Zult u op Jezus’ liefde reageren?
„De liefde die de Christus heeft, dringt ons.” — 2 KORINTHIËRS 5:14.
1. Hoe kan de liefde van Jezus beschreven worden?
DE LIEFDE van Jezus is werkelijk wonderbaarlijk! Wanneer wij beschouwen hoe onbeschrijfelijk hij heeft geleden toen hij de losprijs verschafte, de enige voorziening waardoor wij eeuwig leven kunnen verwerven, wordt ons hart beslist met waardering voor hem vervuld! Jehovah God en Jezus zelf hebben het initiatief genomen. Zij hebben ons eerst liefgehad, terwijl wij nog zondaars waren (Romeinen 5:6-8; 1 Johannes 4:9-11). „De liefde van de Christus” te kennen, schreef de apostel Paulus, ’gaat de kennis te boven’ (Efeziërs 3:19). Ja, Jezus’ liefde stijgt ver uit boven theoretische, puur verstandelijke kennis. Ze gaat uit boven alles wat mensen ooit gezien of ervaren hebben.
2. Wat kan Jezus er niet van weerhouden ons lief te hebben?
2 In een brief aan christenen in Rome vroeg Paulus: „Wie zal ons scheiden van de liefde van de Christus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of honger of naaktheid of gevaar of zwaard?” Geen van deze dingen kan Jezus ervan weerhouden ons lief te hebben. „Ik ben ervan overtuigd”, vervolgt Paulus, „dat noch dood noch leven, noch engelen noch regeringen, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enige andere schepping ons zal kunnen scheiden van Gods liefde, die in Christus Jezus, onze Heer, is.” — Romeinen 8:35-39.
3. Wat is het enige dat Jezus en zijn Vader ertoe kan brengen ons de rug toe te keren?
3 Zó krachtig is de liefde die Jehovah God en Jezus voor u hebben. Slechts één ding kan hen ervan weerhouden u lief te hebben, namelijk uw opzettelijke verwerping van hun liefde door te weigeren te doen wat zij vragen. Een profeet van God verklaarde eens ten overstaan van een Judese koning: „Jehovah is met u zolang gij met hem bewijst te zijn; en indien gij hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden, maar indien gij hem verlaat, zal hij u verlaten” (2 Kronieken 15:2). Wie van ons zou zich ooit van zulke geweldige, meedogende vrienden als Jehovah God en zijn Zoon, Jezus Christus, willen afwenden?
De juiste reactie op Jezus’ liefde
4, 5. (a) Hoe dient Jezus’ liefde voor ons van invloed te zijn op onze betrekkingen met onze medemensen? (b) Tot het liefhebben van wie nog meer dienen wij bewogen te worden vanwege Jezus’ liefde voor ons?
4 Welke uitwerking heeft Jezus’ grenzeloze liefde voor u op u persoonlijk? Welke uitwerking zou ze moeten hebben? Welnu, Jezus toonde hoe zijn tentoonspreiding van liefde van invloed dient te zijn op onze betrekkingen met onze medemensen. Nadat Jezus zijn apostelen nederig had gediend door hun voeten te wassen, zei hij: „Ik heb u het voorbeeld gegeven, opdat ook gij zoudt doen zoals ik u heb gedaan.” Hij voegde eraan toe: „Ik geef u een nieuw gebod, dat gij elkaar liefhebt; net zoals ik u heb liefgehad, dat ook gij elkaar liefhebt” (Johannes 13:15, 34). Zijn discipelen leerden dit, en zij werden ertoe bewogen te trachten net als hij te handelen. „Hieraan hebben wij de liefde leren kennen,” schreef de apostel Johannes, „dat hij voor ons afstand heeft gedaan van zijn ziel; en wij zijn verplicht afstand te doen van onze ziel voor onze broeders.” — 1 Johannes 3:16.
5 Toch zouden wij het doel van Jezus’ leven en bediening missen als wij er door zijn voorbeeld alleen maar toe werden bewogen onze medemensen lief te hebben en hun belangen te dienen. Dient de liefde die Jezus voor ons heeft, ons er niet toe te bewegen als weerklank van onze zijde ook hem lief te hebben en vooral zijn Vader lief te hebben, die hem alles wat hij weet heeft geleerd? Zult u op Christus’ liefde reageren door net als hij zijn Vader te dienen? — Efeziërs 5:1, 2; 1 Petrus 1:8, 9.
6. Wat was in het geval van de apostel Paulus de uitwerking van Jezus’ liefde voor hem?
6 Beschouw het geval van Saulus eens, die later als Paulus bekend kwam te staan. Er is een tijd geweest dat hij Jezus vervolgde en „dreiging en moord ademde tegen de discipelen” (Handelingen 9:1-5; Mattheüs 25:37-40). Toen Paulus Jezus werkelijk leerde kennen, was hij zo dankbaar dat hij vergeving had ontvangen, dat hij niet alleen bereid was ten behoeve van Jezus lijden te ondergaan, maar ook bereid was voor hem te sterven. „Ik ben met Christus aan de paal gehangen”, schreef hij. „Ik ben het niet langer die leeft . . . Ja, het leven dat ik thans leef in het vlees, leef ik door het geloof jegens de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft overgegeven.” — Galaten 2:20.
7. Waartoe dient de liefde van Jezus ons te dringen?
7 Wat een aandrijvende kracht in ons leven dient de liefde die Jezus voor ons heeft te zijn! „De liefde die de Christus heeft, dringt ons,” schreef Paulus aan de Korinthiërs, ’om niet langer voor onszelf te leven, maar voor hem die voor ons gestorven is en werd opgewekt’ (2 Korinthiërs 5:14, 15). Ja, dankbaarheid jegens Jezus dat hij zijn leven voor ons heeft gegeven, dient ons ertoe te bewegen alles te doen wat hij vraagt. Alleen op deze manier kunnen wij bewijzen dat wij hem werkelijk liefhebben. „Indien gij mij liefhebt, zult gij mijn geboden onderhouden”, zei Jezus. „Wie mijn geboden heeft en ze onderhoudt, die is het die mij liefheeft.” — Johannes 14:15, 21; vergelijk 1 Johannes 2:3-5.
8. Welke uitwerking heeft de liefde van Jezus op het leven van veel kwaaddoeners gehad?
8 Toen hoereerders, overspelers, homoseksuelen, dieven, dronkaards en afpersers in het oude Korinthe Jezus’ geboden leerden kennen, reageerden zij op Jezus’ liefde door deze praktijken de rug toe te keren. Paulus schreef over hen: „Gij zijt rein gewassen, . . . gij zijt rechtvaardig verklaard in de naam van onze Heer Jezus Christus” (1 Korinthiërs 6:9-11). Zo heeft ook de liefde van Jezus velen in deze tijd ertoe gebracht opmerkelijke veranderingen in hun leven aan te brengen. „De ware triomfen van het christendom waren te zien in het feit dat degenen die de leerstellingen ervan beleden, tot goede mensen werden gemaakt”, schreef de historicus John Lord. „Wij hebben bewijzen van hun smetteloze leven, hun onberispelijke moraal, hun goede burgerschap en hun christelijke deugden.” Wat een verschil hebben de leringen van Jezus uitgemaakt!
9. Wat is bij het luisteren naar Jezus betrokken?
9 Stellig kan geen enkele studie die iemand in deze tijd ter hand neemt, belangrijker zijn dan een studie van het leven en de bediening van Jezus Christus. ’Houdt oplettend het oog gericht op Jezus’, spoorde de apostel Paulus aan. ’Ja, let nauwkeurig op hem’ (Hebreeën 12:2, 3). Tijdens Jezus’ transfiguratie gebood God zelf betreffende zijn Zoon: „Luistert naar hem” (Mattheüs 17:5). Er dient echter de nadruk op te worden gelegd dat bij het luisteren naar Jezus meer betrokken is dan alleen maar te horen wat hij zegt. Het betekent acht te slaan op zijn voorschriften, ja, hem na te volgen door te doen wat hij deed en het ook op de manier te doen waarop hij het deed. Wij reageren op Jezus’ liefde door ons naar zijn model te richten, door nauwkeurig in zijn voetstappen te treden.
Wat Jezus wil dat wij doen
10. Wie werden door Jezus opgeleid en met welk doel?
10 Jezus’ van God afkomstige opdracht was, over het koninkrijk van zijn Vader te prediken, en hij leidde zijn volgelingen op om hetzelfde werk te doen. „Laten wij ergens anders heen gaan,” zei hij tot zijn eerste discipelen, „opdat ik ook daar kan prediken, want met dat doel ben ik uitgegaan” (Markus 1:38; Lukas 4:43). Later, nadat hij zijn twaalf apostelen grondig had opgeleid, instrueerde Jezus hen: „Predikt op uw tocht en zegt: ’Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen’” (Mattheüs 10:7). Enkele maanden later, nadat hij zeventig anderen had opgeleid, zond hij hen uit met de opdracht: „Blijft hun zeggen: ’Het koninkrijk Gods is nabij u gekomen’” (Lukas 10:9). Het is duidelijk dat Jezus wilde dat zijn volgelingen predikers en onderwijzers zouden zijn.
11. (a) In welk opzicht zouden Jezus’ discipelen grotere werken doen dan hij? (b) Wat gebeurde er met de discipelen nadat Jezus gedood was?
11 Jezus ging ermee voort zijn discipelen voor dit werk op te leiden. Tijdens de laatste avond voorafgaande aan zijn dood moedigde hij hen met de volgende woorden aan: „Wie geloof oefent in mij, zal ook zelf de werken doen die ik doe; en hij zal grotere werken dan deze doen” (Johannes 14:12). Jezus’ volgelingen zouden grotere werken doen dan hij omdat hun bediening zich over een veel langere tijd zou uitstrekken en zij veel meer mensen in een veel groter gebied zouden bereiken. Toch waren Jezus’ discipelen, nadat hij gedood was, verlamd van vrees. Zij gingen zich verbergen en verrichtten niet het werk waarvoor hij hen had opgeleid. Sommigen keerden zelfs terug tot het vissersbedrijf. Op een manier die zij nooit zouden vergeten, doordrong hij deze zeven mannen er echter van wat hij wilde dat zij, en ook alle andere volgelingen van hem, zouden doen.
12. (a) Welk wonder verrichtte Jezus bij de Zee van Galilea? (b) Wat bedoelde Jezus kennelijk toen hij aan Petrus vroeg of hij Hem „meer lief[had] dan deze”?
12 Jezus verscheen in een gematerialiseerd menselijk lichaam bij de Zee van Galilea. De zeven apostelen bevonden zich in een boot op de zee maar hadden de hele nacht niets gevangen. Vanaf het strand riep Jezus: „Werpt het net aan de rechterkant van de boot uit en gij zult wat vinden.” Toen het net door een wonder tot barstens toe gevuld werd met vis, beseften degenen die in de boot waren dat het Jezus was die op het strand stond, en zij haastten zich naar de plaats waar hij wachtte. Nadat Jezus hun het ontbijt had voorgezet, vroeg hij aan Petrus, terwijl hij waarschijnlijk in de richting van de grote visvangst keek: „Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij meer lief dan deze?” (Johannes 21:1-15) Ongetwijfeld bedoelde Jezus: Zijt ge meer gehecht aan het vissersbedrijf dan aan het predikingswerk waarop ik u heb voorbereid?
13. Hoe drukte Jezus zijn volgelingen krachtig op het hart hoe zij op zijn liefde zouden moeten reageren?
13 Petrus antwoordde: „Ja, Heer, gij weet dat ik genegenheid voor u heb.” Jezus antwoordde: „Voed mijn lammeren.” Voor de tweede maal vroeg Jezus: „Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij lief?” Wederom antwoordde Petrus, ongetwijfeld met grotere overtuigingskracht: „Ja, Heer, gij weet dat ik genegenheid voor u heb.” Opnieuw gebood Jezus: „Weid mijn schaapjes.” Voor de derde maal vroeg Jezus: „Simon, zoon van Johannes, hebt gij genegenheid voor mij?” Nu was Petrus werkelijk bedroefd. Slechts enkele dagen hiervoor had hij driemaal geloochend Jezus te kennen, dus kan hij zich heel goed afgevraagd hebben of Jezus aan zijn loyaliteit twijfelde. Daarom antwoordde Petrus voor de derde maal, en misschien wel met een smekende klank in zijn stem: „Heer, gij weet alle dingen; gij weet toch dat ik genegenheid voor u heb.” Jezus antwoordde eenvoudig: „Voed mijn schaapjes” (Johannes 21:15-17). Kan er enige twijfel over bestaan wat Jezus wilde dat Petrus en zijn metgezellen zouden doen? Hoe krachtig drukte hij hun — en allen die in deze tijd zijn discipelen zouden zijn — op het hart dat zij, indien zij hem liefhadden, een aandeel zouden hebben aan het werk dat bestaat in het maken van discipelen!
14. Hoe maakte Jezus bij andere gelegenheden duidelijk op welke wijze zijn discipelen op zijn liefde dienden te reageren?
14 Enkele dagen na dat gesprek op het strand verscheen Jezus bij een berg in Galilea en instrueerde een vreugdevolle bijeengekomen menigte van ongeveer 500 volgelingen: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën . . . en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Mattheüs 28:19, 20; 1 Korinthiërs 15:6). Sta hier eens bij stil! Mannen, vrouwen en kinderen ontvingen allen deze zelfde opdracht. Weer later, vlak voordat Jezus ten hemel voer, zei hij tot zijn discipelen: „Gij zult getuigen van mij zijn . . . tot de verst verwijderde streek der aarde” (Handelingen 1:8). Geen wonder dat Petrus, na al deze aansporingen, jaren later zei: „[Jezus] heeft . . . ons bevolen tot het volk te prediken en een grondig getuigenis te geven.” — Handelingen 10:42.
15. Waarover kan geen twijfel bestaan?
15 Er kan geen twijfel bestaan over de wijze waarop wij op Jezus’ liefde dienen te reageren. Tot zijn apostelen zei hij immers: „Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven . . . Gij zijt mijn vrienden indien gij doet wat ik u gebied” (Johannes 15:10-14). De vraag is: Zult u waardering tonen voor de liefde van Jezus door gehoor te geven aan zijn gebod om een aandeel te hebben aan het maken van discipelen? Het is waar dat dit om diverse redenen misschien niet gemakkelijk voor u is. Maar ook voor Jezus was het niet gemakkelijk. Beschouw de veranderingen eens die er voor hem bij betrokken waren.
Volg Jezus’ voorbeeld
16. Welk schitterende voorbeeld heeft Jezus gegeven?
16 Gods eniggeboren Zoon genoot een vooraanstaande positie van hemelse heerlijkheid die superieur was aan die van alle engelen. Hij was werkelijk rijk! Toch ontledigde hij zichzelf bereidwillig, werd geboren als lid van een arm gezin en groeide op te midden van zieke, stervende mensen. Hij deed dit ter wille van ons, zoals de apostel Paulus verklaarde: „Gij kent de onverdiende goedheid van onze Heer Jezus Christus, dat hij, hoewel hij rijk was, ter wille van u arm is geworden, opdat gij door zijn armoede rijk zoudt worden” (2 Korinthiërs 8:9; Filippenzen 2:5-8). Wat een voorbeeld! Wat een demonstratie van liefde! Niemand heeft meer opgegeven of heeft meer ten behoeve van anderen geleden. En niemand heeft het voor anderen mogelijk gemaakt zich in grotere rijkdommen, ja, in eeuwig leven in volmaaktheid, te verheugen!
17. Welke loopbaan wordt ons voor ogen gesteld, en wat zal het resultaat zijn wanneer wij die volgen?
17 Wij kunnen Jezus’ voorbeeld volgen en evenzo een zegen voor anderen zijn. Herhaaldelijk drong Jezus er bij mensen op aan zijn volgelingen te worden (Markus 2:14; Lukas 9:59; 18:22). Petrus schreef trouwens: „Gij werdt . . . tot deze loopbaan geroepen, want ook Christus heeft voor u geleden, u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petrus 2:21). Zult u op Christus’ liefde reageren zelfs als het zou betekenen dat u lijden moet ondergaan om net als hij zijn Vader te dienen? Wat kan zo’n handelwijze anderen tot voordeel strekken! Ja, door Jezus’ voorbeeld te volgen, door het onderricht dat hij van zijn Vader ontving volledig toe te passen, „zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren”. — 1 Timotheüs 4:16.
18. (a) Welk voorbeeld heeft Jezus gegeven met betrekking tot zijn houding ten aanzien van mensen? (b) Hoe reageerden de mensen op Jezus’ persoonlijkheid?
18 Om mensen zoveel mogelijk te kunnen helpen, moeten wij ten aanzien van hen dezelfde gevoelens koesteren als Jezus. In een profetie werd over hem gezegd: „Hij zal deernis hebben met de geringe en de arme” (Psalm 72:13). Zijn volgelingen konden merken dat Jezus ’liefde koesterde’ voor degenen tot wie hij sprak en dat hij hen werkelijk wilde helpen (Markus 1:40-42; 10:21). „Bij het zien van de scharen”, zo zegt de bijbel, „had hij medelijden met hen, omdat zij gestroopt en heen en weer gedreven waren als schapen zonder herder” (Mattheüs 9:36). Zelfs grove zondaars bespeurden zijn liefde en voelden zich tot hem aangetrokken. Door de toon van zijn stem, zijn houding en de manier waarop hij onderwees, werden zij op hun gemak gesteld. Als gevolg hiervan kwamen zelfs verachte belastinginners en hoeren naar hem toe. — Mattheüs 9:9-13; Lukas 7:36-38; 19:1-10.
19. Hoe volgde Paulus Jezus na, en wat zal het resultaat zijn wanneer wij hetzelfde doen?
19 Jezus’ eerste-eeuwse discipelen volgden zijn liefdevolle voorbeeld na. Paulus schreef aan enkelen ten behoeve van wie hij dienst verrichtte: „Wij zijn in uw midden vriendelijk geworden, zoals wanneer een zogende moeder haar eigen kinderen koestert.” Verder zei hij: „Gij [weet] . . . hoe wij, zoals een vader zijn kinderen, een ieder van u bleven vermanen en bemoedigen en getuigenis tot u bleven afleggen” (1 Thessalonicenzen 2:7-11). Voelt u ten aanzien van degenen die in uw gebied wonen, dezelfde oprechte bezorgdheid als liefdevolle ouders die voor hun geliefde kinderen voelen? Deze bezorgdheid tot uitdrukking te laten komen in de toon van uw stem, uw gelaatsuitdrukking en uw daden, zal de Koninkrijksboodschap aantrekkelijk maken voor met schapen te vergelijken mensen.
20, 21. Wat zijn enkele hedendaagse voorbeelden van personen die Jezus’ voorbeeld van liefde hebben gevolgd?
20 Op een koude dag in Spanje ontmoetten twee Getuigen een oudere vrouw die op krukken rondliep in haar huis, waar het ijskoud was omdat het hout voor de kachel op was. Zij wachtte op haar zoon, die na thuiskomst van zijn werk wat hout zou hakken. De Getuigen hakten het hout en lieten ook wat tijdschriften voor haar achter om te lezen. Toen de zoon thuiskwam, was hij zo onder de indruk van de liefdevolle bezorgdheid die de Getuigen voor zijn moeder aan de dag hadden gelegd dat hij de lectuur las, de bijbel begon te bestuderen, gedoopt werd en kort daarna in de pioniersdienst ging.
21 In Australië legden een man en zijn vrouw aan bezoekende Getuigen uit dat zij geen geld hadden om voedsel voor hun gezin te kopen. Het Getuigen-echtpaar ging weg en kocht wat kruidenierswaren, met inbegrip van wat snoep voor de kinderen. De ouders barstten in snikken uit en zeiden dat zij zo wanhopig waren dat zij erover gedacht hadden zelfmoord te plegen. Beiden begonnen de bijbel te bestuderen en de vrouw werd onlangs gedoopt. Een vrouw in de Verenigde Staten, die bevooroordeeld was tegen Jehovah’s Getuigen, maakte na een ontmoeting met een van hen de volgende opmerking: „Ik kan mij werkelijk niet herinneren waar wij het over gehad hebben, maar wat ik mij wel herinner is hoe vriendelijk zij tegen mij was en hoe gastvrij en nederig zij was. Ik voelde mij werkelijk tot haar als persoon aangetrokken. Tot op deze dag stel ik haar vriendschap zeer op prijs.”
22. Wat is onze conclusie betreffende Jezus nadat wij zijn leven hebben beschouwd?
22 Wat een schitterende zegeningen kunnen ons ten deel vallen wanneer wij op Jezus’ liefde reageren door het werk te doen dat hij deed en het ook op de manier te doen waarop hij het deed! Jezus’ grootheid is duidelijk en overweldigend. Wij worden ertoe bewogen de woorden van de Romeinse bestuurder Pontius Pilatus te herhalen: „Ziet! De mens!” Ja, inderdaad, „De mens”, de grootste mens die ooit heeft geleefd. — Johannes 19:5.
Hoe zou u antwoorden?
◻ Hoe groot is de liefde van Jezus?
◻ Wie moeten wij liefhebben omdat Jezus ons heeft liefgehad, en waartoe dient zijn liefde ons aan te zetten?
◻ Welk werk wil Jezus dat wij doen?
◻ Hoe was Jezus rijk, en waarom werd hij arm?
◻ Hoe dienen wij Jezus na te volgen in de manier waarop hij mensen diende?
[Illustratie op blz. 15]
Jezus gaf het voorbeeld wat het tonen van liefde betreft
[Illustratie op blz. 17]
Jezus illustreerde krachtig hoe zijn discipelen liefde voor hem tentoon moesten spreiden