heerser van deze koninkrijken was geweest. — Matthéüs 4:8, 9.
9. (a) Hoe wordt een ander onderdeel van Satans wereld in Openbaring 18:11 beschreven? (b) Wat doet en bevordert het, waaruit blijkt dat Satan erachter staat?
9 Nog een ander in het oog springend onderdeel van Satans wereld is het hebzuchtige en onderdrukkende commerciële stelsel, dat in Openbaring 18:11 wordt aangeduid met de term „reizende kooplieden”. Dit commerciële stelsel wakkert in mensen het zelfzuchtige verlangen aan de produkten te willen kopen die op de markt worden gebracht, ook al hebben zij ze niet nodig en is men zonder die dingen misschien zelfs beter af. Terzelfder tijd legt het hebzuchtige commerciële stelsel enorme voedselvoorraden aan, maar laat miljoenen mensen van honger omkomen omdat zij het voedsel niet kunnen betalen. Aan de andere kant wordt er een winstgevende zaak gemaakt van de vervaardiging en verkoop van wapens waarmee het gehele mensenras verdelgd kan worden. Op die manier bevordert Satans commerciële stelsel, samen met de valse religie en de politieke regeringen, zelfzucht, misdaad en verschrikkelijke oorlogen.
10, 11. (a) Wat is nog een onderdeel van Satans wereld? (b) Hoe waarschuwt de bijbel ons daar niet in betrokken te raken?
10 De georganiseerde mensenmaatschappij onder Satan de Duivel is inderdaad goddeloos en verdorven. Ze is tegen Gods rechtvaardige wetten gekant en doortrokken van allerlei immorele praktijken. Wij kunnen dus zeggen dat ook het losbandige leven en de immoraliteit een onderdeel zijn van Satans wereld. Om die reden waarschuwden zowel de apostel Paulus als de apostel Petrus christenen om de slechte praktijken van de mensen der natiën te vermijden. — Efeziërs 2:1-3; 4:17-19; 1 Petrus 4:3, 4.
11 Ook de apostel Johannes beklemtoonde hoe noodzakelijk het is dat christenen op hun hoede zijn voor de verkeerde verlangens en immorele wegen van de wereld. Hij schreef: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld” (1 Johannes 2:15, 16). De discipel Jakobus zei dat ’als iemand een vriend van de wereld wil zijn, hij zich tot een vijand van God maakt’. — Jakobus 4:4.
HOE HET TE VERMIJDEN EEN DEEL VAN DE WERELD TE ZIJN
12, 13. (a) Hoe gaf Jezus te kennen dat christenen niet uit de wereld kunnen stappen? (b) Hoe is het mogelijk zich in de wereld te bevinden zonder er een deel van te zijn?
12 Zolang Satans wereld bestaat, moeten christenen erin leven. Jezus gaf dit te kennen toen hij tot zijn Vader bad: „Ik verzoek u niet, hen uit de wereld te nemen.” Maar met betrekking tot zijn volgelingen voegde Jezus er vervolgens aan toe: „Zij zijn geen deel van de wereld” (Johannes 17:15, 16). Hoe is het mogelijk in Satans wereld te zijn zonder er een deel van te zijn?
13 Welnu, u leeft te midden van de mensen die de hedendaagse georganiseerde mensenmaatschappij vormen. Tot deze mensen behoren hoereerders, hebzuchtige personen en anderen die goddeloze dingen bedrijven. Misschien werkt u met hen samen, gaat u met hen naar school, eet u met hen en neemt u met hen aan andere soortgelijke activiteiten deel (1 Korinthiërs 5:9, 10). U moet hen zelfs liefhebben, net als God hen liefheeft (Johannes 3:16). Maar een ware christen heeft de goddeloze dingen die de mensen bedrijven, niet lief. Hij neemt hun zienswijzen, hun daden of hun doeleinden in het leven niet over. Hij heeft part noch deel aan hun corrupte religie en politiek. En hoewel hij vaak in de commerciële wereld moet werken om in zijn levensonderhoud te voorzien, houdt hij zich niet bezig met oneerlijke zakenpraktijken; het verwerven van stoffelijke bezittingen is al evenmin het voornaamste doel in zijn leven. Omdat hij voor Gods nieuwe samenstel is, vermijdt hij de slechte omgang met mensen die voor Satans wereld leven (1 Korinthiërs 15:33; Psalm 1:1; 26:3-6, 9, 10). Het gevolg is dat hij zich wel in Satans wereld bevindt, maar er toch geen deel van is.
14. Welk bijbelse gebod zult u opvolgen als u voor Gods nieuwe samenstel bent?
14 Hoe staat het met u? Wilt u een deel zijn van Satans wereld? Of bent u voor Gods nieuwe samenstel? Als u voor Gods nieuwe samenstel bent, zult u zich afgescheiden houden van de wereld, met inbegrip van haar valse religie. U zult acht slaan op het gebod: „Gaat uit van haar [Babylon de Grote], mijn volk” (Openbaring 18:4). Uit Babylon de Grote ofte wel het wereldrijk van valse religie gaan, behelst echter meer dan eenvoudig de banden met vals-religieuze organisaties te verbreken. Het betekent ook dat u zich verre houdt van de religieuze vieringen van de wereld. — 2 Korinthiërs 6:14-18.
15. (a) Welke viering moesten christenen onderhouden, in plaats dat hun werd geboden Jezus’ geboorte te vieren? (b) Waaruit blijkt dat Jezus niet in de koude winter geboren kan zijn? (c) Waarom werd de datum 25 december gekozen als de dag om Jezus’ geboorte te vieren?
15 Kerstmis is thans een belangrijk religieus feest. Maar de geschiedenis toont aan dat de eerste christenen dit feest niet vierden. Jezus gebood zijn volgelingen de herdenking van zijn dood te vieren, niet van zijn geboorte (1 Korinthiërs 11:24-26). Daarbij komt nog dat 25 december niet de datum van Jezus’ geboorte is. Dat kan ook niet want de bijbel laat zien dat de herders ten tijde van zijn geboorte ’s nachts nog in het veld waren. Daar zouden zij zich in het koude, regenachtige winterseizoen niet opgehouden hebben (Lukas 2:8-12). De 25ste december werd in werkelijkheid als datum voor de viering van Jezus’ geboorte gekozen omdat, zoals The World Book Encyclopedia verklaart, „de bevolking van Rome deze al in ere hield als het feest van Saturnus, waarop zij de geboortedag van de zon vierden”.
16. (a) Welk ander belangrijk religieus feest is van niet-christelijke oorsprong? (b) Om welke goede redenen vieren ware christenen geen Kerstmis en Pasen?
16 Ook Pasen is een belangrijk religieus feest. De Goede Week in sommige Latijns-Amerikaanse landen komt hiermee overeen. Maar ook Pasen werd door de vroege christenen niet gevierd. Het vond eveneens zijn oorsprong in niet-christelijke vieringen. The Encyclopædia Britannica zegt: „Er staat geen aanwijzing in het Nieuwe Testament . . . dat men Pasen vierde.” Doet het er echter werkelijk toe dat Kerstmis en Pasen geen christelijke feesten zijn, maar in feite hun oorsprong vonden bij aanbidders van valse goden? De apostel Paulus waarschuwde dat waarheid en leugen niet samengaan en zei dat zelfs „een weinig zuurdeeg . . . de gehele massa [doet] gisten” (Galáten 5:9). Hij zei tot enkele vroege christenen dat het onjuist was dat zij dagen onderhielden die weliswaar onder de wet van Mozes verplicht waren gesteld, maar die God voor christenen had afgeschaft (Galáten 4:10, 11). Hoeveel belangrijker is het dan voor ware christenen in deze tijd zich verre te houden van feesten waarvan God nooit heeft gezegd dat ze gevierd moesten worden en die hun oorsprong vinden in valse religie!
17. (a) Wat is er verkeerd aan feesten ter ere van beroemde mensen of van natiën? (b) Hoe dienen christenen volgens de bijbel te handelen?
17 Andere wereldse feesten worden ter ere van beroemde mensen gevierd. Weer andere hebben ten doel natiën of wereldse organisaties te eren en te verheerlijken. Maar de bijbel waarschuwt om geen met aanbidding te vergelijken eer aan mensen te schenken en niet op menselijke organisaties te vertrouwen voor het tot stand brengen van datgene waartoe alleen God in staat is (Handelingen 10:25, 26; 12:21-23; Openbaring 19:10; Jeremia 17:5-7). Feesten die erop gericht zijn een mens of een menselijke organisatie te verheerlijken, zijn dus niet in overeenstemming met Gods wil en ware christenen zullen er niet aan meedoen. — Romeinen 12:2.
18. (a) Welke voorwerpen hebben mensen ter verering of aanbidding gemaakt? (b) Wat zegt Gods wet over het vereren van een voorwerp?
18 Er zijn door mensen veel voorwerpen gemaakt die men moet vereren of aanbidden. Sommige zijn van metaal of hout gemaakt. Andere zijn van stof gemaakt met misschien een afbeelding van iets in de hemel of op aarde erop genaaid of geschilderd. Een natie kan een wet aannemen die voorschrijft dat iedereen zo’n voorwerp moet vereren. Maar Gods wet zegt dat zijn dienstknechten dat niet mogen doen (Exodus 20:4, 5; Matthéüs 4:10). Wat heeft Gods volk in zo’n situatie gedaan?
19. (a) Welk gebod legde de koning van Babylon iedereen op? (b) Welk voorbeeld is navolgenswaardig voor christenen?
19 In het oude Babylon bouwde koning Nebukadnezar een reusachtig beeld van goud en gebood dat iedereen zich ervoor moest neerbuigen. ’Wie dat niet doet’, zei hij, ’zal in de brandende vuuroven worden geworpen.’ De bijbel vertelt ons dat drie jonge Hebreeërs, Sadrach, Mesach en Abednego, weigerden het gebod van de koning te gehoorzamen. Waarom? Omdat het neerkwam op aanbidding, en hun aanbidding kwam alleen Jehovah toe. God keurde hun handelwijze goed en hij spaarde hen voor de woede van de koning. Nebukadnezar ging zelfs inzien dat deze dienstknechten van Jehovah geen gevaar voor de Staat vormden en daarom vaardigde hij een wet uit om hun vrijheid te beschermen (Daniël 3:1-30). Hebt u geen bewondering voor de getrouwheid van deze jonge mannen? Zult u tonen dat u werkelijk voor Gods nieuwe samenstel bent door al Gods wetten te gehoorzamen? — Handelingen 5:29.
20. Wat zijn enkele manieren die Satan aanwendt om te trachten ons ertoe te brengen Gods wetten inzake seksuele moraliteit te overtreden?
20 Natuurlijk wil Satan niet dat wij Jehovah dienen. Hij wil dat wij hèm dienen. Daarom tracht hij ons ertoe te brengen te doen wat hij wil, want hij weet dat wij de slaven, of dienstknechten, worden van wie wij gehoorzamen (Romeinen 6:16). Op verschillende manieren, zoals door televisie, films, bepaalde vormen van dansen en immorele lectuur, moedigt Satan aan tot seksuele betrekkingen tussen ongehuwden en tot overspel. De indruk wordt gewekt dat een dergelijk gedrag acceptabel en zelfs juist is. Het druist echter lijnrecht tegen Gods wetten in (Hebreeën 13:4; Efeziërs 5:3-5). En iemand die zich met zo iets bezighoudt, toont in werkelijkheid dat hij voor Satans wereld is.
21. Door welke andere gewoonten te volgen toont iemand dat hij voor Satans wereld is?
21 Er zijn nog meer gewoonten die door Satans wereld populair zijn gemaakt, maar die in strijd zijn met Gods wetten, zoals bijvoorbeeld het zich bedrinken aan alcoholische dranken (1 Korinthiërs 6:9, 10). Dan is er het gebruik van drugs zoals marihuana en heroïne als genotmiddel, en ook het gebruik van tabak. Deze dingen zijn schadelijk voor het lichaam en zijn onrein. Het gebruik ervan is duidelijk in strijd met Gods voorschrift „ons [te] reinigen van elke verontreiniging van vlees en geest” (2 Korinthiërs 7:1). Het roken van tabak is ook schadelijk voor de gezondheid van degenen die zich in de buurt bevinden en de rook moeten inademen; de roker overtreedt derhalve Gods wet dat een christen zijn naaste moet liefhebben. — Matthéüs 22:39.
22. (a) Wat zegt de bijbel over bloed? (b) Waarom verschilt het nemen van een bloedtransfusie in feite niet van het „eten” van bloed? (c) Waaruit blijkt dat ’zich onthouden van bloed’ betekent dat u het helemaal niet in uw lichaam opneemt?
22 Nog een veel voorkomende gewoonte in verscheidene delen van de wereld is het eten van bloed. Zo worden er dieren gegeten die niet goed uitgebloed zijn of men laat het bloed er misschien uitlopen en verwerkt het als voedsel in een maaltijd. Toch verbiedt Gods Woord het eten van bloed (Genesis 9:3, 4; Leviticus 17:10). Hoe staat het dan met het nemen van een bloedtransfusie? Sommigen redeneren wellicht dat een bloedtransfusie krijgen, niet hetzelfde is als het „eten” van bloed. Maar is het niet zo dat wanneer een patiënt geen voedsel binnen kan krijgen via zijn mond, de arts vaak aanraadt hem te voeden op dezelfde manier waarop een bloedtransfusie wordt gegeven? De bijbel zegt dat wij ons moeten „onthouden . . . van bloed” (Handelingen 15:20, 29). Wat wil dit zeggen? Als een dokter u zou zeggen u van alcohol te onthouden, zou dat dan eenvoudig betekenen dat u het niet via uw mond mag nemen, maar dat u het wel rechtstreeks in uw aderen zou kunnen spuiten? Natuurlijk niet! Zo betekent ook ’zich onthouden van bloed’, dat u het helemaal niet in uw lichaam opneemt.
23. (a) Welke beslissing moet u nemen? (b) Waaruit zal blijken welke beslissing u hebt genomen?
23 U moet Jehovah God tonen dat u voor zijn nieuwe samenstel bent en geen deel bent van deze wereld. Dat vereist een beslissing. De beslissing die u moet nemen, is Jehovah te dienen en zijn wil te doen. U kunt niet besluiteloos zijn, zoals dit met sommige Israëlieten in de oudheid het geval was (1 Koningen 18:21). Want bedenk dat als u Jehovah niet dient, u Satan dient. U zegt misschien dat u voor Gods nieuwe samenstel bent, maar wat blijkt uit uw gedrag? Voor Gods nieuwe samenstel zijn, omvat het vermijden van alle praktijken die God veroordeelt en die in zijn rechtvaardige nieuwe samenstel niet zullen voorkomen.
[Illustratie op blz. 209]
Wat is de wereld waarvoor Jezus niet bad en waarvan zijn discipelen geen deel zijn?
[Illustraties op blz. 211]
In de bijbel wordt de valse religie afgebeeld als een dronken prostituée. Het wilde beest waarop zij rijdt, is een afbeelding van wereldregering
Losbandigheid is een onderdeel van Satans wereld. Het hebzuchtige commerciële stelsel is nog een onderdeel van zijn wereld
[Illustratie op blz. 213]
Aangezien ten tijde van Jezus’ geboorte de herders ’s nachts nog met hun kudden in het veld waren, kan hij niet op 25 december geboren zijn
[Illustratie op blz. 214]
Gods dienstknechten weigerden het door koning Nebukadnezar opgerichte beeld te aanbidden. Wat zou u in een soortgelijke situatie doen?