Jonge mensen vragen . . .
Is homoseksualiteit echt zo slecht?
„Van kind af aan heb ik homoseksuele verlangens gehad. Omdat ik ze niet begreep, was ik niet op mijn hoede. Dat heeft ertoe geleid dat ik iets heel ergs heb gedaan met een vriend. Ik voelde me intens schuldig en ik dacht dat Jehovah het me nooit zou vergeven.”
„DE TV probeert onze kinderen homoseksualiteit aan te praten”. Zo luidde de titel van een artikel door een veelgelezen krantecolumnist. De schrijver merkte op: „De televisiekijker wordt vergast op een plethora [overmaat] van programma’s waarin de homoseksuele leefstijl positief wordt afgeschilderd.” Televisie is echter slechts een van de vele middelen die tegenwoordig worden gebruikt om homoseksualiteit onder jongeren te bevorderen. Pro-homo-propaganda wordt ook gepromoot door leraren, leeftijdgenoten, films, boeken en tijdschriften.
De medische wereld is daarin eveneens meegegaan. Van oudsher bezagen artsen homoseksualiteit als een ziekte. Maar in 1973 verklaarde de Amerikaanse Vereniging van Psychiaters dat homoseksualiteit niet langer als een psychiatrische stoornis beschouwd zou worden. Sindsdien hebben velen in de medische wereld vrijwel hun stempel van goedkeuring op de homoseksuele leefstijl gedrukt. De psychotherapeut Albert Ellis bijvoorbeeld verklaarde dat homoseksuele relaties „niet in het minst pervers zijn maar gezond menselijk seksueel gedrag vormen. . . . Geniet ervan als je dat verkiest en laat je door niemand wijsmaken dat ze ’verkeerd’ of ’gestoord’ zijn.”
Dergelijke opvattingen zijn zo algemeen verbreid dat het blad Newsweek bericht: „Aangemoedigd door beelden in de media en een nieuw klimaat van acceptatie, experimenteren tieners openlijker met homo- en biseksualiteit.” Terwijl tieners vroeger sterk afwijzend tegenover relaties tussen leden van hetzelfde geslacht stonden, is het niet overdreven te zeggen dat groeiende aantallen jongeren het nu „in” vinden. Zelfs jongeren die geen homoseksuele handelingen bedrijven, staan vaak heel tolerant tegenover anderen die dat wel doen. „Ik denk dat als een vriend van me mij vertelde dat hij homo was, ik toch nog zijn vriend zou zijn”, zegt een zekere Darren. Een jonge leerling van een middelbare school vroeg zich zelfs bezorgd af of hij wel echt normaal was, omdat hij „alleen meisjes leuk vond”!
De tegenwoordige ’ruimdenkende’ sfeer kan dan ook verwarrend zijn voor christelijke jongeren — vooral voor degenen die zich om de een of andere reden tot hun eigen sekse aangetrokken voelen.a Zij weten dat homoseksualiteit God mishaagt en willen het oprecht vermijden. Soms kan het gevecht om hun gevoelens te beheersen echter zo afmattend zijn dat zij zich misschien gaan afvragen of het standpunt van de bijbel wel eerlijk of redelijk is. ’Is homoseksualiteit echt zo slecht?’, vragen zij zich misschien af.
Wat Gods Woord zegt
Lees als antwoord op die vraag zelf eens wat de apostel Paulus in 1 Korinthiërs 6:9, 10 zei: „Wat! Weet gij niet dat onrechtvaardigen Gods koninkrijk niet zullen beërven? Wordt niet misleid. Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden [„schandknapen”, Willibrordvertaling; „mannelijke prostitués”, New International Version], noch mannen die bij mannen liggen [„knapenschenders”, Groot Nieuws Bijbel; „homoseksuele geperverteerden”, Today’s English Version], noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven.” Merk op dat Paulus specifiek melding maakte van degenen die kennelijk een passieve seksuele rol spelen en degenen die een meer actieve „mannelijke” rol spelen bij hun immorele relaties. Zo maakte hij duidelijk dat God alle homoseksuele handelingen afkeurt.
Dit blijkt ook duidelijk uit Paulus’ woorden in Romeinen 1:18-27: „Gods gramschap wordt van de hemel uit geopenbaard tegen alle goddeloosheid en onrechtvaardigheid van mensen die de waarheid op onrechtvaardige wijze onderdrukken . . . God [heeft] hen, in overeenstemming met de begeerten van hun hart, aan onreinheid overgegeven, opdat zij onderling hun lichamen zouden onteren . . . Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke seksuele begeerten, want ook hun vrouwen hebben het natuurlijke gebruik van zichzelf verruild voor een tegennatuurlijk gebruik; en evenzo hebben ook de mannen het natuurlijke gebruik van de vrouw laten varen en zijn zeer verhit geworden in hun wellust jegens elkaar, mannen met mannen, ontucht plegend.” Hier veroordeelde Paulus specifiek zowel mannelijke als vrouwelijke homoseksualiteit. Hij veroordeelde homoseksuele praktijken als onnatuurlijk en als „ontucht”.
Ziekelijk of gezond?
Velen zullen hier misschien tegen in willen brengen dat de zienswijze van de bijbel gewoon ouderwets, uit de tijd is. Maar als je erover nadenkt, wie kent onze lichamelijke, mentale, emotionele en geestelijke gesteldheid nu beter dan onze Schepper? God heeft de man en de vrouw gemaakt en in hen de grote aantrekkingskracht gelegd die zij voor elkaar hebben (Genesis 1:27, 28). Hij heeft hen niet gemaakt met de bedoeling dat zij seksueel aantrekkelijk zouden zijn voor iemand van hetzelfde geslacht. Bovendien heeft God bepaald dat seksuele relaties tussen een man en een vrouw slechts binnen de huwelijksregeling mogen plaatsvinden. — Hebreeën 13:4.
Daarmee worden ons geen lasten opgelegd. In Jesaja 48:17 zegt Jehovah God dat hij het is „die u leert uzelf baat te verschaffen”. Ja, hij weet wat ons baat en wat ons schaadt. Hoewel het sommigen mag toelijken dat de bijbelse leer moeilijk na te leven is, is het altijd een „gezonde leer”; ze komt lichaam en geest ten goede (Titus 2:1). Homoseksualiteit daarentegen kan slechts schadelijk zijn voor iemands lichamelijke, emotionele en geestelijke welzijn.
De aidscrisis is een voorbeeld van het ongezonde van de homoseksuele leefstijl. In Noord-Amerika lopen homoseksuele mannen verreweg de grootste kans op het oplopen van de ziekte. Maar aids is slechts een van een hele reeks aandoeningen — hepatitis, leverinfecties, gonorroe, syfilis en maag-darmparasieten — waarvan homoseksuelen veelal last hebben. Waardoor wordt deze verbreiding van ziekten in de hand gewerkt? Dr. Joseph Nicolosi verklaart: „De dwangmatige, verslavende elementen van de homoleefstijl zijn door veel schrijvers gedocumenteerd.” Uit een omvangrijke studie bleek dat „28 procent van de homoseksuele mannen seksuele contacten had gehad met duizend of meer partners. . . . Bijna de helft van de blanke homoseksuele mannen . . . zei dat zij minstens 500 verschillende seksuele partners hadden gehad.”
Het boek Homosexual Behavior legt uit dat er bij veel homoseksuelen „angst bestaat voor intermenselijke verbondenheid, intimiteit of verantwoordelijkheid . . . De zucht naar onpersoonlijke seks heeft soms een enorm dwangmatig karakter. Sommige van deze individuen kunnen in de loop van een enkele dag of avond partner zijn bij tien of meer seksuele contacten.” Zou zulk ongeremd gedrag echt gezond kunnen zijn? Is het niet eerder ziekelijk en vernederend? Mensen die zich te buiten gaan aan zulk ongebreideld promiscue gedrag zijn duidelijk „slaven van het verderf”. — 2 Petrus 2:19.
Bovendien is veel homoseksuele seks walgelijk, gewelddadig en volslagen sadistisch. De apostel Paulus zei: „De dingen die door hen in het geheim worden gedaan, zijn te schandelijk om zelfs ook maar te vertellen” (Efeziërs 5:12). Die gewelddadigheid verraadt de woede en de pijn die onder de oppervlakte van de zogenaamd „blije”, „gay” leefstijl schuilgaan. Weliswaar beweren sommige homoseksuelen dat zij niet promiscue zijn, maar „monogame” homoseksuelen zijn in de minderheid — en hun relaties is over het algemeen geen lang leven beschoren. Zelfs wanneer verbintenissen tussen mensen van dezelfde sekse duurzaam zijn, kunnen ze niet voortspruiten uit de liefde die in de bijbel wordt beschreven. Die liefde „gedraagt zich niet onbetamelijk”. — 1 Korinthiërs 13:4, 5.
De gevolgen
Paulus zegt in Romeinen 1:27: „Mannen pleegden met mannen deze schandelijke gruwelen en ondervonden uiteraard in hun diepste wezen de gevolgen van seksuele perversiteit” (The New Testament in Modern English, door J. B. Phillips). In welke opzichten? Over een ervan bericht het boek Homosexual Behavior: „Homoseksuele vrouwen hebben aanzienlijk meer te kampen met buitensporig alcoholgebruik en -misbruik dan heteroseksuele vrouwen.” Sommige wetenschappelijk onderzoekers voeren ook aan dat het aantal pogingen tot zelfdoding onder jonge homoseksuele mannen ongewoon hoog is.
Het allerschadelijkst zijn nog de gevolgen voor iemands geestelijke gezindheid. Homoseksuelen zijn „verduisterd . . . in hun verstand en vervreemd van het leven dat God toebehoort” (Efeziërs 4:18). Maar hoe staat het met godvrezende jongeren die zich, ondanks hun kennis van bijbelse beginselen, tot hun eigen sekse aangetrokken voelen? Het is duidelijk dat zij een zware strijd te voeren hebben. Natuurlijk helpt het kennen van Gods mening over homoseksualiteit hen ’een afschuw te hebben van wat goddeloos is’ (Romeinen 12:9). Er zijn ook een aantal praktische stappen die zij kunnen doen om te vermijden dat zij aan verkeerde verlangens toegeven. Dat zal het onderwerp zijn van een toekomstig artikel.
[Voetnoot]
a Zie „Jonge mensen vragen . . . Waarom heb ik die gevoelens?” in onze vorige uitgave.
[Illustratie op blz. 13]
De homoseksuele leefstijl wordt gekenmerkt door promiscue gedrag, emotionele nood en ziekte