Zult u in de waarheid blijven wandelen?
„IK HEB geen grotere reden tot dankbaarheid dan deze dingen, dat . . . mijn kinderen voortgaan in de waarheid te wandelen” (3 Johannes 4). Dit zei de apostel Johannes tegen het einde van zijn lange leven. Dat ’zijn kinderen’, degenen die hij met „de waarheid” in aanraking had gebracht, bleven volharden, schonk hem veel vreugde. Ook Jehovah verheugt zich wanneer zijn aanbidders in de waarheid blijven. Wat moet hij thans verrukt zijn wanneer hij ziet dat een grote organisatie, bestaande uit miljoenen mensen, deze verstandige handelwijze volgt! — Spreuken 27:11.
Hoewel Gods volk als geheel de waarheid onwrikbaar trouw blijft, gaan sommige afzonderlijke christenen het langzamer aan doen of verlaten zelfs de zuivere aanbidding. Dit komt niet onverwacht, aangezien het ook in de eerste eeuw gebeurde (2 Timotheüs 4:10; Hebreeën 2:1). Toch beklemtoont het feit dat sommigen het inderdaad langzamer aan gaan doen, hoe noodzakelijk het is dat allen hun eigen geestelijke gezindheid in het oog houden. Paulus moedigde alle christenen aan: „Blijft bewijzen dat gij goedgekeurd zijt” (2 Korinthiërs 13:5). Elke christen dient zich af te vragen: ’Hoe kan ik er zeker van zijn dat ik in de waarheid zal blijven wandelen?’
Sommigen zijn het langzamer aan gaan doen of zijn er zelfs mee opgehouden in de waarheid te wandelen omdat zij ontmoedigd waren — misschien door gezondheidsproblemen of persoonlijkheidsconflicten. Anderen zijn het langzamer aan gaan doen omdat zij werden afgeleid. Zij willen graag van bepaalde dingen van dit samenstel van dingen genieten zolang het nog bestaat. Hoe kunnen wij vermijden het langzamer aan te gaan doen? Laten wij om het antwoord te weten te komen, het voorbeeld beschouwen dat Jezus voor ons heeft nagelaten.
Volg Jezus’ voorbeeld
Jezus werd met veel moeilijke situaties geconfronteerd. Hij moest niet alleen persoonlijkheidsconflicten onder zijn volgelingen oplossen, maar ook de haat en spot van zijn vijanden verduren. Bovendien moest hij weerstand bieden aan de verleidingen van deze wereld. Ja, hem werden rijkdom en prominentie aangeboden op een schaal die weinigen ooit hebben gekend (Mattheüs 4:8-11; Johannes 6:14, 15). Toch bleef Jezus met volharding in de waarheid wandelen. Wat heeft hem hierbij geholpen?
De apostel Paulus vertelt ons dit als hij schrijft: „[Laten wij] met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus. Wegens de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde heeft hij een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten” (Hebreeën 12:1, 2). Jezus werd geholpen in de waarheid te wandelen door te denken aan „de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde”, de schitterende beloningen die hem te wachten stonden. Deze „hem in het vooruitzicht gestelde vreugde” woog veel zwaarder dan de tijdelijke ontmoedigingen of afleidende factoren waaraan hij het hoofd moest bieden.
Evenals Jezus kunnen wij geholpen worden te volharden wanneer wij de beloning in gedachte houden (Openbaring 22:12). Denk bij wijze van illustratie eens aan een reiziger die over een moeilijk begaanbaar bergpad loopt. Hij wordt moe en raakt ontmoedigd. Elke stap kost hem moeite en er schijnt geen eind aan het pad te komen. Dan bereikt hij de top van een helling en ziet in de verte de stad liggen die hij wil bereiken. Plotseling lijkt de tocht wat gemakkelijker te gaan. Dat hij zijn bestemming duidelijk voor ogen ziet, helpt hem zijn vermoeidheid te vergeten. Evenzo zal een christen het gemakkelijker vinden in de waarheid te blijven wandelen als hij zijn doel duidelijk voor ogen houdt.
Volg de apostel Paulus na
Nog iemand die veel heeft verduurd dat hem had kunnen ontmoedigen, was de apostel Paulus. Hij moest onenigheden en persoonlijkheidsconflicten onder de broeders oplossen en had daarbij ook te kampen met een ernstig gezondheidsprobleem, vervolging, fysieke ontberingen en problemen en zelfs oppositie in de gemeenten (1 Korinthiërs 1:10; 2 Korinthiërs 10:7-12; 11:21-29; 12:7-10). Waarom raakte Paulus niet zo ontmoedigd dat hij het opgaf? Hij legt uit: „Voor alle dingen bezit ik de sterkte door hem die mij kracht verleent” (Filippenzen 4:13). Hij probeerde niet zijn lasten alleen te dragen. Paulus zag veeleer op naar Jehovah om door hem gesterkt te worden. — Psalm 55:22.
De goddelijke bron van kracht waartoe Paulus zich wendde om geholpen te worden te volharden, is ook thans beschikbaar. De bijbel zegt: „[Jehovah] geeft de vermoeide kracht, en degene zonder dynamische energie schenkt hij volledige sterkte in overvloed. Jongens zullen zowel moe als mat worden, en jonge mannen zelfs zullen zonder mankeren struikelen, maar wie op Jehovah hopen, zullen nieuwe kracht verkrijgen. Zij zullen opvaren met vleugels als arenden. Zij zullen rennen en niet mat worden; zij zullen wandelen en niet moe worden” (Jesaja 40:29-31). Als wij naar Jehovah opzien, opdat hij ons door middel van persoonlijke studie, vergaderingsbezoek, ijverige christelijke activiteit en — vooral — gebed zal sterken, zullen wij kunnen volharden wanneer wij van tijd tot tijd met verleidingen en ontmoedigingen te maken krijgen. — Psalm 1:1-3; Romeinen 10:10; 1 Thessalonicenzen 5:16, 17; Hebreeën 10:23-25.
Miljoenen bereiden zich voor op leven in het Paradijs
Satan is de god van dit samenstel van dingen, waarin christenen feitelijk alleen maar als vreemdelingen, tijdelijke inwoners, vertoeven (2 Korinthiërs 4:4). Wij moeten dan ook niet verbaasd zijn als wij soms met ontmoedigingen of afleidende factoren te maken krijgen. Paulus schreef in het boek Hebreeën: „Wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken ernstig de toekomstige” (Hebreeën 13:14). In gedachte houden dat wij onze hoop niet stellen in deze oude wereld maar in de toekomstige, zal ons ook helpen het niet langzamer aan te gaan doen.
In sommige opzichten zijn christenen als emigranten die hun vaderland verlaten in de hoop elders een beter leven op te bouwen. Dit is doorgaans een moeilijke stap. Zo’n emigrant moet alles wat hij heeft, inpakken of van de hand doen en een bekend huis, alsook vrienden en familieleden, vaarwelzeggen. Het houdt ook in naar een vreemd land te gaan, onder mensen te wonen die hem misschien niet accepteren en gewend te raken aan een nieuwe taal en een onbekende levenswijze. Toch doen velen zo’n stap louter in de hoop hun materiële situatie in deze wereld te verbeteren.
Degenen die als het ware uit dit oude samenstel van dingen emigreren en een deel worden van Gods volk, moeten soortgelijke uitdagingen onder de ogen zien. Zij brengen culturele wijzigingen aan om overeenkomstig de reine maatstaven van Gods Woord te leven en zij leren de „zuivere taal” van de waarheid kennen (Zefanja 3:9; 1 Korinthiërs 6:9-11). Zij werken ook hard om de grote Koning van Gods koninkrijk, Jezus Christus, te dienen. Bovendien komt het vaak voor dat hun familieleden en vroegere vrienden alle banden met hen verbreken, zodat zij in feite afscheid van hen moeten nemen.
Maar christenen hebben veel meer te winnen dan degenen die om economische redenen emigreren. Allereerst komen zij in een gemeenschap die liefde voor hen koestert en voor hen zorgt (Lukas 18:29, 30). Wat nog belangrijker is, zij komen in een intieme verhouding met Jehovah, de God van het universum. Zij verwerven vrede des geestes en zien met vertrouwen in de toekomst uit naar de vervulling van Gods wonderbaarlijke voornemens (Filippenzen 4:8, 9). Degenen die deze feiten in het juiste licht zien, zullen niet toelaten dat afleidende factoren of ontmoedigingen hen ertoe brengen het blijvend langzamer aan te gaan doen. Zij zullen zich niet van de smalle weg die naar het leven voert, laten afkeren. — Mattheüs 7:13, 14; 1 Johannes 2:15-17.
Let op uw geestelijke gezondheid
Als wij geregeld op onze fysieke gezondheid letten, bestaat er een grotere kans dat wij bestand zullen zijn tegen ziekten. En mochten wij wel ziek worden, dan herstellen wij sneller. Evenzo geldt dat als wij op onze geestelijke gezondheid letten en zowel de zegeningen die wij nu genieten als die welke ons nog te wachten staan, duidelijk voor ogen houden, en als wij leren ons te verlaten op Jehovah’s kracht in plaats van die van onszelf, wij beter in staat zijn om de problemen die wellicht rijzen, op te lossen. Wij zullen afleidende of ontmoedigende omstandigheden niet volledig uit de weg kunnen gaan. Maar als wij van tevoren op juiste wijze op onze geestelijke gezondheid hebben gelet, zullen zulke dingen ons niet overweldigen.
Houd in gedachte dat Jehovah zich verheugt wanneer zijn aanbidders volharden. Laten wij zijn hart dus verheugen door in de waarheid te blijven wandelen.