-
OpstandingInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
’De rechtvaardigen en de onrechtvaardigen’. De apostel Paulus zei tot een groep joden die ook de hoop op een opstanding koesterden, dat „er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen”. — Han 24:15.
De bijbel maakt duidelijk wie „de rechtvaardigen” zijn. Allereerst worden degenen die een hemelse opstanding zullen krijgen, rechtvaardig verklaard. — Ro 8:28-30.
Vervolgens worden in de bijbel getrouwe mensen uit de oudheid, zoals Abraham, rechtvaardig genoemd (Ge 15:6; Jak 2:21). Veel van deze personen worden in Hebreeën hoofdstuk 11 opgesomd, en over hen zegt de schrijver: „En toch hebben al dezen, ofschoon er door hun geloof getuigenis ten aanzien van hen werd afgelegd, de vervulling van de belofte niet verkregen, daar God iets beters voor ons [door de geest verwekte, gezalfde christenen zoals Paulus] voorzag, opdat zij zonder ons niet tot volmaaktheid gebracht zouden worden” (Heb 11:39, 40). Zij worden dus tot volmaaktheid gebracht nadat degenen die deel hebben aan de „eerste opstanding” tot volmaaktheid zijn gebracht.
Dan is er nog de in Openbaring hoofdstuk 7 beschreven „grote schare”, die geen deel uitmaakt van de 144.000 ’verzegelden’ en dus niet door de heilige geest is verwekt en niet „het onderpand” van de geest heeft ontvangen (Ef 1:13, 14; 2Kor 5:5). Zij worden beschreven als personen die „uit de grote verdrukking” komen, dat wil zeggen die de verdrukking overleven; dit zou er een aanwijzing voor vormen dat de bijeenvergadering van deze groep in de laatste dagen plaatsvindt, kort voordat die verdrukking begint. Zij zijn rechtvaardig door geloof, aangezien zij gehuld zijn in lange witte gewaden die gewassen zijn in het bloed van het Lam (Opb 7:1, 9-17). Als klasse bestaat er voor hen geen noodzaak een opstanding te ontvangen, maar getrouwe leden van deze groep die sterven voordat de grote verdrukking begint, zullen op Gods bestemde tijd opgewekt worden.
Verder zijn er vele „onrechtvaardigen”, die in Sjeool (Hades), het gemeenschappelijke graf van de mensheid, begraven zijn, of in „de zee” een zeemansgraf gevonden hebben. Hoe zij en „de rechtvaardigen” geoordeeld zullen worden nadat zij een opstanding op aarde hebben ontvangen, wordt in Openbaring 20:12, 13 beschreven: „En ik zag de doden, de groten en de kleinen, voor de troon staan, en er werden boekrollen geopend. Maar er werd een andere boekrol geopend; het is de boekrol des levens. En de doden werden geoordeeld op grond van de dingen die in de boekrollen geschreven stonden, overeenkomstig hun daden. En de zee gaf de doden in haar op, en de dood en Hades gaven de doden in hen op, en zij werden ieder afzonderlijk geoordeeld overeenkomstig hun daden.”
-
-
OpstandingInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
Dientengevolge moet Johannes 5:29 vanuit een ander gezichtspunt worden beschouwd als Handelingen 24:15, waar Paulus spreekt over de opstanding van „de rechtvaardigen [en] de onrechtvaardigen”. Paulus heeft het duidelijk over degenen die tijdens het huidige leven in Gods ogen rechtvaardig of onrechtvaardig waren en die een opstanding zullen krijgen. Zij zijn degenen „die in de herinneringsgraven zijn” (Jo 5:28; zie HERINNERINGSGRAF).
-