Troost van „de God van alle vertroosting”
„Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader der tedere barmhartigheden en de God van alle vertroosting, die ons vertroost in al onze verdrukking.” — 2 KORINTHIËRS 1:3, 4.
1, 2. Wat voor troost hebben treurenden nodig?
TREURENDEN hebben echte troost nodig — geen gemeenplaatsen en clichés. Wij allen hebben wel het gezegde gehoord dat ’tijd wonden heelt’, maar welke diepbedroefde persoon wordt in de vroege stadiums van het gemis dat sterk wordt gevoeld, door die gedachte vertroost? Christenen weten dat God een opstanding heeft beloofd, maar dat neemt de diepe smart en het grote trauma van een plotseling verlies niet weg. En zeker als u een kind hebt verloren, zijn andere nog in leven zijnde kinderen geen vervanging voor dat dierbare gestorven kind.
2 Wanneer een beminde sterft, worden wij het meest geholpen door echte vertroosting, vertroosting die stevig geworteld is in Gods beloften. Wij hebben ook empathie nodig. Dit geldt beslist voor de bevolking van Rwanda, en vooral voor de honderden gezinnen van Jehovah’s Getuigen daar die beminden in die duivelse etnische afslachting hebben verloren. Van wie kunnen alle treurenden vertroosting ontvangen?
Jehovah — De God van vertroosting
3. Hoe heeft Jehovah het voorbeeld gegeven in het verschaffen van vertroosting?
3 Jehovah heeft het voorbeeld gegeven in het verschaffen van vertroosting aan ons allen. Hij heeft zijn eniggeboren Zoon, Christus Jezus, naar de aarde gezonden om ons eeuwige troost en hoop te geven. Jezus onderwees: „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Johannes 3:16). Hij zei ook tot zijn volgelingen: „Niemand heeft grotere liefde dan deze, dat iemand afstand doet van zijn ziel ten behoeve van zijn vrienden” (Johannes 15:13). Bij een andere gelegenheid zei hij: „De Zoon des mensen [is] niet gekomen . . . om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel te geven als een losprijs in ruil voor velen” (Mattheüs 20:28). En Paulus zei: „God beveelt zijn eigen liefde jegens ons hierin aan, dat Christus voor ons is gestorven terwijl wij nog zondaars waren” (Romeinen 5:8). Door middel van deze en vele andere teksten bemerken wij hoe groot de liefde van God en van Christus Jezus is.
4. Waarom was de apostel Paulus Jehovah vooral dank verschuldigd?
4 De apostel Paulus was zich vooral bewust van Jehovah’s onverdiende goedheid. Hij was uit een geestelijk dode toestand bevrijd, want van een fanatieke vervolger van Christus’ volgelingen was hij zelf een vervolgde christen geworden (Efeziërs 2:1-5). Hij beschrijft zijn ervaring als volgt: „Ik ben de geringste van de apostelen en ik ben niet waard een apostel genoemd te worden, omdat ik de gemeente van God vervolgd heb. Maar door Gods onverdiende goedheid ben ik wat ik ben. En zijn onverdiende goedheid jegens mij is niet vergeefs gebleken, maar ik heb meer dan zij allen gearbeid, echter niet ik, doch de onverdiende goedheid van God die met mij is.” — 1 Korinthiërs 15:9, 10.
5. Wat schreef Paulus over van God afkomstige vertroosting?
5 Terecht schreef Paulus dan ook: „Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader der tedere barmhartigheden en de God van alle vertroosting, die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij hen die in enigerlei verdrukking zijn, kunnen vertroosten door middel van de vertroosting waarmee wijzelf door God worden vertroost. Want evenals het lijden voor de Christus overvloedig is in ons, zo is ook de vertroosting die wij ontvangen overvloedig door bemiddeling van de Christus. Hetzij wij dan in verdrukking zijn, het is tot uw vertroosting en redding; of hetzij wij vertroost worden, het is tot uw vertroosting, die werkzaam is om u hetzelfde lijden te doen verduren dat ook wij ondergaan. Onze hoop voor u is dan ook onwankelbaar, daar wij weten dat gij, evenals gij deel hebt aan het lijden, op dezelfde wijze ook zult delen in de vertroosting.” — 2 Korinthiërs 1:3-7.
6. Wat ligt in het Griekse woord dat met „vertroosting” is weergegeven opgesloten?
6 Wat een bezielende woorden! Het Griekse woord dat hier met „vertroosting” is weergegeven, houdt verband met „een aan iemands zijde roepen”. Het duidt dan ook op „het naast een persoon staan om hem aan te moedigen wanneer hij een zware beproeving ondergaat” (A Linguistic Key to the Greek New Testament). Een bijbelgeleerde schreef: „Het woord . . . betekent altijd veel meer dan vertroostend medeleven. . . . De christelijke vertroosting is de vertroosting die moed schenkt, de vertroosting die iemand in staat stelt het hoofd te bieden aan de perikelen van het leven.” Het houdt ook vertroostende woorden in die geworteld zijn in een deugdelijke belofte en hoop — die van de opstanding der doden.
Jezus en Paulus — Meedogende vertroosters
7. Hoe was Paulus vertroostend voor zijn christelijke broeders en zusters?
7 Wat een schitterend voorbeeld was Paulus in het verschaffen van vertroosting! Hij kon aan de broeders en zusters in Thessalonika schrijven: „Wij zijn in uw midden vriendelijk geworden, zoals wanneer een zogende moeder haar eigen kinderen koestert. Daar wij dus tedere genegenheid voor u hadden, hebben wij u gaarne niet alleen het goede nieuws van God meegedeeld, maar ook onze eigen ziel, want gij zijt ons lief geworden. In overeenstemming daarmee weet gij zeer goed hoe wij, zoals een vader zijn kinderen, een ieder van u bleven vermanen en bemoedigen en getuigenis tot u bleven afleggen.” Net als liefdevolle, zorgzame ouders kunnen wij allen hartelijkheid en begrip tonen jegens anderen wanneer zij het moeilijk hebben. — 1 Thessalonicenzen 2:7, 8, 11.
8. Waarom is Jezus’ onderwijs een troost voor degenen die treuren?
8 Door van zulk een bezorgdheid en vriendelijkheid blijk te geven, volgde Paulus slechts zijn grote Voorbeeld, Jezus, na. Denk eens aan de meedogende uitnodiging die Jezus tot allen richt, zoals deze staat opgetekend in Mattheüs 11:28-30: „Komt tot mij, allen die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel. Want mijn juk is weldadig en mijn vracht is licht.” Ja, Jezus’ onderwijs is verkwikkend omdat het hoop en een belofte in het vooruitzicht stelt — de belofte van de opstanding. Het is deze hoop en deze belofte die wij mensen bieden, bijvoorbeeld wanneer wij de brochure Wanneer iemand die u dierbaar is, sterft bij hen achterlaten. Deze hoop kan ons allen helpen, zelfs als wij reeds geruime tijd treuren.
Hoe de treurenden te vertroosten
9. Waarom dienen wij niet ongeduldig te zijn met mensen die treuren?
9 Het verdriet blijft niet beperkt tot een bepaalde vastgestelde tijdsperiode onmiddellijk na de dood van de beminde. Sommige mensen gaan hun leven lang onder hun verdriet gebukt, vooral degenen die kinderen verloren hebben. Een getrouw christelijk echtpaar in Spanje verloor in 1963 hun elfjarige zoon door hersenvliesontsteking. Tot op de dag van vandaag schieten hun de tranen nog in de ogen wanneer zij over Paquito spreken. Speciale datums, foto’s of voorwerpen die een aandenken zijn, kunnen droevige herinneringen oproepen. Wij moeten daarom nooit ongeduldig worden en menen dat anderen nu maar eens over hun verlies heen moeten zijn. Een medische autoriteit geeft toe: „Depressiviteit en veranderende gemoedsstemmingen kunnen heel wat jaren aanhouden.” Bedenk daarom dat net zoals wij letterlijke littekens op het lichaam wellicht ons hele leven meedragen, dit ook met veel emotionele littekens het geval is.
10. Wat moeten wij doen om treurenden te helpen?
10 Wat zijn enkele praktische dingen die wij kunnen doen om treurenden in de christelijke gemeente te troosten? In alle oprechtheid zouden wij tegen een broeder of een zuster die behoefte heeft aan troost kunnen zeggen: „Als er iets is waar ik je mee kan helpen, laat het me dan weten.” Maar hoe vaak belt een diepbedroefde persoon ons inderdaad op met de boodschap: „Ik weet iets waarmee je me van dienst kunt zijn”? Het is duidelijk dat wij passende initiatieven moeten nemen als wij de nabestaanden willen troosten. Wat kunnen wij dus doen om nuttige hulp te bieden? Hier volgen enkele praktische suggesties.
11. Hoe kunnen wij een troost voor anderen zijn door te luisteren?
11 Luister: Een van de nuttigste dingen die u kunt doen, is in de smart van de treurende te delen door te luisteren. U zou kunnen vragen: „Wil je erover praten?” Laat de persoon beslissen. Een christen wiens vader was gestorven, herinnert zich: „Het hielp mij werkelijk als anderen vroegen wat er was gebeurd en dan echt luisterden.” Wees, zoals Jakobus aanraadde, vlug om te horen (Jakobus 1:19). Luister geduldig en met medegevoel. „Weent met mensen die wenen”, beveelt de bijbel aan in Romeinen 12:15. Bedenk dat Jezus met Martha en Maria weende. — Johannes 11:35.
12. Wat voor verzekering kunnen wij de treurenden bieden?
12 Stel hun gerust: Houd in gedachte dat de treurende persoon zich in het begin schuldig kan voelen door te denken dat hij misschien meer had kunnen doen. Verzeker hem dat waarschijnlijk toch wel alles is gedaan wat mogelijk was (of iets anders waarvan u weet dat het waar en positief is). Geef hem de verzekering dat wat hij voelt helemaal niet ongewoon is. Vertel hem over anderen die u kent en die een soortgelijk verlies met succes te boven zijn gekomen. Met andere woorden, wees gevoelig en meelevend. Onze vriendelijke hulp kan zo veel betekenen! Salomo schreef: „Als gouden appels in zilver beeldsnijwerk is een woord, gesproken op de juiste tijd ervoor.” — Spreuken 16:24; 25:11; 1 Thessalonicenzen 5:11, 14.
13. Hoe kan het een hulp zijn als wij ons beschikbaar stellen?
13 Wees beschikbaar: Stel u beschikbaar, niet alleen de eerste paar dagen wanneer er veel vrienden en familieleden aanwezig zijn, maar zo nodig nog maanden later, wanneer anderen tot hun normale routine zijn teruggekeerd. De rouwperiode kan sterk variëren in lengte, afhankelijk van de persoon. Onze christelijke belangstelling en ons medeleven kunnen o zo veel betekenen in een moeilijke tijd. De bijbel zegt: „Er bestaat een vriend die aanhankelijker is dan een broeder.” Het gezegde: „Een vriend in nood is inderdaad een vriend”, is dan ook een waarheid die wij moeten naleven. — Spreuken 18:24; vergelijk Handelingen 28:15.
14. Waarover kunnen wij spreken om de nabestaanden te troosten?
14 Spreek over de goede eigenschappen van de overledene: Dit is nog een grote hulp, wanneer die op het juiste moment wordt geboden. Vertel positieve anekdotes die u zich omtrent de persoon herinnert. Aarzel niet de naam van de betrokkene te noemen. Doe niet alsof de gestorven beminde nooit heeft bestaan of een onbetekenende persoon was. Het is vertroostend te weten wat een publikatie van de Harvard Medical School zei: „Een soort herstel wordt bereikt wanneer de nabestaande ten slotte over de gestorven persoon kan denken zonder overweldigende droefheid . . . Wanneer de nieuwe realiteit wordt erkend en verwerkt, vervaagt verdriet in kostbare herinneringen.” „Kostbare herinneringen” — hoe vertroostend zich die kostbare, met een beminde doorgebrachte momenten in herinnering te brengen! Een Getuige die enkele jaren geleden zijn vader verloor, zei: „Een speciale herinnering voor mij is het lezen van de bijbel met Pa kort nadat hij de waarheid begon te bestuderen. En aan de oever van een rivier liggen terwijl wij over enkele van mijn problemen spraken. Ik zag hem slechts eens in de drie of vier jaar, dus waren die gelegenheden kostbaar.”
15. Hoe kan men het initiatief nemen om te helpen?
15 Neem passende initiatieven: Sommige treurenden zijn wat beter tegen de hele situatie opgewassen dan andere. Onderneem dus, afhankelijk van de omstandigheden, praktische stappen om te helpen. Een treurende christelijke vrouw herinnerde zich: „Velen zeiden: ’Als ik iets voor je kan doen, laat het me dan weten.’ Maar één christelijke zuster vroeg niets. Zij ging regelrecht de slaapkamer in, haalde het bed af en waste het besmeurde beddegoed. Een ander nam een emmer, water en schoonmaakspullen en reinigde het vloerkleed waar mijn man had overgegeven. Zij waren echte vrienden, en ik zal hen nooit vergeten.” Wanneer er een duidelijke behoefte aan hulp bestaat, neem dan het initiatief — misschien door een maaltijd te bereiden, met schoonmaken te helpen of boodschappen te doen. Natuurlijk moeten wij oppassen dat wij ons niet opdringen wanneer de treurende wat afzondering wil. Zo moeten wij dus Paulus’ woorden ter harte nemen: „Bekleedt u dan als Gods uitverkorenen, heilig en bemind, met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid des geestes, zachtaardigheid en lankmoedigheid.” Goedheid, geduld en liefde missen hun uitwerking nooit. — Kolossenzen 3:12; 1 Korinthiërs 13:4-8.
16. Waarom kan een brief of een kaart troost verschaffen?
16 Schrijf een brief of stuur een bemoedigende kaart: Er wordt vaak niet aan gedacht hoe waardevol een brief of een mooie kaart is waarmee deelneming wordt betuigd. Wat is daarvan het voordeel? Het geschrevene kan keer op keer gelezen worden. Zo’n brief hoeft niet lang te zijn, maar moet wel uw medeleven overbrengen en dient ook een geestelijke noot te bevatten, zonder evenwel prekerig over te komen. Alleen al de simpele boodschap „Je kunt op onze steun rekenen”, kan een vertroosting zijn.
17. Hoe kan het gebed troost bieden?
17 Bid met hen: Onderschat niet de waarde van uw gebeden met en voor diepbedroefde medechristenen. De bijbel zegt in Jakobus 5:16: „De smeking van een rechtvaardige heeft . . . veel kracht.” Wanneer de treurenden ons bijvoorbeeld ten behoeve van hen horen bidden, helpt dat hun negatieve gevoelens, zoals een gevoel van schuld, kwijt te raken. In onze momenten van zwakheid, van ontmoediging, tracht Satan ons met zijn „kuiperijen”, of „listige daden”, te ondermijnen. Dan hebben wij de vertroosting en ondersteuning van het gebed nodig, zoals Paulus zei: ’Blijft met elke vorm van gebed en smeking bij elke gelegenheid in geest bidden. En blijft daartoe wakker met alle standvastigheid en met smeking ten behoeve van alle heiligen.’ — Efeziërs 6:11, 18, Kingdom Interlinear; vergelijk Jakobus 5:13-15.
Wat te vermijden
18, 19. Hoe kunnen wij tact aan de dag leggen in onze gesprekken?
18 Wanneer iemand treurt, zijn er ook dingen die wij niet moeten doen of zeggen. Spreuken 12:18 waarschuwt: „Er bestaat er een die onbezonnen spreekt als met de steken van een zwaard, maar de tong van de wijzen is genezing.” Soms schieten wij, zonder het te beseffen, tekort in tact. Wij zouden bijvoorbeeld kunnen zeggen: „Ik weet hoe je je voelt.” Maar is dat werkelijk zo? Hebt u exact hetzelfde verlies geleden? Ook is het zo dat mensen verschillend reageren. Uw reacties hoeven dus niet identiek te zijn geweest aan die van de treurende persoon. Het zou gevoeliger zijn te zeggen: „Ik heb werkelijk met je te doen, want ik heb een soortgelijk verlies meegemaakt toen mijn . . . enige tijd geleden stierf.”
19 Het zou ook van gevoeligheid getuigen zich te onthouden van commentaar of de overledene al dan niet een opstanding zal krijgen. Sommige broeders en zusters zijn diep gekwetst door op persoonlijk oordeel gebaseerde uitlatingen over de toekomstige mogelijkheden voor een gestorven ongelovige huwelijkspartner. Wij zijn niet degenen die bepalen wie er wel of geen opstanding zullen krijgen. Het kan een troost voor ons zijn dat Jehovah, die het hart ziet, veel barmhartiger zal zijn dan de meesten van ons ooit zouden zijn. — Psalm 86:15; Lukas 6:35-37.
Teksten die vertroosten
20, 21. Wat zijn enkele teksten die de treurenden kunnen vertroosten?
20 Een van de beste vormen van hulp, wanneer op de juiste tijd geboden, is Jehovah’s beloften voor de doden te beschouwen. Deze bijbelse gedachten zullen nuttig zijn, of de treurende persoon nu al een Getuige is of iemand die wij in de bediening treffen. Wat zijn enkele van deze teksten? Wij weten dat Jehovah de God van alle vertroosting is, want hij zei: „Ik — ikzelf ben het die ulieden troost.” Hij zei ook: „Zoals een man die door zijn eigen moeder voortdurend getroost wordt, zo zal ikzelf ulieden voortdurend troosten.” — Jesaja 51:12; 66:13.
21 De psalmist schreef: „Dit is mijn troost in mijn ellende, want het is uw toezegging die mij in het leven heeft gehouden. Ik heb gedacht aan uw rechterlijke beslissingen die sedert onbepaalde tijd zijn, o Jehovah, en ik voel mij getroost. Moge uw liefderijke goedheid er alstublieft toe dienen mij te vertroosten, overeenkomstig uw toezegging aan uw knecht.” Merk op hoe het begrip ’troost’ bij herhaling in die passages wordt gebruikt. Ja, wij kunnen ware troost voor onszelf en voor anderen vinden door ons in tijden van droefenis tot Jehovah’s Woord te wenden. Dit, gevoegd bij de liefde en het medegevoel van de broeders en zusters, kan ons helpen ons verlies te boven te komen en ons leven weer te vullen met vreugdevolle activiteit in de christelijke bediening. — Psalm 119:50, 52, 76.
22. Welk vooruitzicht hebben wij?
22 Wij kunnen ons verdriet ook tot op zekere hoogte overwinnen door er druk mee bezig te zijn anderen in hun smart te helpen. Wanneer wij onze aandacht richten op anderen die troost nodig hebben, smaken wij tevens het ware geluk dat voortspruit uit geven in geestelijk opzicht (Handelingen 20:35). Laten wij met hen het geweldige vooruitzicht van de opstandingsdag delen, wanneer mensen van alle vroegere natiën, generatie na generatie, hun gestorven geliefden die terugkeren uit de dood, welkom zullen heten in een nieuwe wereld. Wat een vooruitzicht! Wat een vreugdetranen zullen er dan vloeien wanneer wij ons te binnen brengen dat Jehovah inderdaad de God is „die de terneergeslagenen troost”! — 2 Korinthiërs 7:6.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Hoe is Jehovah „de God van alle vertroosting”?
◻ Hoe vertroostten Jezus en Paulus treurenden?
◻ Wat zijn enkele dingen die wij kunnen doen om treurenden te troosten?
◻ Wat dienen wij te vermijden als wij de nabestaanden willen vertroosten?
◻ Wat zijn uw favoriete teksten voor vertroosting in tijden van verlies?
[Illustratie op blz. 15]
Neem tactvol het initiatief om de treurenden te helpen